Abrahams offer ~ Of de dwangmatige herhaling van een vader-mythe

Abraham & Isaac (oil on canvas), Rembrandt, 1634

Abraham & Isaac (oil on canvas), Rembrandt, 1634

Wat onderscheidt een vader, die altijd ook een zoon is, van een zoon?[i] Waaraan ontleent de vader het gezag als vader op te treden? Wat geeft de woorden van een vader gewicht? En waarom is er in de eenentwintigste eeuw nog steeds vraag naar de rol van de vader binnen de familiestructuur? Bij dit soort vragen gaat het om de functie van het vaderschap. Het zijn vragen die vaders en zonen wel niet zo vaak met elkaar zullen bespreken. Dat is geen toeval: de functieomschrijving van het vaderschap roept een soort onbehagen in ons op. Het herinnert aan verhalen over autoritaire vaders die geen woord te veel vuil maken of aan praatzieke anti-autoritaire vaders die de kinderen radeloos achterlaten.

Een oude kwestie tussen vader en zoon…
Een kwestie tussen vader en zoon die blijft fascineren, is het bijbelse verhaal in het boek Genesis 22, waarin de aartsvader Abraham van God de opdracht krijgt zijn zoon Ishâq te offeren. Het verhaal herinnert ons niet alleen aan de afschaffing van het mensenoffer, het gaat ook over de communicatie tussen vader en zoon. Een extremere situatie tussen beiden is nauwelijks denkbaar. Abrahams huwelijk met Sara is tot op hoge leeftijd kinderloos gebleven. En nu moet hun enige zoon die door God hoogstpersoonlijk voorbestemd is een groots volk voort te brengen en met wie hij een eeuwig verbond wil aangaan, door zijn vader op de brandstapel gelegd worden? Toch worden er in het verhaal over dit holocaustum of brandoffer nauwelijks woorden gewisseld. Het verhaal fascineert juist omdat er zoveel ongezegd blijft. De literatuur-wetenschapper Erich Auerbach (1946) wijst er in zijn boek Mimesis op dat enkel de beslissende hoogtepunten in de handeling worden geaccentueerd, wat ertussen ligt is irrelevant; […] de gedachten en gevoelens blijven onuitgesproken, worden alleen gesuggereerd in het zwijgen en in fragmentarische uitlatingen; het geheel in maximale en continue spanning op één doel gericht […] blijft raadselachtig en op de achtergrond.[2]

Waarom vecht Abraham het goddelijk bevel tot parracidum, tot verwantenmoord, niet aan? Een verstoring van de genealogische orde moet toch met alle mogelijke middelen voorkomen worden: zonder Ishâq is er immers geen toekomst. Bovendien was Abraham bepaald niet op zijn mond gevallen. Toen het om de redding van Sodom en Gomorra ging, had hij wel de moed met God in discussie te gaan.

In zijn werk Der Streit der Fakultäten weet Immanuel Kant (1798) wel raad met zulk een amoreel bevel. Alles wat tegen de moraal in gaat moet je volgens de filosoof wantrouwen. Volgens Kant had Abraham op de vermeende goddelijke stem moeten antwoorden: “Dass ich meinen guten Sohn nicht tödten solle, ist ganz gewiss; dass aber du, der du mir erscheinst, Gott sei, davon bin ich nicht gewiss und kann es auch nicht werden.”[3] Maar wat zegt Abraham? Op de vraag van zijn zoon: “Wij hebben wel vuur en hout, maar waar is het offerdier?”, antwoordt hij: “God zelf zal wel voor het offerdier zorgen, mijn zoon.” (Gen. 22, 7-8) Waarom neemt Ishâq genoegen met dit uitwijkende antwoord? Ishâq, die volgens berekeningen toen zo’n 37 jaar oud geweest moet zijn, had zijn vader toch tot de orde kunnen roepen? Read more

Bookmark and Share

Elif Shafak ~ The Politics Of Fiction

http://www.ted.com Listening to stories widens the imagination; telling them lets us leap over cultural walls, embrace different experiences, feel what others feel. Elif Shafak builds on this simple idea to argue that fiction can overcome identity politics.

Bookmark and Share

Herhalingsrecepten: Noach’s pudding in De bastaard van Istanbul

ElifShafak

Elif Shafak

Tzadjiki, is dat nu Turks of Grieks? Ik probeer mijn buurmeisje uit te leggen dat het van het Turkse woord cacık komt en dat het waarschijnlijk eerder uit de Turkse keuken afkomstig is dan uit de Griekse, omdat het basisingrediënt, yoghurt, samen met de Turken en Mongolen uit Centraal-Azië is gekomen. Maar ze gelooft me niet. En waarom zou ze ook? Het is heel moeilijk om vast te stellen waar gerechten nu echt vandaan komen. Omdat ze een onderdeel zijn van het gewone dagelijkse leven zijn er maar weinig schriftelijke bronnen waarin iets over hun herkomst en bereiding wordt verteld. Bovendien reizen gerechten en eetgewoontes door de tijden heen, en worden ze door etnische en religieuze gemeenschappen van elkaar overgenomen. Zeker in het Middellandse Zeegebied en het Midden-Oosten zijn er veel gerechten die in verschillende culturen opduiken, al is het vaak onder een andere naam.

Van dit verschijnsel maakt de Turkse schrijfster Elif Shafak in haar roman De bastaard van Istanbul op ruime schaal gebruik. Centraal staat in De bastaard van Istanbul de houding ten opzichte van de Armeense genocide van enerzijds de Turken in Turkije en anderzijds de Armeniërs in de diaspora. Elif Shafak onderbouwt dit thema door te spelen met de overeenkomst in eetcultuur. Ze gebruikt de duplicatie van eetcultuur en gerechten om de culturele verwantschap tussen Turken en Armeniërs in beeld te brengen. Verder speelt eten in deze roman ook een rol op het niveau van de structuur van het boek.

De schrijfster
Elif Shafak is een relatief jonge schrijfster die op dit moment heel populair is in Turkije, maar vooral ook daarbuiten. Ze heeft als dochter van een diplomate een deel van haar jeugd doorgebracht in het buitenland. Na haar middelbare school is ze teruggekeerd naar Turkije, waar ze sociologie en vrouwenstudies heeft gestudeerd. Ze heeft jarenlang een academische carrière gecombineerd met het schrijverschap.1 Een aantal jaren schreef ze columns voor de liberaal-religieuze krant Zaman. Deze krant is de laatste jaren flink in opkomst onder jonge Turkse intellectuelen die zich distantiëren van het strenge secularisme, en is gelieerd aan de ‘Gülen-beweging’.2

Vanwege haar roman De Bastaard van Istanbul is tegen Shafak een rechtszaak aangespannen door de ultranationalistische advocaat Kemal Kerinçsiz. Deze heeft, zonder veel succes, meerdere prominente Turkse schrijvers aangeklaagd wegens het beledigen van de Turkse staat, waaronder ook Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Shafak is uiteindelijk vrijgesproken. Het proces heeft haar veel internationale en nationale publiciteit opgeleverd. Inmiddels heeft Elif Shafak twee kinderen en richt ze zich op een breed scala van schrijfactiviteiten, variërend van literatuur tot songteksten.

De bastaard van Istanbul
De bastaard van Istanbul vertelt over twee families, een Turkse familie die in Istanbul leeft en een Armeense familie van Turks/Istanbulse afkomst in de diaspora, die in San Francisco woont. De Turkse familie bestaat uit een overgrootmoeder, haar schoondochter, vier dochters en één zoon, Mustafa, die in Amerika woont. Voordat deze Mustafa uit Istanbul wegging, heeft hij zijn zus Zeliha verkracht. Hieruit is een dochter geboren, Asya, die samen met alle andere vrouwen van de familie in een oude villa woont. Niemand, behalve Zeliha en haar oudste zus Banu, weten wie Asya’s vader is. Asya is negentien jaar, studeert filosofie en is een vrijgevochten, cynische, seculiere jonge vrouw. Ze heeft een groep vrienden die ze dagelijks in café Kundera ontmoet. Het zijn voornamelijk nihilistische, anarchistische mannen van middelbare leeftijd met teloorgegane artistieke ambities. Met een van hen heeft Asya een buitenechtelijke relatie. Read more

Bookmark and Share

Unangetaster Blick – Unverfalschte Sicht

Für Europäer gibt es viele Arten, den südlich der Sahara gelegenen Teil Afrikas zu betrachten. Die erste und meist unmittelbare, ist die des tragischen Afrikas, die uns dauernd über die Medien erreicht.
Ob wir wollen oder nicht, die Bilder bleiben in unserer Erinnerung haften: die verkohlten Holzrahmen der Kirche von Eldoret, in der bei Aufständen nach Wahlen in Kenia dreihundert Menschen verbrannten; die Zeltlager voll weinender Kinder im weiten, trockenen Flachland von Darfour; Charles Taylors unbewegte Gesichtszüge während seines Prozesses in Liberia, konfrontiert mit den erschütternden Zeugnissen seiner eigenen Grausamkeiten; das Grinsen des südafrikanischen Präsidenten Zuma, angeklagt wegen Korruption; und auch die Verbissenheit der letzten weißen Bauern, die sich mit ihren schwarzen Angestellten gegen die Willkür Mugabes bewaffnen – und dies alles sind lediglich Ereignisse der letzten paar Monate. Hört es denn nie auf?

Read more

Bookmark and Share

Zou ik misschien toch nog eventjes een klein vraagje mogen stellen?

Vorig jaar zijn mijn vriend Arthur en ik voor het eerst op vakantie naar Spanje geweest. Ons budget was bescheiden en daarom kozen we voor onderdak in eenvoudige hotelletjes. We begonnen in Madrid, waar we een paar dagen verbleven in een pension in het centrum. Het kamermeisje, zo ontdekten we, had een dubbelrol: ze was ook aangesteld om het ontbijt te serveren. Dat ging haar niet echt handig af. De verschillende ingrediënten werden met onregelmatige tussenpozen zonder commentaar voor ons neergezet.
Desondanks verzuimde Arthur, die zich vóór ons vertrek had verdiept in het boekje ‘Hoe zeg ik het in het Spaans?’, geen enkele keer beleefd Gracias te zeggen. Eerst reageerde de serveerster enigszins verbaasd, maar daarna sprak er duidelijk irritatie uit haar houding. Arthur, die zich eveneens wat ongemakkelijk begon te voelen, bracht toen zwaarder geschut in stelling en bedankte met Muchas gracias! Deze formule had een totaal averechtse uitwerking; nu werd een vernietigende blik zijn deel. Tegenover mij barstte hij los: ‘Heb je ooit zo’n onbeschoft gedrag meegemaakt? Ze kent nog niet eens de meest elementaire normen van fatsoen!
Tussen Arthur en het kamermeisje is het niet meer goed gekomen.

Read more

Bookmark and Share

POEM: A ‘New’ Literature

VUCoverThank you for the invitation to speak at this important conference. I have been asked to tell you something about my own experience of teaching South African literature at Dutch universities, but also to give an indication of what South African literature departments might be expecting from the Vrije Universiteit (VU) and other Dutch universities at this point in time. This I do as someone who is South African born and bred and who taught at a South African university for 16 years. Every year I go back to South Africa at least once and I have many friends who are also colleagues in Afrikaans and Nederlands departments in South Africa. For various reasons they are suffering severe cutbacks. In the Humanities Faculties at Dutch universities a similar pinch is being felt.

What strategies should be developed in beleaguered times? In searching for an answer I would like to draw our attention for a minute to the rich tradition of so-called extra muros departments of Dutch all over the world: Barcelona, Budapest, Goa, Helsinki, Jakarta, Johannesburg, Jerusalem, London, Los Angeles, Münster, Oldenburg, Olomouc, Oporto, Oslo, Paris, Stellenbosch, Semarang, Strasburg, St Petersburg, Vienna – to name but a few cities where Dutch literature is taught. The differentiating terms intra muros (which refers to the universities in the ‘centre’ – the Netherlands and Belgium) and extra muros (the term refers to the universities outside the walls of the centre; on the ‘margins’) are soundly entrenched in the workings of the Society of Netherlandic Studies. The same has recently become true for the teaching of South African literature. English literature by authors such as Coetzee and Fugard has of course been part of English colonial curricula for many years and I will mainly focus on the new post-apartheid status of Afrikaans literature. It is taught intra muros at South African universities of course and since 1990 extra muros in many different countries all over the world: Poland, Hungary, the Czech Republic, the USA, Austria, Germany, Russia, Belgium and the Netherlands, to name but a few. Read more

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives