7 februari 1941

Een stille week vol kou, snijdende wind. Dit jaar duurt de winter lang. Het zal voor arme mensen moeilijk zijn, want kolen zijn moeilijk te krijgen. Mijn broer moest zijn kolen (vijf zakken) zelf halen op de fiets. Ja, de tijden zijn veranderd. Tegenwoordig is niet de klant koning maar de winkelier.

De kinderen eten veel brood. Ik zou nooit uitkomen als ik niet elke week bonnen kreeg voor twee broden. Ook mijn schoonmoeder stuurt er af en toe een paar die ze van kennissen krijgt die weinig brood eten. En ik krijg bonnen van een buurvrouw wier man we ervan verdenken pro-Duits te zijn. Hij tolkt voor Duitse officieren, ik heb hem een keer met hen gezien en soms staat er een Duitse auto voor de deur. Met die vrouw maak ik af en toe een praatje. Ze is gesloten, op zichzelf. Terloops vroeg ze me of ik veel kopzorgen heb over de bonnen. Ik zei: ‘Ja, met brood is het een heel gedoe.’ Sindsdien gooit ze elke zaterdag broodbonnen door de brievenbus.
Ik vind dat heel aardig, maar toch benauwt het me. Want zij weten dat wij Joden zijn en zij sympathiseren met Duitsland. Of is zij alleen pro-Duits en geen NSB’er? Er zijn ook NSB’ers die het Joodse vraagstuk een schande vinden. Of heeft ze medelijden met ons en heel andere ideeën dan haar man? Ze is zonderling en je zou het je bij haar kunnen voorstellen. Of maakt ze zichzelf diep in haar hart verwijten dat het zover is gekomen en wil ze mij zo haar sympathie laten blijken?
Ik schaam me ervoor bonnen van haar aan te nemen, maar Coen zegt: ‘Ze weigeren zou een belediging zijn, je weet toch niet precies hoe het zit. Tussen pro-Duits en Jodenhaat bestaat een groot verschil. Deze vrouw vindt vast en zeker dat de Joden onrecht wordt aangedaan en wil op haar manier de schuld lenigen die haar geen rust geeft.’
Ik schaam me ervoor, voel me er eerloos bij. Maar omdat ik vogelvrij ben, moet ik de judasbonnen wel aannemen, beledigen mag je deze mensen niet. Ze kunnen ons schade berokkenen.

In Hilversum schijnt een soldaat die op wacht stond op slinkse wijze te zijn beschoten. Omdat de dader ontkwam en zich niet meldde, werden er 35 burgers gearresteerd, onder wie enkele artsen. Een laffe daad, nu moeten onschuldige mensen ervoor boeten. Als hier in Amsterdam alles maar rustig blijft. Gebeurt er wat, dan moeten Joodse mensen er ongetwijfeld voor boeten. Daarom vind ik zulke daden verschrikkelijk en verafschuw ik ze. Niemand heeft er profijt van, ze richten alleen maar veel schade aan.