De piramide van geluk ~ De toekomst en de economie

De toekomst ziet er rooskleurig uit.
De intrede van internetbankieren, betaalpassen en creditcards heeft ons (betaal)gedrag veranderd.

De Canadees J.W. Hasking presenteerde op het Third Wolff Debate Congress het onderzoek waarbij 1432 willekeurige Canadezen met betrekking tot hun financiële huishouding ondervraagd werden (2007).
Van de onderzochten heeft 83,2% een helder beeld van zijn inkomsten. De overige 16,3% blijkt zijn inkomen gemiddeld 12,3% te hoog in te schatten. Interessanter is dat van de 83,2% met een realistisch beeld, 67,1% geen reëel beeld heeft van de uitgaven. Hasking vergelijkt deze cijfers met een onderzoek uit 1957 dat in Canada werd gehouden door de Universiteit van Montreal. Bij dat onderzoek werden 74 mensen ondervraagd. Daaruit blijkt dat 95% indertijd de hoogte van hun inkomsten kende en 93,2% hun uitgavenpatroon goed inschatte.

Hasking trekt hieruit een aantal conclusies:
– geld verandert van waarde als het niet echt uitbetaald wordt
– de inzichten in eigen economie verminderen met de toename van de hoeveelheid digitaal geld
– digitaal geld lijkt ruimer voorhanden dan analoog
– de homo economicus is geneigd tot positief denken

De vraag is of deze ontwikkeling perspectief beidt op mogelijke oplossingen voor de huidige financiële crisis, of in bredere zin, voor de grootste bron van frustratie: armoede.
Ja en nee, concludeert Wolff II. Uit de kern van de hiervoor gemelde analyse kan men op zijn minst een deeloplossing abstraheren. Als eerste stap naar een uitweg komt Wolff II met het voorstel voor een mondiale munt: de i-ping

Het voordeel van deze invoering is dat het de transparantie vergroot.

i(-ping) = t(ransparantie)

Transparantie is de voorwaarde voor degelijk vergelijkend onderzoek. En vergelijkend onderzoek is de kern van wetenschappelijk verkeer: een appel is pas een appel (a) als hij naast een ei (e) ligt.

a = a > e

Het voortdurend moeten omrekenen van dagkoersen, de invloed van speculatie, belemmert objectief onderzoek.

v(aluta)² = n(ie)t = V(erwarrend) of

v² # nt = V

Met de invoering van een mondiale munteenheid is aan een basisbehoefte van de wetenschap voldaan.

Hiermee wordt helder wat een ieder verdient.

i ≥ t = b(eter)

Als gevolg hiervan zal volgens Wolff II een intensieve prikkel tot vooruitgang worden afgegeven; ieders positie is verbeterd door de verkregen transparantie.
Al oogt deze eerste stap van geringe omvang; voor de wetenschap is zij essentieel.
Wetenschap, verduidelijkt Wolff II, biedt geen oplossing, dat is de taak van ideologie.

Wetenschap biedt inzicht. En inzicht bepaalt mede het menselijk handelen.

a(rm) = a + √ O(nwetendheid) = g(een) p(rikkel)

maar

a = a + √ W(etend) = p

wordt

a = a + √ w = p > o(plossing)

Conclusie
Economie en daarmee de wetenschap op zich bewijst hiermee dat zij een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de verbetering van het dagelijks bestaan. Maar ook laat zij haar reikwijdte en haar beperkingen zien.
Als de huidige financiële crisis vraagt om een nieuwe manier van denken, moet dat geen stap terug zijn, maar een sprong voorwaarts.
Minstens zo belangrijk is de troost dat er niets nieuws onder de zon is. Rare fratsen zijn van alle tijden. Tegenslagen horen erbij.
Zonder problemen geen oplossingen.

Naar: bibliografie/