Hamburgerstraat 28 – Amelisweerd Kort Geding

HamburgerstraatVrijdag 24 september 1982 omstreeks 11.30 uur: ‘Er wordt geschoten. Je moet onmiddellijk komen.’ Kantonrechter Oosterhuis en griffier Pieter de Wit kijken verstoord op, wie zomaar de comparitie in het Kantongerecht te Utrecht aan het Janskerkhof durft te verstoren.
Onder het mompelen van excuses als ‘ik leg het nog wel eens uit’ stuif ik de zaal uit. Dit is het zoveelste incident die dag in de zogenaamde Amelisweerdkwestie.

Amelisweerd is een prachtig loofhoutbos aan de oostrand van Utrecht. Een gebied dat door een zekere Amelis uten Weerde rond 1200 beheerd werd, aan hem zijn naam dankte en in de 18de eeuw door twee edelmannen tot een uniek bos was getransformeerd. Uit de hele wereld werden bomen en struiken aangevoerd.
In de zestiger jaren komen het bos en haar gebouwen in handen van de gemeente Utrecht en word het landgoed opengesteld voor recreatie.
In die tijd – nog geen dertig jaar geleden – is het ontwerpen en aanleggen van wegen nog steeds een feitelijk alleenrecht van Rijkswaterstaat, ook wel de Staat in de Staat genoemd, vanwege zijn enorme opeenhoping van kapitaal, ‘knowhow’ en technische middelen.
Van inspraak bij de aanleg van rijkswegen is begin zeventiger jaren geen sprake. Als Rijkswaterstaat een tracé wil aanleggen, dan worden gronden aangekocht, streek- en bestemmingsplannen klaargemaakt, contracten gesloten en daarna blijkt dat er weer een stuk natuur opgeofferd is aan asfalt.
Rijkswaterstaat zet een verbinding tussen twee plaatsen op het rijkswegenplan. Het plan berust weer op een structuurschema, dat in een Nota over de Ruimtelijke Ordening is opgenomen. Het ontwerp ligt op de provinciale griffie ter inzage. Bijna niemand is daarvan op de hoogte. Slechts een enkeling weet waar die griffie te vinden is en vervolgens ontbreekt het meestal aan deskundigheid of geduld om zich door de stapels dossiers heen te worstelen.

De Tweede Kamer kan weliswaar via de begroting voor het Rijkswegenfonds invloed aanwenden. Meestal echter zijn de gepresenteerde wegenplannen hamerstukken. Goedbedoelende kamerleden zijn geen tegenpartij voor Rijkswaterstaat. Terecht introduceert Crince Le Roy in de zestiger jaren de term en het begrip de Vierde Macht, de ambtenarij als feitelijk machtsblok naast de Trias Politica, de wetgevende, de bestuurlijke en de rechterlijke macht. In zo’n comfortabel klimaat ontstaat binnen Rijkswaterstaat al snel het idee dat wat Rijkswaterstaat doet, altijd goed is.
Vraag je in die tijd een ambtenaar van dit bolwerk wat inspraak is, dan zal hij zeggen: dicteren in een opnameapparaatje.
Begin zeventiger jaren zit Rijkswaterstaat met een vuiltje aan de oostkant van Utrecht, doordat de A27 niet strak langs de oostkant van de stad doorloopt, maar via een u-knik de rijks/randweg 222 genomen moet worden. Gevreesd wordt voor overbelasting. De kortste weg tussen twee punten is de rechte lijn, dus wordt de streep rechtdoor getrokken zonder dat iemand bij Rijkswaterstaat zich afvraagt wat er onder die streep zit. Dit blijkt het bos Amelisweerd te zijn, waardoor Rijkswaterstaat een 132 meter brede weg geprojecteerd heeft.

Zoals de penicilline toevallig uitgevonden werd, zo werd Amelisweerd toevallig de horzel die Rijkswaterstaat jarenlang tartte en een aanzet tot anders denken en doen.
Toeval, want de Technische Hogeschoolstudent Jaap Pontier krijgt in februari 1971 voor het praktijkonderdeel van zijn studie planologie de opdracht om de totstandkoming van een willekeurig bestemmingsplan te bestuderen. Pontier, praktisch, kiest voor het bestemmingsplan Maarschalkerweerd, omdat dat dicht bij het huis van zijn ouders ligt. Hij bezoekt de griffie van het Provinciehuis en ziet tot zijn groeiende verbijstering dat het bos van zijn jeugd grotendeels vernietigd zal worden door de door Rijkswaterstaat geplande A27. In 1974 razen de auto’s door het bos, aldus de planning.
Jaap vormt met wat kennissen de werkgroep Amelisweerd, die binnen enige weken met een uitvoerig rapport komt, waarin zij pleiten voor twee alternatieven één bijna langs de bosrand, dan wel één buiten het bos.
De werkgroep krijgt enorme bijval, de pers bemoeit zich er mee, de Utrechtse bevolking wordt wakker en eind juni 1971 liggen er 30.000 Utrechtse handtekeningen. Ook de ANWB is tegen een weg dwars door het bos. De Minister besluit de werkzaamheden te stoppen en laat de Utrechtse Gemeenteraad zelf beslissen over het tracé.

De geest is uit de fles en vertwijfeld roept ir. A. Spoel, Hoofd Afdeling Wegen van Rijkswaterstaat, regio Utrecht, dat hij niet goed wordt van die actiegroep. Slapeloze nachten zijn het gevolg. Spoel: ‘Dat was een novum. Burgers die zich met onze zaken bemoeiden. Dat was toch nog nooit vertoond.’
Partijen bestoken elkaar met rapporten en prognoses en uiteindelijk besluit de Gemeenteraad op 22 oktober 1971 tot het meest westelijke door de bosrand lopende tracé.
De ANWB reikt de werkgroep de ANWB-onderscheiding uit en complimenteert deze vanwege haar waardevolle inbreng door het aandragen van informatie en alternatieven en haar bijdrage aan het verdiepen van de ecologische inzichten van de erbij betrokken gemeentebestuurders.
De werkgroep gaat goed eten van de prijs en valt uitelkaar.

De Amelisweerdstrook bedraagt 41/2 kilometer en loopt door drie bestemmingsplannen: Lunetten in het zuiden, Maarschalkerweerd in het middenstuk (hierin ligt Amelisweerd) en Rijnsweerd Zuid aan de noordkant (zie tekening).

Amelisweerd-afb.1

De Amelisweerdstrook

Alleen tegen het bestemmingsplan Maarschalkerweerd wordt tot in hoogste instantie geprocedeerd. Daardoor kan Rijkswaterstaat aan beide kanten van Amelisweerd doorgaan met haar werkzaamheden onder toepassing van de dominostrategie.
In 1975, als het bestemmingsplan Maarschalkerweerd wordt gepresenteerd, ontstaat uit een samenwerkingsverband Actie Amelisweerd. Rijkswaterstaat denkt dan namelijk aan een tracébreedte van 155 à 175 meter, terwijl de werkgroep aan een betonnen bak denkt, die slechts 55 meter breed hoeft te zijn. Toch kiest de gemeenteraad op 20 mei 1976 voor een verdiept aangelegde weg in de vliesconstructie en op 30 juni 1977 gaat de Raad akkoord met het bestemmingsplan en met de door Rijkswaterstaat voorgestelde brede weg.
Inmiddels loopt de behandeling van het bestemmingsplan Maarschalkerweerd door. De Raad van State adviseert de Minister een (smalle) bakconstructie in plaats van de (brede) oplossing van Rijkswaterstaat. Dit betekent een besparing van 1 hectare bos en beperking van geluidhinder. Na nog wat heen en weer gemanipuleer tussen verschillende diensten van de overheid, zet de Koningin op Kerstavond 1980 een handtekening onder het bestemmingsplan met bakconstructie.

Eind 1977 verandert Actie Amelisweerd in ‘Vrienden van Amelisweerd’ en eind 1980 begint er enige twijfel bij de gemeenteraad te ontstaan, omdat de ‘oude’ prognoses van Rijkswaterstaat over het toenemende verkeer niet meer zouden kloppen, zoals de Vrienden gemotiveerd aantonen.
De gemeente, die inmiddels meer en meer voor een alternatief is, heeft dan nog maar één mogelijkheid, en dat is een nieuw voorbereidingsbesluit nemen op het zojuist tot stand gekomen bestemmingsplan.
Op 15 januari 1981 neem de Raad vervolgens zijn voorbereidingsbesluit in het bestemmingsplan Maarschalkerweerd met als bedoeling dat de weg er niet zal komen.
De Minister heeft daar weinig trek in en stelt de Raad van State voor dit voorbereidingsbesluit te vernietigen.
Rijkswaterstaat, inmiddels wakker geworden, vraagt, twee dagen voor het voorbereidingsbesluit, op 13 januari 1981 een bouwvergunning voor de bakconstructie.
Op 17 maart 1981 verlenen B&W kapvergunningen, met de beperking dat er pas gekapt mag worden als de bouwvergunning voor de bakconstructie onherroepelijk is geworden, dat wil zeggen dat op een eventueel schorsingsverzoek bij de Raad van State afwijzend is beslist. Daarnaast moet het rooibestek goedkeuring hebben van de Directeur Openbare Werken.
En dan komt het eind van elf jaar procederen en actie voeren in zicht.

De Vrienden staan nog maar een paar proceduremogelijkheden open. Als het bestemmingsplan op onjuiste of achterhaalde gronden is vastgesteld, kan een herzieningsverzoek worden ingediend. De Actiegroep dient in de zomer van 1982 twee herzieningsverzoeken in, één voor het bestemmingsplan Maarschalkerweerd, dat onherroepelijk was geworden, en één voor het door de Kroon vernietigde voorbereidingsbesluit van 15 januari 1981.
De Vrienden stellen zich met verwijzing naar recente berekeningen op het standpunt dat de verkeersprognoses van Rijkswaterstaat niet langer kloppen.
In mei 1981 komen de Vrienden met het rapport ‘Rijksweg 27 door Amelisweerd: achterhaald en overbodig’. Een samenstelling van een aantal wetenschappelijke rapportages.
Rijkswaterstaat antwoordt in de zomer met een stuk dat dateert uit 1978 dat 5% groei per jaar prognosticeert.
Rijkswaterstaat ziet overal files. Bij doorvragen blijkt dit ook het geval te zijn als iemand voor een verkeerslicht moet wachten.
De druk wordt opgevoerd. Begin 1981 zegt Minister Tuijnman: ‘Amelisweerd is de enige nog ontbrekende schakel in de wegverbinding tussen Oslo en Madrid’.
De Vrienden benadrukken steeds meer dat via de oude en te reconstrueren rijksweg 222 ook een adequate oplossing gevonden kan worden, waardoor het bos behouden blijft, en dat in ieder geval onderzoek moet plaatsvinden.

Tuijnmans’ opvolger, Zeevalking (D’66), provoceert in december 1981 de gelederen door te spreken over een rij struiken en op 25 januari 1982 laat deze Minister er geen misverstand over ontstaan: de aanleg van de weg vindt onontkoombaar plaats. Er zijn geen alternatieven. De Minister wijst een nader onderzoek af.
Voor D’66, de milieupartij, blijkt Amelisweerd rampspoed. De provinciale D’66 fractie stemt in december 1980 voor een motie om de weg zo snel mogelijk aan te leggen. Een dag later is de Utrechtse D’66 gemeenteraadsfractie tegen snelle aanleg.
In de Tweede Kamer wil Tommel (D’66) onderzoek. Zeevalking weigert.
Op 9 maart 1982 moet de Kamer stemmen over een motie (Tommel, Rienks PvdA) en Waltmans (PPR) dat doortrekken van de weg niet echt nodig is. Mevrouw Oomen (CDA) zou meestemmen. Dat doet ze niet (uitslag 69 voor, 71 tegen). Naderhand verklaart ze haar ommezwaai. Ze was op weg naar de stemming ergens in de buurt van Utrecht in een file terecht gekomen. Later wordt Oomen gevraagd waar die file dan wel gestaan zou hebben. Dit weet ze zich niet meer te herinneren. D’66 wordt afgerekend op gezwalk. Op 8 december 1982 lijdt de partij tijdens de verkiezingen voor de Tweede Kamer een smadelijke nederlaag.

Inmiddels woedt in de zomer van 1982 in Frankfurt een strijd in een bos, omdat daar een landingsbaan gepland is bij het vliegveld. Ook de Vrienden organiseren naast het procedurele verzet acties ter plekke, dat wil zeggen bewakingsacties in het bos ter voorkoming dat Rijkswaterstaat als een dief in de nacht zijn zin doordrukt.
De Vrienden stellen zich op het standpunt dat zij het voortijdig kappen kunnen tegenhouden, zolang zij geen schorsingsverzoek tegen de bouwvergunning hebben ingediend.
Omdat de signalen steeds sterker worden dat Rijkswaterstaat toch zal gaan kappen, vindt ‘woodwatching’ plaats.
In augustus 1982 ontstaat een breed initiatief ter voorbereiding van de verdediging van Amelisweerd, dat uitmondt in de oprichting van het Landelijk Amelisweerd Komité (LAK) op 6 september 1982.
Er wordt opgeroepen tot geweldloze ondersteuning van de strijd tot behoud van het bos. ‘Als de overheid geweld tegen ons inzet, zullen we dat beantwoorden. Maar in eerste instantie willen we geweldloos actie voeren’.
Op 9 september 1982 maakt het LAK haar plannen op een persconferentie bekend, hetgeen in de pers opeens uitgelegd wordt als ‘harde acties’, ‘kampen als uitvalbasis’ en ‘georganiseerd vernielen van materiaal’.
Het LAK roept op om op 18 september 1982 een demonstratie van het Domplein naar het bos te houden.
Aangekomen in het bos wordt begonnen met de bouw van een aantal hutten. De circa tweehonderd die overnachten, worden de volgende ochtend overvallen door een ME-operatie, inclusief volledig gevechtspak met knuppel, schild en gasmasker. De aanwezigen krijgen twee minuten de tijd om hun spullen te pakken en vervolgens stuiven de paarden van de bereden eenheid naar voren en breken door de barricade. Dan volgt er een knuppelregen. Hout, kleding, slaapzakken, hele tenten en informatiemateriaal gaan in vlammen op.
Dit alles zonder enige waarschuwing of ultimatum.
De hoofdcommissaris Van Doesburg motiveert de actie met de mededeling dat mensen met positieve bedoeling waren vertrokken en de harde kern was overgebleven.
De actievoerders laten zich niet uit het veld slaan en bouwen ’s avonds vrolijk de eerste nieuwe boomhutten.

Op dinsdag 21 september 1982 volgt een nieuwe ontruimingsactie, inclusief charges van paarden dwars door een zitblokkade op een bospad. De ME is niet voorbereid op de boomhutten en kan er slechts één van de acht ontruimen.
Duidelijk is dat de politie een uitputtingsscenario hanteert.
Burgemeester en hoofdcommissarissen vinden langzamerhand dat er sprake is van geweldpleging en dat de zaak in handen van Justitie moet komen. Een wonderlijke conclusie gezien het eigen escalerend gedrag.
Minister Zeevalking wordt verzocht het kappen zo snel mogelijk te laten geschieden. De minister vertrekt echter naar Wenen.

’s Avonds meldt de politie tijdens een persconferentie dat er niet zal worden gekapt voordat Zeevalking vrijdagsmiddags uit Wenen is teruggekeerd. Hij zal dan zo snel mogelijk met de Burgemeester en Commissarissen in contact treden over de kap datum en er zal pas worden ontruimd indien er sprake is van een basiskamp of het oprichten van een barricade.
Ondanks het feit dat de actievoerders zich aan deze voorwaarde houden, wordt op woensdag 22 september 1982 vanuit Den Haag beslist dat zo snel mogelijk gekapt dient te worden en dat daarbij alle inzet geoorloofd is.
’s Woensdags hebben de Vrienden gemeente en politie uitdrukkelijk meegedeeld dat in geval van een besluit tot kappen een schorsingsverzoek bij de Raad van State zal worden ingediend (tegen de bouwvergunning) en dat eventueel een kort geding zal worden aangespannen.
Donderdag 23 september 1982 tegen het eind van de middag zijn er steeds meer aanwijzingen dat er ieder moment gekapt kan worden, ME troepen worden gesignaleerd.
Door een vergissing van de gemeente Bunnik wordt door de Verkeersinformatiedienst gemeld dat het verkeer op de provinciale weg Utrecht-Bunnik voor een week gestremd zal zijn. Journalisten, aanwezig op de politiepersconferentie van dinsdag kunnen het niet geloven. Er waren toch duidelijke toezeggingen gedaan.
De Vereniging besluit tot een kort geding.
Bij toeval had ik kort daarvoor contact gekregen met de Vrienden.
In die tijd werden er regelmatig acties gevoerd die wel eens eindigden in opsluitingen op het politiebureau. Actievoerders zorgden dan vooraf voor hun eigen stand-by advocaat in geval ze opgepakt werden.

In het toenmalige Advokatenkollektief Herenweg, waar ik werkte, verleenden wij ook deze dienstverlening. Omdat de vaste stand-by advocaat van de Vrienden, Erik Pauli, in verband met vakantie een vervanger zocht en hij bij acties het waarschijnlijk niet alleen afkon, werd ons advokatenkollektief als stand-by gevraagd.
Ik wist praktisch niets van ruimtelijke ordeningszaken, maar werd donderdagavond 23 september 1982 gevraagd om maar even een kort geding te beginnen voor de volgende ochtend.
Niet gehinderd door wetenschap hebben Erik Pauli en ik ons een uur of twee door Vrienden laten inpraten over waar het ongeveer op neerkwam. Het bestemmingsplan Maarschalkerweerd was op onjuiste gegevens tot stand gekomen en de omstandigheden waren veranderd. Dit zou voldoende grondslag zijn voor een herziening. Als het bestemmingsplan niet klopte, dan zou ook de bouwvergunning, gebaseerd op dit bestemmingsplan, ten onrechte afgegeven zijn. Als de bouwvergunning ten onrechte afgegeven was, zou ook de kapvergunning, die gebaseerd was op de bouwvergunning, niet van toepassing zijn en derhalve was het onrechtmatig om te kappen zonder dat voornoemde kwesties waren uitgeprocedeerd. Dat moesten wij ‘effe’ in kort geding aannemelijk maken.
Daarnaast zou pas morgen worden gekapt als in een schorsingsprocedure door de Raad van State afwijzend beschikt was. Er was nog geen schorsing aangevraagd. Dat hebben wij die nacht gedaan. Dus ook op die grond mocht niet gekapt worden.
En daar zit je dan ’s avonds om 21.00 uur. Faxen bestonden nog niet. Telexen waren ondingen. Als je e-mail zei, dacht iemand dat je een voornaam verkeerd uitsprak. Hoe krijg je vijf partijen, te weten de Minister van Verkeer- en Waterstaat, de Burgemeester, de Hoofdcommissaris, de kazernecommandant en de directeur van Rijkswaterstaat, de volgende ochtend om 09.30 voor de president in een kort geding?
Kortom, eerst maar eens de president gebeld. Professor V.J.A. van Dijk, met de toenmalige Amsterdamse President, dé kort geding president, inmiddels 69 jaar, vlak voor zijn pensioen, lag – zoals zijn vrouw meedeelde – om 22.30 uur te bed en de president kon niet meer gestoord worden.
Dan maar de vicepresident, mr. L. Schuman. Die had er alle begrip voor, maar kon niets over een tijdstip zeggen. Dat zou de volgende ochtend bekeken moeten worden. Toch lastig, want we hadden geen tijd en in een dagvaarding moet toch een tijdstip staan en hoe al die partijen te bereiken.
Dan maar even opgetreden als zaakwaarnemer voor de president. In een flits bedenk ik dat Amelisweerd hoge nieuwswaarde heeft en relevante partijen waarschijnlijk het late journaal bekijken. Ik bel de redactie, waar ik tot mijn geluk een mij bekende redacteur, Henk van Veen, aan de lijn krijg. Ik eg hem kort de kwestie uit. Hij vraagt mij nog of ik het serieus meen en een paar minuten later deelt Fred Emmer mee dat de volgende ochtend een kort geding plaatsvindt voor de Utrechtse Rechtbank.
Vervolgens belt mr. Schuman mij op een adres van een van de Vrienden. Hoe hij dat wist, is mij tot op heden onduidelijk. ‘Half tien’. ‘Dank u wel’.
Ik gaf Henk van Veen de tijd door. Henk, helemaal enthousiast, maakt er vervolgens een vijf minuten item inclusief foto’s van voor een daaropvolgend journaal. Vervolgens neemt de ANP Radionieuwsdienst het bericht over.

’s Nachts werken Erik Pauli en ik met de Vrienden door om een dagvaarding in elkaar te zetten die we dan, zo vereist de wet het, moeten laten betekenen door de deurwaarder. Omdat inmiddels bekend is dat veel van de partijen, althans hun vertegenwoordigers, in de Kromhoutkazerne zitten, gaat deurwaarder Bes samen met Erik Pauli op pad om de dagvaarding uit te brengen en worden ze vervolgens anderhalf uur bij de kazerne opgehouden.
Het is een heel apart gevoel om onder die druk en zonder specifieke kennis er wat van te maken. Een uitstekende therapie voor perfectionisten en twijfelaars. Je moet door, terwijl alle veiligheidspallen rinkelen. Te mager, te dun. Maakt niet uit, je moet door. Zo’n gevoel als je van de piste raakt en tussen de bomen door hotsend en botsend weer terug probeert te komen op de lager gelegen piste of over dat stukje ongelijke tweespoorspiste met kuilen en keien stuiterend en een gapende diepte naast je.
’s Ochtends melden wij ons enigszins gammel, maar vechtlustig bij de rechtbank. Die wonderlijke verzameling gebouwtjes, waar een architect in de vijftiger jaren een vergeefse poging gedaan had er nog wat van te maken.
Een gebouw dat in al zijn lelijkheid toch een heel aparte sfeer had. Door al die nieuwe rechtspaleizen begrijp ik steeds meer wat het bijzondere van onze rechtbank is. In Utrecht, waar de democratie 400 jaar geleden begonnen is, wordt recht – vanzelfsprekend – gesproken.
In andere steden hebben ze kennelijk de macht van het gebouw nodig om hun gezag te onderstrepen. Ik ondervond dat schrijnend in bijvoorbeeld Breda, waar ik in een soort Pentagon binnenstapte en zeven achter dik glas onderuitgezakt zittende particuliere veiligheidsdienstmedewerkers verstoord opkeken hoe ik hun gesprek durfde te onderbreken om vervolgens een bezoekerslabel toegeworpen te krijgen.
Dat is niet het Utrechtse model van debat, maar de voorloper van enge tijden.
En met dat gebouw associeer ik de toenmalige president Van Dijk. Op de lagere school zal hij waarschijnlijk bij gym aan de meest linkse zijde gestaan hebben. Echter, bij kort geding vulde hij als het moest het hele Kabinet. Daar is een term voor: SitzenGeneral.
Van Dijk was ook mijn onbezoldigd buitenpatroon. Als collectief hadden we de ruimte een eigen stijl te ontwikkelen. Ik houd van kort gedingen. Van Dijk deed ze en gaf, zonder dat we het ooit benoemd hebben, mij voortdurend aanwijzingen, onder andere door mij in het begin de een na de ander te laten verliezen. Het was nog de tijd dat je ’s ochtends aan zijn bureau een datum vroeg, hij je kritisch aankeek en vervolgens de agenda en zijn vulpen pakte. Je kon dan door.
Maar ik dwaal af.

De media bleken hun werk gedaan te hebben, want ’s ochtends om 09.30 uur meldt mr. Den Hertog uit Den Haag dat hij namens de minister verweer wil voeren. Hij vraagt enige uren uitstel voor overleg. Mr. B. Keulen, die wij ’s nachts gebeld hadden, is namens de gemeente Utrecht aanwezig.
Inmiddels blijkt de verwachting juist en is, wat ons op dat moment nog niet bekend was, de ontruimings- en sloopactie Amelisweerd gestart doordat de Burgemeester met beroep op artikel 220 van de Gemeentewet de noodtoestand had uitgeroepen om vanuit de Kromhoutkazerne om ongeveer 09.15 uur met de colonnes ten strijde te trekken.
In het bos bevinden zich dan ongeveer driehonderd actievoerders. Van de andere zijde: elf peletons ME plus een bereden brigade, driehonderd mensen voor afzetting, openbare orde en informatiewinning, honderdzeventig ondersteunende mensen. Daarbij Rijkspolitie te water, Dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie waterwerpers. In totaal circa 1500 man.
De Burgemeester verdedigt haar gebruik van artikel 220 met verwijzing naar perspublicaties waaruit zou blijken dat de verdediging van het bos Amelisweerd in een meer professionele organisatievorm was gegoten. Het driehoeksoverleg schatte deze signalen in als van dreigende aard, zodat ernstig rekening gehouden moest worden met massaal hard verzet met allerlei middelen tegen eventuele ontruiming van het Amelisweerdbos en het starten van de kap actie.
Daarbij had het driehoeksoverleg gekozen voor de tactiek van de overkill. Dat hebben de actievoerders geweten. Nadat zij hadden ingezien dat de politie zich niet aan de afspraak van dinsdagavond zou houden, worden snel barricades opgericht. Provocateurs die het hardst meewerkten aan de bouw van de barricades, dirigeren de pelotons het bos in. De pelotons rukken naar het zingende zittapijt van circa honderdvijftig mensen. Op commando volgt dan een grootscheepse charge met slagen van wapenstokken op ieder die te raken valt. Resultaat: vele hoofdwonden. De actievoerders worden het bos uitgejaagd de stad in. Vervolgens begint het kappen. Bewoners van boomhutten worden per hoogwerker eruit gehaald en kilometers verder afgezet (methode Koppejan).
Het zingend tapijt scandeert ‘geen geweld, geen geweld’ en ‘Amelisweerd, niet geasfalteerd’.
Op dat moment vraagt de landsadvocaat om uitstel tot 13.30 uur in verband met de goede voorbereiding en ik vraag de president of het kappen dan niet kan worden uitgesteld, waarop de president antwoordt: ‘Dat heb ik niet in de hand’.
Iedereen ging er van uit dat het kappen wel twee à drie dagen in beslag zou nemen en onbekend was hoe de situatie in het bos was. Tevreden dat we in ieder geval zo snel een mondelinge behandeling hadden, meenden wij dat het gevraagde uitstel wel gegeven kon worden. Achteraf een verkeerde inschatting. Niemand had voorzien dat het wegvagen van zeshonderd bomen binnen een paar uur gepiept was. De bomen werden gewoon omgeduwd door speciale bulldozers.

Om 11.30 uur die ochtend had ik een andere zaak bij de kantonrechter. Nog steeds niet op de hoogte van de feitelijke situatie en niet wetende dat in de stad inmiddels al allerlei relletjes waren uitgebroken door actievoerders die uit het bos verdreven waren, zit ik doodleuk bij die mondelinge behandeling als een medewerker binnenstormt met de mededeling: ‘Er wordt geschoten’. Ik stuif naar buiten.
Omstreeks 10.30 uur ’s ochtends zijn demonstranten richting het centrum van de stad gelopen. De ME had positie bij het gerechtsgebouw en het stadhuis ingenomen. Her en der wordt met stenen gegooid, een ruit vernield. Om 11.10 uur worden vier politiemensen in een surveillance-bus ingesloten. Vanwege de dreiging wordt een waarschuwingsschot gelost.
Zoals later blijkt, is omstreeks 12.00 uur het bos schoon.
Om 13.30 uur wordt het kort geding voortgezet. Namens de Vrienden bepleit ik stopzetten van het kappen met verwijzing naar allerlei stukken voorzover wij ons de hele problematiek eigen hadden kunnen maken. Om 15.23 uur hebben partijen hun pleidooi beëindigd. De president constateert dat de zaak ontstellend geëscaleerd is in Utrecht en hij vraagt beide partijen of er niet een wapenstilstand bereikt kan worden. De president is bereid om ’s avonds of zaterdag uitspraak te doen, maar dan moet er wel eerst een wapenstilstand bereikt worden.
De landsadvocaat suggereert dat als de machine in werking gezet is, daar waar het om zoveel mensen en instellingen gaat, dit beleid praktisch en fysiek niet zonder meer kan worden teruggedraaid.
Op dat moment gingen wij er vanuit dat een groot deel van het bos nog zou bestaan. Inmiddels hadden wij ’s ochtends al bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State een schorsingsverzoek tegen de bouwvergunning aangespannen. De Raad van State was bereid dit verzoek snel te behandelen. De uitslag in dit schorsingsverzoek zou bepalend zijn of de kapvergunning gehanteerd mocht worden.
Om 13 minuten voor vier wordt het kort geding hervat. De landsadvocaat deelt mee dat de Staat bereid is gevolg te geven aan het voorstel van de president om het kappen terug te nemen en dat de Staat bereid is in te gaan op het de-escaleren van de zaak.
Vervolgens komst de gemeenteadvocaat met de mededeling dat een kwartier geleden de laatste boom gekapt is.
Om allerlei redenen dringt die informatie niet tot mij door. Het belangrijkste is dat ik mij niet kan voorstellen dat de Staat als een dief in de nacht het recht van de gang naar de rechter wegpakt.

Ik wilde eerst weten of er nog over iets te procederen viel, waarop de president aangeeft dat hij van een hem bekende journalist op de gang gehoord had dat er vrijwel geen bos meer was. We delen mee dat we dat met eigen ogen willen zien en dat we de overheid niet meer vertrouwen.
In het gezelschap van journalisten, advocaten en actievoerders betreden wij het verboden gebied en treffen een gigantische ravage aan. Eeuwenoude boomstammen liggen omgeduwd, schots en scheef, her en der, over- en op elkaar. Daarvoor had ik al in de rechtszaal gezegd dat als er geen bos meer was, er niets meer te procederen viel en dat als de overheid daadwerkelijk gekapt had, dit een diep litteken in onze democratie zou nalaten en dat er dan alleen nog maar sprake was van politieke verantwoordelijkheid.
Zo meende ik het ook en zo meen ik het nog steeds. Iemand zei: ‘Dit is geen rechtstaat, maar een vechtstaat’, en zo was het die dag.
Namens de Vrienden heb ik het kort geding ingetrokken. Daarmee was die wonderlijke dag nog niet tot rust gekomen. Wonderlijk ook, omdat die dag de Nederlandse Orde van Advocaten haar jaarvergadering had en na de vergadering in Zeist honderden advocaten op de Utrechtse terrasjes neergestreken waren en terecht kwamen in een stad die op zijn kop stond.
Om 20.00 uur liep een groep van circa vijftienhonderd demonstranten door de stad. Overheidsgebouwen, bank, warenhuis, politiebureau. Ieder kreeg een portie stenen. Het stadhuis moest het verschillende keren ontgelden. Om 02.00 uur ’s nachts was de rust weergekeerd in de stad. Wat een Kafka als ’s nachts om 01.00 uur een jochie ME’er met Brabants accent mij bij het stadhuis vraagt of ik weet waar de Neude is.
Van die politieke verantwoording is in de stad weinig terechtgekomen. De gelederen sloten zich mede omdat er vlak daarvoor verkiezingen geweest waren en de nieuwe coalitie nog maar zes weken oud was. Behalve PSP en PPR gaat de Raad akkoord met het beleid van de Burgemeester, daar waar de gemeenteraadsfracties, op het CDA na, eerst in de pers allerlei bezwaren aanvoeren tegen het beleid van Burgemeester Vos, die de Raad buiten spel plaatste. Politiek is een zaak van gelimiteerd opportunisme en voor wie het nog biet begrijpt: enige maanden later schrijft de Burgemeester in een van de procedures die nog lopen bij de raad van State dat het beter is rijksweg 27 niet door Amelisweerd aan te leggen:
‘Op grond van het bovenstaande verzoeken wij u positief te beslissen omtrent het verzoek van de ‘Vereniging van Amelisweerd’ de weg niet aan te leggen.’

Zeevalking geeft in zijn beantwoording in de Kamer van vragen van PPR, PSP en CPN naar aanleiding van de Amelisweerdkwestie een college procesrecht:
‘Dat het in Nederland bestaand gebruik is dat bij het aanhangig maken van een geding bij de rechter de gedaagde c.q. de verweerder de gewraakte handelingen staakt en achterwege laat in afwachting van de uitspraak van de rechter, is in het algemeen een onjuiste stelling. Het normale patroon van de procesorde is, dat wordt doorgegaan totdat de rechter het verbiedt.’

Zeevalking verwijt de advocaten ook dat ze geen dagvaarding uitgebracht zouden hebben aan de Staat, maar vergeet gemakshalve dat de Staat als een dief in de nacht de illegale kap actie vierentwintig uur van tevoren georganiseerd had.
Dat de politici deze kwestie nog hoog op genomen hebben, het zij zo. De burgers hebben in de eerstvolgende Tweede Kamer verkiezing begin december 1982 feilloos afgerekend met de direct verantwoordelijke, D’66.

Nadien is Amelisweerd nog dikwijls in de aandacht geweest. Dat was de waarde van de Amelisweerdacties en het kort geding.
Tot de dag van vandaag vond ik het een juiste beslissing om geen vonnis te vragen. De Staat had partijen, de rechter en daarmee zichzelf buiten spel gezet.
Amelisweerd is volgens mij achteraf een appèl, een spiegel aan politici en de Vierde Macht dat je zo niet met je bevolking en met het milieu omgaat.
Vandaag lees ik paginagrote advertenties in de landelijke dagbladen: ‘Inspraak startnotities op achterlandverbindingen A1, A2, A4.’
In de advertentie geeft Rijkswaterstaat aan waar informatie gehaald kan worden, waar ingesproken kan worden, inclusief internet.
Los van de vraag of deze inspraak functioneel is, Rijkswaterstaat heeft in ieder geval één ding geleerd: ‘You can’t beat the people, so better join them.’