Zoals iedere wetenschap is ook economie terug te brengen naar een paar kernbegrippen.
Geneeskunde is gebaseerd op de wens naar een gezond leven, biologie wil de vraag beantwoorden of creationisme of darwinisme aan de basis staat van boerenkool en economie beantwoordt de vraag hoe kan ik eenvoudig en snel veel geld verdienen.
Uit die vraag hebben economen de drie kernbegrippen van hun wetenschap gedistilleerd:
Arbeid: het karwei dat u moet verrichten
Tijd: de minuten of uren die u nodig heeft voor dat karwei
Kapitaal: het geld dat u voor het karweitje krijgt
of: a + t= k
Op deze heldere formule is ons leven gebaseerd.
Een goede eigenschap van wetenschap is dat zij in staat is om de leek te wijzen op mogelijke adders onder het gras.
Want hoe helder de formule ook oogt, er zijn vragen denkbaar die op zijn minst tot varianten kunnen leiden.
Als we naar de Nederlandse samenleving kijken, kunnen we het voorbeeld van een werkeloze nemen om een eerste vraagteken bij de formule te plaatsen.
Als de a uit de formule a + t= k vervalt, blijft over
t = k
Hieruit is de uitdrukking tijd is geld ontstaan.
Er zijn economen die deze uitdrukking curieus noemen.
Zoals E.H. Tappert die in zijn boek Fragen der Wirtschaft het als volgt formuleert: ‘Waarom zou iemand de ander geld geven voor nietsdoen?’
Anderen, zoals de Engelse econoom Harold Lowres, omarmen deze mogelijkheid juist om tot een heel nieuw economisch model te komen. Het business model van bijvoorbeeld de IJBB is gebaseerd op zijn theorie over arbeid.
Uit dit voorbeeld kunt u opmaken dat zelfs voor de hand liggende zaken niet zo eenvoudig zijn als ze op het eerste gezicht lijken.
Arbeid en tijd lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar één werkeloze zorgt al voor vragen en theorieën.
Het businessmodel van de IJBB is gebaseerd op de theorieën van de Engelse econoom Harold Lowres.
Lowres, een nazaat van de Detroit School, is omstreden door zijn radicale opvattingen over arbeid en tijd als economische factoren. Zijn boek Labour as a Waste of Time is in Engeland de bijbel van vrijwillig werklozen.
Uit het business model van de IJBB blijkt dat de opvatting over Arbeid als een bepalend onderdeel van de economie ten dele achterhaald is. Klassieke economen van Keynes tot Marx kennen de factor Arbeid een economisch (machts-) waarde toe. Nu blijkt dat het niet verrichten van arbeid tot grotere efficiëntie en enorme besparingen leidt, is het tijd om de traditionele formules overboord te zetten.
Werkeloosheid wordt in dit model een winstgevende actor.
De werkloze levert daarnaast ook nog een wezenlijke bijdrage aan de economische groei.
Mede doordat de factor Tijd – de noodzakelijke tijd om tot aanschaf van goederen te kunnen overgaan – gratis en ruim voorhanden is.
De middelen noodzakelijk voor de uitkering voor de vergoeding aan de werkloze kunnen worden opgebracht door de besparingen ontstaan uit het voorafgaande.
Tijd
Nu de formule a + t= k al een variant kent, is het niet verwonderlijk dat er economen zijn die meer vraagtekens plaatsen.
In de filosofie is tijd al een wonderlijk fenomeen, ook in de economie roept zij tegenstrijdigheden op.
De econoom Erik Devlaming stelt dat a + t= k op zijn minst tegemoet moet komen aan het gegeven dat tijd ook oneindig kan zijn.
a + t {= >t) = k
Wat direct de reactie opriep van de Deen Oscar J. Knaack: ‘Als tijd oneindig is, stijgt het kapitaal evenredig.’
a + t { = > t) = k { > k}
Onder bankiers in de Verenigde Staten vond deze theorie tegen het einde van de vorige eeuw grote aanhang. Zij zagen hierin de grondslag voor het verstrekken van bijna ongelimiteerde kredieten. Het geld bleef immers toch binnenstromen.
Conservatievere opvattingen, zoals van de Franse econometrist Jacq. Daccord, werden weggelachen. Terwijl Daccord alleen maar stelde dat de formule van Devlaming aan een essentieel onderdeel van het menselijk bestaan voorbijging: de dood.
Hij stelde de formule bij tot
a + t [{ = > t) = < t] = k { > k – <t}
Kapitaal
Nergens is zoveel over geschreven als over het begrip kapitaal.
Het belangrijkste boek van de marxistische economen heeft het begrip zelfs als titel gekozen.
Paradoxaal genoeg geven zij daarmee aan en toe, dat dit is waar alles omdraait: het kapitaal.
De mens is bereid al zijn tijd in arbeid te steken om een redelijk salaris te krijgen. In sommige landen begint men hier al op jeugdige leeftijd mee. Terwijl de Nederlandse samenleving uitgaat van een ander model: eerst scholing om daarna meer kapitaal te vragen voor de arbeid. Een keuze die in meer Westerse economieën gemaakt wordt.
Zoals gemeld in het voorwoord van de CEO van IJBB, de heer De Rijk Bakker, is het Lustprinzip de drijfveer voor verandering en verbetering. Zonder die drang vervalt de mens tot nietsdoen.
Deze opvatting is niet langer omstreden. In de jaren zeventig, tachtig van de vorige eeuw hadden termen als hebzucht en graaidrang een negatieve connotatie. Zelfs onder economen.
Dat tijdperk ligt achter ons.
De econoom S.T. Fischer heeft voorgesteld om de oude formule
a = t = k
typografisch aan te passen
a + t = K
Door de k in kapitaal te schrijven zou de waardeverhouding binnen de formule gevisualiseerd zijn.
Fischer vindt het een noodzakelijke aanpassing met een beroep op openheid. ‘Rijkdom is geen smet’, schrijft hij, ‘Geld geen schande.’
Hoewel de typografische instructie van Fischer weinig navolging heeft gevonden, is zij het vermelden waard.
Al was het maar om de veelzijdigheid van de wetenschap te onderstrepen.
Naar: de-rol-van-alles-taal-cijfers-en-psychologie/