Rose Mary Allen ~ The Complexity Of National Identity Construction In Curaçao, Dutch Caribbean


Willemstad

Willemstad

Abstract: Curaçao currently stands at a crossroad of constitutional reform. In the context of these changes at the political level, it is logical that national identities are being redefined and repositioned. The developments in the fashioning of national identities in Curaçao deserve attention locally but also regionally. How do people in Curaçao construct national identities in daily life? How is a national collective constructed on the one hand, and how are differences with other collectivities constructed on the other hand? The historical context of constitutional changes that have occurred over the years is considered as well as an examination of the present discourse on constitutional reform. These identity issues are then placed within a wider Caribbean context. Keywords: constitutional changes, construction national identity, Curaçao, diaspora, cross regional analysis.

Curaçao, one of the five islands of the Dutch Caribbean federation called the Netherlands Antilles, currently stands at a crossroad of constitutional reform. In this new context, Curaçaoan notions of national1 identity are being re-examined, reconstructed and reclaimed. In Curaçao, discussions about national identity are centred on the concept of Yu di Kòrsou. Translated from the local Creole language Papiamentu, this literally means: Child of Curaçao. In the debate about identity, the crucial questions are: Who is a Yu di Kòrsou and who is not? What characterizes the Yu di Kòrsou and, by extension, what is authentic Curaçaoan culture and what is a ‘good’ Yu di Kòrsou?

Read more (PDF-format): http://www.cedla.uva.nl/ALLEN.pdf

 

Bookmark and Share

De toekomst van de relatie Nederland – Suriname


Suriname

De serie De toekomst van de relatie Suriname – Nederland (in boekvorm verschenen in 2004) analyseert de bijzondere bilaterale hulprelatie sinds 1975, de successen en mislukkingen, en brengt een scala van inzichten bijeen over de toekomst van de relatie tussen beide landen. De serie onder redactie van Pitou van Dijck, econoom aan het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika (CEDLA) te Amsterdam, en gastdocent aan de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo, bevat zeven bijdragen van auteurs uit Nederland, Suriname en de Verenigde Staten: Frits van Beek, Rob D. van den Berg, Pitou van Dijck, Dirk Kruijt, Hans R. Lim A Po en Gert Oostindie.

Pitou van Dijck – Ervaring en toekomstperspectief – een samenvatting
Gert Oostindie – De teloorgang van een bijzondere relatie
Pitou van Dijck – Hulp, beleid en economische groei
Dirk Kruijt – De hulprelatie sinds 1975
Rob D. van den Berg – De verdragsrelatie in een breder perspectief
Hans R. Lim a Po – Opgezegde verantwoordelijkheid en mislukte hoop
Frits van Beek – Een multilateraal en macro-economisch perspectief

Zie ookVideo Suriname – Deel Een 1973 – 1982 

Bookmark and Share

De toekomst van de relatie Nederland-Suriname I: Ervaring en toekomstperspectief – een samenvatting


SurinameBij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 kreeg het land de beschikking over een buitengewoon groot bedrag aan hulpgelden en werden haar schulden kwijtgescholden (bij elkaar 4,4 miljard Nederlandse guldens), om zo de jonge republiek te ondersteunen op weg naar zelfstandigheid en economische welvaart. Bovendien werd toegezegd dat Suriname, na besteding van dit bedrag, ontwikkelingshulp tegemoet zou mogen zien. Daarover zou verder onderhandeld moeten worden, tegen de tijd dat zover zou zijn.
De hulpgelden zijn inmiddels goeddeels besteed, veel is misgegaan, en Suriname heeft weinig economische vooruitgang geboekt. Het moment dat besloten moet worden hoe de toekomst van de relatie tussen Suriname en Nederland er uit zal zien, komt naderbij. Hoe nu verder?
Dertig jaar na de onafhankelijkheid is de afwikkeling van de speciale ontwikkelingshulprelatie tussen Nederland en Suriname onderwerp van controverse en conflict. De vertragingen, het tumult en protest rond het verschijnen van het rapport Een belaste relatie (februari 2004) en de eerste beleidsnotitie van de Nederlandse regering Een rijke relatie (juni 2004) toonden aan dat gevoeligheden en over de jaren opgebouwde irritaties een ernstige belemmering vormen bij het voeren van een resultaat gerichte beleidsdialoog.

De serie De toekomst van de relatie Suriname – Nederland (in boekvorm verschenen in 2004) analyseert de bijzondere bilaterale hulprelatie sinds 1975, de successen en mislukkingen, en brengt een scala van inzichten bijeen over de toekomst van de relatie tussen beide landen. De serie onder redactie van Pitou van Dijck, econoom aan het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika (CEDLA) te Amsterdam, en gastdocent aan de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo, bevat zeven bijdragen van auteurs uit Nederland, Suriname en de Verenigde Staten: Frits van Beek, Rob D. van den Berg, Pitou van Dijck, Dirk Kruijt, Hans R. Lim A Po en Gert Oostindie.
Het Voorwoord bij het boek is voor de volledigheid aan het einde van dit eerste artikel te vinden. Read more

Bookmark and Share

De toekomst van de relatie Nederland-Suriname II: De teloorgang van een bijzondere relatie


Suriname1. Inleiding
Met het verschijnen van de beleidsnotitie Een rijke relatie lijkt in juni 2004 het doek over een bijzondere relatie te zijn gevallen. Ingekleed in warme bewoordingen over de bijzondere interstatelijke relatie die de twee landen al zo lang onderhouden, wordt toch vooral duidelijk gemaakt dat Nederland geen heil ziet in een voortgaan op de oude voet. Ook al is het nog maar de vraag of Den Haag dit voornemen nu al in de praktijk zal weten te brengen, de toon is gezet. En dat is inderdaad de boodschap van een verdere terugtrekking van Nederland uit de voormalige kolonie. De een zal dit een logische voltooiing van de onafhankelijkheid vinden, de ander een abandonneren van Suriname. Een breuklijn in de relatie zal het zeker zijn.[i]

Deze bijdrage analyseert allereerst in Sectie 2 de historische achtergronden van de bijzondere hulprelatie, die in 1975 tot stand werd gebracht, en geeft vervolgens in Sectie 3 aan wat de repercussies zijn van de extreem ambitieuze doelstellingen die destijds werden geformuleerd. De ontwikkelingsgang van proefpolder tot moeras roept klemmende vragen op betreffende de toekomst van de relatie, die in de laatste sectie aan de orde komt. Read more

Bookmark and Share

De toekomst van de relatie Nederland-Suriname III: Hulp, beleid en economische groei


Suriname1. Inleiding
Resultaten behaald in het verleden zijn geen garantie voor de toekomst – maar in de besluitvorming over de toekomst van de hulprelatie tussen Nederland en Suriname behoren die resultaten wel een significante rol te spelen. Zo wordt de rol van evaluaties in de besluitvorming over de toekomst van de hulprelatie, na besteding van de in 1975 toegezegde verdragsmiddelen, uitdrukkelijk genoemd in de Overeenkomst van 1975, Artikel 15: Het Koninkrijk der Nederlanden verklaart zich bereid ook na voltooiing van het Surinaams meerjaren ontwikkelingsprogramma de Republiek Suriname ontwikkelingshulp te verlenen. Over de omvang, aard en duur daarvan zal, gehoord het advies van de gezamenlijke commissie over de resultaten van het Surinaamse meerjaren ontwikkelingsprogramma, overleg tussen de beide Overeenkomende Partijen plaatsvinden voordat de uitvoering van het programma is voltooid.

Ook het Raamverdrag van 1992 wijst in Artikel 2 op de noodzaak van regelmatige evaluatie van de samenwerking en van bijstelling waar nodig, ‘op basis van de grondbeginselen, doelstellingen en uitgangspunten van dit Raamverdrag’.

In dit artikel wordt geanalyseerd wat hulp heeft kunnen betekenen voor het ontwikkelingsproces van Suriname en welke conclusies daaruit kunnen worden getrokken voor de toekomst.

Read more

Bookmark and Share

De toekomst van de relatie Nederland – Suriname IV: De hulprelatie sinds 1975


Suriname1. Inleiding
Vanaf 1975 zou de omvang en de wijze van besteding van ontwikkelingshulp alsmede de migratie vanuit Suriname de relatie tussen beide landen blijven bepalen. Over de besteding van de hulp ontstond al spoedig een officiële verhouding waarin oud zeer, achterdocht, wrevel en wrok de toonzetting bepaalden. De zich consoliderende diaspora aan beide zijden van de oceaan werd de bron van een hartelijke verhouding tussen elkaar steunende familieleden, tot uitdrukking komend in een constante stroom overmakingen en aanhoudend transatlantisch familiebezoek. De eigenaardige combinatie van hartelijke familiebanden en een stroeve hulprelatie bepaalt tot op de dag van vandaag de omgang tussen beide landen.

Dit artikel geeft een overzicht van de ontwikkelingsrelatie zoals die zich heeft ontwikkeld sinds 1975 en beoogt een evaluatie te presenteren van de economische, maatschappelijke en politieke repercussies van deze bijzondere, langdurige en omvattende bilaterale en overwegend intergouvernementele hulprelatie, Sectie 2 gaat in op de onderhandelings- en uitvoeringscultuur waarbinnen hulpprojecten en programma’s werden geformuleerd en vorm kregen. Sectie 3 presenteert een balans van de resultaten die werden bereikt en onderscheidt daarbij een groot aantal van de belangrijkste projecten en programma’s die gedurende deze lange periode tot stand werden gebracht. Sectie 4 geeft aan op welke wijze de bilaterale relatie zich ontwikkelde tot een belaste relatie, en wat daar de kenmerken en uiteindelijke gevolgen van zijn geweest. Tenslotte wordt in Sectie 5 naar de toekomst gekeken.  Read more

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives