B. Traven – Brief aan de Spaanse arbeiders
Rozenberg Quarterly publiceerde onlangs een biografische schets van de Duitse revolutionair Ret Marut, later bekend geworden als de mysterieuze auteur B. Traven. Traven was vooral bekend als auteur van een serie romans over een indianenopstand in Mexico. Incidenteel liet hij zich echter ook uit over actuele politieke kwesties, zoals de Spaanse Burgeroorlog. In 1938 schreef hij een nauwelijks bekend geworden brief aan de arbeidersbevolking in Spanje ter ondersteuning van hun strijd.
In 1926 verscheen de roman Das Totenschiff van B. Traven bij de Berlijnse uitgeverij Büchergilde Gutenberg. Niet lang daarna ontving het Duitse anarchistische tijdschrift Der Syndikalist een brief van B. Traven uit Mexico, waarin deze vroeg of de redactie hem een uitgever in Zweden kon aanraden. De Duitse anarchist Augustin Souchy (1892-1984) was in de jaren twintig redacteur van Der Syndikalist en had tijdens de Eerste Wereldoorlog enige tijd in Zweden doorgebracht. Hij gaf Traven het advies contact op te nemen met de uitgever die in die jaren een aantal publicaties van Souchy had uitgegeven. Tussen deze uitgever Holmström en Traven ontstond vervolgens – per brief – een vriendschappelijke band. Holmström gaf het werk van Traven in het Zweeds uit, blijkbaar zo tot tevredenheid van Traven dat deze de uitgever zelfs uitnodigde hem in Mexico te komen opzoeken. Helaas heeft Holmström aan de uitnodiging nooit gehoor gegeven.
Sociale revolutie
Ruim twaalf jaar later, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, vervulde Augustin Souchy een belangrijke functie bij de informatiedienst van de Spaanse anarchistische vakbond CNT, de Confederación Nacional del Trabajo. Souchy behoorde tot een grote groep Duitse intellectuelen en arbeiders die na de fascistische machtsovername in Duitsland het land hadden verlaten en bij het uitbreken van de sociale revolutie in Catalonië naar Spanje waren gereisd.
In een artikel over Traven schrijft Souchy dat hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog Traven een brief schreef in verband met Spaanse vertalingen van de romans van Traven en met de vraag of Traven een bijdrage wilde leveren voor het tijdschrift Timón, het theoretisch anarchistische orgaan van de CNT. [1] Ook Pedro Herrera, redacteur van Timón en goede kameraad van Souchy, stuurde een brief aan Traven, maar dan met een uitnodiging naar Spanje te komen.
Een uitnodiging die ongetwijfeld was ingegeven door de populariteit van Travens werk in Spanje en onder degenen die aan de republikeinse zijde tegen Franco vochten. Waarschijnlijk verwachtte men dat de aanwezigheid van Traven in Spanje de strijdende arbeiders een morele steun in de rug zou kunnen geven.
De antwoordbrief van Traven verscheen op 28 mei 1938 in Solidaridad Obrera, het dagblad van de CNT en is gericht aan Herrera, niet aan Souchy. Traven schrijft dat de brief van Herrera de eerste is die hem vanuit Spanje bereikt. Mogelijk haalt Souchy dus in zijn herinneringen aan Traven enige feiten door elkaar. Herrera schreef zijn brief namens de SIA, de Solidarité Internationale Antifasciste. Deze organisatie werd in 1937 opgericht door Spaanse anarchisten om hulp en steun te kunnen bieden aan vrouwen en kinderen die getroffen waren door het oorlogsgeweld. Bovendien hoopte men door middel van de SIA internationaal steun te kunnen verwerven voor de sociale revolutie.
Spanish Earth
Heel waarschijnlijk is dat de uitnodiging van Herrera aan Traven ook is ingegeven door de aanwezigheid in Spanje van gerenommeerde buitenlandse schrijvers die van de oorlog verslag deden en de republikeinse zijde steunden, zoals Ernest Hemingway, John Dos Passos en André Malraux. Bovendien deden veel buitenlandse journalisten vanuit het republikeinse Spanje verslag van de oorlog. Sommigen steunden openlijk de republiek. Hemingway en Dos Passos werkten ook mee aan de documentaire Spanish Earth van de Nederlandse filmmaker Joris Ivens, evenals Orson Welles en de Franse regisseur Jean Renoir. Dankzij de bemiddeling van journaliste Martha Gellhorn, konden Hemingway en Dos Passos de film in het Witte Huis vertonen aan President Roosevelt. Eerder had Roosevelt besloten de republiek niet met wapens te steunen. De vertoning bracht de president echter niet op andere gedachten.
Actualiteit
De brief van Traven is een uniek en opmerkelijk document omdat het een van de weinige keren is dat hij zich heeft uitgelaten over een actuele politieke situatie. In zijn romans zijn soms verwijzingen te vinden naar de actuele situatie in de jaren dertig in Duitsland, en naar de arbeidsomstandigheden van arbeiders in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Maar meestal is zijn kritiek – met een cynische ondertoon – dan nogal algemeen en niet toegespitst op de actuele gebeurtenissen.
De brief is ook opmerkelijk omdat Traven als auteur niet naar buiten wilde treden. Zijn identiteit is jarenlang een mysterie is gebleven en doelwit van vele speculaties. [2] Sommige Travenvorsers zien in zijn ‘Caobacyclus’ – zijn zes romans over een indianenrevolutie in Mexico – zelfs een metafoor voor de situatie in nazi-Duitsland. Uit de brief blijkt duidelijk dat de sympathie van Traven bij de Spaanse revolutionairen ligt. Hij staat ondubbelzinnig achter de strijd tegen het fascisme. Het liefst zou hij de revolutionaire arbeiders willen bijstaan, vergelijkbaar met de wijze waarop de paus steun geeft aan ‘Pancho uit Salamanca’ (Franco).
Populariteit
De brief verscheen in Nederlandse vertaling in De Syndicalist van 9 juli 1938. De Syndicalist was het weekblad van het NSV, het Nederlands Syndicalistisch Vakverbond. Redacteur was Albert de Jong (1891-1970). Wie de vertaling van de brief maakte, is niet bekend. Over de brief van B. Traven is in de Nederlandse literatuur over Traven nooit aandacht besteed.
In De Syndicalist werd gedurende de jaren van de Spaanse Burgeroorlog uitvoerig verslag gedaan over de strijd en de revolutionaire ontwikkelingen in Catalonië.
Behalve veel nieuwsberichten, bevatte de krant ook periodieke analyses van Albert de Jong over de situatie aldaar. Augustin Souchy en Rudolf Rocker leverden beschouwingen vanuit anarchistisch perspectief en veelvuldig werden oproepen gedaan voor inzameling van kleding en voedsel voor de bevolking in Spanje.
De publicatie van de brief door De Syndicalist, bevestigt de populariteit van de romans van Traven in die jaren, niet alleen onder leden van het NSV, maar in bredere zin bij de Nederlandse arbeidersbevolking. Uitgegeven door De Arbeiderspers en verspreid via een netwerk van Arbeiderspers-boekwinkels en wederverkopers, vonden de boeken hun weg naar veelal SDAP-leden in het land, maar ook naar arbeiders van andere politieke richtingen. De anarchistische uitgeverij De Roode Bibliotheek van uitgever Gerhard Rijnders – ook uitgever van het tijdschrift De Vrije Socialist – publiceerde twee titels van Traven, helaas stevig bewerkt en ingekort.
Voornaam
Niet alleen de brief in De Syndicalist, maar ook enkele in het Nederlands gepubliceerde romans van Traven, verschenen onder de naam Ben Traven. Dat de B voor Ben zou staan is niet van Traven zelf afkomstig. Mogelijk vond de uitgever dat een schrijver een voornaam diende te hebben en werd van de B Ben gemaakt. Helaas is de voornaam daarna een eigen leven gaan leiden. Traven heeft altijd ontkend dat de B voor Ben, Benno of Bruno zou staan.
Brief
De brief wordt hieronder gepubliceerd in de oorspronkelijke Nederlandse – niet altijd soepel lopende – vertaling, in het toenmalige taalgebruik. De spelling is aangepast aan de huidige schrijfwijze en enkele zetfouten zijn gecorrigeerd.
Waarde kameraad Herrera, ik groet u.
Ik groet u en alle arbeiders, arbeidersvrouwen, boeren en republikeinse soldaten die zo heldhaftig in Spanje tegen het fascistisch beest vechten. Ik groet de grote mannen en vrouwen die Spanje in de perioden van strijd heeft voortgebracht en de Naamlozen, de onbekende soldaten, die met hun leven een nieuwe menselijke historie schrijven. Uw brief, kameraad Herrera, is de eerste die uit uw land in mijn handen is gekomen. Uwe uitnodiging, naar Spanje te komen, voor welke ik alle kameraden van de SIA dankbaar ben, is het grootste eerbetoon, wat mij tot heden ten deel gevallen is. Jammer echter, dat het mij niet mogelijk is, aan die eervolle invitatie te voldoen, om redenen, die u onbekend moeten zijn geweest, toen u mij dit aanbod deed. Mijn bekendheid met de Duitse taal is nog veel minder dan die van de Spaanse, die niet groot is, zoals u trouwens uit dit schrijven wel ontdekt zult hebben. Ik heb overvloedig in Duitse tijdschriften doen bekend maken, dat ik in afstamming, in ras, noch in den bloede, Duitser ben. Een enkele keer ben ik in Duitsland geweest, en dat nog voor de wereldoorlog. Zodat ik het land en de taal te weinig ken om literair werk van Duitsers te kunnen beoordelen. Ik ben geboren in Noord-Amerika en mijn moedertaal is Engels. Wat het beoordelen van Engelse literatuur betreft, zijn er in Engeland mannen genoeg die grotere bekendheid en talent bezitten dan ik. Ongerekend nog de bezwaren, die liggen in de afstand, die mij van de Spaanse kameraden scheidt, die elke vlotte samenwerking tussen ons in de weg staan. Niettemin ben ik u, vrienden ten zeerste dankbaar voor uw uitnodiging. Als iemand mij, onder de schoonste voorwaarden en met volledige garantie voor mijn veiligheid en daarboven nog een geldelijk voordeel, verzocht naar Duitsland te komen, ik zou dat weigeren, daar kunt u zeker van zijn. Zo gering is mijn lust, dit land te zien onder de druk der slavernij, zoals het zich nu bevindt. Hetzelfde oordeel heb ik over het Italiaanse imperium, dat dagelijks meer vordert. Deed echter de Spaanse regering mij een dergelijk voorstel, ik zou het zeer gaarne accepteren, want groot is mijn verlangen Spanje te bezoeken tijdens zijn glorieuze strijd.
Doch neen kameraden, ik zou toch niet gaan. Ik kocht voor het geld, kleding, gecondenseerde melk, koffie en tabak en zond dat, in plaats van mijn persoon. Want net zo groot als mijn lust u te bezoeken, is de zekerheid, dat gij deze artikelen nodig hebt, om stelliger de strijd te winnen, terwijl mijn aanwezigheid nog helpen zal de kamp te winnen, noch nodig is u van goede raad te voorzien. Gij weet zelf zeer goed, wat gij nodig hebt en wat gij wilt. Een schrijver is niet van node, u te vertellen, hoe gij uw positie kunt verbeteren, ook staat hij met hart en ziel aan de zijde van het voor rechtvaardigheid strijdende proletariaat. Er zijn er reeds veel te veel geweest die u goede raad gaven. Als men u, in plaats van de miljoenen woorden, die men toezendt,voor elk miljoen een driemotorig vliegtuig stuurde en voor elke honderd een mitrailleur plus munitie, dan had gij reeds meer dan een jaar geleden de vrede bevochten en de vrijheid verzekerd. Kameraden, ieder overbodig woord is voor u een verloren patroon.
Ik wens zeer u te helpen. Ofschoon mijn boeken in zeventien talen worden gedrukt, ben ik nu nog zonder tehuis en zonder middelen. Ik spreek slechts van mijn huidige armoede, omdat ik het betreur u niet te kunnen bijstaan zoals de paus de onverzadigbare Pancho in Salamanca.
Toch ik bezit iets. En dat stel ik met het grootste genoegen tot uw beschikking. Ik heb een bibliotheek, ze is niet groot noch luxueus. Wat moet ik daarmee, als de Spaanse kameraden haar misschien nodig hebben. Een deel ervan bestaat uit Engelse en Spaanse tijdschriften. Als alles wat ik aan boeken en tijdschriften bezit, u nodig schijnt, geeft mij het adres, de verzending is voor mijn rekening. Alles is nuttig voor onderricht in scholen, kazernes, loopgraven en ziekenhuizen. Wat ik bezit, is voor u. Ik zeg niet, dat ik van ganser harte uw zegepraal wens, omdat ik weet, dat de arbeiders uit de industrie en van het land, en de milicianos de volledige overwinning zullen behalen, al zouden Duitsland en Italië nog 50.000 van hun arme slaven zenden opdat zij als ziek vee de dood ingaan, om de miljoenen aan marken en lires terug te ontvangen, die beide landen in Spanje reeds verspild hebben. Ik denk dat gij vóór december de strijd gewonnen zult hebben. Ben ik te optimistisch? Geen nood, dure hij, zolang hij duurt, de overwinning zal aan u zijn, kameraden. Doch meer dan met de wapenen, zult gij winnen door uw gezonde en vooruitstrevende ideeën: De republiek van 1931 was er één op papier, ja van papier, en daarom niet levensvatbaar. De samenleving, die gij zult stichten, wordt echter gegrondvest door het vergoten arbeidersbloed, het onuitsprekelijke leed, de bovenmenselijke offers en een heldenmoed, die in de historie zijn weerga niet vindt. Daarom zal de republiek sterk zijn, zo sterk,dat zij nimmer door de vijanden der beschaving, vooruitgang en humaniteit meer zal worden aangevallen.
Spaanse kameraden. Ik heb gesproken en ik dank u voor uw attentie. Salud.
Ben Traven
Noten:
1. Johannes Beck, Klaus Bergmann, Heiner Boehncke (Hrgs), Das B. Traven Buch. Rowolt, Hamburg 1976.
2. Zie Martin Smit – Utopie in de jungle: http://rozenbergquarterly.com/utopie-in-de-jungle-zoektocht-naar-de-geheimzinnige-b-traven/
Joris Ivens – Spanish Earth
This documentary film uses footage of war and glimpses of rural Spanish life in its portrayal of the struggle of the Spanish Republican government against a rebellion by right-wing forces led by General Francisco Franco and backed by Nazi Germany and fascist Italy. The film was written by Ernest Hemingway and John Dos Passos (among others) and was narrated by Hemingway.