Schakel de minigids in bij lezingen en discussies; bij essaywedstrijden in vwo, hoger en universiteit onderwijs; bij trainingen en bij samenlevingsbrede debatten.
Deze gids vormt een onderdeel van Generaties van Geluksvogels en Pechvogels. De Minigids en de Webpamfletten worden op deze website gepubliceerd
INHOUD
Inleiding
De minigids in hoofdlijnen
Het stappenplan
3.1. Een realistische wensdroom
3.2. De spelers
3.3.De maatschappelijke context
3.4 Strategieën
3.5. Evaluatie vooraf van strategieën
3.6 Debatten, met name wetenschapsrechtbanken
3.7. Van Spelsituatie naar innovatie
Het stappenplan nader bekeken
Slotbeschouwing
Samenvatting
Referenties
Inleiding
In november 2013 begon de herdenking van tweehonderd jaar Koninkrijk der Nederlanden. Ook verscheen Een nieuwe Staat, het gedenkboek met speciale aandacht voor de periode 1813 tot 1815. Het is een goed gebruik om een dergelijke herdenking te laten bestaan uit een terugblik en een vooruitblik. Wat de terugblik vanuit 2013 betreft gaat het dan eerst om de gouden periode uit onze zeventiende eeuw. Het hoofdaccent ligt op 1800 tot het midden van de eenentwintigste eeuw. In de 20e eeuw is de periode van 1945 tot 2000 van bijzonder belang. De vooruitblik vanuit 2013 heeft betrekking op de komende decennia, ruimer de gehele nieuwe eeuw.
Terugblik en vooruitblik worden door grote aantallen documenten ondersteund. Deze documenten lopen onderling sterk uiteen wat niveau betreft. Het gaat om lichtgewicht, halfzwaargewicht en zwaargewicht geschriften. Ook de potentiële lezers vertonen heel wat verschillen. Wij komen wij lichtgewicht, halfzwaargewicht en zwaargewicht belangstellenden tegen. Om de juiste informatie te doen toekomen aan de juiste leden van de doelgroepen is een beknopte handleiding onmisbaar. Deze minigids voorziet in deze behoefte.
Deze minigids is opgebouwd rond een stappenschema. Wie op tweehonderd jaar Koninkrijk en het geschiedboek Een nieuwe Staat wil inspelen, kan op basis van dit stappenschema de gewenste inzichten verzamelen en ermee aan de slag gaan. Veelal blijken er lacunes in de kennis te bestaan en bestaat behoefte aan uitbreiding. Ook krijgt het communiceren van deze inzichten de nodige aandacht.
Gelukkig zijn reeds in het verleden soortgelijke grote maatschappelijke gebeurtenissen systematisch onder talrijke individuen, groepen en organisaties verspreid. Deze ervaringen zullen in deze minigids zo veel mogelijk worden benut. De onderhavige versie van de minigids zal worden bijgesteld zodra de opzet van de viering van tweehonderd jaar Koninkrijk beschikbaar is gekomen.
In de tweede paragraaf van deze beknopte handleiding komt de opzet van de minigids nader ter sprake. Paragraaf drie werkt het stappenschema verder uit. De vierde paragraaf behandelt voorbeelden van de toepassing van het stappenschema. De slotparagraaf komt met conclusies en een discussie.
De Minigids is afgestemd op zwaargewicht essays. Bij het schrijven van lichtgewicht en halfzwaargewicht essays zullen deelnemers een selectie uit de Minigids toepassen.
De minigids in hoofdlijnen
Wat is de handigste manier om grip te krijgen op deze ontwikkelingen? Neem het patroon van generaties en zijn dynamiek tot uitgangspunt. Bekijk vanuit deze basis wat in het verleden is gebeurd en in de toekomst nog kan gaan gebeuren.
Om deze handelingen te ondersteunen is het boek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels uitgebracht (Becker, 2013). Dit boek vormt een ‘living document’ en deze eigenschap wordt benut om regelmatig aanvullende teksten te publiceren. In dit verband is de minigids verschenen. Deze wordt regelmatig met webpamfletten aangevuld. Kernboek, minigids en pamfletten ondersteunen het omgaan met Een nieuwe Staat en met ontwikkelingen in de negentiende en twintigste eeuw. Het patroon van generaties en zijn dynamiek zijn als basis gekozen omdat de problematiek op overzichtelijke wijze beschikbaar te stellen. Tot en met bijzonder complexe vraagstukken zoals The Clash of Generations: Saving Ourselves, Our Kids and Our Economy (Kotlikoff & Burns, 2012).
Het boek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels biedt een globale houvast voor het rekening houden met de gouden periode uit de 17e eeuw tot circa 1800. Het boek biedt verder informatie over de jaren 1813 tot 1910. Omdat het boek de geboortejaargangen van 1910 tot 2013 behandelt, biedt het een gedetailleerde houvast voor het omgaan met deze periode die het huidige patroon van generaties pmvat. Een vooruitblik op de komende decennia rondt het betoog af.
Wie gaan met dit kernboek, de minigids en de webpamfletten aan de gang? De potentiële lezers zijn:
Lezinghouders en discussiedeelnemers in verenigingen en soortgelijke gezelschappen.
Belangstellenden in het middelbaar, hoger en universitair onderwijs, dus docenten en opstellers van werkstukken.
Trainers, die hun cursussen in hun maatschappelijke context willen plaatsen.
Organisatoren van Brede Maatschappelijke Discussies.
Meer in het algemeen alle bij de problematiek betrokkenen.
3. De zeven stappen
3.1. Naar een realistische wensdroom (stap 1)
Een beroemd geworden wensdroom is ‘Our Common Future’ van ‘The World Commission on Environment and Developmemt’ uit 1957. Veelal noemt men de bron van deze realistische wensdroom het Brundtlandrapport, naar de voorzitster van de commissie die het boek heeft uitgegeven. Het begrip ‘duurzaamheid’ heeft inmiddels grote bekendheid verworven.
‘Sustainable development is development that meets the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs. It contains within it two key concepts:
The concept of ‘needs’, in particular the essential needs of the world’s poor, to which overriding priority should be given; and
The idea of limitations imposed by the state of technology and social organization on the environment’s ability to meet present and future needs.’ (1987, p.43)
Dit boek komt met voorstellen voor wettelijke bepalingen om het milieu te beschermen en duurzame ontwikkelingen te bevorderen.
Een verder voorbeeld vormt de afscheidsrede van Paul Schnabel als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2012. (Schnabel, 2012).
De spelers (stap 2)
Welke individuele of collectieve sociale actoren wil je in het spel betrekken? Stel, dat het om drie spelers gaat. Werk dan met een schema, dat als volgt is geconstrueerd:
/ 2010 – 2014 / 2015 – 2019 / 2020-2024 / 2025 – 2029 /
________________________________________________________________
Speler 1
Speler 2
Speler 3
etc.
Dit schema vormt de basis voor het gehele ‘Gouden Eeuw Generatie Spel’. Om te beginnen wordt elke speler in de eerste kolom, dus 2010-2014 , kort beschreven. In de kolom 2015 – 2019, en volgende kolomen, komt nadere informatie te staan. Gaandeweg vullen zich de prikborden. Of de vellen papier die wij tijdens het spel als geheugensteun gebruiken. Wij kunnen op deze manier met papier en potlood werken. Digitale varianten zullen ongetwijfeld in de nabije toekomst volgen.
3.3 De maatschappelijke context (stap 3)
Wij zijn nog steeds trots op het gouden tijdperk in onze 17e eeuw. Tot verrassing van de landgenoten uit die jaren beleefde ons land relatief grote economische voorspoed. Kunsten en wetenschappen bloeiden. De politieke problemen raakten de bloei niet dramatisch.
Voor de periode van het eind van de Tweede Wereldoorlog tot het eind van de Twintigste Eeuw valt een gouden eeuw nieuwe stijl te constateren. De wederopbouw na 1945 verliep verrassend gunstig. Er werd had gewerkt. Maatregelen zoals de Marshall Hulp ondersteunden de groei. Onverwachte meevallers zoals de vondst van olie en aardgas stimuleerden de economie. De sociale verhoudingen gaven reden tot tevredenheid. Nederland beleefde decennia van relatief gunstige binnenlandse verhoudingen en verhoudingen tot andere landen. In de jaren negentig kwam deze gouden eeuw nieuwe stijl aan zijn einde. Vooral omdat economische overmoed optrad en met name omdat te veel op krediet werd geleefd.
In 2013 komt de vraag op, of voor de komende decennia opnieuw een gouden eeuw zou kunnen worden geschapen. Door verstandig economisch beleid. Door samenwerking met andere landen binnen de Europese Unie. Door nieuwe meevallers zoals in de vorige gouden eeuw de olie- en aardgasbaten.
Wie een halfzwaargewicht essay over de tweede en derde gouden eeuw in ons land wil raadplegen, kan bijvoorbeeld de afscheidsrede van Paul Schnabel raadplegen.
Laten wij even terugdenken aan de definitie van ‘duurzaamheid’ uit 1987. Deze wenselijke situatie in de samenleving wordt omschreven door een verwijzing naar de verhouding tussen de maatschappelijke generaties. Welke activiteiten vanuit generaties hebben tot de gouden eeuw nieuwe stijl tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en het einde van de Twintigste Eeuw geleid? Welke activiteiten vanuit generaties zullen hopelijk tot een volgende gouden eeuw in de komende decennia leiden?
Hoe valt het patroon van generaties en zijn dynamiek het beste in de beschouwing te betrekken? Bij maatschappelijke generaties gaat het in de eerste plaats om kenmerken van levenslopen en sociale structuren, die het effect zijn van ‘grote maatschappelijke gebeurtenissen’. Om kenmerken, die grotendeels inmiddels in empirisch onderzoek zijn vastgelegd.
In de tweede plaats gaat het bij generaties om ‘idealisaties’ met betrekking tot het patroon van generaties. Idealisaties kunnen als volgt worden omschreven:
‘Een deel van de werkelijkheid wordt geïsoleerd, irrelevante aspecten worden terzijde gelaten, invloeden van buitenaf worden verwaarloosd’. (Broer e.a., 1995).
Zonder zulke idealisaties zijn de natuurwetenschappen onmogelijk. Hetzelfde geldt voor de maatschappijwetenschappen.
In de derde plaats vragen stereotypen van generaties in de samenleving de aandacht. Zonder de inbreng van een leidinggevende instantie ontstaat een patroon van generatiestereotypen. Dit patroon verandert in de loop der jaren, eveneens zonder een sturende kracht.
Het zou te ver voeren om In deze gids nader op deze drie aspecten van het begrip maatschappelijke generaties in te gaan. Er wordt dan ook voor deze informatie naar het boek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels verwezen. Deze verwijzing is verantwoord. Immers elke lezer van deze gids beschikt over een typologie van generaties in de samenleving en haar dynamiek.
De strategieën (stap 4)
Stel dat de doelstelling voor het beoogde beleid bestaat uit een handhaving of en eventueel terugkeer van Nederland in de top 5 in 2020. Dan moet ons land zijn economisch beleid fundamenteel versterken. Ook zijn sociaal en cultureel beleid moet krachtiger worden. Om dit te bereiken zouden de volgende zes strategieën kunnen worden ingezet.
Om te beginnen een modern industriebeleid. Nederland bouwt verder op die terreinen waarin het excelleert: High Tech Systemen en Materialen, Flowers & Food, Water, Chemie en Creatieve industrie.
In de tweede plaats Internationale bedrijven en export. Nederland verdient in te toekomst een groter deel van de welvaart aan internationale bedrijven die zich hier vestigen en aan de toegenomen export naar de nieuwe markten en Europa.
Ten derde een ondernemende cultuur in het bedrijfsleven. Ondernemerschap krijgt een nieuw elan. Ook groeien meer bedrijven uit tot internationale spelers.
In de vierde plaats een innovatieve dienstensector. Er komt en actieve en sterk groeiende dienstensector, die bijdraagt aan toegevoegde waarde en export.
Ten vijfde een versterking van de sociale sector door stimulering van solidariteit tussen de generaties.
Ten zesde een versterking van de culturele en wetenschappelijke sector. Pogingen om op deze terreinen tot de top vijf te blijven behoren en te blijven behoren.
De eerste vier beleidsstrategieën zijn in 2010 door het Innovatieplatform aanbevolen in het rapport ‘Nederland 2020: terug in de top 5. De economische agenda: Innovatief, Internationaal, Involverend.’
3.5 Evaluatie vooraf van de strategieën (stap 5)
Het vooraf evalueren van overheidsbeleid is in de Verenigde Staten begonnen in het kader van het milieubeleid. Daar werd in 1969 de ‘National Environmental Policy Act’ van kracht. In de loop der jaren werd het evalueren vooraf uitgebreid met ‘Technology Assessment’ en ‘Social Impact Assessment’. (Becker, 1997; Becker & Vanclay, 2003). Thans is het in ons land wettelijk verplicht om omvangrijk overheidsbeleid vooraf op de te verwachten positieve en negatieve effecten te onderzoeken (Comptabiliteitswet). Behalve beleid in de sfeer van de overheid wordt ook beleid in andere sectoren van de samenleving steeds meer vooraf op te verwachten positieve en negatieve effecten getest.
Bij het werken met het stappenplan is evaluatie vooraf een belangrijk onderdeel van de debatten over het in de achter ons liggende twee eeuwen gevoerde beleid. Hebben de beleidsvoerders in het verleden hun daden voldoende voorbereid? Verder vragen de beleidsvoornemens voor de komende decennia het vooraf aftasten van de te verwachten gevolgen.
Bij een lichtgewicht aanpak vereist dit aftasten weinig tijd. Een globale SWOT-analyse (strengths, weaknesses, opportunities, threats) kan in enkele minuten worden uitgevoerd. Zonder dat verdere methoden worden ingeschakeld. Een half-zwaargewicht aanpak stelt al hogere eisen en enige bezinning op de te kiezen methoden is noodzakelijk. Daarentegen zie je bij een verantwoorde zwaargewicht aanpak uitgebreid aftasten van de te verwachten gevolgen van het te voeren beleid. Is in het verleden aan de eisen voldaan? Hoe staat het met beleid in voorbereiding?
3.6 Debatten, met name de wetenschapsrechtbanken (stap 6)
Besluitvorming met betrekking tot de vormgeving aan de komende decennia, ruimer de hele nieuwe eeuw vereist heel wat debatten, met name ook in het parlement. Wat debatten in de samenleving aangaat kan een aanpak goede diensten bewijzen, die in de jaren tachtig van de vorige eeuw een positieve invloed heeft uitgeoefend. Dan hebben wij het over de ‘science court’, in het Nederlands als ‘wetenschapsrechtbank’ aangeduid. In het kader van de ‘Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’ hebben de gehouden debatten de naam ‘Controversezittingen’ gekregen.
De opzet van een ‘science court’ komt uit de Verenigde Staten. Een belangrijk geachte tegenstelling in de samenleving krijgt een voorstander en een tegenstander tot pleitbezorger. Het debat vindt plaats onder leiding van een ‘lijdelijke rechter’. Deze rechter probeert de discussie op een manier te sturen die de tegengestelde meningen zo veel mogelijk ter zijde schuift. Uiteindelijk blijven alleen tegenstellingen over, die voorlopig onoverbrugbaar zijn gebleken.
In 1982 zijn provinciale hoorzittingen in het kader van de ‘Maatschappelijke Discussie Energiebeleid’ uitgelopen op vier probleemvelden die nader uitgediept moesten worden. Het betrof:
Kosten van kernenergie / mogelijkheden en kosten van duurzame energiebronnen.
De structuur van de electriciteitsvoorziening.
Risico-analyse en risicobeleving.
Verwerking en opbergen van radio-actief afval.
De Stuurgroep concludeert in het rapport met de analytische verslagen van de controversezittingen: ‘Een verdere analyse van de argumenten, die tijdens de zittingen door deelnemers zijn gehanteerd, zal naar verwachting van de Stuurgroep een waardevolle bijdrage leveren aan het verschaffen van de noodzakelijke duidelijkheid omtrent de verschillen van mening met betrekking tot het toekomstig energiebeleid’.
In 2013 weten wij dat de discussies over ‘duurzaamheid’ inmiddels aan duidelijkheid hebben gewonnen, doch dat het laatste woord over deze problematiek nog niet is gesproken. Wij kunnen wel reeds concluderen dat de methode van de ‘wetenschapsrechtbank’ tot nu toe een vruchtbare aanpak van grote maatschappelijke problemen is gebleken.
Wat betreft de discussie over tweehonderd jaar Koninkrijk en de vormgeving aan de komende decennia, ruimer de nieuwe eeuw valt te stellen dat de wetenschapsrechtbank een belangrijk instrument vormt dat het overwegen van nieuwe toepassingen waard is.
3.7 Van spelsituatie naar verwerkelijking (stap 7)
Hoe kan een concrete utopie in werkelijkheid worden omgezet? Een inspirerend voorbeeld vormen de stadia waarin het milieubesef in concrete acties werd omgezet. Het eerste begin vond plaats in de vorm van het boek Silent Spring van Rachel Carson. (Hamondsworth: 1962). Carson schreef over de doodstille lente in een streek waarin met behulp van chemicaliën insecten waren gedood en tevens vele andere levende wezens waren uitgestorven. Een lichtgewicht boek, met achterin voorzien ruim dertig bladzijden vol zwaargewicht bronvermeldingen. Tot de beginperiode behoort ook het bericht over de auto waarin een minister in de Verenigde Staten vanaf zijn departement tot het kantoor van de president reed omdat hij zijn ontslag moest indienen. Het verblijf in die auto vormde een aantal uren waarin hij geheel op eigen initiatief alsnog een aantal beleidsbeslissingen kon nemen zonder toezicht van hogere instanties. Die minister vaardigde de wet op de milieu-effect rapportage uit, het begin van de regeling op grond waarvan beleid met consequenties voor het beleid aan evaluatie vooraf werd onderworpen. Gaandeweg kreeg het milieubeleid meer vorm en meer impact.
In ons land was een onderdeel van deze ontwikkeling een Maatschappelijke Discussie Energiebeleid. De analytische verslagen van de controversezittingen gehouden in het kader van de informatiefase in 1982 maken duidelijk dat het om een Brede Maatschappelijke Discussie ging.
In 2014 zijn in de Verenigde Staten en andere Westerse landen de wettelijke regelingen van de omgang met het milieu niet meer weg te denken. Daarnaast zijn voor tal van verdere terreinen in de samenleving bepalingen uitgevaardigd om de rechten van betrokkenen te waarborgen. Denk met name aan de opkomst van het begrip duurzaamheid ook buiten het milieu, gebaseerd op solidariteit tussen generaties.
Het voorgaande schetst een proces in fasen, dat model staat voor concrete utopieën vanaf hun publicatie tot aan de grens van hun gebleken realiseerbaarheid. Een model, dat in onze huidige tijd nog steeds richting aan ons denken en handelen ter zake geeft en dis in de komende decennia nog steeds zal doen.
4. Het stappenschema nader bekeken
Wie met het stappenschema aan de gang gaat, doet eerst een keuze met betrekking tot het niveau. Stel, dat de voorkeur uitgaat naar het lichtgewicht niveau. Dan moeten de in te schakelen bronnen op dit niveau zijn aangepast. Als voorbeeld van een lichtgewicht boek noem ik De eeuw van mijn vader van Geert Mak (1999). Stel, dat leerlingen uit het voortgezet onderwijs werkstukken op dit niveau gaan schrijven. Dan bieden www.Negentiende/Eeuw en www.Twintigste/Eeuw veel aanknopingspunten voor het vinden van nadere informatie.
Wie op halfzwaar niveau aan de slag wil gaan, kan wat het niveau van de literatuur aangaat De verdwijnende hemel van H.W. von der Dunk nemen (twee delen). Het eerste hoofdstuk van deel I biedt ‘Een terugblik op de Negentiende Eeuw’. Stel, de keuze valt op het ‘Gouden Eeuw Generatie Spel’ op halfzwaar niveau. In dat geval is The Embarrassment of Riches van S. Schama (1987) aan te raden. In onze 17e eeuw constateerden onze landgenoten tot hun blijde verbazing dat zij in een gouden tijdperk waren beland. Op vergelijkbare wijze kwamen wij Nederlander in de periode 1945 tot 2000 tot de ontdekking dat een gouden eeuw nieuwe stijl was ontstaan. Helaas volgde op deze gouden eeuw een economische recessie. Kunnen wij omtrent 2014 opnieuw een gouden eeuw nieuwe stijl ontwerpen en verwerkelijken? Het is te verwachten dat op halfzwaar niveau op basis van het stappenplan heel wat lezingen in bijeenkomsten van verenigingen en soortgelijke organisaties zullen plaatsvinden.
Tot slot een blik op toepassingen van het stappenplan op zwaar niveau. Kenmerkende literatuur biedt om te beginnen het reeds genoemde boek van Kotlikoff & Burns over The Clash of Generations. Een leerboek over generatierekenen biedt Generational Accounting van Kotlikoff (1992). Verder verdient de aandacht Hope and Memory: Lessons from the Twentieth Century van Todorov (2003). In een epiloog bespreekt Todorov ‘The next hundred years’.
Bij toepassingen op elk van de drie niveaus biedt het patroon van generaties en zijn dynamiek onmisbare achtergrondinformatie. Het stappenplan kan op lichtgewicht wijze worden toegepast. Indien de situatie dit wenselijk maakt kan ook op halfzwaar of zwaar niveau met het stappenplan gewerkt worden.
5.Slotbeschouwing
Conclusies
Deze Minigids maakt duidelijk dat het mogelijk is gebleken het denken in termen van concrete utopieën van een set technieken te voorzien die is afgestemd op zwaargewicht benaderingen doch waarbij lichtgewicht en halfzwaargewicht benaderingen op een selectie kunnen worden gebaseerd.
Verder is duidelijk geworden dat het patroon van generaties en zijn dynamiek kan worden toegepast om concrete utopieën van een kader te voorzien.
Bij dit alles is het mogelijk gebleken om de viering van 200 jaar Koninkrijk aan een historische dimensie te helpen door concrete utopieën gebaseerd op generatiebewust beleid naar voren te brengen.
Discussie
In 2014, 2015 en daarop volgende jaren zullen telkens weer onverwachte gebeurtenissen hun invloed doen gelden. Dit betekent dat een set technieken geen afgerond geheel kan vormen en dus aanvullingen noodzakelijk zullen zijn.
Verder verdient onze aandacht het feit dat in de komende jaren situaties in de samenleving steeds complexer zullen worden. Als gevolg van ICT-innovaties. Als gevolg van toenemende internationalisering. Als gevolg van de opmars van de maatschappelijke generaties met hun onderlinge verschillen onder meer dat vaardigheden in de sfeer van de ICT-hantering aangaat.
SAMENVATTING
In de komende twee jaar zullen de viering van twee eeuwen Koninkrijk en de verkenning van de decennia daarna heel wat analyses en discussies vereisen. Gelukkig staan een aantal vergelijkbare studies ter beschikking. In deze Minigids zijn deze samengevat en in komende Webpamfletten zal dit betoog worden aangevuld. Verder is een aanpak uitgewerkt waarmee de doelstellingen van de viering van tweehonderd jaar Koninkrijk vallen te realiseren.
Startpunt voor de minigids is het boek Een nieuwe Staat, uitgebracht in 2013. De eerste hoofdstukken behandelen de conflictrijke decennia aan het begin van het nieuwe koninkrijk. Het boek biedt verder studies over de belangrijkste sectoren van de samenleving vanaf 1813. De studies over deze sectoren vallen aan te vullen met behulp van historische overzichtspublicaties.
Vanaf 1910 komt de gang van zaken in ons land in beeld vanuit het patroon van generaties en zijn dynamiek. De Vooroorlogse Generatie (1910-1930) herbergt de oudste thans nog levende inwoners van ons land. Vanaf 1910 verschaft de literatuur over generaties een uitgebreid overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving.
Mede op basis van deze informatie biedt de minigids een stappenschema om campagnes te bestuderen die op realistische wensdromen zijn gebaseerd. Het gaat om ‘concrete utopieën’. Wat waren de doelstellingen aan het begin van de campagne? Welke middelen zijn ingezet? Het gaat om campagnes die op het land als geheel of op onderdelen daarvan waren gericht.
Met deze informatie als uitgangspunt kan het stappenschema goede diensten bewijzen bij het ontwerpen en verwerkelijken van realistische wensdromen voor de komende decennia.
Bij het bestuderen van campagnes uit het verleden en inspelen op campagnes in de komende decennia is het noodzakelijk om onderscheid te maken tussen drie niveaus. In de eerste plaats lichtgewicht studies. Ten tweede halfzwaargewicht studies. In de derde plaats zwaargewicht studies. Opdat zowel lichtgewicht lezers als halfzwaargewicht en zwaargewicht lezers voldoende worden aangesproken. Indien wensdromen alleen in een lichtgewicht publicatie naar voren worden gebracht gaan halfzware en zware lezers deze kritiseren.
Bij het aan de slag gaan met realistische wensdromen is serious gaming een bijzonder bruikbare methode. Zij verschaft een geheugensteun, goede communicatiemogelijkheden en een stimulans voor innovaties. In de minigids en in ondersteunende publicaties is in dit verband het Gouden Eeuw Generatie Spel ontwikkeld. Wij zijn nog steeds trots op de gouden periode in onze 17e eeuw. De periode 1945 tot 2000 heeft in Nederland een gouden eeuw nieuwe stijl tot ontwikkeling gebracht. Hoe zou in de komende decennia opnieuw een gouden nieuwe stijl gerealiseerd kunnen worden.
Als onderdeel van serious gaming zijn met name de wetenschapsrechtbanken van belang. Onder de naam controversezittingen zijn in ons land in het verleden goede resultaten met deze aanpak bereikt. Ook SWOT-analyses (strengths, weaknessen, opportunities, threats) verdienen in dit verband toepassing.
Wij zouden er goed aan doen om in het kader van de viering van twee eeuwen Koninkrijk gebruik te maken van de methoden die in de minigids beknopt worden weergegeven?
Lezinghouders in verenigingen en soortgelijke vormen van samenwerking.
Opstellers van werkstukken etc. in VWO, hoger en universitair onderwijs.
Trainers in cursussen die maatschappelijke ontwikkelingen in de beschouwing betrekken.
Organisatoren van campagnes zoals Brede Maatschappelijke Discussies.
Belangstellende leden van de samenleving op eigen initiatief.
Grote bekendheid geniet de uitspraak van Swaab: Wij zijn ons brein. Op vergelijkbare wijze heeft ook de uitspraak: Wij zijn onze generatie realiteitswaarde. Het lidmaatschap van een bepaalde generatie kan je tot geluksvogels maken. Maar het kan je ook in de rol van pechvogels dwingen. Deze plaatsbepaling is echter niet toekomstbestendig. Na enige tijd kan een geluksvogels alsnog in de rol van pechvogel belanden. Omgekeerd kan een pechvogel even later geluksvogel worden.
Het rekening houden met dergelijke ontwikkelingen is noodzakelijk bij het ontwerpen en verwerkelijken van samenlevingshervormingen. Hierbij komen concrete utopieën in beeld.
@ Becker Januari 2014
REFERENTIES
Becker, H.A. (2013). Generaties van Geluksvogels en Pechvogels: Strategieën van assertief opgroeien, actief ouder worden en intergenerationele solidariteit tot 2030. Amsterdam: Rozenberg Publishers. Paperback en E-book. ISBN 978 90 0275 9. Het boek is ook in het Engels verschenen: Generations of Lucky Devils and Unlucky Dogs.
Arrighi, G. (1994). The Long Twentieth Century: Money, Power, and the Origins of Our Times.
Becker, H.A. (1997). Social Impact Assessment: method and experience in Europe, North America and the Developing World. London: UCL Press.
Becker, H.A. & F. Vanclay (2003). The International Handbook of Social Impact Assessment: Conceptual and Methodological Advances. Cheltenham: Edward Elgar.
Carson, R., (1962). Silent Spring. Harmondsworth: Pengin Books.
Donkers, J. (2004). De Tweede Amerikaanse Eeuw. Amsterdam: Uitgeverij Atlas.
Dunk, H.W. von der. (2000). De verdwijnende Hemel: Over de cultuur van Europa in de twintigste eeuw. Twee delen. Amsterdam: Meulenhof.
Hobsbawm, E. (1994). Een eeuw van uitersten: De twintigste eeuw 1914-1991. Amsterdam: Het Spectrum.
Kennedy, P. (1993). De Wereld in een nieuwe eeuw: Preparing for the Twenty-First Century. Amsterdam: Meulenhoff.
Kotlikoff, L.J. & S. Burns (2012). The Clash of Generations: Saving Ourselves, Our Kids and Our Economy. Cambridge Mass.: The MIT Press.
Mak, G. (1999). De eeuw van mijn vader. Amsterdam: Uitgeverij Atlas.
Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk (2013). Nieuwsbrief 1
Schama, S. (1987). The Embarrassment of Riches: An Interpretation of Dutch Culture in the Golden Age. New York: Alfred A. Knoff.
Schnabel, P. (2013). Van Paars-2 naar Rutte-2. Afscheidsrede. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Sociaal en Cultureel Planbureau (2010). Wisseling van de Wacht: Generaties in Nederland. Den Haag: SCP
Stuurgroep Maatschappelijke Discussie Energiebeleid (1987). Analytische verslagen van de Controversezittingen gehouden in het kader van de Informatiefase. Den Bosch: Malmberg.
Swaab, D. (2010). Wij zijn ons brein: van baarmoeder tot Alzheimer. Amsterdam: Uitgeverij Contact.
Todorov, T. (2003). Hope and Memory: Lessons from the Twentieth Century. Princeton: Princeton University Press.
©Henk A. Becker, 2014