Bonnot in beeld – De Autobandieten in fictie
De geschiedenis van de Autobandieten, de groep gewelddadige anarchisten die in 1911 en 1912 Parijs en daarmee Frankrijk in paniek bracht – zie het korte historische overzicht op Rozenberg Quarterly – zorgde voor tientallen studies naar de sensationele gebeurtenissen tijdens de Belle Époque.
Blijkbaar spraken de gebeurtenissen enorm tot de verbeelding want ook in de populaire cultuur is decennia later de erfenis van de Autobandieten terug te vinden.
Het was een middelmatige hit, maar ook een middelmatig nummer: de single La Bande à Bonnot van de Franse chansonnier Joe Dassin, verschenen in het kielzog van de speelfilm La Bande à Bonnot, uitgebracht in 1968. Blijkbaar maakten de Autobandieten toen nog steeds de tongen los, in ieder geval van het ridicule dameskoortje in het nummer van Dassin, die trouwens zelf ook met een misplaatst soort vrolijkheid de daden van de anarchisten bezingt.
De versie die het Franse rockduo Orange Macadam in 2008 (!) van hetzelfde nummer maakte, ligt aanzienlijk beter in het gehoor.
Speelfilm
De speelfilm La Bande à Bonnot uit 1968, geregisseerd door Phillie Fourastié, verdient geen Oscar, zelfs geen vijf sterren, maar acceptabel is de film toch wel. Acteur Bruno Cremèr is te zien als Jules Bonnot (later speelde Cremèr Maigret in de gelijknamige tv-serie uit de jaren negentig), de rol van Raymond Callemin wordt, heel verrassend, gespeeld door Jacques Brel, zijn tweede filmrol ooit. Brel schreef ook de muziek voor de film. Actrice Annie Girardot speelt een van de vrouwen in de groep rond de Autobandieten. Of de film ooit in Nederland is vertoond is niet meer te achterhalen. Wel in België, waar het volledig uitgeschreven filmscenario met dialogen, verscheen in een luxueuze boekenreeks getiteld Filmclub, waarin scenario’s van films werden gepubliceerd: Alexandre le Roi, De bende van Bonnot (uitg. Walter Beckers, Kalmthout-Antwerpen, z.j. waarschijnlijk 1968).
De film geeft een overtuigend sfeerbeeld van het illegalistische milieu van anarchistische activisten rond 1911. Op kleding en haardracht van de acteurs is nog wel iets af te dingen: een tikkeltje te veel jaren-zestig, alsof aansluiting gevonden moest worden met de revolutionaire sfeer in Parijs in de meidagen van 1968.
De acties van de Autobandieten – voor zover te beoordelen – zijn waarheidsgetrouw in beeld gebracht, al is niet gefilmd op de exacte, nog bestaande locaties van de gebeurtenissen.
Bovendien toont de film nogal wat anachronismen. Zo zijn er vuurwapens en bewegwijzering te zien die in 1911 nog niet bestonden en een lied dat door de bandieten wordt gezongen werd pas in 1936 gecomponeerd.
Bioscoopscène
Een gemiste kans is een scène in een bioscoop, waar Bonnot en zijn vrienden een Amerikaanse gangsterfilm bekijken, The Gangsters and the Girl. Weliswaar is deze gebaseerd op de belevenissen van de Autobandieten, maar de film dateert uit 1914. Toen waren de meeste leden van de bende al lang om het leven gekomen of geëxecuteerd.
Authentieker zou zijn geweest wanneer de regisseur de bendeleden in de bioscoop naar een contemporaine film over henzelf had laten kijken. Dat had gekund met de korte speelfilm L’Auto grise uit april 1912, gebaseerd op de overvallen van de Autobandieten. Deze film biedt een nauwkeurige reconstructie van de gebeurtenissen. In mei 1912 maakte regisseur Victorin Jasset een tweede film over hetzelfde onderwerp, Hors la loi. Beide films voegde hij later samen tot Les Bandits en automobile. Jasset gebruikte weliswaar niet de daadwerkelijke locaties voor zijn film, maar benadert wel de werkelijkheid. Zo werd de garage waar Bonnot werd belegerd exact nagebouwd. Op Youtube is de film in zijn geheel te zien.
Romans
Het boek La Bande à Bonnot (1968) van de Franse auteur Bernard Thomas is een gefictionaliseerde versie van de geschiedenis van de Autobandieten. De roman is niet in het Nederlands vertaald, wel in het Duits: Anarchisten, Ein Bericht (1970). Thomas verzon natuurlijk de dialogen, maar de historische lijn houdt hij correct aan. De roman In Ogni Caso Nessum Rimorso (1994) van de Italiaanse schrijver Pino Cacucci, in het Engels vertaald als Without a Glimmer of Remorse (Read and Noir Books, 2006), volgt op vergelijkbare wijze de historie, maar leest een stuk minder makkelijk.
Aan deze twee romans ging lang daarvoor een eerste geromantiseerde versie van het verhaal van de Autobandieten vooraf. De Nederlandse anarchistische propagandist Anton Constandse publiceerde in 1935 De Autobandieten, nog steeds het enige in Nederland gepubliceerde boek over de groep. Het verscheen bij de BOO te Zandvoort, de Bibliotheek voor Ontspanning en Ontwikkeling van anarchistisch uitgever Gerhard Rijnders. De BOO gaf sociale romans uit, populair wetenschappelijke titels en anarchistische teksten.
Dat Constandse voor de romanvorm koos, lag in het verlengde van de opzet van de BOO: goedkope, leesbare boeken voor iedereen. Een roman was voor veel lezers toegankelijker dan een biografie, een beschrijving van arbeidsomstandigheden of en verhandeling over sociale strijd.
Constandse weet de sfeer in het Franse anarchistische milieu goed te schetsen, iets waar zeker degelijk studiewerk aan ten grondslag moet liggen. Ondanks de daden van de Autobandieten, weet hij enige sympathie op te wekken voor een aantal leden van de groep, zoals voor de jonge Carouy, die vogeltjes kocht op de vogelmarkt, om ze vervolgens los te laten. Hij beschrijft glashelder het tragische element in de geschiedenis: in beginsel waren het goeie jongens en met hun ideeën was in oorsprong niets mis, maar overmoed en onbezonnenheid droegen bij tot hun gewelddadige ondergang.[1]
Strips
Een waarheidsgetrouwe weergave van het anarchistische wereldje ontbreekt in de strip La Bande a Bonnot van de Spaanse makers Clavé en Godard, in het Duits verschenen als Viel Blut für teures Geld (Karin Kramer Verlag 1990). De strip is een mooi filmisch verslag van de affaire, het leest als het storyboard voor een film. Auto’s, gebouwen en straatscènes zijn tot in detail perfect getekend, maar de personages blijven afstandelijke, kartonnen figuren.
Dat geldt ook voor het stripverhaal Geen god, geen meester. Een avontuur van de Tijgerbrigades van Harald Kivits (2006). Deze bewerking van een aflevering van de Franse televisieserie Les Brigades du Tigre, is gebaseerd op een door de Franse premier Georges Clemenceau (1841-1929) – bijgenaamd Le Tigre – ingestelde politie-eenheid die recht en orde moest herstellen in het Frankrijk van begin vorige eeuw. In werkelijkheid heeft de Tijgerbrigade van Clemenceau nooit tegenover de Autobandieten gestaan.
Chansons
Het koortje bij Joe Dassin mag dan lekker doorzingen, in de chansons die de Franse kunstenaar, schrijver, trompettist en jazzcriticus Boris Vian (1920-1959) over de Autobandieten schreef, gaat het er een stuk filosofischer en socialer aan toe. Vian zong de chansons op de elpee La Bande à Bonnot niet zelf, maar de nummers werden op muziek gezet door Louis Bessières en verschenen in 1975 op elpee, in een prachtige uitklaphoes met illustraties uit de strip van Clavé en Godard. Voor Vian zijn de Autobandieten niet een stel nietsontziende criminelen, maar hij plaatst hun geschiedenis juist in een sociale context. Zijn boodschap is duidelijk: de maatschappij is de oorzaak van hun acties. Het nummer L’enfant de Bonnot illustreert dat.
Boris Vian: De jeugd van Bonnot
In zijn doodsstrijd beleeft een man zijn verleden,
in de heldere ogen van zijn hond die naast hem sterft,
In 1881, hij was toen vijf jaar, kende hij verdriet om de dood van zijn moeder,
en zijn vader sloeg hem zonder reden keer op keer,
zijn afkeer tegen onrechtvaardigheid werd alleen maar groter,
Zonder de minste tederheid,
zonder de geringste tederheid,
groeide hij op als onkruid dat gewied wordt tussen de stenen,
Zo ging hij door zijn kindertijd,
en vermoedde al dat om zich te verdedigen, zijn blote handen
niet voldoende waren,
Geen enkele onderwijzer begreep hem,
zelfs niet een beetje,
probeerden niet de oorzaken te kennen
waarom hij zo’n ongelukkige indruk maakte,
Men zei al tegen hem: ‘Je moet niet teveel praten…’
‘Het is niet goed dat je hardop zegt wat je denkt,’
De eerste knokpartij,
de buurman die hem verlinkt,
de smerige fabriek en het afgestompende werk,
De tijd van woede,
Toen soldaten schoten op een menigte die betoogde
op een eerste mei,
Wat voorafgaat is niet genoeg om hem te excuseren,
maar men vindt toch een verklaring voor zijn wandaden,
dat in een onrechtvaardige maatschappij,
waarin de vrijheid wegkwijnt,
De maatschappij heeft de criminelen die zij verdient.
– Vertaling chanson: Dick Gevers
Noot:
[1] In 2010 werd het boek van Anton Constandse opnieuw uitgegeven, met een nieuwe, heldere inleiding waarin Dick Gevers de Autobandieten in hun historische en sociale context plaatst: Anton Constandse, De Autobandieten, Kelderuitgeverij/De Vooruitgang 2010, ISBN 9789079395040.