Donderdag

De dreumes loopt een paar meter voor me. Zijn knuistje in de hand van zijn moeder.
Hij kijkt naar de bomen. Naar de gracht.
‘Welke kleur heeft je werk?’, vraagt ie opeens.
Zijn moeder lacht.
‘Welke kleur heeft mijn werk?’, herhaalt ze.
‘Grijs’, zegt ze dan.
Ze beseft zo te horen dat ze haar hummel hiermee ieder perspectief op een vrolijke toekomst afpakt, want, legt ze uit, ‘Ik bedoel, ik werk op een kantoor met grijze muren.’
Ja, dan kun je niet wachten op later.