Francis Fukuyama ~ Identiteit. Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek

Francis Fukuyama – Ills. Joseph Sassoon Semah

Mensen hechten aan hun waardigheid stelde Francis Fukuyama in zijn invloedrijke boek Het einde van de geschiedenis. In ‘Identiteit. Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek’ verklaart hij de huidige tijd vanuit diezelfde behoefte: erkenning van waardigheid.
Fukuyama stelt dat het moderne identiteitsconcept drie verschillende verschijnselen verenigt. Als eerste thymos, een universeel aspect van de menselijke persoonlijkheid dat naar erkenning hunkert. Als tweede het onderscheid tussen het innerlijke en het uiterlijke zelf boven de externe samenleving. En als derde een evaluerend idee van waardigheid: niet alleen een beperkte klasse heeft recht op erkenning, maar iedereen, waardoor het een politiek project is geworden.

Vroeger streefde de liberale democratie naar universele erkenning van burgerschap met onvervreemdbare rechten. In de negentiende eeuw gingen de opvattingen met betrekking tot waardigheid in de richting van een liberaal individualisme dat ingebed zou worden in de politieke rechten van moderne liberale democratieën en in de richting van collectieve identiteiten die door een natie of godsdienst gedefinieerd konden worden.

De kenmerken van de hedendaagse wereldpolitiek is dat de dynamische nieuwe krachten die haar bepalen nationalistische of religieuze partijen zijn, de twee gezichten van identiteitspolitiek, en niet op klasse gebaseerde linkse en rechtse partijen die zo prominent waren in de politiek van de twintigste eeuw. Het probleem met de huidige linkse partijen zijn de specifieke identiteitsvormen die zij steeds meer zijn gaan koesteren, aldus Fukuyama. In plaats van solidariteit te ontwikkelen rond omvangrijke collectieven zoals arbeidsklassen, hebben zij zich geconcentreerd op steeds kleinere groepen die op een bepaalde manier zijn gemarginaliseerd. Nu heeft identiteitspolitiek op basis van religie, ras, etniciteit of gender de overhand.

Identiteit is het thema dat ten grondslag ligt aan veel van de huidige politieke verschijnselen, van nieuwe populistisch-nationalistische bewegingen en islamitische strijders tot de discussies die worden gevoerd op de universiteit. Populistische nationalistische leiders die zich via verkiezingen democratisch laten legitimeren hebben de nationale soevereiniteit en nationale tradities benadrukt, in het belang van ‘het volk’. Tegelijkertijd is de godsdienst als politiek verschijnsel in opkomst, met name in het Arabische Midden-Oosten. Zowel het nationalisme als het islamisme kan gezien worden als een soort identiteitspolitiek: ze kwamen boven in perioden van sociale transitie van traditioneel geïsoleerde gemeenschappen naar moderne samenlevingen die zijn verbonden met een bredere en meer pluralistische wereld. Ze voorzien beide in een ideologie die verklaart waarom mensen eenzaam zijn en in verwarring verkeren, beide handelen in slachtofferschap en beide eisen ze erkenning van de waardigheid, niet voor iedereen maar voor de leden van een bepaalde nationale of religieuze groep.

Veel moderne liberale democratieën bevinden zich op een belangrijk keerpunt: zij moeten zich aanpassen aan snelle economische veranderingen en zijn door de globalisering veel diverser geworden. Het politieke systeem dat de nationale identiteit het zwaarst heeft beproefd is immigratie, en de aanverwante kwestie van vluchtelingen: zij zijn de drijvende kracht achter de opkomst van het populistische nationalisme in zowel Europa als de Verenigde Staten, aldus Fukuyama. De immigratie heeft het verlangen naar erkenning opgeroepen bij groepen die voorheen onzichtbaar waren voor het merendeel van de samenleving. Het heeft het gevoel van status verlaagd van de groepen waarvoor zij in de plaats zijn gekomen, hetgeen leidde tot een politiek van ressentiment en verzet. Dat beide kanten zich terugtrekken in steeds engere identiteiten is een bedreiging voor de mogelijkheid tot overleg en collectieve actie door de hele samenleving.

De opkomst van de identiteitspolitiek is gefaciliteerd door technologische veranderingen. Sociale media hebben de fragmentarisering van liberale samenlevingen versneld door identiteitsgroepen in de kaart te spelen, die niet worden afgeschermd door fysieke barrières maar door het geloof in een gemeenschappelijke identiteit.

Uiteindelijk leidt de identiteitspolitiek tot het uiteenvallen en falen van de staat. In de moderne wereld kunnen we nooit ontkomen aan identiteitspolitiek, maar we kunnen die wel terugbrengen tot meer algemene vormen van wederzijds respect voor de waardigheid, waardoor de democratie beter zal functioneren. Fukuyama stelt vervolgens de vraag hoe dit te vertalen is in concrete politiek. Identiteit zou moeten worden ingevuld op een manier die de democratie ondersteunt in plaats van ondermijnt, waarbij een inclusief nationaal identiteitsgevoel cruciaal is voor het behoud van een succesvolle, moderne politieke orde. Het biedt fysieke veiligheid, het is van belang voor de bestuurskwaliteit, het faciliteert de nationale identiteit en economische ontwikkeling, het bevordert vertrouwen, biedt een sociaal vangnet, en zij maakt de liberale democratie zelf mogelijk. Maar naast deze functies hebben democratieën hun eigen cultuur nodig, noodzakelijkerwijs pluralistische verzamelingen van uiteenlopende belangen, meningen en waarden die op een vreedzame manier met elkaar verzoend moeten worden.

Ook zou een brede agenda geformuleerd moeten worden voor het integreren van kleinere groepen tot grotere gehelen waarop vertrouwen en burgerschap gebaseerd kunnen worden. De Europese agenda zou moeten beginnen met het herdefiniëren van de nationale identiteit als belichaamd in haar wetgeving met betrekking tot het staatsburgerschap. Idealiter zou de EU één enkele staatsburgerschap moeten creëren waarvan de vereisten gebaseerd zouden zijn op het aanhangen van liberaal-democratische grondbeginselen, een burgerschap dat in de plaats zou moeten komen van het nationale staatsburgerschap. Maar niet alleen de formele eisen van staatsburgerschap moeten veranderen, maar ook moet een andere invulling worden gegeven aan het begrip nationale identiteit gebaseerd op etniciteit. Identiteit zou gerelateerd moeten zijn aan substantiële ideeën zoals constitutionalisme, de rechtsstaat en menselijke gelijkheid.

Fykuyama bepleit een universele invulling te geven aan menselijke waardigheid! Nationale identiteiten zouden moeten worden opgebouwd rond liberale en democratische politieke waarden en niet op enge, op etniciteit gebaseerde, onverdraagzame, agressieve en zeer illiberale vorm die zij aannamen. Identiteit kan worden gebruikt om mensen te verenigen en dat is uiteindelijk de remedie tegen de populistische politiek van nu!

Francis Fukuyama is een Amerikaans politicoloog en filosoof verbonden aan Stanford Universiteit.

Francis Fukuyama – Identiteit. Waardigheid, ressentiment en identiteitspolitiek. Amsterdam, Atlas Contact 2019. ISBN 9789045037806

Zie ook:

YUSTE International & Interdisciplinary intensive Summer University programme at the crossroads of European Culture, Heritage and Citizen Management: Strengthening European Identity through Culture and education, and how to manage it (MBA ECHC) (September 24th-28th 2018)

Samenwerking: University of Extremadura, Netherland Business Academy, The Amsterdam-Maastricht Summer University, University of Bologna and the Institute for Social and European Studies.

http://www.fundacionyuste.org/en/culture-heritage-and-european-citizenship-strengthening-european-identity-through-education-and-culture-and-how-to-manage-it/

Linda Bouws – St. Metropool Internationale Kunstprojecten