Buitenstaander en Bondgenoot ~ Knelpunten en verbeteringen

No comments yet

Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

In ons onderzoek hebben we nadrukkelijk gekozen voor het perspectief van portiers. Tot nu toe hebben we hun ervaringen met en visie op de ‘deurproblematiek’ beschreven. Meer en minder aangename aspecten van hun werk als portier op en rond de twee drukste Amsterdamse uitgaanspleinen zijn aan bod gekomen. Wat vinden portiers nu zelf de belangrijkste knelpunten in hun werk en welke verbeteringen zouden zij wensen? Bij deze vragen laten portiers niet gauw het achterste van hun tong zien. Portiers neigen nog wel eens tot een afwachtende houding; de zaken zijn nu eenmaal zo geregeld. Eerst zien, dan geloven, zo is hun adagium. Maar als benadrukt wordt dat we nu juist hun mening willen horen, branden ze alsnog los.

Sommige suggesties en opmerkingen noemen we hier kort, maar laten ze verder buiten beschouwing, omdat ze te ver afstaan van het onderwerp van ons onderzoek, praktisch niet uitvoerbaar zijn en/of de lokale situatie overstijgen. Een voorbeeld hiervan zijn pleidooien voor het legaliseren van drugs bijvoorbeeld. Waarom niet accepteren dat mensen drugs gebruiken in het uitgaansleven, zo vragen sommigen zich af. Want alcohol, dat je overal kunt kopen, is immers pas echt de grote boosdoener. Een ander voorbeeld betreft de opmerking van verschillende portiers dat mensen die zijn opgepakt langer zouden moeten worden vastgehouden door de politie. Soms zijn er praktische tips, die ook in het portiersoverleg ingebracht kunnen worden. Zo zou een van de portiers het toejuichen dat glaswerk, asbakken, kaarshouders, bestek en dergelijke na 02:00 uur ’s nachts niet meer op terrastafels mogen staan. Bij calamiteiten worden deze voorwerpen vaak als eerste van de tafel gegrist om mee te gooien.

Beleid en praktijk

De samenwerking tussen de partijen verloopt (in theorie) weliswaar wat beter, maar de praktijk is vaak weerbarstig. Beleidsmakers, politie, horeca en portiers overleggen wel met elkaar, maar de veranderingen gaan traag. Bovendien, als het om bestuursrechtelijke issues gaat, realiseren de portiers zich dat ze net als de politie ondergeschikt zijn aan de richtlijnen van justitie en gemeente. Overigens zeggen de portiers dat de Amsterdamse politie op het uitvoerende niveau hen wel begrijpt. Maar wat betreft de hogere echelons vinden ze de empathie voor de positie van portiers zwak. Hoewel er positieve besprekingen en projecten zijn gestart met de gemeente en de politie, vrezen veel portiers dat er op termijn weinig resultaten zullen worden geboekt. “De goodwill is er wel, maar er hoeft maar iets te gebeuren of alles ligt weer plat.” De portiers vinden dat ze in een spagaat zitten. Enerzijds worden ze door de gemeente en politie steeds meer als bondgenoten gezien en bij nieuwe plannen betrokken, anderzijds voelen ze dat ze buitenstaanders blijven.

Behoefte aan bescherming
Een heet hangijzer voor portiers is de op handen zijnde nieuwe wetgeving, waarbij agenten, ambulancepersoneel en andere hulpverleners strafrechtelijk beter beschermd zullen worden tegen agressie van burgers. Veel portiers ervaren het als onrechtvaardig dat zij hierbij buiten de boot vallen. Zij vinden dat het geweld tegen hen wordt onderschat en nazorg ontbreekt. Naar hun mening heeft de maatschappij meer voeling voor slachtoffers, belaagde agenten en hulpverleners, dan voor portiers. Wie als ‘lange arm’ van de politie de kolen uit het vuur mag halen, verdient in hun optiek meer wettelijke bescherming. Waarom, vragen ze zich af, is er een andere strafeis verbonden aan het beledigen of verwonden van een politieagent dan in het geval van een portier? Veel portiers hebben het gevoel dat zij niet genoeg worden beschermd, terwijl zij toch ook een publieke functie bekleden. In plaats daarvan worden portiers naar hun mening te pas en te onpas aangeklaagd wegens buitenproportioneel optreden.

Portierspas en de persoon erachter
Een andere bron van zorg en irritatie blijft het gesteggel over de portierspas. Het verkrijgen en behouden van een portierspas is voor veel dienstdoende portiers heel belangrijk. Maar over de status van het horecaportiersdiploma (anders dan het beveiligersdiploma) wordt vaak laagdunkend gedacht. Het behalen van het diploma volgt na een succesvol praktijk- (rollenspel) en theorie-examen. Toch biedt het behalen van het diploma volgens de portiers nog geen garantie voor kwaliteit. De exameneisen vinden ze in de afgelopen jaren eerder soepeler dan strenger geworden. Vooral het rollenspel in het praktijkexamen zou een ‘lachertje’ zijn omdat het helemaal niet strookt met de realiteit.

In verband met de driejaarlijkse pasverlenging worden portiers opnieuw gescreend. Eventueel kunnen ze ook nog voor een gesprek worden uitgenodigd. De ‘bureaucratische rompslomp’ van de aanvraag en verlenging neemt ongeveer 4-6 weken in beslag. Portiers moeten er dus rekening mee houden dat ze de nieuwe pas op tijd aanvragen. Bij het aannemen van een nieuwe portier moet de werkgever eerst het antecedentenonderzoek van de politie afwachten. Er is veel onbegrip over de dreiging van intrekking van de pas bij aangiften tegen portiers. Hoewel dit in de praktijk maar een paar keer per jaar voorkomt, houdt het de gemoederen bezig bij de andere portiers. Ook mannen met een ‘portiershart’ die al jarenlang aan deur staan, ontkomen niet altijd aan een handgemeen of aangifte tegen hen. Wat vooral grieft is dat portiers al snel in de hoek van agressor worden gedrukt en er nauwelijks wordt gekeken naar de persoon achter de portier. Ze vinden dat op dit punt meer samenwerking moet komen tussen portiers, horeca, gemeente en de politie. Ook de relatie tussen het portiersgilde en de bestuurlijke politiezorg (BPZ) moet beter. De afdeling die de passen verstrekt of inhoudt, heeft vaak geen sjoege van de deurproblematiek, zo luidt de kritiek. Portiers hebben het gevoel dat de constante dreiging van de intrekking van hun portierspas als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt. Vooral de periode tussen de aangifte en afhandeling van de zaak vinden ze frustrerend en zorgt voor veel onzekerheid. In de ogen van portiers zouden ze samen met politie en bestuurlijke politiezorg meer één front moeten vormen, maar door de toonzetting van de brief (in de trant van ‘wij hebben het voornemen uw pas in te trekken wegens verdenking van een strafbaar feit’) voelen zij zich eerder tegen- dan medestander. Of zoals een van de portiers het zegt: “Opeens ben je een verdachte, terwijl je vorige week samen nog die lastige knul hebt afgevoerd.”

Aantasting privacy bij aangifte
Als een portier aangifte doet moet zijn werkadres en privéadres worden vermeld. Ook degene tegen wie de aangifte is gericht krijgt een kopie en is zodoende op de hoogte van het adres van de portier. Dit verhoogt bij hen de drempel om aangifte te doen. Portiers zouden liever willen dat hun adres uit privacyoverwegingen en/of mogelijke represailles anoniem blijft. Waarom kan niet alleen de naam van de club of het bedrijf waarvoor je werkt op de aangifte staan?

Meer bevoegdheden
De portiers vinden dat ze soms te lang moeten wachten op de politie voordat ze een lastpak kunnen overdragen. Tot die tijd moeten ze de persoon in bedwang houden. Handboeien zouden helpen, hoewel wettelijk niet toegestaan. Verschillende portiers stellen voor om enkele ervaren portiers speciaal op te leiden tot BOA (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar). Het voordeel hiervan is dat ze bij ongeregeldheden (ook doordeweeks) soms sneller dan de politie kunnen ingrijpen en mensen in de boeien mogen slaan. Onder Amsterdamse porties gaat het verhaal dat een dergelijke proef met mobiele portiers elders in Nederland al met succes wordt toegepast.

Meer afstemming met de regionale politie
Agenten uit andere korpsen die in het weekend komen assisteren op de beide Amsterdamse pleinen, moeten volgens de portiers beter worden geïnstrueerd over de uitgaansproblematiek. Daarnaast hebben portiers het gevoel dat de regiopolitie hen niet serieus neemt. Omdat er vrijwel elke week nieuwe agenten staan, is het onmogelijk een vertrouwensband op te bouwen. Het zou voor de portiers al een stuk schelen als de agenten zich aan het begin van de avond kort even komen voorstellen. Portiers hebben best begrip voor het feit dat er in het weekend bij de Amsterdamse politie niet voldoende capaciteit is. Het zou in hun ogen een verbetering zijn als er meer uniformiteit zou komen tussen de werkwijze van Amsterdamse agenten en die van de regiopolitie.

Meer investeren in portiers
Breed gedeeld is de opvatting dat horecaondernemers en de beveiligingsbranche moeten blijven investeren in (het zoeken naar) goede portiers. De negatieve beeldvorming berust helaas nog te vaak op hardnekkige verhalen. Er valt in deze branche daarom nog veel te winnen. De verbetering van het imago zou de hele branche ten goede komen. Ook horeca-eigenaren onttrekken zich soms te gemakkelijk aan de deurproblematiek. Lang niet elke ondernemer toont begrip voor portiers.

Discriminatie
Portiers worden naar hun mening te snel van discriminatie beschuldigd. Het evenwicht is volgens hen zoek. Stappers die zich gediscrimineerd voelen, kunnen hun beklag doen bij het Panel Deurbeleid van de gemeente Amsterdam. Portiers vinden dat beleidsmakers te weinig inzicht hebben in het nachtleven en in de omstandigheden waaronder portiers moeten werken. Er wordt naar hun mening te weinig rekening gehouden met hun afwegingen om bepaalde personen of lastige groepen te weigeren. De selectie van bezoekers wordt mede afgestemd op de visie en wensen van de horecaondernemer. Het is daarom te kort door de bocht om te stellen dat geweigerde bezoekers worden gediscrimineerd.

Belangenorganisatie voor portiers?
Sommige portiers vinden dat de beroepsgroep ook de hand in eigen boezem moet steken. Een van hen zegt: “Portiers zijn redelijk eensgezind als ze aan de deur staan, maar daarbuiten zijn ze vaak heel egoïstisch.” Niet iedereen voelt zich geroepen om bijvoorbeeld naar een portiersoverleg te gaan en daar zijn zegje te doen. Portiers hebben geen belangenorganisatie. Of portiers zich zouden moeten verenigen, daarover wordt verschillend gedacht. Er zijn portiers die hun bedenkingen hebben. Waar moet de belangenorganisatie worden ondergebracht? En moet dit niet landelijk worden geregeld? Een ander probleem is dat de praktijk en aanpak per stad soms heel verschillend is. In Den Haag bijvoorbeeld staan portiers voor de deur zonder papieren of pasje. Ook zijn er portiers die vinden dat hun denkwijze en opvattingen over het werk zo verschilt van die van anderen, dat ze zich niet meteen solidair voelen. De voorstanders vinden dat een belangenorganisatie op termijn wenselijk is. Hun verwachting is dat het moeilijk zal zijn om dit voor elkaar te krijgen, maar niet onmogelijk. Als collectief bereik je immers meer. Bovendien is het een goede start om de negatieve beeldvorming aan te pakken.

Portiersoverleg
Het portiersoverleg met de gemeente wordt, hoewel er in de ogen van de portiers (tot nu toe) nog weinig is veranderd, doorgaans positief beoordeeld. Sommigen vinden het prettiger wanneer er geen ondernemers bij zijn, want niet iedereen heeft een goede relatie met zijn baas. De uitdaging is om beter te gaan communiceren met de bestuurlijke politiezorg en gemeente. Vooralsnog missen de portiers een ‘eigen stem’ die hen vertegenwoordigt en hun knelpunten en wensen aanhangig blijft maken.

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 20 + 8 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)
  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives