Tegen de autochtone klippen op

New York/Amsterdam, oktober 2007

I also noticed that strangers may live here, but on your conditions, your standards, your codes, your history, your enlightenment, and your ethics. You, who once was so versatile in how relative everything was, who knew how to survive surrounded by frenetic bombastic countries, are yourself becoming more and more snugly fixated on what you have and what you are, in stead of re-imagining strangers into a new community of wholeness. Charity you do, yes, lots of it. But you can only deal with us, the Third World, as charity and never as equals because you deeply believe: what you are, you have achieved by your hardworking selves, and what we are, is because we keep on lazily failing ourselves. (Antjie Krog, 2006) [1]

Démasqué
De confrontatie met niet-westerse nieuwkomers op het eigen terrein van de Nederlandse natie heeft geleid tot een démasqué van het tolerante Nederlandse ego van de Gouden Eeuw en het grenzeloze multinationale karakter van de Nederlandse handelsgeest. Het kosmopolitische aureool waarmee Nederland omgeven was heeft zijn glans verloren en veel van wat Nederland als klein land zo groot maakte staat thans ter discussie.

De verbeelding van Nederland, van wat Nederland is, van wat Nederland is geweest, wortelt diep. In de schilderijen van Rembrandt van Rijn, Rembrandt’s verbeelding dus, zou te zien zijn dat hij vrijzinnig en tolerant was.[2] Het immigrantenkarakter van de Dutch society in de Gouden Eeuw is door Jonathan Israël geboekstaafd.[3] Buitenlandse zeelui werkten in de havens en op de schepen. In het Amsterdam van de jaren 1650 trouwden meer buitenlandse mannen dan nieuwkomers afkomstig uit Republiek. Meer dan 40 procent van de zeelieden in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie kwam in de jaren 1650 uit het buitenland. De steden in Holland en Zeeland wedijverden om de Hugenoten uit Frankrijk, hun geld en vaardigheden. Hugenoten maakten 7 procent van de bevolking van de grootste steden uit.[4]

Jan Marijnissen stelt, en hij niet alleen, dat hier een traditie van tolerantie is die teruggaat tot de zeventiende eeuw en die te maken heeft met onze handelsgeest: ‘Het is een misvatting te denken dat Nederlanders in essentie racistisch zijn en discrimineren.’(cursief; ldj)[5] Ook Paul Scheffer heeft vertrouwen: ‘De meeste mensen hebben in beginsel niets tegen de aanwezigheid van migranten in Nederland en willen vreedzaam met hen samenleven.’(cursief; ldj)[6] Wordt met dit in beginsel en in essentie bemanteld dat het in de praktijk anders uitpakt? De kwestie van het Nederlanderschap van Ayaan Hirsi Ali werd in de buitenlandse pers geboekstaafd als ‘a victory for intolerance in Holland’. Haar boek ‘The Caged Virgin’ werd in New York geadverteerd met een melodramatische verwijzing naar ‘now abandoned by her adoptive country.’ De Nederlandse minister-president sprak van imagoschade.[7] De vrees het historische kapitaal van een tolerante natie te verliezen is terecht, maar er is veel meer aan de hand. Jan Latten oreert dat Nederland zwanger is van segregatie en benadrukt dat normen, óók die over segregatie, kunnen veranderen, óók in Nederland.[8] De beeldvorming van de nieuwkomers wordt bewust gederailleerd om een overtrokken Nederlands cultuurbegrip te consolideren. Het gedrag van populistische politici biedt rugdekking aan sluimerend xenofoob gedrag; inderdaad, het wordt daardoor gelegitimeerd. De Nederlandse politiek schrikt er voor terug vreemdelingenhaat en racisme aan de kaak te stellen.[9] Het buitenland kijkt verbijsterd toe; Nederland lijkt een bange, kleinburgerlijke natie.[10] Het poldergepruttel van de Nederlandse natiestaat over vreemde (-lingen) zaken is niet van deze tijd.

Contrasten met migratie naar de VS en binnen het Caribische gebied plaatsen Nederlandse praktijken in een vergelijkend perspectief waardoor hun betekenis duidelijker wordt. Daarmee wordt niet gezegd dat het in de VS of Caraïben zoveel beter –of zoveel slechter- voor migranten is geregeld. De verschillen in grootte van deze landen, historische achtergronden, omvang en geschiedenis van deze migratie staan een vergelijkende waardebepaling in de weg. Wat met deze contrastwerking wél wordt beoogd is Nederlandse praktijken tegen het licht te houden om het autochtone navelstaren scherp in beeld te brengen.

Het démasqué betreft de volgende zaken. Nederland is niet zo tolerant als het zich verbeeldde toen het thuis met niet-westerse immigranten te maken kreeg. Nederland heeft een allochtonencomplex en discrimineert maar wil dat niet weten. Culturele eigenwaardigheden van nieuwkomers worden als torenhoge integratiedrempels opgeworpen en zij worden ertoe veroordeeld om te allen tijde vreemdeling, of ‘allochtoon’ te blijven. Het integratieprobleem wordt verwoord in culturele termen terwijl discriminatie op de arbeidsmarkt, de hypotheekmarkt en apartheid in het onderwijs niet als zodanig wordt benoemd maar wordt gehuld in termen van het hebben van een ‘kleurtje’ of van een ‘verkeerde achternaam’. Integratie via de werkvloer is in het verleden gehinderd door de verlammende beschaving van de Nederlandse verzorgingstaat. Door de vrijheid van onderwijs worden kinderen op witte en zwarte scholen uitgeselecteerd; nota bene, zwarte scholen zijn achterstandsscholen. Etnische concentraties in woonbuurt en stemgedrag worden als bedreigend ervaren. Het moment lijkt aangebroken om in Nederland een ‘civil rights’ beweging te mobiliseren.

Hollandse Nieuwe [11]
Over de nieuwe Nederlanders, de Hollandse Nieuwe, wordt woeste taal uitgeslagen die de verstandhouding over en weer ontregelt. Met grote regelmaat moeten criminele Antilliaanse jongeren, kut-Marokkanen, kakkerlakken, geitenneukers, achterlijke moslims, levensgevaarlijke islamieten en zwarte scholen het in de media opnemen tegen Nederlandse waarden en normen. De welwillende betrokkenheid bij de multiculturele samenleving van weleer is vervangen door radicale standpunten over de bedreiging van grote groepen onaangepaste migranten in de Nederlandse steden. Opmerkingen als ‘er zijn ook goede Antillianen’ zijn in bepaalde kringen verdacht en politiek absoluut niet correct.[12] Mensen zouden het op straat unheimisch (sic) vinden; daarom moet daar Nederlands worden gesproken. Eerste-en-tweede-generatie-niet-westerse allochtonen worden in dreigende statistieken op elkaar gestapeld. Om de breuk met het vertrouwde zelfbeeld te legitimeren wordt de nieuwe werkelijkheid welbewust in meeslepende taal verwoord; een multicultureel drama wordt bedacht. Suggestieve en gratuite beelden van migranten die een hoogontwikkeld Nederland niets te bieden hebben worden aangedragen om dit drama te bevestigen.[13]

Integratie op de wieken van de multiculturele samenleving mag niet meer; het begrip multiculturele samenleving is in Nederland afgeserveerd. Daarmee zouden we onze cultuur te kort doen, onze eigenwaarde onderschatten en ons besef van de grootsheid van onze geschiedenis wegspoelen. Hoezo? Enige kritische zelfreflectie ten aanzien van opgeblazen Nederlandse eigenwaarden kan echt geen kwaad. Is Nederland werkelijk het beste land van de wereld? [14] En trouwens, waarom zou een Nederlandse multiculturele samenleving een weg-met-ons-Nederland moeten impliceren? In de VS wordt de nieuwkomer het beeld van the American people met veel getoeter en nationalistisch ritueel – met de hand op het hart- aan het verstand gebracht. Daar worden diversiteit en multicultureel als positieve kenmerken van de samenleving beschouwd. De VS immigratiewet van 1990 kent een diversity programma (met minimale vereisten), ook wel lottery genoemd, voor ingezetenen van landen die ondervertegenwoordigd zijn in de migratie stroom naar de VS. Mensen zonder familierelaties in de VS krijgen hiermee ook een kans te immigreren. Erkenning van land van herkomst en etnische diversiteit blijkt het sterke appèl van the American people niet in de weg te staan; integendeel, dit appèl is veel sterker dan het voorheen zo tevreden sudderende Hollandse poldergevoel. In de VS wordt immigratie ervaren als een Amerikaans belang terwijl in Nederland het samenleven met vreemdelingen een multicultureel drama veroorzaakt, althans zo verbeelden we ons dat. Aan de culturele verschillen tussen Nederlanders van de eigen stam gaan we dan voorbij. Wie in Nederland van de bijstand moet rond komen leeft in een totaal andere (armoede) cultuur dan de bevolking van de Amsterdamse grachtengordel of Wassenaar. Ook het leven van de alleenstaande, de nieuwe hoeksteen van de samenleving,[15] ziet er heel anders uit dan dat van de tweeverdieners met kinderen in de crèche. Daarentegen wordt het samenleven van Ons Nederlanders met mensen die van elders komen, met mensen met een andere huidskleur, een andere taal, en met een andere religie als een drama voorgesteld.

De multiculturele samenleving heeft het afgelegd in de competitie tussen culturen, namelijk welke de beste is, misschien niet aller tijden, maar wel zeker nu: de onze![16] En deze wordt bedreigd. Sommigen achten een nieuwe godsdienstoorlog onvermijdelijk.[17] De oorlog in Irak, terreur en de dreiging van terreur – niet óf Nederland daar ook mee te maken krijgt; maar: wanneer?- heeft vanzelfsprekende zekerheden van onze cultuur diep geraakt. De schok van fundamentalistische terreur heeft het denken over eigen welvaart, veiligheid, legitimiteit van geweld en uitbesteding van marteling, godsdienstige verdraagzaamheid en respect voor religieus gedrag doen kantelen. Er wordt gesproken van een keerpunt in de vaderlandse geschiedenis.[18] Tegen die achtergrond wordt de Nederlandse integratieproblematiek vele malen uitvergroot. Het een staat niet los van het ander. Door de terroristische dreiging wordt de toch al niet zo sterke positie van de nieuwkomer in de Nederlandse samenleving verder verzwakt.

Nog maar kort geleden was ondenkbaar dat onze welvaart zou kunnen worden bedreigd. Onmiddellijk na 9/11 schreef Kaplan: ‘Luxe heeft bescherming nodig. Hoe welvarender een gemeenschap, hoe meer zij bereid zal zijn omwille van het behoud van haar materiele welvaart morele compromissen te sluiten (…) Hoe groter de economische macht, des te groter de militaire macht die nodig is om die te beschermen, vooral vanwege de jaloezie en wrok die een dergelijke economische macht oproept.’[19] De mateloze welvaart van het Westen is verdiend en Moslims moeten niet kniezen over hun Ottomaans en Moors verval. De stoppen dreigen door te slaan. Onze Westerse levensstijl, roept, ja eist nu openlijk om bescherming, indien nodig met geweld. Het fluisterende geweten over andermans ellende in een wereld van verschil, moet nu echt het zwijgen worden opgelegd. Dat wat eerder als slordige rafels van een exuberante Westerse consumptiecultuur werd ervaren, wordt onder tafel weggemoffeld.

Onbehagen met de erosie van de eigen Nederlandse samenleving wordt gemixt met niet-westerse migratie, met vreemde religie en cultuur, kwetsbare welvaart, en nu dus óók met de dreiging van terreur. Pim Fortuyn was hierin onovertroffen, maar sinds zijn dramatisch verscheiden hebben andere mixers dit populistische handwerk overgenomen. Deze mix moet worden gecorrigeerd; de migrant en zijn positie in de Nederlandse samenleving moet scherp worden onderscheiden van zowel Nederlandse complexen als van fundamentalistische terreur.

Allochtonencomplex
Een immigrant in Nederland wordt geen echte Nederlander; hij, zij en hun kinderen worden levenslang als allochtoon geclassificeerd. In Nederland zijn veel meer allochtonen dan immigranten. Elders in de wereld kent men geen allochtonen, daar worden immigranten geteld. Het Nederlandse demografische landschap van immigranten en allochtonen is in vergelijking met het Caribische gebied en de VS nogal vlak. Op de Caribische eilanden is migratie altijd al een ‘way of life’ geweest, van levensbelang zowel voor het individu, de familie als voor de eilandelijke economieën. Daar wordt zó veel gemigreerd dat naast de roots (waar ben je geboren?) ook de routes (welk traject heb je achter de rug?) de persoonlijke identiteit helpen bepalen.[20] En in de VS wordt immigratie al eeuwenlang wettelijk gereguleerd, onder andere met het oog op de behoefte van de Amerikaanse economie. Toch, er zijn daar ook miljoenen illegale immigranten die in sommige staten hun lot absoluut niet zeker zijn. In 2006 heeft parlementaire actie om deze illegalen, voornamelijk Latino’s, te legaliseren in enkele staten tegenreacties opgeroepen in de vorm van willekeurige controles door lagere overheden waardoor veel vaker dan voorheen illegalen aan de immigratie dienst worden gemeld, worden vastgezet en uitgezet. (On-)gegronde geruchten over raids op illegalen jaagt mensen van de werkplaats en kinderen worden abrupt van school gehaald.[21] [22] In 2006 wordt het aantal illegalen op 11 á 12 miljoen geschat. New York telt ca 0,5 miljoen ‘undocumented people’. Daarvoor geldt als bestuurlijke leefregel: blijf met je handen van onze illegalen af: ‘They are America’.[23]

In zijn nieuwjaarsrede van 2005 sprak de gezaghebber van het eilandgebied Sint Maarten, Nederlandse Antillen, Koninkrijk der Nederlanden, de bevolking aan met ‘born to be here !’ en reageerde daarmee op de born here aanhangers, onder andere in de Kamer van Koophandel en in het bestuur van de Haven, die vinden dat de locals het voor het zeggen moeten hebben. Maar wie zijn de locals? Sommigen op Sint Maarten houden vol dat echte locals mensen van de derde generatie zijn, dus wier overgrootouders op Sint Maarten arriveerden. Maar de statistiek (zowel op het Franse deel als op het Nederlands-Antilliaanse eilandgebied) rekent de born here als local. Dit betekent dat kinderen van nieuwkomers uit verre herkomstlanden zoals Hongkong-China net zo goed local zijn als zij waarvan de moeder en grootmoeder op het eiland geboren zijn.[24] Bij de verkiezingen op Sint Maarten in januari 2006 bleek dat slechts een kwart van de ruim 18.000 stemgerechtigde kiezers op Sint Maarten is geboren; de helft is elders in de Nederlandse Antillen geboren.

In de jaren 1990 prijst New York zich gelukkig met verrassend hoge immigratie cijfers. Rond de eeuwwisseling is ruim 40 procent van de inwoners in het buitenland geboren, dat was 35 procent in 1998; 28 procent in 1990; en in 1970 slechts (!) 18 procent.[25] Niet sinds 1910 is het aandeel in het buitenland geboren inwoners zo hoog geweest. Wanneer immigranten en hun in de VS geboren kinderen bij elkaar worden opgeteld, maken zij 60 procent van de bevolking van NYC uit. In Nederlandse optiek betekent dit dat 6 van de 10 New Yorkers allochtoon is. Zonder deze migratie zou de bevolking van NYC zijn gekrompen. Voor het eerst in 2005 vormen de blanken, dat wil zeggen de non-Hispanic whites, in het electoraat van New York een minderheid van 48 procent. In 1989 was dat nog een meerderheid van 56 procent. De meest voorkomende naam in het kiesregister is nu Rodriguez.[26] Ketchup op tafel is door salsa vervangen. Onder leiding van burgemeester Bloomberg bereid New York zich planmatig voor op een forse toekomstige bevolkingsuitbreiding: nieuwkomers wel te verstaan.

Vergelijk dit met de situatie in het Nederlandse deel van het Koninkrijk waar in Nederland geboren kinderen waarvan ten minste één van de ouders een nieuwkomer is, tot hun laatste ademtocht als allochtoon worden bijgeteld in grimmige statistieken die de teloorgang van Nederland suggereren. Bijvoorbeeld, een in Nederland geboren man van 50 jaar, met een Curaçaose moeder die 60 jaar geleden met een Nederlandse pletter uit Curaçao naar Nederland is gekomen, blijft tot aan zijn dood een niet-westerse allochtoon. Uit oogpunt van de doelstelling van een minderhedenbeleid was deze classificatie indertijd goedbedoeld, maar zij is nu stigmatiserend en een sta-in-de-weg van Nederlands burgerschap. De VS kent geen allochtonen categorie. Daar is het gebruikelijk om met gepaste eigenwaarde ook het land van herkomst van US-citizens te memoreren: Polish-American, Chinese-American, etc. Op het censusformulier mag betrokkene zelf zijn etnische categorie, desnoods meerdere, kiezen, inclusief ‘none of the above’.

In Nederlandse media, nieuwsbulletins en populaire literatuur worden allochtoon statistieken geprostitueerd om de aandacht van een wijfelend publiek te trekken. Bij voorbeeld, de Integratiekaart 2006 van het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat bijna één of de vijf inwoners (19.5 procent) van Nederland allochtoon is.[27] Maar het werkelijke percentage immigranten uit niet-westerse landen is 6.2 procent van de totale Nederlandse bevolking; dat was 10 jaar eerder 4.8 procent.[28] In deze categorie tellen eeuwenlange medelanders zoals Surinamers en Antilliaanse Nederlanders als allochtonen mee. In de twee grootste regios, Amsterdam and Rotterdam, is de allochtoon ratio veel hoger, 38 procent in de regio Amsterdam and 30 procent in de Rotterdamse regio.[29] [30] Maar het aandeel van de eerste generatie niet-westerse mmigranten in deze steden schommelt rond 20% en neemt af.[31] Dit gebruik van allochtoon statistieken draagt bij aan de beeldvorming van een overweldigend cohort vreemdelingen in de blanke boezem van de Nederlandse natie, een Allochstan als het ware. Ook onze ‘eigen’ Ian Buruma spreek hier een woordje mee in zijn boek Murder in Amsterdam over de moord op Theo van Gogh:
In 1999, 45 percent of the population (of Amsterdam) was of foreign origin. If projections are right, this will be 52 percent in 2015. And the majority will be Muslim.[32]

Hoeveel generaties ‘of foreign origin’ heeft Buruma op het oog? Westerse en niet-westerse worden op één hoop gegooid. Hij maakt geen onderscheid tussen de uiteenlopende ‘grades and shades’ van gelovige Moslims. Specificatie van deze cijfers geeft een ander beeld: in 1999 wordt 31 procent van de Amsterdams bevolking geclassificeerd als niet-westerse allochtoon; voor 2015 valt de prognose iets hoger uit, 32 procent. Het aandeel niet-westerse allochtonen in de Amsterdamse regio was in 1999 22 procent; voor 2015 wordt dit geprognosticeerd op 24 procent.[33] Nergens is een prognose te vinden dat in 2015 de meerderheid van de Amsterdammers van vreemde origine Moslim is. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek kan worden afgeleid dat van de Amsterdamse allochtoon bevolking, dus eerste en tweede generatie samengenomen, maximaal 1/3 maar meer waarschijnlijk iets meer dan ¼ Moslim zal zijn. Buruma’s presentatie roept willens en wetens een beeld op dat steden in Nederland worden bevolkt door grote groepen vreemde(-lingen) Moslims. Voor Wilders c.s. is dit beeld een afgodsbeeld waarmee hij rondgaat om aanhangers te werven. Wilders waarschuwt voor een ‘tsunami van islamisering’ van Nederkand: ‘Moslims zullen de Nederlandse samenleving overspoelen en criminaliteit en overlast veroorzaken, ook op het platteland. Hun intolerante en gewelddadige cultuur zal de Nederlandse samenleving raken ‘in het hart’, in onze identiteit’.[34] Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) schat dat in 2050 ca 9 procent van de Nederlandse bevolking Moslim is: ‘echt geen tsunami te bekennen’ kopt de Volkskrant in oktober 2007.[35]

Deze beeldvorming van de Nederlandse samenleving kaatst terug op de positie van immigranten. Zij worden nu allereerst als Moslim gezien.[36] Terroristische aanvallen in de Verenigde Staten (9/11) en Europa (Londen en Madrid) hebben anti-immigratie sentimenten aangewakkerd en ‘ons soort mensen’ van een rechte rug voorzien. Andrew Wheatcroft’s Infidels traceert de geschiedenis van maledicta, woorden en beelden die haat en nijd uitdrukken, over en weer, tussen Christendom en Islam.[37] Door 9/11 en de daarop volgende ‘war on terror’ is de ambivalentie tegenover de Islamitische wereld versterkt. Volgens Wheatcroft hebben deze gebeurtenissen als katalysator gewerkt van een bestaande en diepgewortelde angst. Anderzijds zindert Bruce Bawer’s While Europe slept van maledicta die van de haat van de Islamitische wereld tegenover het Westen getuigen. Bawer’s vooringenomen beeld wordt door hem bevestigd met observaties als: ‘the rage in the eye of many Muslim men at the sight of the ultimate spectacle of dis-honor –a Dutch woman bicycling to work.’ [38] Hij meent dat degenen die zijn spoor van maledicta niet zien, waaronder the Dutch, met open ogen slapen. Bawer spreekt van Europa’s Weimar moment. Ook Ayaan Hirsi Ali strooit met maledicta. Zij meldt in the New York Times: ‘Our Dutch Moslims hardly speak any (Dutch), or take the trouble to speak Dutch. The second generation that does, seems to have learned only insults and terrible words to throw at people.’[39] Sinds 9/11 hebben veel Moslims in Nederland ervaren dat hun status is veranderd. Zij worden niet langer gezien als buren, collega’s op het werk, mede-studenten, passanten op straat of allochtonen (sic), maar allereerst als Moslims, en worden als zodanig geïndentificeerd met Islamitisch wangedrag, waar en wanneer dan ook in de lange conflictueuze geschiedenis van Christendom, het Westen en Islam. De maledicta van weleer vinden een eigentijdse tegenhanger in het Nederlands immigratie- en integratiejargon van onder andere de heer Wilders en mevrouw Ayaan Hirsi Ali; het kan verkeren.

Ook in de verkiezing van volksvertegenwoordigers is het allochtonencomplex doorgedrongen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2006 heeft allochtoon Nederland massaal Partij van de Arbeid gestemd. Sommigen hebben toen gewaarschuwd voor deze politieke concentratie van de allochtone stem; het zou Nederland kunnen splijten in een westers-niet-westerse tegenstelling; in een etnisch eilandenrijk.[40] Meer dan honderd jaar geleden stemden de Gereformeerde kleyne luyden allemaal op de Anti Revolutionaire Partij (ARP). Het bracht de Gereformeerde mannenbroeders in de politiek, de Vrije Universiteit en het bijzonder onderwijs; dat waren emancipatoire reuzenstappen. In die tijd winkelden de Gereformeerden bij slagers en bakkers van hun kerk. Waarom wordt thans een krachtige allochtone stem cultureel beladen met een niet-westers etiket en splijtend erfgoed? Het erfgoed van de gereformeerde mannenbroeders is in de laatste decennia van de 20ste eeuw vrijwel rimpelloos geïmplodeerd toen ook de kleyne luyden zich ontwikkelden tot vrije individuen, welvarend, calculerend en modern.[41] Vitale etnische of levensbeschouwelijke tekenen van maatschappelijk en politiek leven zijn niet per sé maatschappelijk desintegrerende splijtzwammen; integendeel, zij kunnen nieuwkomers helpen aan maatschappelijk kapitaal om een opstap te maken in een inburgeringtraject.

Allochtonen emigreren omdat ze het Nederlandse allochtonencomplex beu zijn. Ira Kip, geboren in Amstelveen, met Arubaans/Surinaamse ouders, getogen in Amsterdam, 25 jaar, vertrekt in december 2005 naar New York; ze wil niet langer in eigen land als allochtoon worden behandeld. In april 2006 werd ze toegelaten tot de regie opleiding voor Master of Fine Arts van de New School for Drama. Buitenlandse expats, werkzaam bij internationale instellingen en bedrijven in Nederland, klagen steen en been over de Nederlandse bureaucratie, wachtlijsten en het groeiende wantrouwen tegenover vreemdelingen. Oud-politici signaleren dat de Nederlandse assertiviteit en openheid heeft plaatsgemaakt voor vertwijfeling en treurnis om het ‘verwaarloosde nationalisme’ en de ‘verloren identiteit’.[42] Ondertussen mijden buitenlandse studenten het land waar tussen 1626-1650 aan de universiteit van Leiden meer allochtonen dan autochtonen studeerden.[43] Dit laatste wordt vermeld in The Dutch Republic. Its Rise, Greatness, and Fall; maar dat was toen, lang geleden, toen Nederland nog groot was.[44]

Civil rights
Het vertrouwde Nederlandse mooi weer beeld blijkt niet in staat de veranderingen in eigen land en de omringende wereld te integreren in een vernieuwde imagined community.[45] Nederland is overrompeld en verstard door een buitenwereld die niet buiten te houden is. De eens zo krachtige verbeelding van kerk en natiestaat werkt niet meer nu Nederland is geseculariseerd en handel en wandel geen grenzen meer kennen. Immigranten zijn van deze buitenwereld een tastbaar fenomeen. De erfdragers van een rijke Nederlandse beschaving reageren in een opgeblazen idioom van Nederlandse waarden en normen. Deze moeten aan de man worden gebracht in een moreel Esperanto dat ook voor nieuwkomers verstaanbaar moet zijn.[46] Deze oproep klinkt schril -voor wie het horen wil- in een allochtonenwereld van zwarte scholen en discriminatie, naar huidskleur en herkomst, versterkt door angst voor de Islam en niet-westerse etniciteit. Bovendien kent het Nederlandse welbehagen een ongemakkelijke tegenhanger in de welbekende wereld van verschil. Dag in dag uit wordt de Nederlander, zowel ick van Duytschen bloet als die van de inburgering, geconfronteerd met een buitenwereld waar Nederlandse waarden er niet toe doen.

Wat zijn de Nederlandse ambities? Moet de nieuwkomer naar onze maat worden gesneden, dat wil zeggen geassimileerd? Of worden culturele diversiteit, etnische identiteit, meervoudig burgerschap erkend als positieve waarden? Dat laatste is een veeleisend traject; het gaat niet vanzelf. De eis van culturele integratie legt de nadruk op de achterstand van de allochtoon ten opzichte van de Nederlandse samenleving. Dit probleem heeft ook een achterkant, namelijk de ongeschiktheid, de onwil en het ongemak van Nederland om de Hollandse Nieuwe te integreren. Politiek, ambtenarij en media opereren met stigmatiserende begrippen als zwart, allochtoon en autochtoon.[47] Immigranten krijgen in Nederland te maken met een allochtonencomplex; uitsluiting en discriminatie; blokkades op de arbeidsmarkt; segregatie in het onderwijs; een gedoogcultuur voor de één en Rita regels voor de ander. Dat in andere Europese landen nieuwkomers eveneens in een lastig – mogelijk zelfs nog moeilijker- integratie parcours zitten is verhelderend, maar doet niets af aan het wel en wee van Hollandse Nieuwe.[48]

Jazeker, Nederland moet de nieuwkomer eisen stellen: zich houden aan de wet en de daarin verankerde waarden; kennis van de taal; en sociaal-economische zelfredzaamheid. Maar daarnaast moet Nederland de immigranten de gelegenheid geven te kúnnen integreren. Daartoe moet Nederland zichzelf weer uitvinden, nu als een land van nieuwkomers. Wanneer nieuwkomers voortdurend worden blootgesteld aan het ongemak van de Nederlandse samenleving hen als volwaardige burgers te integreren, loopt hun integratie faliekant van de rails. De uitdaging aan de nieuwkomer om een Modern Nederlands Peil te bereiken is vals wanneer hij of zij in het dagelijkse leven niet gelijkwaardig wordt behandeld.[49] De Hollandse Nieuwe moet ervaren dat hij burger is in een land waar de rechten van de mens – zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens- voor iedereen gelden én in de praktijk worden gebracht. Dat zou het keurmerk van de Nederlandse natie moeten zijn. Dit keurmerk is een opgave, zowel voor de Nederlandse natie-staat als voor de nieuwkomers. Deze opgave is universeel en kan zodoende mensen verenigen die eerder door landsgrenzen, etniciteit, welvaart, ras, taal, én door de tamboer van Nederlandse waarden en normen gescheiden waren. In deze opgave zal Nederland zich kunnen hervinden als een klein land dat (weer) groot wil zijn, inderdaad ‘het beste land van de wereld.’ Dat betekent werk aan de winkel, tegen de autochtone klippen op.

* Dit artikel was een voorschot op: Being Dutch, more or less. Publicatie, voorjaar 2008. Verschenen in 2010 bij Rozenberg Publishers ISBN 978 90 3610 210 0

Met dank aan Sjoerd Zanen, Hans van de Vijver en Jaap Huizinga (overleden) voor de kritische begeleiding van deze tekst.

Noten
[1] Krog, Antjie, “I speak, holding up your heart…”. Cosmopolitanism, Forgiveness and Leaning toward. Groningen, 24e Van der Leeuw Lezing, 3 November 2006
[2] Gerda Hoekveld-Meijer, De God van Rembrandt. Besproken in Trouw, 9 januari 2006.
[3] Jonathan I. Israël, The Dutch Republic. Its Rise, Greatness, and Fall 1477 – 1806. Oxford: Oxford University Press, 1998. Paperback edition with corrections.
[4] Jonathan I. Israël (1998), pp. 623-628.
[5] Jan Marijnissen. In: Guido Derksen, Hotspot Holland. Gesprekken over de multi-etnische staat van Nederland, p. 38. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2005.
[6] Paul Scheffer. In : Marcel ten Hooven, (ed.), De lege tolerantie. Over vrijheid en vrijblijvendheid in Nederland, p. 112. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2002 (Tweede, herziene druk).
[7] Naar aanleiding van het optreden van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie inzake het Nederlanderschap van Ayaan Hirsi Ali toonde de minister-president zich verontrust over de imagoschade van Nederland in het buitenland: Het beeld dat er geknaagd wordt aan onze tolerantie, dat je hier niet vrijuit kunt spreken en dat we unfair zijn tegenover mensen, bevalt mij totaal niet. Trouw, 20 mei 2006.
[8] Jan Latten, Zwanger van segregatie. Een toekomst van sociale en ruimtelijke segregatie? Amsterdam: Vossiuspers UvA, 2005.
[9] Een onderzoek in opdracht van het ministerie van Defensie, brengt een overwegend negatieve houding van militairen ten opzichte van de multiculturele samenleving aan het licht. De onderzoekers noemen de resultaten zorgwekkend. Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie vraagt zich af of deze conclusies wel kloppen; hij heeft een heel ander beeld. Volkskrant, Conclusie studie discriminatie in leger betwijfeld, 20 juni 2006.
[10] Interview van Stella van Rijn met Harry Starren, Intercultureel kruisbestuiven in training. De Baak geeft trainingen op Curacao. Coaching, december 2004
[11] Onder de benaming ‘Hollandse Nieuwe’ wordt de programmering van Cosmic Theater, Amsterdam, geadverteerd. Cosmic is de ontmoetingsplaats voor cultureel diverse podiumkunsten in Nederland. Cosmic staat bekend als allochtonen theater.
[12] Interview met Marco Pastors. De raad is potsierlijk en amateuristisch. Trouw, 16 januari 2006.
[13] Bijvoorbeeld, Paul Scheffer in een interview met Marcel ten Hooven: ‘In hoeverre heeft degene die in een bootje zijn leven riskeert om het Europese vasteland te bereiken, iets te bieden dat voldoet aan onze behoefte aan een computerdeskundige?” In: Marcel ten Hooven (red.) (2002), p. 114.
[14] Han van der Horst vraagt zich af: ‘wat mag je in de eenentwintigste eeuw van een Nederlandse burger verwachten.’ Hij benadrukt het organiseren van de diversiteit ‘in jezelf en in de samenleving’ waar de ‘zwarte vlaggen van de tegenstander voor wijken’, pp. 152-157. In: Het beste land van de wereld. Waar komen onze normen en waarden vandaan? Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2005.
[15] Eveline Brandt, ‘Alleenstaande wordt de nieuwe ‘hoeksteen’. Trouw, 14 februari 2006.
[16] Chris Rutenfrans, ‘Onze cultuur is de beste’, pp. 20-28.In: Jaffe Vink en Chris Rutenfrans (eds.), De terugkeer van de geschiedenis. Letter en Geest. Amsterdam: Trouw/Uitgeverij Augustus, 2005.
[17] Matthias Smalbrugge (2005), ‘Er komt een nieuwe godsdienstoorlog’, pp. 302-313. In: Jaffe Vink en Chris Rutenfrans (2005).
[18] Karel van Wolferen & Jan Sampiemon, Een Keerpunt in de Vaderlandse Geschiedenis. Amsterdam: Meulenhoff, 2005. En: Karel van Wolferen, de ondergang van een wereldorde. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact, 2003.
[19] Robert Kaplan (15 september 2001), vertaald ‘De terugkeer van de geschiedenis’. In: De terugkeer van de geschiedenis (2005), pp. 46-50.
[20] Francio Guadeloupe, Chanting down the New Jerusalem. The politics of Belonging on Saint Martin and Sint Martin. Academisch Proefschrift. Amsterdam: Rozenberg Publishers, 2005.
[21] Immigrants panicked by rumors of raids. The New York Times, 29 april 2006.
[22] Stop the raids. The New York Times, 4 oktober 2007.
[23] They are America. Hoofdartikel in The New York Times, 2 mei 2006.
[24] Francio Guadelope (2005), p. 52.  
[25] Arun Peter Lobo, U.S. Diversity Visas are attracting Africa’s Best and Brightest. Population Reference Bureau, 7 February 2006. En: Joseph J. Salvo & Arun Peter Lobo, Immigration and the Remaking of New York: 1970 –1998, p. 11. In: Journal of Immigrant & Refugee Services, Vol. 1 (1) 2002.
[26] San Roberts, ‘N.Y.’s Ever Changing Electorate: Next, the White Minority’, New York Times, 13 september 2005.
[27] Centraal Bureau voor de Statistiek, Integratiekaart 2006. Cahier 2006-8. Tabel 2.1.
[28] SCP (2005), p. 27.
[29] Centraal Bureau voor de Statistiek, Allochtonen in Nederland 2004. Den Haag, 2004.
[30] Volgens een andere bron is in 2006 1 op de 3 inwoners van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag niet-westers allochtoon. In: Sociaal en Cultureel Planbureau, Interventies voor integratie. Het tegengaan van etnische concentratie en het bevorderen van interetnisch contact, p. 36. Den Haag, 2007.
[31] Centraal Bureau voor de Statistiek, WEBMAGAZINE, Helft van de jeugd in grote steden niet-westers allochtoon. 31 juli 2006. Dat wil niet zeggen dat in de toekomst niet-westerse allochtonen in de grote steden in de meerderheid zijn. Ook niet-westerse allochtonen verhuizen steeds vaker vanuit de grote stad naar een aangrenzende gemeente.
[32] Buruma, Ian, Murder in Amsterdam. The Death of Theo van Gogh and the Limits of Tolerance, p. 23. New York: The Penguin Press, 2006
[33]Centraal Bureau voor de Statistiek, Regionale prognose kerncijfers:2005-2025.
[34] Wilders bang voor tsunami van islamisering. Volkskrant, 6 oktober 2006.
[35] Echt geen tsunami te bekennen. Demografen zien nergens in hun modellen dat Moslims West-Europa zullen overvleugelen. Volkskrant, 6 oktober 2007
[36] Stefano Allievi, How & Why “Immigrants” became “Muslims”. In: ISIM Review no. 18, p. 37. International Institute for the study of Islam in the modern world, Autumn 2006
[37] Wheatcroft, Andrew, Infidels. A History of the Conflict Between Christendom and the Islam. New York: Random House Publishing Group, 2005.
[38] Bawer, Bruce, While Europe slept. How Radical Islam is destroying the West from within, p. 34. New York: Doubleday, 2006.
[39] Enter the Dutch ‘Infidel’, Faithful to Herself. Q. &. A. Ayaan Hirsi Ali. In: The New York Times, 4 februari 2007.
[40] Paul Scheffer, De sputterende emancipatiemachine. NRC, 18 maart 2006.
[41] A. Amelink, De Gereformeerden. Amsterdam: Bakker, 2001.
[42] Opgave Nederland is om één samenleving te blijven. Volkskrant, 4 april 2006.
[43] Student uit het buitenland blijft weg. Volkskrant, 24 maart 2006.
[44] Jonathan I. Israël (1998).
[45] Benedict Anderson, Imagined Communities. Reflections on the Origin and Spread of Nationalism. London / New York: Verso, 1990.
[46] Paul Cliteur , p. 179. In: Guido Derksen, Hutspot Holland. Gesprekken over de multi-etnische staat van Nederland. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, 2005.
[47] Afshin Ellian, Sociale cohesie en islamitisch terrorisme, p. Leiden: Rede, 18 april 2006.
[48] Ruud Koopmans, Cultuur maakt wel verschil, beste WRR. In: NRC, oktober 2007. Naar aanleiding van het WRR rapport: ‘Identificatie met Nederland’. Amsterdam: University Press of Amsterdam, september 2007. En: Koopmans, Ruud, Paul Statham, Marco Giugni and Florence Passy, Contested Citizenship. Immigration and Cultural Diversity in Europe. Minneapolis / London: University of Minnesota Press, 2005.
[49] Brink, Gabriël van den, Culturele Contrasten. Het verhaal van de migranten in Rotterdam. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2006.