Mei


‘Heeft u wat geld voor me?’
Ze staat bij de ingang van de supermarkt.
Ze is een jaar of zeventien, achttien.
Ze is goed gekleed en ziet er verzorgd uit.
Ik geef haar de paar euro die ik in mijn zak heb.
‘Dank je wel’, zegt ze.

Als ik vijf minuten later naar buiten loop, stel ik toch de vraag.
‘Waarom sta jij hier?’
‘Ik heb schulden gemaakt’, zegt ze, ‘niet erg veel, hoor.’
Ze haalt haar schouders op.
‘Ik ben stom geweest.’
Ze glimlacht.
‘In mei ben ik al klaar met afbetalen.’
‘Dat is toch nog een half jaar’, zeg ik, rekenwonder.
‘Ja, maar ik mocht gelukkig mijn kamer houden. Die kan ik net betalen.’
Ze haalt haar schouders weer op.
‘En ik heb mijn telefoon nog. Alleen blijft er niks over voor boodschappen.’

Op weg naar huis struikel ik bijna over mijn goedertierenheid. Maar als ik thuis ben, zijn alle mogelijke hulpacties weer tot rust gekomen, zet ik de computer aan, tik dit stukje en buig me over de redactie van een stuk over circulaire economie.

 

Bookmark and Share

Overtollig


‘Begrijp jij het?’, vraagt H. verbaasd, ‘dat je zo behandeld wordt.’
J. zit verslagen in de stoel bij het raam. Ze slaapt deze dagen slecht, eten lukt niet.
Drieëntwintig jaar heeft H. in een ziekenhuis gewerkt. Op de OK. Drie maanden geleden werd hem verteld dat hij overtollig was. Met onmiddellijke ingang mocht hij vanaf die dag toekijken tijdens operaties. Hij mag niets meer doen, behalve instructies geven aan de verpleegkundigen die zijn werk over moeten nemen. Vaak houdt hij zijn hart vast als hij ziet hoe onhandig ze met de apparatuur omgaan.
Maar wie weet leren ze het. Dat het viezer wordt in de hoekjes van de kamers, ligt niet aan de schoonmakers.

Natuurlijk gingen ze op zoek naar passend werk. Vorige week werd hem een plek aangeboden. Het was jammer dat ze vergeten waren dat hij een handicap heeft, die nou net onhandig is bij die baan. Was personeelszaken even ontschoten.
‘Volgende keer beter.’
En nu zit J. thuis. Vierendertig jaar werkte zij in een ander ziekenhuis. Ze had al een paar keer een grap gemaakt over die mannen die op de afdelingen met een klokje rondliepen en elke handeling minutieus vastlegden.
Twee weken geleden was zij aan de beurt.
Het leek haar een routineklus na al die jaren, dat evaluatiegesprek. Even doornemen hoe alles gaat. Tien minuten later stond ze buiten en mocht ze naar huis. Overtollig.

Het is maar goed dat ze zo verbouwereerd was dat ze de papieren weigerde te ondertekenen.
Ze moest met onmiddellijke ingang de drie vrije maanden opnemen die voor de oude dag gereserveerd waren.
Ze zat een week thuis toen een collega belde.
‘He, ik wist niet dat jij met gehandicapten wilde werken.’
‘Hoe bedoel je?’, had ze verbaasd gevraagd.
‘Dat staat in het personeelsblaadje’, had de collega gemeld.
Een traan biggelt over haar wang als ze het vertelt.
‘Het is nog een troost dat we samen in deze ellende zitten’, zoekt H. naar het halfvolle glas.

Bookmark and Share

Jumbo


‘Dat is dan 19,45.’
‘Dat is een mooi jaartal’, zeg ik.
Ze kijkt op.
‘Hoe oud was u toen de oorlog afliep?’, vraagt ze. ‘Mijn opa was drie’, voegt ze eraan toe.
Mijn wijsvinger blijft even boven het toetsenbordje hangen. Gelukkig weet ik mijn pincode nog.

Bookmark and Share

De wereld


Niets lijkt veranderd. De straatsteentjes waarop mijn kleine klompjes ooit roffelden, liggen rustig te wachten op de volgende passant. Het kerkje uit de 15e eeuw, verscholen tussen de bomen, staat naar het weiland te kijken waar ik, vier jaar oud, ontdekte dat de wereld niet stilstond.
‘Ga maar es liggen’, zei mijn zusje, ‘en kijk naar de lucht.’
Misselijk werd ik.
En ik begreep dat het niet alleen maar rozengeur was wat me te wachten stond.

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ De werkbeleving van portiers in de Amsterdamse binnenstad


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

Een portier moet politieman, diplomaat, rechter, ruige jongen en maatschappelijk werker zijn en bovenal een gentleman.
Van alle mensen is hij de ene keer degene wiens aanwezigheid het dringends noodzakelijkst is en een andere keer de meest ongewenste.”
(Timo, portier)

Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van stadsdeel Centrum, gemeente Amsterdam – Rozenberg Publishers – ISBN 978 90 3610 253 7 – 2011

Foto’s: Floris Leeuwenberg, Amsterdam
www.florisleeuwenberg.com

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de financiële ondersteuning van Koninklijke Horeca Nederland, Universiteit van Amsterdam

Bonger Instituut voor Criminologie – Postbus 1030 – 1000 BA Amsterdam

Inhoudsopgave
1. Inleiding
Een beroep vol dynamiek
De portier als boeman
Wantrouwen en kloven dichten
De portier als buitenstaander
Onderzoeksgebied
Het onderzoek

2. Negatieve beeldvorming en imagoverbetering
De portier en de mondige burger
Verbeterde samenwerking

3. Amsterdamse portiers
Vroeger
Geen roeping
Steeds meer regels
Korte lontjes en minder slagkracht
Pasjessysteem en softere portiers
Meer indrinken, minder fooi

Read more

Bookmark and Share

Buitenstaander en Bondgenoot ~ Inleiding


Foto: Floris Leeuwenberg

Foto: Floris Leeuwenberg

Donderdag, 26 mei 2011, kwart over een ’s nachts. Het uitgaansleven op het Rembrandtplein is nog niet echt op gang gekomen. Als we een rondje lopen begint het licht te miezeren. Nergens rijen bezoekers. De stappers die naar binnen willen kunnen vaak meteen doorlopen. Een knikje naar de portier is voldoende.

De portiers ogen ontspannen. Tijd om met een van hen een praatje te maken. Hij zegt van het nachtleven te houden, maar baalt dat de sfeer ruwer is geworden. Wat hem verbaasd is dat het vaak agressie om niks is. Alsof sommigen onder hoogspanning staan. Portiers zijn goede bliksemafleiders. Een ‘nee’ wordt al als een aanval gezien. En als je noodgedwongen moet ingrijpen wordt er meteen aangifte gedaan tegen de portier. Hij zegt er af en toe niet meer met zijn verstand bij te kunnen. “Uitgaan doe je toch voor de gezelligheid?” De portier kijkt ietwat mistroostig. Het is nog steeds rustig op het plein. Maar schijn bedriegt, want vijf minuten later is er opeens opschudding in het naastliggende feestcafé. We zien een opgefokte jongen die heel snel door een portier naar de grond wordt gedrukt. “Ophouden nou”, zegt de portier. Hij neutraliseert de spartelbewegingen van de jongen die zich blijft verzetten. “Ik heb niets gedaan”, brult de jongen. “Ik kom hier al 15 jaar. Waarom word ik dan zo behandeld?” Onze portier is ernaartoe gesneld en belt de horecalijn. Intussen staat er ook een rij bezoekers voor zijn eigen deur, die nu door één portier wordt bemand. Iedereen kijkt naar de twee kronkelende mannen op de stoep. Na zo’n drie minuten arriveren twee agentes. De portier laat de jongen opstaan en draagt hem over. De jongen roept weer dat hij niets heeft gedaan en begint daarop demonstratief zijn zakken als teken van onschuld te legen. “Ik wil aangifte doen!”, roept hij een paar keer geëmotioneerd tegen een van de agentes. Deze maant hem te kalmeren en legt uit dat hij op deze manier erg agressief over komt. De jongen luistert niet en gaat onverstoorbaar verder. Er verschijnen nog twee agenten. Net voordat de jongen in de boeien gaat, weet hij zich nog te ontdoen van een witte wikkel, terwijl hij blijft scanderen dat hij onschuldig is. Bij vertrek checkt een agent de omgeving, waarbij zijn oog valt op de wikkel bij de boom. Hij raapt het op en samen met de jongen vertrekken de agenten richting bureau Prinsengracht.

Een beroep vol dynamiek
Het portiersvak zit vol dynamiek. Een rustige situatie kan plotsklaps omslaan in een snelle actie. ‘Portier’ is de algemene benaming voor wat tegenwoordig ook wel ‘gastheer’, ‘horecabeveiliger’ en dergelijke heet. Het metier van portier is in het afgelopen decennium aanzienlijk veranderd, niet in het minst door nieuwe wetgeving en convenanten tussen gemeente, politie en horeca. In april 1999 trad een nieuwe wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in werking. Het beleid van de overheid om portiers op te leiden en voor hun aanstelling te controleren op antecedenten werd gemotiveerd door verschillende incidenten in het begin van de jaren negentig, die gepaard gingen met fysiek geweld. Portiers moesten voortaan in dienst zijn van een horecagelegenheid of van een beveiligingsbedrijf, dat hen weer verhuurt aan de horeca. Read more

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives