Vertrouwen

‘Wat mij gister overkwam’, grijnst Peter, ‘kom ik uit het café, denk ik, toch nog maar een broodje.’
De vaste tafel kan het zich voorstellen.
‘En dus moest ik pinnen.’
Hij pakt zijn shag.
‘Pak ik die zeventig euro, hoor ik, geef maar hier. Staan er twee jongens naast me. Zag direct dat het geen praters waren.’
Het shagje is klaar.
‘Terwijl ik het geld geef, zeg ik, shit man, wilde net nog een pilsje halen. Kijkt een van die jongens me aan en zegt, hier. En geeft het briefje van 20 euro terug.’
‘Meen je niet’, zegt Harm.
Peter lacht.
‘Was wel een goeie jongen volgens mij. Hij zei nog sorry toen ie wegliep.’