De liefst van heeldeweerlt
Hildeke stond in de kast met reisverhalen in de boekwinkel waar ik het nieuwe boek van Lieve Joris kocht. Ernaast stond nog een exemplaar van Terug naar Neerpelt.
Na al die landen, steden en dorpen die ze in haar schrijversbestaan heeft bezocht en beschreven, is Lieve Joris thuisgekomen. En thuis lagen een paar verhalen die verteld moesten worden.
Terug naar Neerpelt is het verhaal van de grote broer die alles kon en durfde. Maar ook de broer die door zijn verslaving het gezin Joris meesleepte in een draaikolk van emoties.
Vier jaar later gaan we weer naar Neerpelt. Om naar het verhaal van Hildeke te luisteren. Hildeke, het zusje met Downsyndroom. Hildeke die door het leven scharrelt; dan blij, dan bang, dan stilletjes.
‘Tegen Fonny wapenen we ons; Hildeke zullen we van jongs af aan beschermen’, schrijft Lieve Joris.
Het eerste deel van Hildeke is een ontroerende beschrijving van de laatste levensfase van vader Joris. De man die zich niet kon wapenen tegen Fonny. Waardoor de andere kinderen zich door hem wat in de steek gelaten voelden.
Als vader een reproductie van De val van Icarus ziet in de gang van het verzorgingshuis, vraagt Lieve Joris zich af of hij dit verhaal uit de Griekse mythologie misschien op Fonny betrekt. Waarmee in één beeld verteld wordt hoe de kinderen keken naar het gevangen zijn van hun vader.
In het tweede deel zien we Hildeke.
‘Lachen en huilen liggen bij Hildeke dicht bij elkaar; daartussen bevindt zich een raadselachtig landschap dat wij herhaaldelijk proberen te ontsluiten.’
In dit deel krijgt de lezer ook een mooi portret van al die kinderen Joris. Een kluwen van karakters. Waarbij ieder op eigen wijze voor Hildeke zorgdraagt.
Die kluwen wordt prachtig beschreven als de familie naar Estland gaat:
‘De Jorissen in een chique omgeving, dat leidt onveranderlijk tot typische taferelen: ze zijn geïntimideerd en palmen het terrein tegelijkertijd volledig in. Rennen, lachen en roepen in de gangen, bonken op deuren, elkaars kamers verkennen tot aan de zeepjes in de badkamer en de chocolaatjes op de hoofdkussens toe.’
De stilte treedt in als Hildeke weerloos in het ziekenhuis ligt.
‘Het liefste wat we ooit kregen gaat ons verlaten’, schrijft een zus.
De liefst van heeldeweerlt is niet meer.
Wat blijft is dit boek.
Daar zit je dan. Een uur voor je uit te staren. Met die hele familie in je hart.