De burgemeester is verhuisd. Joop Tartaud 1937–2017

Joop Tartaud 1937–2017

Het zit erop voor Ome Joop. Tachtig jaar is ie geworden.
Oom Joop, de burgemeester van de Reestraat.
Joop die jaar in, jaar uit een paar keer per dag binnenwandelde bij Koffiehuis De Hoek.

In 1956 kwam hij met zijn Loes in de Reestraat wonen. Loes was de dochter van de eigenaren van het verhuisbedrijf dat in die straat zat. Eerst hielp Joop op drukke dagen de Egthuysens, later kwam hij in dienst bij de schoonfamilie.
Oom Joop had Loes al een tijdje in de smiezen. ‘Ze liep kwitanties voor het bedrijf’, vertelt oom Joop in het interview met Margit Willems*. ‘Een koket meisje, kopje kleiner dan ik, gebreid mantelpakje, en leuk!’
En dus sprak hij haar op een dag maar es aan. Zo is het gekomen.
Een paar jaar geleden is Loes overleden. Dat leverde een dipje op. Maar Joop was een doorzetter. Bij de pakken neerzitten doe je niet.

De burgemeesterstitel heeft Joop verdiend door op ieder moment klaar te staan voor iedereen in de Reestraat. Een boodschap, even een bank takelen, een opgewekt verhaal als de dag wat grijs was.
Verhalen had ie zat. Over zijn roerige schoolgang, oom Joop heeft op vier ambachtscholen gezeten. Sterke verslagen over zijn carrière als judoka en motorcoureur. Over al die landen die hij bezocht had. Tenminste volgens die verhalen.
Maar vooral het verhuizen leverde mooie verhalen op. Verhuizen is namelijk het mooiste vak van de wereld. Volgens Joop.
Oom Joop die op een vroege ochtend vertelde dat ie één keer in zijn leven een prijs had gewonnen: een enkele reis Parijs. De zwemvereniging had geen geld voor een retour. Onze vraagtekens werden weggewuifd. ‘Het gaat om het idee.’
Joop die verslag deed van een demonstratie waar de premier sprak, maar meldde dat hij niet wist wat de man gezegd had. ‘Ik was vergeten mijn hoorapparaat in te doen.’

De laatste weken kwam hij alleen nog ‘s ochtends vroeg in het koffiehuis. Maar hij ging niet meer aan de vaste tafel zitten. Als een oude olifant trok ie zich terug aan het tafeltje bij het raam. Keek hij naar zijn koffie en nog één keer naar zijn Reestraat, naar zijn Prinsengracht.
‘Tot zo’, zei ie bij het weggaan. Net als al die jaren daarvoor. Alleen nu zachtjes. Hij en wij wisten dat de dag dichterbij kwam dat hij Loes weer zou zien. Daarboven.
Tot zo, oom Joop.
Neem er samen maar eentje vanavond. Doen wij dat hier beneden.

*Het interview met Joop is te lezen in Margit Willems ~ Onverslijtbaar. Verhalen over het leven in Amsterdam. Uitg. Bas Lubberhuizen 2017. ISBN 9789059374829