NOS ~ Witte handel in zwarte mensen

Elk jaar op 1 juli vieren we het einde van de slavernij. Wat gebeurde er precies en welke rol speelde Nederland in deze pijnlijke geschiedenis? In deze special een terugblik op ruim 200 jaar trans-Atlantische slavernij.

Nederland actief in de slavenhandel
Het is een bittere geschiedenis, de ruim twee eeuwen waarin Nederland actief is in de trans-Atlantische slavernij.

Het begint in de 17e eeuw als Nederland zich mengt in de strijd met andere Europese landen om rijkdom en winst te vergaren via koloniën in Noord- en Zuid-Amerika.
De Spanjaarden en Portugezen hebben dan al diverse koloniën gesticht in de Nieuwe Wereld en verschepen tot slaafgemaakte Afrikanen vanuit de kust van West-Afrika om op de grootschalige suiker-, koffie- en katoenplantages te werken. De oorspronkelijke bevolking wordt niet geschikt gevonden voor dit zware werk en is bovendien voor een deel door de kolonisten uitgeroeid.

Als de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) in 1630 een deel van Brazilië verovert op de Portugezen, krijgt Nederland ook belangstelling voor de Afrikaanse slavenhandel.
De WIC verovert in 1637 een belangrijk bastion in West-Afrika op de Portugezen: fort Elmina in Ghana. Vanaf dat moment hebben de Nederlanders een machtsbasis op het Afrikaanse continent, waarvandaan ze kunnen meedoen aan de georganiseerde slavenhandel.

De Nederlanders verschepen zo’n 600.000 Afrikanen, 5 procent van het totaal van naar schatting 12 miljoen die tussen de 15e tot de 19e eeuw door de Europeanen als slaaf worden verhandeld.
Morele bezwaren zijn er nauwelijks. Terwijl slavernij in West-Europa verboden is, wordt de trans-Atlantische slavernij met de Bijbel in de hand verdedigd.

Ga naar: https://lab.nos.nl/projects/slavernij/index.html