Hamburgerstraat 28 – Inleiding – Partir, C’Est Mourir Un Peu

No comments yet

HamburgerstraatHet is voorbij, in de tijd was het reeds verschillende malen aangekondigd, daarna weer uitgesteld, maar dat bleek geen voorbode van afstel. De Arrondissementsrechtbank te Utrecht verlaat het in het centrum van de binnenstad gelegen gebouw aan de Hamburgerstraat 28 teneinde een fonkelnieuw gerechtsgebouw te betrekken aan de centraal gelegen Catharijnesingel.
Rechtspraak is publieke dienstverlening in een staatrechtelijk jasje, zo luidt de moderne opvatting over de derde staatmacht van ons bestel. Het voorzieningenniveau dient daarop afgestemd te zijn. Daarin past geen verlangen meer om het te laten bij het oude vertrouwde, dat bij sommigen de reeds jaar en dag bestaande gebouwelijke problemen, verbonden aan de huidige plaats van de rechtbank, nog enigszins aanvaardbaar maakt. De aanduiding ‘paleis van justitie’ voor het te verlaten pand moet anachronistisch aandoen voor zowel justitiabelen, als degenen die er hun beroep uitoefenen. Maar toch, voor wie zoekt naar leven in het recht, naar het bewijs van de maatschappelijke functie van rechtspraak in de praktijk van de dag, naar de dynamiek van geschillenbeslechting en de daaraan verbonden, al dan niet ingetogen, hartstochten en emoties, voor diegenen is een bezoek op een doordeweekse dag aan de Hamburgerstraat onmisbaar. Het is maar de vraag of het nieuwe rechtsgebouw op den duur een dergelijke ambiance weet te creëren.
Daar komt bij, dat op de plaats waar de rechtbank zolang was gevestigd reeds vele eeuwen in elkaar opvolgende gedaantes recht gesproken werd. De rechtspraak in Utrecht is daar geworteld, hetgeen overigens ook in de architectuur van het bestaande gebouw tot uitdrukking komt. Immers, een uit de elfde eeuw daterend gedeelte van het complex van de Paulusabdij vormt nog steeds een integraal onderdeel van het pand. Bekend is dat reeds in de Middeleeuwen de abdij ten behoeve van een deel van de stad een zogenaamd dagelijks gerecht had. Nadien, vanaf het einde van de zestiende eeuw, was het Hof Provinciaal op die plaats gevestigd. Vanaf 1838 was het Provinciaal Gerechtshof er gehuisvest tezamen met een arrondissementsrechtbank. Van 1877 tot de verhuizing is het gebouw uitsluitend als rechtbank, kantongerecht en parket in gebruik geweest.
Het is dus niet zomaar een plek in de stad, Hamburgerstraat 28. Daarom is scheiden ook een beetje sterven.

Voor velen, uit niet alleen het rechtsbedrijf zo blijkt, heeft het vertrek van de rechtbank uit de Hamburgerstraat aanleiding gegeven nog eens te putten uit dierbare herinneringen, te verzinken in een zoete mijmering, een anekdote of incident op te halen dan wel een inspiratie op te doen.
Mijn vroegste herinnering aan de Hamburgerstraat dateert van september 1985. Het was een confrontatie met een voor mij niet bestaande werkelijkheid. Het gerechtsgebouw bood in die tijd op de maandagavond onderdak aan de cursus ‘vonnissen maken’, waarvoor ik was toegelaten. Aan de eerste maandagavond van de cursus was voor mij een slopende dag bij Philips, waar ik toen werkte, voorafgegaan. Philips was in die tijd verwikkeld geraakt in moeizame cao-onderhandelingen met de bonden, en stakingen dreigden. De periode van het poldermodel die zo’n ruïnerende invloed zou hebben op de kort geding-praktijk bij collectieve conflicten tussen werkgevers en werknemers, was in de verste verte nog niet gesignaleerd. Ik was lid van de onderhandelingsdelegatie van Philips en die dag was ik tezamen met anderen bezig geweest een dreigende – niet voorziene –  loonkostenstijging af te wenden. ’s Avonds meldde ik mij op de Hamburgerstraat om na een kort welkomstwoord, samen met twee andere cursisten, een meervoudige opleidingskamer te vormen, teneinde ons onder leiding van een vicepresident van een gerechtshof op het maken van een strafvonnis te werpen. Het werd een ontgoocheling. Het eerste uur werd door de opleider besteed aan het toelichten van het ultieme nut van het gebruik van het gewone potlood bij het concipiëren van vonnissen, in het bijzonder van strafvonnissen, en het daarbij onder handbereik hebben van een vierkante gum. Vervolgens kregen wij het als voorschrift mee bij het maken van de concepten. Ik wenste het aanvankelijk allemaal niet te geloven. Was dit de werkelijkheid van de Rechterlijke Macht? Een groter contrast met de werkelijkheid buiten het gebouw aan de Hamburgerstraat – de onderhandelingen met de bonden die dag spookten mij nog door het hoofd – was door mij die avond niet te bedenken. De kamer in het gebouw waar die avond het bovenstaande plaatsvond, herkende ik direct weer terug toen ik haar onlangs als werkkamer in gebruik nam.

Het is voor ons allen een gelukkige omstandigheid dat de redactie van ‘Recht te Utrecht’, een uitgave van Wijn & Stael Advocaten te Utrecht, in de verhuizing van de rechtbank naar de Catharijnesingel aanleiding heeft gezien een bundel in de reeks daaraan te wijden, door de herinneringen, anekdotes en inspiraties van sommigen verbonden met de Hamburgerstraat 28, te verzamelen. Het resultaat is een alleszins geslaagde uitgave, een retrospectieve beschouwing die recht doet aan de betekenis voor Utrecht van haar ‘paleis van justitie’.
Wie de bijdragen van de respectieve schrijvers van de uitgave leest, zal daarbij een rode draad ontdekken. Ik heb het hierbij niet over de door de redactie gekozen indeling, die langs een duidelijk herkenbare lijn is opgebouwd, maar over de vermelding van de persoon van mr. Volkerts van Dijk, van 1968 tot 1983 President van de Rechtbank te Utrecht. Zijn naam wordt door velen van de schrijvers opgevoerd en van een aura voorzien. Verwonderlijk is dat geenszins. Deze bekwame jurist en wijze rechter heeft immers een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en het behoud van het vertrouwen in de rechtspraak, en niet alleen voor Utrecht. In die zin is zijn persoon vast verbonden met de geschiedenis van de rechtbank en de veelvuldige vermelding van zijn naam in de hierna volgende artikelen ligt dan ook voor de hand.

Tot slot en ter aanmoediging: de verhuizing van de rechtbank naar de Catharijnesingel mag niet alleen tot een zeker verdriet stemmen, maar zeker ook tot blijdschap. De rechtbank is volledig uit haar voegen gerukt. Daarvan getuigt onder meer het bestaan van twee nevenzittingsplaatsen aan de Maliebaan. De onstuimige groei de laatste jaren van het aantal rechters en gerechtsambtenaren, mede als gevolg van de toegenomen juridisering van onze samenleving, is daar debet aan. Het nieuwe gerechtsgebouw biedt betere mogelijkheden de rechtspraak in Utrecht bij de tijd te houden in termen van organisatie en toerusting. Vanuit de nieuwbouw zal de rechtbank nieuwe hoofdstukken voor het Recht van Utrecht schrijven.

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 9 + 4 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)
  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives