Antonie Ladan ~ Onmacht en oorlogsverlangen

Antonie Ladan. Ills. Joseph Sassoon Semah

Het verlangen naar oorlog komt voort uit onmacht, aldus psychiater Antonie Ladan in Onmacht en oorlogsverlangen. Onmacht is het meest fundamentele aspect van ons leven. We hebben voortdurend te maken met gevoelens van angst, woede en razernij en dan kan een ‘ver weg’ oorlog een grote aantrekkingskracht uitoefenen als kapstok voor onze emoties. Via o.a. Albert Einstein, Sigmund Freud, Gerard Reve, Donald Trump, Vladimir Poetin, Theresa May laat Ladan zien dat oorlog een geriefelijke kapstok kan bieden voor gevoelens van onmacht rond vele situaties waarin we hulpeloos zijn. Een oorlog kan als geroepen komen.
Oorlog kan daarmee iets zijn om naar te verlangen, maar alleen als de werkelijkheid van de oorlog ver weg is en vaag blijft. Als Nederland in oorlog is middels oorlogsmissies, is de afstand tot het front zo groot dat we er in onze dagelijkse leven weinig van hoeven te merken. Zo’n geriefelijke oorlog is ideaal om de gevoelens van haat en machteloze woede niet op elkaar te hoeven richten maar bij een gemeenschappelijke vijand onder te brengen, zodat we samen tegen de vijand kunnen zijn, aldus Ladan. Oorlog beantwoordt in psychologisch opzicht aan een behoefte.

We hoeven ons niet verantwoordelijk te voelen voor onze oorlogsinzet in Libië, Irak en Syrië en de schade die dat veroorzaakt. Er wordt niet veel geschreven over de ‘collateral damage’ van onze daden die voortkomen uit een machteloze verontwaardiging. Wij voelen ons niet verantwoordelijk voor onschuldige burgerslachtoffers en een sterke toename van geweld, chaos en destabilisatie. Wij hebben iets kunnen betekenen voor de buitenwereld, waardoor we ons minder machteloos voelen. De huidige manier van oorlogvoeren, met drones en lasergestuurde bommen, versterkt dat gevoel alleen maar. De afstand tot de daad van het doden wordt opnieuw vergroot.
Een oorlog die met deze wapens wordt gevoerd wordt nog geschikter als kapstok voor onze destructieve behoeften. De oorlogsvoering kan mistig blijven, zodat we ons niet hoeven te schamen. Het maakt ons leven in mentaal opzicht gemakkelijker.

Het is van groot belang oorlog niet als kapstok te gebruiken maar onder ogen te zien wat ze werkelijk inhoudt, zeker in een tijd van toenemende
internationale spanning. En in een tijd waarbij de vijand veel minder duidelijk is te lokaliseren. Die vijand bevindt zich te midden van ons en kan niet zomaar worden aangevallen. Deze vorm van oorlogsvoering voedt de gevoelens van angst en machteloosheid en is niet zo geschikt als kapstok voor onze gewelddadige fantasieën. Door deze veranderingen in de aard van oorlog geloven we niet meer in de definitieve oorlog die zal leiden tot de eeuwigdurende vrede. Tot voor kort geleden koesterden wij de illusie van vrede en veiligheid., ook al werd er overal in de wereld gevochten. Maar er is niet meer sprake van een duidelijk afgegrensde toestand van oorlog of van vrede, de oorlogsdreiging is altijd aanwezig. Om met Ignatieff te spreken, kan dat positief werken omdat we manieren moeten vinden de kwetsbare vrede te bewaren. Oorlog en vrede zijn nu ‘liminale’ toestanden, twee werkelijkheden die onontwarbaar met elkaar zijn verbonden [i]. Als we onze onmacht onder ogen durven te zien, dan zou dat kunnen helpen bij het ons realiseren dat we steeds op de grens van oorlog en vrede balanceren. Een toestand van eeuwigdurende vrede nooit zal worden bereikt, aldus Antonie Ladan. We moeten oppassen met oorlogsvoering en geweldpleging.

Het zou kunnen helpen als we ons bewust zouden zijn dat gevoelsbelangen een belangrijke rol spelen bij beslissingen over oorlogsvoering. Ladan vraagt zich af of we in staat zijn om in situaties waarin we met onmacht worden geconfronteerd, niet zozeer naar buiten, maar naar binnen durven te kijken. Niet op zoek te gaan naar de vijand die ons dit aandoet. Durven we te besluiten niets te doen?
Misschien is ‘kunst’ in staat ons enigszins te helpen bij de moeilijke opgave van het onder ogen zien wie we zijn en wat er in ons leeft.
Ladan sluit af met de woorden: Zijn wij in staat om naar binnen te kijken en onszelf in laatste instantie te nemen voor wat we zijn: een schakel in een groter geheel, waarbij we altijd plaatsmaken voor een ander?

Hij citeert de Spaanse schrijver Javier Marías: “Wie weet wie ons vervangt, we weten alleen dat we altijd worden vervangen, bij alle gelegenheden, onder alle omstandigheden en bij het vervullen van elke functie, in de liefde en de vriendschap, in de baan en de relaties, in de overheersing en in de haat die uiteindelijk ook genoeg van ons krijgt (…) en in onze manier van kussen worden we vervangen (…), in de herinneringen en de gedachten en de dromerijen en overal, ik ben niet meer dan glibberige, zachte sneeuw op de schouders, en aan het sneeuwen komt altijd een einde…”

Noot
[i] I. M. Ignatieff en Maskirovka: Liminale oorlog in deze eeuw. Nexus, 68, p. 34 – 41, 2014

Antonie Ladan – Onmacht en oorlogsverlangen. Boom uitgevers, Amsterdam, 2019. ISBN 9789024402991 (Paperback) & ISBN 9789024424627 (e-book)

Linda Bouws – St. Metropool Internationale Kunstprojecten