Andrew Kahn & Jamelle Bouie ~ The Atlantic Slave Trade In Two Minutes
Usually, when we say “American slavery” or the “American slave trade,” we mean the American colonies or, later, the United States. But as we discussed in Episode 2 of Slate’s History of American Slavery Academy, relative to the entire slave trade, North America was a bit player. From the trade’s beginning in the 16th century to its conclusion in the 19th, slave merchants brought the vast majority of enslaved Africans to two places: the Caribbean and Brazil. Of the more than 10 million enslaved Africans to eventually reach the Western Hemisphere, just 388,747—less than 4 percent of the total—came to North America. This was dwarfed by the 1.3 million brought to Spanish Central America, the 4 million brought to British, French, Dutch, and Danish holdings in the Caribbean, and the 4.8 million brought to Brazil.
Read more: http://www.slate.com/animated_interactive_of_the_history_of_the_atlantic_slave_trade.html
Ease The Tension ~ Public Entity St. Eustatius And The Netherlands
POND ISLAND/ST. EUSTATIUS – The tensions between the administrators on Statia and those in The Hague are flaring up again, and we are afraid that this time around not even that sweet tune of the Mighty Shadow, “Ease the Tension” can calm the hearts and the modern day chiefs in Statia and the Netherlands.
The Dutch Minister of Home Affairs and Kingdom Relations, the honourable Dr. Ronald Plasterk, has made it clear that he has had enough of what he considers the inept and corrupt local government on the Caribbean island. Higher supervision it is! Statia’s Coalition Leader, the honourable Mr. Clyde van Putten, has responded in kind calling the Dutch administrators racists who continue to act as colonial overlords. Massa day done!
The question on many persons’ mind, those who aren’t hastened to judge or choose sides immediately, is what must be done? But behind that question is actually the question of what exactly is the matter at hand? Only by answering the question behind the question can we hope to ease the tension in the Kingdom.
Read more: http://www.soualiganewsday.com/ease-the-tension
Wouter van Veenendaal ~ Politics And Democracy In Microstates. A Comparative Analysis Of The Effects Of Size On Contestation And Inclusiveness
What this Dissertation is About
According to several recent publications, small states or microstates are comparatively more likely to have democratic systems of government than larger states (Diamond and Tsalik 1999; Anckar 2002b; Srebrnik 2004). Based on the data of aggregate indices of democracy such as Freedom House, these large-N quantitative analyses have disclosed a statistically significant negative correlation between population size and democracy. Although a satisfactory explanation of this pattern has not yet been found, the argument that a limited population size fosters good governance, republicanism, and democracy was already formulated by the ancient Greek philosophers, and is therefore one of the most ancient debates in political science. The finding that microstates from around the globe are exceptionally likely to develop and maintain democratic systems of government therefore appears to validate centuries-old theories about the political consequences of size. In addition, not only has the average population size of countries continuously been decreasing since the late 19th century (Lake and O’Mahony 2004), but more and more states have initiated programs of decentralization and devolution of powers and competences to smaller, sub-national units. This unmistakable trend towards smaller polities and administrations is buttressed by academic publications that emphasize the virtues and advantages of smallness (cf. Schumacher 1973; Katzenstein 1985; Weldon 2006).
Full text (PDF): https://openaccess.leidenuniv.nl/bitstream/Veenendaal.pdf
Overseas Territories Review
A forum for critical analysis of international issues and developments of particular relevance to the sustainable political and socio-economic development of Overseas Countries and Territories (OCTs).
Go to: http://overseasreview.blogspot.nl/
Bonaire: http://overseasreview.blogspot.nl/search/label/Bonaire
Levende-Doden ~ Afrikaans-Surinaamse percepties, praktijken en rituelen rondom dood en rouw ~ Inhoud
‘De dood (of de zinspeling op de dood) maakt mensen kostbaar en aandoenlijk’ – Jorge Luis Borges in ‘De onsterfelijke’ (De Aleph, 1949)
Inhoud
Proloog: Anansi en Dood
1. Inleiding: we leven lekker hier
I – Identificaties & attitudes
2. Wortels & wording
3. Kruis & kalebas
4. De ander & de observator
II – Memento mori
5. Doodstijding & bekendmaking
6. Rituele organisatie & zorg
III – Dede oso
7. Achtergrond & actualiteit
8. Actoren & symbolen
9. Uitvoering & afsluiting
Levende-Doden ~ Proloog
Dit is een verhaal over Anansi. Verhalen over Anansi zijn onuitputtelijk. Dit verhaal gaat over Anansi en Dood. Dood woonde niet in de stad bij de mensen. Waarom was hij hier? Wat bracht hem hier? Anansi! En Dood is nadien niet meer weggeweest.
Op een dag had Anansi niets te doen. Hij had geen eten en zei tegen Akoeba: “Moet je horen. Ik ga kijken of ik wat eten kan vinden. Maak alles voor me klaar.” Akoeba nam een rugzak, een boog en een paar pijlen en vishaken. Ze pakte alles in voor Anansi om mee te nemen.
Anansi vertrok. Hij ging diep ’t woud in. De hele dag liep hij, maar hij vond niets. Net toen hij op het punt stond terug te gaan, zag hij een hut een eindje verder ’t bos in. En zoals de ouderen zeggen: “Waar rook is, daar moeten mensen zijn.”
Anansi liep naar de hut. Hij zag iemand zitten in de deur van de hut. Hij zei: “Hallo, vriend.”
De man antwoordde: “Goeie dag meneer, wat doet u hier?”
Anansi antwoordde: “Ik ben Anansi en heb een hele dag naar werk gezocht maar niets gevonden.
Vanmorgen zei ik tegen mijn vrouw, pak wat dingen voor me in, dan ga ik kijken of ik wat vlees kan vinden om mee naar huis te nemen. Maar, zoals u ziet, vader, ik sterf van de honger.”
De man zei: “Kom binnen, kom binnen. Blijf niet in de deuropening staan, kom erin.”
Anansi ging de hut in. Hij ging zitten en zei weer: “Vader, ik sterf van de honger.”
Broer Dood vroeg: “Weet je niet met wie je spreekt? Weet je niet wie ik ben?”
Anansi antwoordde: “Nee, vader.”
Dood zei: “Wel, ik ben Dood.”
Daarop ze Anansi: “Zo, dus hier woont Dood.”
Dood antwoordde: “Ja,” en hij vervolgde: “Ga maar naar het kookhuis. Daar zie je gerookt vlees hangen boven de kookplaats. Neem een stuk, ga zitten en eet. Ik geef je er een beetje water bij, want iets anders heb ik niet.”
Anansi nam een groot stuk van het dijbeen. Hij at en at. Dood keek naar hem en zei: “Nou zeg, je bent wel hongerig!”
Anansi zei: “Nou en of.” Hij bleef maar dooreten tot alles op was. Dood gaf hem wat water. Anansi dronk het op.
Nadat Anansi gedronken had, keek hij de hut rond. Dood vroeg: “Waarom kijk je zo rond?”
Anansi antwoordde: “Eén ding zou ik u willen vragen, vader.”
Dood zei: “Wat wil je vragen?”
Anansi antwoordde: “Ziet u, de hele dag heb ik gelopen. Mijn vrouw en kinderen thuis hebben nog niet gegeten. Kunt u me ook een stuk voor hen meegeven?”
Dood zei: “Ja hoor, neem een stuk.”
Anansi nam zo’n groot stuk dij, dat het bijna niet in zijn rugzak paste. Maar dat hinderde hem niet.
Hij duwde en propte, tot dat ’t erin zat. Toen vertrok hij.
Fluitend en zingend liep hij de weg terug naar huis. Thuisgekomen riep hij: “Akoeba, Akoeba, ik ben eindelijk thuis. God had medelijden met mij en wees me een plaats waar ik voedsel kan vinden.”
Akoeba vroeg: “Waar is het?”
Anansi antwoordde: “Midden in het bos. Ik hoef me geen zorgen meer te maken over werk, want daar is altijd voedsel.”
Akoeba waarschuwde hem: “Anansi, wees voorzichtig hoor, als je zo ver weg gaat.”
Anansi antwoordde: “Maak je geen zorgen over mij. Daar is voedsel. Ik ga nu eten.”
Het verhaal gaat verder. Op een ochtend stond Anansi op. Hij wilde Akoeba niet vertellen waar hij naar toe ging. Hij nam een meelzak mee en gooide die over zijn schouder. Ook nam hij een houwer om zich een weg door ’t bos te kappen. Toen vertrok hij. Hij liep en liep. Toen hij niet terug kwam begon Akoeba ongerust te worden: “Waar blijft Anansi zo lang?”
Anansi kwam bij de hut waar Dood woonde. Hij keek rond. Niemand was thuis. Hij opende de deur van het kookhuis, glipte naar binnen en vulde de meelzak met vlees. Toen vertrok hij. Niemand wist wat hij gedaan had, niemand zag hem.
Dood kwam thuis. Ging de kamer in en verkleedde zich. Daarna liep hij naar ’t kookhuis.
“Hee?, het lijkt net alsof er iemand geweest is. Ik had zoveel vlees en nu is er zoveel van weg.” Hij dacht er niet langer over na.
Een volgende keer deed Anansi precies hetzelfde. Hij ging telkens weer terug. Maar op een dag bleef Dood thuis om hem op heterdaad te betrappen. Hij wist nog steeds niet wie het vlees wegnam. Hij verstopte zich in het huis. Het duurde niet lang of hij hoorde Anansi komen. Anansi keek rond. Alles leek normaal.
De deur was niet afgesloten. Hij gluurde in de kamer, maar zag niemand. Hij ging het kookhuis binnen naar de kookplaats. Vulde zijn zak met vlees en gooide hem over z’n schouder.
Toen hij de hut wilde verlaten, pakte Dood hem vast. Hij zei: “Zo, dus jij bent het die dit spelletje met me speelt. Jij bent het die al die dingen van me gestolen hebt.”
Anansi zei niets. Plotseling sprong hij het raam uit. Hij rende en rende met de Dood vlak achter hem aan. Ze renden het hele eind door ’t bos. Toen ze in de Putcher-buurt kwamen (de wijk waar Mevrouw Putcher woonde) keek Anansi om. Hij zag Dood vlak achter zich. Hij schreeuwde tegen iedereen daar in Poelepantje: “Doe de deuren en ramen dicht. Dood komt eraan. Doe de ramen en deuren dicht. Dood komt eraan!”
Zo volgde Dood Anansi tot in de stad en hij is sindsdien niet meer weggegaan. Daarom gaat iedereen nu dood. Read more