Buitenstaander en Bondgenoot ~ De deur


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

De portier vormt het scharnier tussen de binnen- en buitenwereld. We hebben gezien dat de selectie van bezoekers van verschillende factoren afhangt. Elke stapavond weer beslissen portiers opnieuw. Bij grote drukte en rijen voor de deur wordt de lat hoger gelegd. Communicatie met de horeca-eigenaar is belangrijk, maar ook een goede samenwerking met collega’s.

Omgang met de eigenaar en goede voorbereiding
De meeste portiers zijn positief over de samenwerking met de horeca-eigenaar. Portiers realiseren zich heel goed dat de sfeer binnen bepaald wordt door buiten de juiste mensen te verwelkomen. Sommige portiers zeggen actief te worden betrokken bij de bedrijfsvoering. Horeca-eigenaren hebben er immers baat bij dat portiers goed worden geïnformeerd over de programmering. Externe feestorganisaties trekken nog wel eens specifieke bezoekersgroepen. De portier wil dan weten of het bijvoorbeeld om een studentenavond of schoolfeest gaat. En wordt er techno, cool jazz of hiphop gedraaid? Hoeveel bezoekers worden er verwacht? Ook wordt rekening gehouden met ervaringen bij voorgaande edities en wordt bekeken of er niet meer personeel moet worden ingezet. Dergelijke afwegingen gelden vooral voor clubs.
Ook veranderingen in wet- en regelgeving kunnen leiden tot nieuwe afspraken met de horeca-eigenaar. Vooral de handhaving van het rookbeleid heeft achter de schermen nogal tot de nodige deining geleid. Niet alle portiers voelden zich senang over deze uitbreiding van hun takenpakket. Stanley vertelt dat het rookissue geregeld terugkwam op de agenda. Want een directie die een strikt rookbeleid nastreeft terwijl de rookcapaciteit minimaal is, wekt wrevel bij zowel de bezoekers als het personeel, dat alles in goede banen moet leiden. Om maar niet te spreken van de avonden dat bijna iedereen lak lijkt te hebben aan de regels. Er mag niet worden gerookt, maar wat te doen als joints van hand tot hand gaan?

De collega’s
Portiers zijn het eerste visitekaartje. Een goede binding met de uitgaanslocatie is daarom belangrijk. Brian vindt als een van de weinigen dat portiers overal inzetbaar moeten zijn. Veruit de meeste portiers werken voor een beveiligingsbedrijf, waarvan er landelijk een paar duizend zijn. Ze worden meestal ingehuurd door de horeca-eigenaar of feestorganisatie. Slechts op een enkele locatie staan portiers op de loonlijst van de uitgaansgelegenheid waar ze werken. Er zijn portiers op het Rembrandtplein die voor geen goud op het Leidseplein willen werken, en andersom. Het verschillende publiek op de pleinen is soms een reden, maar ook de jarenlange bekendheid met het uitgaansgebied. Sommigen hebben op tal van locaties gewerkt, terwijl anderen al hun halve leven bij dezelfde deur staan. Ze zijn er haast mee vergroeid. Portiers hebben ook hun voorkeur. Als je niet van smartlappen en Nederlandstalige muziek houdt, moet je eieren voor je geld kiezen. Stanley moet er niet aan denken om bij een andere club te staan. Hij zou doodongelukkig worden.

Het team
Portiers die in hun eentje voor de deur staan, hechten grote waarde aan een goede samenwerking met het personeel binnen. Maar ook collega’s helpen elkaar als er in geval van nood moet worden ingegrepen.
De portiers op het Thorbeckeplein (een ‘zijvleugel’ van het Rembrandtplein) bemannen alleen de deur en roepen in het geval van calamiteiten collega’s bij naburige locaties met de portofoon op. Op het Rembrandtplein en Leidseplein staan vaker twee, drie of vier portiers – en bij de grote clubs op een drukke avond nog meer. Soms wordt ondersteuning gegeven als het bij de buren uit de hand loopt of de politie het niet alleen aan kan. Als iemand wordt geweigerd en die loopt naar een tent verderop, dan wordt dit soms via de porto doorgegeven. Read more

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ Conflictbeheersing


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

Portiers zeggen unaniem dat de agressie van burgers in de directe omgeving van hun standplaats soms de spuitgaten uitloopt. Een ‘dikke huid’ moet je hebben tegen alle scheldpartijen die je over je heen krijgt. “Mensen houden er niet van om aangesproken te worden op hun verantwoordelijkheid”, zegt Stanley. “Dat is nou juist wat je als portier doet.” Soms gaat het om de meest lullige dingetjes, zoals die keer toen hij bij de garderobe moest ingrijpen omdat een opgewonden persoon zijn jassenbonnetje kwijt was. De jongen pikte het niet dat andere bezoekers eerst werden geholpen. Hij moest zijn jas NU en accepteerde niet dat hij langer moest wachten op zijn jas.

Praten, rustig blijven en onderhandelen
Voor rotte vis te worden uitgemaakt, doet geen zeer. Maar leuk is anders. Wie zich niet voor tirades, scheldpartijen en andere doodverwensingen kan afsluiten, krijgt het zwaar. Als je alles opkropt word je murw en sla je vroeg of laat door. Uiteindelijk geef je er de brui aan. Het zal niet de eerste keer zijn dat ze collega’s afgebrand zien vertrekken. De kunst is om een stoïcijnse houding aan te nemen die het negativisme van buitenaf neutraliseert. Maar een handleiding is er niet.
De ‘natuurlijke houding’ van de portier is de belichaming van een persoonlijke stijl die door de jaren is gegroeid en geperfectioneerd. Bij lastige bezoekers veert Boris instinctief even mee, want hij vertrouwt op zijn kracht: praten, rustig blijven, onderhandelen. Daar bereikt hij meer mee dan meteen keihard en bot te reageren. Toch hebben ervaren portiers ook hun zwakke kanten. Daan bijvoorbeeld, een vriendelijk ogende portier, breed gebouwd en ongeveer twee meter lang. Die blaas je niet zomaar omver als je hem ziet. Maar schoolfeestjes? Dat vindt hij de kat op het spek binden. Wat hem nog het meest grieft is de respectloosheid jegens portiers. Hoe jonger, hoe brutaler lijkt het wel. “Snotapen, amper 15 jaar en zo oud als mijn dochter, halen het bloed onder mijn nagels vandaan.” Voor zijn eigen gemoedsrust draaien op dit soort feesten collega’s zijn deurdienst.

Handelen bij (dreiging van) geweld
Portiers belanden wel eens in heikele situaties met een gerede kans op escalatie. Razendsnel en op intuïtie maken zij een inschatting van hun ‘tegenstander’ en wat hij mogelijk van plan is te gaan doen. Is de persoon nuchter of dronken, onder invloed van drugs of allebei? Gaat het om een ordinaire relatieruzie of is het bonje met een hele groep? En zo ja, welke? Zijn het irritante corpsballen, kwaaie kampers, botte boeren of… En met hoeveel zijn ze? De portier blijft ook alert als hij iemand naar buiten heeft gezet. Komt hij terug? Alleen? Met een mes of pistool? Het ‘doorgesnoven type’ geeft de meeste problemen, vindt Daan. Vooral als het ontaardt in een vechtpartij: “Die mensen stoppen gewoon niet. Ze hebben de conditie van een paard en worden niet moe.”
Een ander voorbeeld. Roland staat in een vol café tegenover een groep van zo’n twintig man, waarvan drie strontvervelend. Hoe te handelen? Uit ervaring weet hij dat wanneer hij alleen die drie afvoert, de rest zich tegen hem zal keren. “In zulke gevallen spreek ik de leider aan. Die pik je er meestal snel tussenuit. Je moet resoluut zijn. Die drie jongens van jou zijn lastig, ik breng ze nu naar buiten of ik bel de politie! De rest druipt dan meestal vanzelf af.”
Portiers hebben snel door of iemand wil meewerken, gaat tegenstribbelen of zich met hand en tand gaat verzetten. Met gasten die te diep in het glaasje hebben gekeken is het soms kwaad kersen eten. Onruststokers met een door de alcohol vertroebeld brein zijn vaak obstinaat. Portiers weten dat een discussie aangaan in een bomvol café de situatie zelfs kan verergeren. Read more

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ Portiers en politie


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

Portiers vinden de samenwerking met de wijkteams van de politie in het algemeen goed. De politie wordt ingeschakeld bij gewelds- en drugsdelicten. De politieteams van bureau Lijnbaangracht (nabij Leidseplein) en Prinsengracht (nabij Rembrandtplein) weten wat er op de pleinen gebeurt en wat portiers van hen verwachten bij calamiteiten. Omdat een onhandelbare dronkenlap of lastpak vaak tijd en energie opslokt en portiers geen handboeien hebben, zijn ze erbij gebaat dat de politie snel ter plekke is. Voor dit soort calamiteiten is de horecalijn bedoeld. In het drukkere weekend is ter ondersteuning extra politietoezicht (RBE) vanuit de regio.

Wel of niet politie inschakelen?
Het hangt van de betreffende portier af wanneer hij meent dat hij de politie moet gaan oproepen. Er is een grijs gebied waarin een bezoeker het voordeel van de twijfel krijgt. Bijvoorbeeld als het om een net wel of net niet toelaatbare hoeveelheid drugs gaat of wanneer de persoon in kwestie zich nog op tijd weet te herpakken en de portier niet meer tot last is. Stanley: “We sturen iemand niet om elk akkevietje naar het bureau. Niemand vindt het leuk om een nacht te zitten.” Fela belt zo min mogelijk de politie omdat hij zijn zaakjes zelf wel op denkt te lossen. “Je hebt ook je trots. Ik laat niet over me heen lopen. De politiebellen is een teken van zwakte naar die andere partij. Alsof je het niet aan kan.” En Hozin zegt dat hij eerder belt als hij alleen werkt. Soms moet je de dingen gewoon voor zijn. Toch wil hij ook weer niet te vaak bellen. Anders lijkt het weer alsof hij een portier is die het zelf niet kan oplossen.

Stroeve samenwerking
Over de samenwerking met de politie uit de regio zijn veel portiers minder te spreken. De contacten met de ‘vliegende brigade’ verloopt vaak stroef. De portiers weten wel waarom. Agenten ‘van buiten’ zijn volgens portiers onbekend met de mores in de Amsterdamse horeca- en uitgaanswereld. Ze weten niet hoe de vork in de steel steekt. Boris moet soms ‘lullen als brugman’ om iets voor elkaar te krijgen. En Moes was perplex toen hij 25 ecstasypillen vond bij een bezoeker, maar een halfuur moest wachten omdat de agent zijn broodje (in de bus) kennelijk belangrijker vond. Omdat de regionale bijstandseenheid routine ontbeert, schatten ze volgens portiers met enige regelmaat de situatie verkeerd in en handelen ze bij (dreigende) escalatie daarom niet altijd adequaat en efficiënt.
Sjors herinnert zich nog die keer toen een dader na een steekpartij wist te ontkomen omdat de agenten eerst bij het slachtoffer poolshoogte gingen nemen. De hulp duurt soms ook te lang, omdat de agenten dan als groep op één plek, meestal bij de busjes, blijven staan.
De stroeve samenwerking berust voor een deel op onbegrip. Het onderlinge vertrouwen laat hierdoor wel eens te wensen over. Daan is sowieso sceptisch over de vele mutaties in het Amsterdamse politiekorps. “Om de zoveel jaar staat er weer een compleet nieuw team van agenten op het plein.” Daan denkt dat er gerouleerd wordt omdat ze geen vriendjes mogen worden met de portiers. Read more

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ Knelpunten en verbeteringen


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

In ons onderzoek hebben we nadrukkelijk gekozen voor het perspectief van portiers. Tot nu toe hebben we hun ervaringen met en visie op de ‘deurproblematiek’ beschreven. Meer en minder aangename aspecten van hun werk als portier op en rond de twee drukste Amsterdamse uitgaanspleinen zijn aan bod gekomen. Wat vinden portiers nu zelf de belangrijkste knelpunten in hun werk en welke verbeteringen zouden zij wensen? Bij deze vragen laten portiers niet gauw het achterste van hun tong zien. Portiers neigen nog wel eens tot een afwachtende houding; de zaken zijn nu eenmaal zo geregeld. Eerst zien, dan geloven, zo is hun adagium. Maar als benadrukt wordt dat we nu juist hun mening willen horen, branden ze alsnog los.

Sommige suggesties en opmerkingen noemen we hier kort, maar laten ze verder buiten beschouwing, omdat ze te ver afstaan van het onderwerp van ons onderzoek, praktisch niet uitvoerbaar zijn en/of de lokale situatie overstijgen. Een voorbeeld hiervan zijn pleidooien voor het legaliseren van drugs bijvoorbeeld. Waarom niet accepteren dat mensen drugs gebruiken in het uitgaansleven, zo vragen sommigen zich af. Want alcohol, dat je overal kunt kopen, is immers pas echt de grote boosdoener. Een ander voorbeeld betreft de opmerking van verschillende portiers dat mensen die zijn opgepakt langer zouden moeten worden vastgehouden door de politie. Soms zijn er praktische tips, die ook in het portiersoverleg ingebracht kunnen worden. Zo zou een van de portiers het toejuichen dat glaswerk, asbakken, kaarshouders, bestek en dergelijke na 02:00 uur ’s nachts niet meer op terrastafels mogen staan. Bij calamiteiten worden deze voorwerpen vaak als eerste van de tafel gegrist om mee te gooien.

Beleid en praktijk

De samenwerking tussen de partijen verloopt (in theorie) weliswaar wat beter, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Beleidsmakers, politie, horeca en portiers overleggen wel met elkaar, maar de veranderingen gaan traag. Bovendien, als het om bestuursrechtelijke issues gaat, realiseren de portiers zich dat ze net als de politie ondergeschikt zijn aan de richtlijnen van justitie en gemeente. Overigens zeggen de portiers dat de Amsterdamse politie op het uitvoerende niveau hen wel begrijpt. Maar wat betreft de hogere echelons vinden ze de empathie voor de positie van portiers zwak. Hoewel er positieve besprekingen en projecten zijn gestart met de gemeente en de politie, vrezen veel portiers dat er op termijn weinig resultaten zullen worden geboekt. “De goodwill is er wel, maar er hoeft maar iets te gebeuren of alles ligt weer plat.” De portiers vinden dat ze in een spagaat zitten. Enerzijds worden ze door de gemeente en politie steeds meer als bondgenoten gezien en bij nieuwe plannen betrokken, anderzijds voelen ze dat ze buitenstaanders blijven. Read more

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ Samenvatting en conclusies


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

Het uitgaansleven op het Rembrandtplein en Leidseplein is in de loop der jaren steeds hectischer geworden. Om de problematiek in de uitgaansgebieden (o.a. toegangscontrole, sfeerbeheer, veiligheid) beter te kunnen beheersen, wil het stadsdeel binnenstad dat de partijen intensiever gaan samenwerken. Samen met de politie worden horeca en portiers uitgenodigd voor overleg om de veiligheidsproblematiek beter en efficiënter aan te kunnen pakken. De positie van portiers speelt een cruciale rol bij het handhaven van de orde en de aanpak van overlast. De portiers op hun beurt voelen zich vaak miskend. Ze worden als bondgenoot gezien, maar blijven ook een buitenstaander.

De verruwing op de pleinen, de toenemende mondigheid van burgers, de collectieve alcoholroes van stappers, het geweld en agressie jegens portiers, nieuwe regelgeving en antidiscriminatiewet maatregelen; portiers vinden dat ze vaak op eieren moeten lopen. Door de veranderende mores in het uitgaansleven voelen ze zich eerder een soort ‘schietschijf’. De negatieve beeldvorming maakt het er voor hen ook niet eenvoudiger op. Risico’s van het vak? Portiers hebben vaak het gevoel dat ze het nooit goed doen. Of ze grijpen te snel in, treden te hard op, discrimineren bij voortduring of verzetten zich tegen nieuwe regels. Daarentegen vinden zij dat beleidsmakers vaak geen flauw benul hebben van de nachtelijke deurpraktijk op de uitgaanspleinen.

Veel portiers wonen buiten Amsterdam vanwege privacy en veiligheidsoverwegingen. Hoewel vaak een lange staat van dienst (overwegend parttimer), heeft niemand ooit een speciale roeping gevoeld om portier te worden. Vaak zijn ze er bij toeval ingerold toen anderen hun potentiële kwaliteiten opmerkten. De verharding aan de deur van de laatste vijf tot tien jaar staat symbool voor de ruwere omgangsvormen. Niet alleen het respect voor de portier is weg, maar voor het gezag in het algemeen. De paradox is dat portiers door de ‘verhuftering’ vaker geconfronteerd worden door stappers met ‘korte lontjes’, terwijl hun ‘slagkracht’ door alle regelgeving gedecimeerd is. Alsof ze met geboeide handen de orde moeten bewaren.

Desondanks houden portiers van de omgang met mensen en de gezellige reuring van het uitgaansleven. Ze waarborgen de veiligheid en zien erop toe dat de regelgeving en interne huisregels (o.a. geen drugs en wapens, verzorgd uiterlijk) worden nageleefd. De publieksgroepen in de uitgaansgelegenheden zijn door het ‘progressieve deurbeleid’ een afspiegeling van de multiculturele stad. De selectie hangt van verschillende factoren af. Behalve een goede balans van leeftijd, etniciteit, geslacht en singles en partners, speelt ook de smaak en sfeer, die de horeca-uitbater graag wil uitdragen, een rol. Portiers scheiden tijdens de publieksselectie zoveel mogelijk het kaf van het koren. Vaak worden de potentiële bezoekers al bij het naderen (intuïtief) ingeschat op kleding, houding, gedrag en oogopslag. Read more

Bookmark and Share

Het Bonger Instituut voor Criminologie


Bongers

Willem Adriaan Bonger (1876-1940)

Het Bonger Instituut voor Criminologie is een multidisciplinaire onderzoeksgroep binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Het instituut is vernoemd naar Willem Adriaan Bonger (1876-1940), de eerste hoogleraar sociologie en criminologie aan de Universiteit van Amsterdam. In die traditie doen wij onderzoek naar criminologische ontwikkelingen in samenhang met rechtshandhaving. Deze dynamische relatie onderzoeken wij vanuit drie hoofdvragen:

– Hoe werkt de formele controle van criminaliteit?
– Hoe en op welke schaal ontwikkelen de aard en omvang van criminaliteit?
– Hoe verhouden deze gebieden zich tot elkaar?

Vooral drugs en geweld komen aan bod. Zo doen we bijvoorbeeld onderzoek naar de ontwikkelingen op de cannabismarkt in Nederland. Ons onderzoek kent een sterke empirische traditie en behelst zowel wetenschappelijk theorievormend als maatschappelijk beleidsondersteunend onderzoek.

Historie
Het instituut is vernoemd naar Willem Adriaan Bonger (1876-1940), hoogleraar sociologie en criminologie aan de Universiteit van Amsterdam. Bonger leverde een belangrijke bijdrage aan de vooroorlogse ontwikkeling van deze twee sociale wetenschappen in Nederland. In 1905 voltooide hij zijn proefschrift “Criminalité et conditions économiques”, waarin hij een verband legde tussen misdaad en economische omstandigheden. In 1913 schrijft hij een ander belangrijk werk, “Geloof en misdaad”, waarin hij het beeld weerlegde dat de ontkerkelijking zou leiden tot meer criminaliteit. Bonger was kritisch over de destijds heersende biologisch georiënteerde ideeën over criminaliteit, en pleitte voor een sociologische benadering. In zijn werk maakte hij ook gebruik van statistische analyses. Hij bezette de eerste leerstoel in de sociologie en de criminologie in Nederland vanaf 1921.

De multidisciplinariteit en maatschappelijke betrokkenheid van zijn werk zijn ook vandaag de dag binnen het Bonger Instituut belangrijke waarden.
Zie: http://www.bonger.nl/

In de komende maanden zullen een aantal onderzoeken van het Bonger Instituut in de Quarterly worden gepubliceerd.

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives