De werkvloer van het Koninkrijk. Over de samenwerking van Nederland met de Nederlandse Antillen en Aruba. Inhoudsopgave

werkvloeromslag

Omslag: Kjeld de Ruyter
puntSpatie Amsterdam

In 1654 wordt door de vergadering van de Heren XIX, het bestuur van de West-Indische Compagnie, verzucht dat het behouden van Curaçao een te grote last betekent voor de Compagnie. De banden met Nederland blijven. Eeuwen later, in 1998, verschijnt een bundel opstellen Breekbare banden en in 2001 luidt de titel van een departementaal gedenkboek Knellende Koninkrijksbanden. In De werkvloer van het Koninkrijk wordt verslag gedaan van de samenwerking tussen Nederland en de ‘warme delen’ van het Koninkrijk in de periode dat min of meer vanzelfsprekend werd overeengekomen dat de Nederlandse Antillen en Aruba deel uit blijven maken van het Koninkrijk der Nederlanden. Het eerder dominerende dekolonisatie perspectief van aanstaande onafhankelijkheid is daarmee van de baan. De teneur van de samenwerking in Koninkrijksverband verandert en wordt meer en meer aangestuurd onder het adagium ‘blijvend, niet vrijblijvend’. De geldstroom uit Nederland naar de Nederlandse Antillen en Aruba valt als ontwikkelingshulp niet te legitimeren en heeft averechtse gevolgen. De formeel verankerde gelijkwaardigheid van de partners manifesteert zich in de praktijk van de verhoudingen steeds vaker in een spagaat van ongelijkheid waarvan Nederland de maat bepaalt. Toch is Nederland niet bij machte te voorkomen dat een ‘sociale kwestie’ op Curaçao onstaat die ‘overloopt’ naar ‘Antillen-gemeenten’ in Nederland. De moraal van het Koninkrijk is niet zo helder als voorheen. Wat zal het Koninkrijk voor de Caribische landen nog kunnen betekenen wanneer grenzen vervagen en Nederland steeds meer deel uitmaakt van Euroland?

Het boek De werkvloer van het Koninkrijk (Rozenberg Publishers, 2002) nu online:

De werkvloer van het Koninkrijk I: Inleiding 
De werkvloer van het Koninkrijk II: Kernbegrippen
De werkvloer van het Koninkrijk III: Spagaat van ongelijkheid
De werkvloer van het Koninkrijk IV – Ontsporing van de samenwerking 
De werkvloer van het Koninkrijk V – Formaat van de samenwerking 
De werkvloer van het Koninkrijk VI – De vertegenwoordigheid van Nederland  
De werkvloer van het Koninkrijk VII – Een doekje voor het bloeden
De werkvloer van het Koninkrijk VIII – De moraal van het koninkrijk
De werkvloer van het Koninkrijk IX – Edward Heerenveen – Epiloog

Plus: Video Antilliaans verhaal – Aflevering 1

Lammert de Jong (1942) studeerde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam waar hij promoveerde. De titel van zijn proefschrift was Bestuur en publiek. Vanaf 1985-1998 was hij gedurende tal van jaren werkzaam als Vertegenwoordiger van Nederland in de Nederlandse Antillen. Daarvoor werkte hij als wetenschappelijk medewerker bestuurskunde in Lusaka, Zambia (1972-1976). In de volksrepubliek Benin was hij directeur (veldleider) van de Ontwikkelingsorganisaties Stichting Nederlandse Vrijwilligers (1980-1984). Als adviseur Koninkrijksrelaties bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft hij 2000 zijn ambtelijke loopbaan afgesloten. Tegenwoordig studeert en schrijft hij en woont afwisselend in Amsterdam en New York.

Omslag: Het kantoor van de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen is gevestigd in het gebouw dat op de omslag is afgebeeld, de Rouvilleweg 39. Dit stadshuis is vermoedelijk in de eerste helft van de 18e eeuw tot stand gekomen (Fundashon Pro Monumento en de Werkgroep Monumento habrí 2001, (Open Monumentendag). Sinds 1979 is het gebouw eigendom van de Stichting Monumentenzorg Curaçao. Vanaf 1983 is het pand verhuurd aan de Nederlandse Vertegenwoordiging. Het gebouw is opgenomen in de serie delftsblauwe borden met land- en stadshuizen van de Stichting Monumentenzorg Curaçao. Delftsblauw komt meer voor in de Nederlandse Antillen, het thema van één van de carnavalsgroepen 2002 op Curaçao is delftsblauw.

Valuta
De koers van de Antilliaanse gulden (Naf) en later ook de Arubaanse munt, de Arubaanse florijn (Afl) is gekoppeld aan de US-dollar ($) tegen een koers van Naf 1,79 per dollar. Vanaf 1980 loopt de koers van de dollar op. In april 1985 bereikt de Antilliaanse gulden zijn hoogste koers ooit ten opzichte van de Nederlandse gulden met Hfl 1,96 per Naf 1,00.[i] Daarna daalt de US-dollar en vanaf 1990 schommelt de koers rond Naf 1,00 voor Hfl 1,00. In 2000 stabiliseert de koersverhouding zich op een hoger niveau: Naf 1,00 voor Hfl 1,21 (januari) en Hfl 1,43 (december). In 2001 blijft de koers op dit niveau met als hoogste koers: Naf 1,00 voor Hfl 1.44 (juli).[ii

Noten
i. Edo Haan, Antilliaanse Instituties. De economische ontwikkeling van de Nederlandse Antillen en Aruba, pag. 46. Labyrint Publication 1998.
ii. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, DGCZK, FEA, faxbericht 21.01.2002.