De piramide van geluk ~ De rol van de samenleving in de economie II

De samenleving is niet onder één hoedje te vangen. Tussen de samenleving in Sappemeer en Rotterdam zijn de verschillen al groot, maar als je Nederland naast Pulau Irian zet, is het verschil evident. Voor economen is dat verschil kleiner dan u vermoedelijk denkt. Natuurlijk, een hypotheekbank heeft relatief weinig werk in Pulau Irian, maar voor de econoom zijn de overeenkomsten veel interessanter.
Ook de bewoner van het kleinste dorpje aldaar moet namelijk de basisbehoeften bevredigen. Eten, drinken en onderdak zijn zoals al geschetst in het voorafgaande de rudimentaire kernactiviteiten waarop economie drijft.

Voor de econoom is er dus geen reden om veel onderscheid te maken tussen al die verschillende samenlevingsmodellen. Het verschil wordt bepaald door de complexiteit van de wensen van de bewoner van een zeker gebied.

Als de inwoner van Nederland meer wil dan eten, drinken en wonen, komt de economie met een breder aanbod. Zo eenvoudig is het.
De econoom/filosoof H. Markant heeft daarvoor een helder model geschetst in het Handbuch der Wuenschen. Hij stelt dat de vraag het aanbod niet alleen bepaalt, maar zelfs stuurt en opjaagt als eenmaal de basisbehoeftes bevredigd zijn.
Hier wordt overigens zichtbaar hoe economische wetgeving en bankieren samenvallen in de dagelijkse praktijk. Ook banken volgen deze wetmatigheid: de klant wil meer dan alleen maar sparen, lenen en uitgeven. Hij wil dit niet alleen zo slim en snel mogelijk, maar vraagt ook nog om zoveel mogelijk winst en maximaal rendement.

De formule van Markant:
Vraag # aanbod Σ√ overreactie = V # a Σ√ O
wordt door economen vaak gebruikt om de invloed van de samenleving te duiden.

De marxistische econoom Erich Teilen stelt in zijn standaardwerk Economie als onderdrukker dat niet alleen de klant het aanbod bepaalt, maar dat de econoom en de bankier zelf vraag creëren door aanbod te bedenken.
Teilen noemt als voorbeeld de merkwaardige constructie die tijdens de crisisjaren in de jaren dertig van de vorige eeuw opdook in Vlaanderen: de bank leent geld aan een klant voor de aanschaf van een huis en stelt voor de rente en aflossing te betalen door het geld te beleggen in de Duitse mark.

Door de enorme inflatie in Duitsland kon de eigenaar vaak binnen drie weken de complete hypotheekschuld aflossen. Als marxistisch econoom kon Teilen voor deze constructie ideologisch nog enige waardering opbrengen, maar als econoom stelde hij dat de klant, cq de samenleving, deze constructie nooit had mogen bedenken.
Dat er ook constructies bedacht kunnen worden met een tegengesteld resultaat, deed Teilen af als theoretische uitwassen van het kapitalisme. Al schrijft hij waarschuwend dat met het groeien van de welvaart de uitwassen toe kunnen nemen.

Naar: basisbegrippen-van-de-economie-arbeid-tijd-en-kapitaal/