Recht te voet – Nawoord & Personalia

No comments yet

Recht-te-voetWandelen door Juridisch Utrecht
We hebben gewandeld door Juridisch Utrecht. Het was doelgericht en tegelijkertijd ontspannen. De routes liepen van A naar B en we zijn op een prettige wijze bij de hand genomen om na te denken over een aantal belangrijke, voornamelijk juridische, thema’s. Onderweg kwamen we portretten tegen van markante Utrechtse historische figuren. Het waren wandelingen en geen dwalingen. Dat is voor mij als rechter een geruststellende gedachte.

De redactie stond voor ogen dat in dit boek een aantal schrijvers aspecten van ordening van de samenleving zouden behandelen in een voornamelijk juridische context door de eeuwen heen, tegen de achtergrond van historisch Utrecht. De schrijvers hebben daarbij vooral naar de Utrechtse geschiedenis gekeken maar de onderwerpen zijn net zo goed van toepassing op de rest van Nederland en over de grenzen heen. Het zijn soms beladen thema’s maar de benadering is lichtvoetig. Lichtvoetigheid komt de lezer goed van pas bij het afleggen van de in het boek beschreven wandelroutes. Die leiden langs plaatsen in de prachtige binnenstad van Utrecht, waar historische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Dit zijn vaak gebeurtenissen met een juridische dimensie, maar daarmee niet alleen interessant voor juristen. Zo prikkelt een bezoek aan historische plaatsen, waar moord en doodslag of belangrijke politieke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, immers niet alleen de fantasie van juristen. Dat weten we allemaal als we als toerist een vreemde stad bezoeken.

Het is een lezenswaardig boek geworden, dat ik met plezier heb gelezen. Het boek heeft daarnaast iets van juridische reisgids, een soort Lawyer’s Planet Utrecht. Je gaat de stad met andere ogen zien. Dat de NSB in 1931 is opgericht in een zaaltje aan het Domplein 25 (pag. 119) wist ik niet. Het boek nodigt uit om er eens een kijkje te nemen. Datzelfde geldt voor De Lichte Gaard no. 8, waar in 1935, op de zolderverdieping boven het eerste Chinese restaurant van Utrecht, in een opwelling van woede de kok een kelner keelde (pag. 81). Voor juristen interessant is de geschiedenis van de Gertrudiskapel en de historische context waarin deze zich afspeelt (pag. 166). In deze kapel en het daarmee verbonden kleinschalige, gastvrije zalencentrum “De Driehoek“ vinden tegenwoordig veelvuldig symposia en andere bijeenkomsten van rechters plaats, niet alleen van de rechtbank Midden-Nederland maar ook landelijk. En wie wist dat aan de “achterkant” van het Centraal Station, tussen het Station en de Jaarbeurs, bij de Croeselaan een gedenksteen te zien is voor brigadier Arie Kranenburg, die daar op 22 september 1977 werd doodgeschoten door Knut Volkerts, lid van de Rote Armee Fraktion (pag. 34). Zijn proces, in de oude rechtbank aan de Hamburgerstraat, waarvoor de halve binnenstad werd afgezet, zullen veel mensen zich nog herinneren. Het zijn maar een paar voorbeelden.

De beschreven wandelingen leiden ons door de binnenstad. Het boek biedt echter ruime gelegenheid om buiten de binnenstad je eigen wandeling samen te stellen aan de hand van het boek. Weer een paar voorbeelden. Boomstraat 20-bis, vlakbij het Diaconessenhuis, is zeker een bezoek waard, want het was in het trappenhuis van deze bovenwoning dat Gerrit Achterberg in december 1937 zijn hospita doodschoot (pag. 89). Ik loop hier graag langs. Er is geen gedenksteen. Een gedenkplakkaat is er tegenwoordig wél, zo ontdekte ik naar aanleiding van het boek, aan de woning Prins Hendriklaan 4, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een heldhaftig rechtenstudente Truitje van Lier 150 Joodse kinderen liet onderduiken (pag. 127). Paul Schnabel waarschuwt overigens terecht dat daar een gevaarlijk punt is voor fietsers, maar voor wandelaars zijn er volgens mij geen risico’s. Behalve als het glad is, want uit milieuoverwegingen wordt er op het bruggetje geen zout gestrooid (pag. 13). Ik kijk nu met een andere blik naar het fietspad door het Wilhelminapark. Ook neem ik mij voor om eens een bezoekje te brengen aan Maliebaan 43b, het huis waar Molengraaff ging wonen na zijn benoeming in 1885 tot hoogleraar handelsrecht en burgerlijke rechtsvordering in Utrecht (pag. 213). In het begin van de jaren tachtig heb ik, na mijn studie, gewerkt aan het Molengraaff Instituut, dat toen was gevestigd aan de Nieuwe Gracht 58-60. Molengraaff hoorde dáár voor mij. Gek dat hij ergens anders blijkt te hebben gewoond. Zo kan het boek, juist in de kleine details, een nieuw licht op je eigen beleving van de stad werpen.

Tenslotte stimuleert het boek Utrechtse juristen om hun hoogst persoonlijke wandeling samen te stellen langs de plaatsen, waar zich zaken afspeelden waarbij zij professioneel betrokken waren. Zo wandel ik zelf binnenkort weer eens langs de zaak van de middenstander die op gewelddadige wijze werd overvallen, langs het huis van de te ontruimen huurster die indruk op mij heeft gemaakt bij de descente, en langs de flat van de psychiatrische patiënt, met wie ik zo’n bijzonder gesprek had bij een huisbezoek in het kader van een verzoek om een rechterlijke machtiging om hem in een psychiatrisch ziekenhuis op te nemen. Zaken die niet opmerkelijk werden, omdat ze geen publieke belangstelling trokken, maar die wel diep ingrepen in het leven van de betrokkenen, zoals zo vele duizenden Utrechtse zaken die jaarlijks in de rechtbank Midden-Nederland worden beslist.

Personalia/CV

Willem (W.M.J.) Bekkers
studeerde Nederlands Recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij was van 1974 tot 2012 advocaat en is begonnen als advocaat-generalist. Hij heeft zich gespecialiseerd in continuiteits- en discontinuiteitsvraagstukken, morele professionaliteit, governance en compliance, toezicht en alternatieve geschillenbeslechting. Van 1985 tot 1990 was hij Deken van de Utrechtse Orde van Advocaten en van 2007 tot 2010 Algemeen Deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Alex (A.F.M.) Brenninkmeijer
is sinds 2014 lid van de Europese Rekenkamer, daarvoor was hij ruim acht jaar Nationale ombudsman, daarvoor was hij onder meer hoogleraar en decaan bij de faculteit der Rechtsgeleerdheid in Leiden en rechter in verschillende rechterlijke colleges. Van 1988 tot 2005 was hij respectievelijk raadsheer, vice president en raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.

Winny (W.L.) Bierman
is onderzoeksassistent bij het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Zij is recent afgestudeerd historica, tijdens haar opleiding heeft ze zich vooral verdiept in sociaal economische vraagstukken; hierbij valt te denken aan vraagstukken zoals ‘Waarom zijn sommige landen rijk en anderen arm?’ en ‘Hoe zorgden gemeenschappen voor (sociale) zekerheden tijdens perioden waarin zij nog niet konden terugvallen op een verzorgingsstaat?’. Momenteel werkt Winny onder andere mee aan een onderzoeksproject over de ‘Corporate Governance’ van Nederlandse bedrijven tijdens de twintigste eeuw.

Frits (F.G.M.) Broeyer
studeerde theologie en geschiedenis aan de Utrechtse universiteit. Tot aan zijn pensionering was hij als docent en hoofddocent kerkgeschiedenis werkzaam bij de Universiteit Utrecht. In zijn publicaties richtte hij zich vooral op onderwerpen van kerk- en wetenschapshistorische aard uit de zeventiende eeuw. Maar daartoe beperkte hij zich zeer zeker niet. Recent wijdde hij een aanzienlijk deel van zijn tijd aan ‘Het Utrechtse universitaire verzet in de jaren 1940-1945.’ Het beoogde boek van hem hierover verscheen in maart 2014.

Renger (R.E). de Bruin
studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1986 op het proefschrift Burgers op het kussen. Volkssoevereiniteit en bestuurssamenstelling in de stad Utrecht 1795-1813. Hij werkte als docent en onderzoeker aan de universiteiten van Utrecht, Leiden en Greifswald (D). Sinds 1994 is hij als conservator stadsgeschiedenis verbonden aan het Centraal Museum Utrecht. Van 2001 tot 2011 was hij bovendien bijzonder hoogleraar Utrecht Studies aan de Universiteit Utrecht. In 2013 presenteerde hij een internationale herdenkingstentoonstelling over de Vrede van Utrecht in het Centraal Museum Utrecht. Deze expositie is vervolgens op reis naar andere vredessteden in Europa: Madrid, Rastatt (D) en Baden (CH).

Bas de Gaay Fortman
is emeritus hoogleraar van het Institute of Social Studies in Den Haag (Political Economy, 1972-2002) en honorair hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (Utrecht Law School, vanaf 2000). Hij studeerde Economie en Rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam en promoveerde daar in 1966 op het proefschrift “Theory of Competition Policy. A confrontation of economic, political and legal principles”. Van 1967 tot 1971 was hij verbonden aan de Universiteit van Zambia in Lusaka. Van 1971 tot 1977 was hij lid van de Tweede Kamer als politiek leider en fractievoorzitter van de Politieke Partij Radikalen (PPR), die toen deelnam aan het kabinet Den Uyl. In 1977 werd hij fractievoorzitter van de PPR in de Eerste Kamer, waarvan hij tot 1991 lid was. Onder zijn visiting professorships is de Mgr. Willy Onclin leerstoel in vergelijkend kerkelijk recht aan de KU Leuven. Hij heeft een preekconsent van de Protestantse Kerk in Nederland. Zijn laatste boek is Political Economy of Human Rights. Rights, Realities and Realisation (Routledge, paperback 2012).

Marie Elske (M.E.C.) Gispen
rondde in 2011 haar studie Nederlands recht – grondslagen van het recht af. Een verkorte versie van haar scriptie is als het rapport “Poor Access to Pain Treatment: Advancing a Human Right to Pain Relief” door de International Federation of Health and Human Rights Organisations gepubliceerd. Tijdens haar studie was zij onderzoeksassistent bij het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM) van de Universiteit Utrecht, en de Essential Medicines and Pharmaceutical Policies afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie in Genève. Na haar studie bleef zij verbonden aan het SIM als junior onderzoeker, waar zij in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn, en Sport onderzoek verrichte naar de aard en reikwijdte van verplichtingen voortvloeiend uit het VN Gehandicaptenverdrag. Momenteel werkt zij als AIO-onderzoeker bij het SIM en het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht waar zij haar dissertatie schrijft over de toegang tot gecontroleerde medicatie, zoals morfine voor pijnbestrijding, onder de internationale drugscontroleverdragen. Naast haar werk voor het SIM is zij als research-associate verbonden aan het International Centre on Human Rights and Drug Policy in Essex.

Willem Hendrik (W.H.) Gispen
is rector magnificus emeritus van de Universiteit Utrecht. Veel van zijn recente publicaties zijn geïnspireerd door Utrecht, als stad en als decor voor cultuur en reflectie. Daarnaast verdiept hij zich in de rol die vogels in de cultuurgeschiedenis van de mens spelen, zie bijvoorbeeld zijn laatste boek Het geluk van de ijsvogel.

Antoine (A.) Hol
studeerde Rechten en Wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Totdat hij in 1994 werd benoemd tot hoogleraar Rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht was hij werkzaam aan de Universiteit van Leiden. Hij is directeur van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing en al geruime tijd actief in de rechtspraktijk als raadsheer- en rechter-plaatsvervanger.

Corjo (C.J.H.) Jansen
studeerde en promoveerde in de jaren tachtig van de vorige eeuw aan de Utrechtse universiteit. Hij is thans hoogleraar Rechtsgeschiedenis en Burgerlijk recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is tevens voorzitter van het door de KNAW erkende Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R) en van het Centrum voor Postacademisch juridisch Onderwijs (CPO).

Kim (K.G.F.) van der Kraats
is sinds 2010 (kanton)rechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht. In het kader van haar opleiding (raio) werkte ze bij de rechtbank Groningen, Amsterdam en in Alkmaar en bij het Joegoslavië-tribunaal. Naast Nederlands en Internationaal recht heeft zij ook Geschiedenis en Italiaans gestudeerd. Naast haar werk als rechter is zij onder meer bestuurslid van de NVvR, geeft zij cursus op het gebied van het arbeidsrecht en schrijft zij een proefschrift over “De eigen(aardig)heid van de kantonrechter”.

Willem (J.W.) Noyons

is ontwerper en beeldend kunstenaar. Hij is opgeleid in Tilburg, Antwerpen en Utrecht. Atelier Willem Noyons is sinds 1983 gevestigd aan de Biltstraat in Utrecht. Het is al vele jaren actief voor inspirerende opdrachtgevers. Het atelier is werkzaam op verschillende terreinen, zowel twee- als driedimensionaal en digitaal. Ontwerpen van Willem Noyons vonden hun weg naar internationale musea en particuliere collecties. www.noyons.com

Jaap (J.A.) Röell
studeerde sociologie in Utrecht. Hij was fractiemedewerker van een politieke partij in de Tweede Kamer en tevens lid van Provinciale Staten te Utrecht. Vervolgens directeur/bestuurder van een zorginstelling op het terrein van de ouderenzorg, verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten te Amsterdam en omgeving. Röell publiceert recensies over hedendaagse kunst en is eigenaar van KuuB, Ruimte voor Kunst en Cultuur in het museumkwartier van Utrecht. Verder is hij bestuurlijk betrokken (geweest) bij instellingen en organisaties binnen Utrecht op het brede terrein van de kunst- en cultuurhistorie.

Paul Schnabel
socioloog, was van 1998 – 2013 directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Sinds 2002 is hij universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht, waar hij ook studeerde en in 1967 met de universiteit kennismaakte in een van de eerste gebouwen van De Uithof. In Utrecht was hij onder meer hoofd onderzoek van het Nederlandse Centrum Geestelijke Volksgezondheid (nu Trimbos-instituut), hoogleraar klinische psychologie (1986-1998) en decaan van de Netherlands School of Public Health. Hij was vice-voorzitter van de Stichting Vrede van Utrecht en is lid van de Raad van Toezicht van Museum Catharijneconvent.

Herco (H.A.E.) Uniken Venema
is de eerste president van de rechtbank Midden-Nederland, die haar hoofdzetel heeft in Utrecht. De rechtbank is met ingang van 1 januari 2013, in het kader van de herziening van de gerechtelijke kaart, ontstaan uit de rechtbank Utrecht, het gedeelte Lelystad van de rechtbank Zwolle-Lelystad en de rechtbank Amsterdam, waarvan het Gooi en de Vechtstreek zijn afgesplitst en aan de rechtbank Midden-Nederland zijn toegevoegd. Vóór 1 januari 2013 was Herco Uniken Venema onder meer de laatste president van de rechtbank Utrecht (vanaf 2007), president van de rechtbank Arnhem en advocaat in Den Haag.

Jan Luiten (J.L.) van Zanden
is faculteitshoogleraar Global Economic History aan de Universiteit Utrecht en honorair hoogleraar aan de Universiteiten van Groningen en Stellenbosch (in Zuid Afrika). Hij houdt zich vooral bezig met de economische geschiedenis, daarnaast raakt hij steeds meer geïnteresseerd in de milieugeschiedenis en in de geschiedenis van de sociale ongelijkheid. Een greep uit zijn meest recente boeken: redacteur, samen met Maarten Prak, Technology, Skills and the Pre-Modern Economy in the East and the West (Brill 2013), samen met Maarten Prak, Nederland en het poldermodel. Sociaal-economische geschiedenis van Nederland, 1000-2000 (Bert Bakker 2013), samen met Daan Marks, An Economic History of Indonesia 1800-2010 (Routledge 2012; vertaling in het Indonesisch 2013).

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 3 + 2 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)
  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives