Insluiten of heenzenden ~ Profiel van GHB-gebruikers
In dit hoofdstuk schetsen we een profiel van de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie. Welke groepen of typen worden in de praktijk aangetroffen? Zijn bepaalde groepen of typen sterker vertegenwoordigd dan andere? Wat is de geslachtsverdeling, hoe is de leeftijdsopbouw en hoe is de verdeling naar etniciteit? Is er sprake van een profiel dat op opgaat voor heel Nederland of zijn er duidelijke regionale verschillen?
Typen problematische GHB-gebruikers
In de interviews werd gevraagd tot welke groepen of typen de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie gerekend kunnen worden. De respondenten konden zelf een indeling maken, waarbij het totaal moest uitkomen op 100%. In de vragenlijst hadden we alvast twee typen onderscheiden: ‘straatjongeren’ (hang-, buurt- en/of straatjongeren); en ‘klassieke verslaafden’ (thuis-/dakloos en/of polydruggebruik; vaak ook psychiatrische problematiek; niet zondermeer ook verslaafd aan GHB). Daarnaast kwamen uit de antwoorden van de respondenten al snel twee extra typen naar voren: thuisgebruikers en uitgaanders. Vaak kwamen de respondenten met een of meer van deze vier typen al op een totaal van 100%, maar sommigen noemden (ook) andere typen of groepen. De verdeling over 100% is vrijwel altijd op basis van hun eigen inschatting (weliswaar beredeneerd, maar niet aan de hand van precieze cijfers).
Per type geven we de variatie in het door respondenten opgegeven aandeel binnen de totale groep aan. Daarnaast wordt het gemiddelde aandeel (of: percentage) vermeld, dat wil zeggen: het gemiddelde van alle gerapporteerde percentages.[xiii] Deze gemiddelden zouden ten onrechte de indruk kunnen wekken van grote precisie; het zijn echter niet meer dan indicatieve schattingen.
Klassieke verslaafden
Het aandeel van dit type varieert van niemand (0%) tot allemaal (100%), met een gemiddelde van 32%. Dit type zien we hoofdzakelijk in de meer verstedelijkte gebieden en vormt de meerderheid in (delen van) de provincies Utrecht (politie Utrecht), Flevoland, Noord-Holland (politieregio’s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Gooi & Vechtstreek), Zuid-Holland (politie Rotterdam-Rijnmond), Brabant (politie Brabant Noord en Brabant Zuid-Oost) en Limburg (politie Limburg Zuid). Toch is het kennelijk niet zo dat klassieke verslaafden overal in stedelijke gebieden in de meerderheid zijn, want in de politieregio’s Amsterdam-Amstelland en Haaglanden vormen zij een minderheid.
Straatjongeren
Ook bij het aandeel hang-, buurt- en straatjongeren onder de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie is er grote variatie binnen Nederland (van niemand tot iedereen). Het gemiddelde aandeel is 26%. De straatjongeren vormen een gemêleerde groep van scholieren en notoire spijbelaars en van werkenden en werklozen.
Dit type vormt de meerderheid in plattelandsdorpen in delen van de provincies Overijssel (politie Twente, met name gemeente Twenterand), Gelderland (politie Noord-Oost Gelderland, dorpen op de Veluwe), Zuid-Holland (politie Zuid-Holland Zuid, omgeving Dordrecht), Brabant (politie Midden-West Brabant, omgeving Breda) en Zeeland. Tegelijkertijd zijn er rurale gebieden waar dit type weinig of niet voorkomt.
Uitgaanders
Gemiddeld typeren de respondenten 18% van de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie als uitgaanders. Zij vormen een meerderheid in delen van de provincies Overijssel (Politie Twente: Enschede en omgeving; Politie IJsselland: Hardenberg en omgeving), Gelderland (politie Gelderland-Zuid: Nijmegen en omgeving), Noord-Holland (politie Amsterdam-Amstelland) en Limburg (politie Limburg-Noord).
Thuisgebruikers
Gemiddeld delen respondenten 14% van de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie in als thuisgebruiker. Het vaakst geldt dat voor Drenthe, waar men hen allemaal zo typeert. In mindere mate gebeurt dit in Friesland en Overijssel (politie Twente, met name gemeente Twenterand) en Gelderland (politie Noord-Oost Gelderland, dorpen op de Veluwe). Elders in Nederland komen we dit type nauwelijks of niet tegen. Binnen dit type bevinden zich gebruikers die thuis onwel worden, maar het betreft vooral gebruikers over wie buren zich zorgen maken vanwege hun verslaving en/of over wie zij klagen vanwege overlast en agressief gedrag.
Overige gebruikers
Naast de vier hiervoor genoemde typen problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie worden onder andere de volgende groepen of typen een enkele keer genoemd: psychiatrische patiënten, veelplegers, incidentele gebruikers, solistische gevallen, situationele gebruikers, losers en de kraakscene.
Variatie tussen en binnen provincies
Soms domineert in een provincie een bepaald type, zoals thuisgebruikers in Drenthe of klassieke verslaafden in Utrecht. Veel vaker is er sprake van meerdere typen binnen dezelfde provincie, bijvoorbeeld Friesland. Opvallend zijn de soms sterke contrasten binnen een provincie. Zo gaat het in de politieregio Limburg-Noord vrijwel uitsluitend om uitgaanders en in de politieregio Limburg-Zuid in meerderheid om klassieke verslaafden. En terwijl binnen de provincie Gelderland binnen de politieregio Noord-Oost straatjongeren de meerderheid vormen, zijn het in Zuid de uitgaanders en in Midden ongeveer even vaak klassieke verslaafden als uitgaanders. Ook binnen de provincie Brabant is er veel variatie; in de politieregio Midden-West draait het vrijwel volledig om straatjongeren, maar in Noord en Zuid-Oost in meerderheid om klassieke verslaafden. Ten slotte valt op dat binnen de politieregio Twente de problematische GHB-gebruikers op het platteland (met name Twenterand) in meerderheid straatjongeren zijn en de rest thuisgebruiker, terwijl het in de stad (o.a. Enschede) overwegend uitgaanders betreft.
Geslacht, etniciteit en leeftijd
Jongens en mannen zijn overduidelijk in de meerderheid. Het sterkst geldt dit voor de klassieke verslaafden; het (geschatte) percentage jongens/mannen varieert in dit type tussen 80% en 100%, met een gemiddelde van 94%. Bij de straatjongeren en de thuisgebruikers ligt hun aandeel tussen de helft en iedereen en bij de uitgaanders tussen 60% en 100%; de gemiddelden liggen boven de 80%.
Verreweg de meeste met de politie in aanraking gekomen problematische GHB-gebruikers worden beschouwd als autochtoon.[xiv] Het sterkst geldt dit voor de thuisgebruikers; bij dit type ligt het (geschatte) aandeel autochtonen tussen 90% en 100%, met een gemiddelde van 98%. Bij de hangjongeren en de uitgaanders varieert het van 60% tot en met 100% en bij de klassieke verslaafden van 75% tot en met 100%. Voor elk van deze drie typen ligt het gemiddelde aandeel autochtonen boven de 80%.
De leeftijd van de ‘straatjongeren’ onder de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie loopt naar schatting van de respondenten van jeugdigen van 12 tot en met ‘oudere jongeren’ van 40 jaar, de regionale gemiddelden variëren van 16 tot 28 jaar en de totale gemiddelde leeftijd is 21 jaar.
Bij de uitgaanders is de leeftijdsrange wat smaller (18-35 jaar, regionaal gemiddelde 20-30 jaar) en bedraagt de gemiddelde leeftijd 24 jaar. De leeftijdsspreiding bij de thuisgebruikers is groter (17-54 jaar; regionaal gemiddelde 21-35 jaar) en met gemiddeld 28 jaar zijn ze ook een paar jaar ouder. Bij klassieke verslaafden loopt de (geschatte) leeftijd van 18 tot en met 50 jaar, de regionale gemiddelde leeftijd varieert van 19 tot en met 45 jaar en hun totale gemiddelde leeftijd is naar schatting 31 jaar.
Samenvatting en conclusie
De inventarisatie resulteert in een gevarieerd profiel van de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie. Naar het zich laat aanzien, zijn de meeste problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie meerderjarig. Afgaand op de inschattingen van professionals zijn negen van de tien gebruikers te verdelen over vier typen. Binnen alle vier typen zijn jongens/mannen en autochtonen veruit in de meerderheid.
* Klassieke verslaafden vormen (met naar schatting 32%) de grootste groep. Zij zijn polydruggebruikers, thuis-/dakloos en/of hebben psychiatrische problemen; zij zijn echter niet perse ook GHB-verslaafd. Qua leeftijd zijn het overwegend eind-twintigers en dertigers (gemiddeld 31 jaar). Bijna allemaal zijn ze van het mannelijk geslacht, terwijl bij de andere drie typen ongeveer één op de vijf meisje/vrouw is. De klassieke verslaafden worden over vrijwel het hele land aangetroffen, maar het meest in urbane en sub-urbane gebieden, hoewel niet overal in de grotere steden.
* Straatjongeren staan (met naar schatting 26%) op de tweede plaats. Er zitten aardig wat tieners tussen, maar ook ‘oudere jongeren’. Met gemiddeld 21 jaar zijn zij het jongst. Dit type vormt de meerderheid in plattelandsdorpen in delen van sommige provincies (Overijssel, Gelderland, Brabant, Zuid-Holland, Zeeland). Tegelijkertijd zijn er rurale gebieden waar dit type relatief weinig of niet voorkomt.
* Het derde type (met naar schatting 18%) bestaat uit uitgaanders. De meesten zijn twintiger en de gemiddelde leeftijd is 25 jaar. Zij vormen meerderheid in – vooral, maar niet uitsluitend, stedelijke – delen van de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Holland en Limburg.
* Thuisgebruikers vormen het vierde type (met naar schatting 14%). Buiten (delen van) de noordelijke en oostelijke provincies wordt dit type nauwelijks of niet aangetroffen onder de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie.
Soms domineert in een provincie een bepaald type, veel vaker is sprake van meerdere typen binnen dezelfde provincie en opvallend is de soms sterke regionale variatie binnen een provincie, zelfs tussen dorpen en steden die dicht bij elkaar liggen. Dit indiceert dat de GHB-markt een sterk lokaal karakter kan hebben, hetgeen vergemakkelijkt wordt doordat handelaren en gebruikers de drug zelf kunnen maken.
Noten
xiii. Dat is niet vanzelfsprekend gelijk aan het (gewogen) gemiddelde van de totale populatie problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie. De respondenten rapporteren immers niet over lokale/regionale populaties van gelijke omvang.
xiv. Bij etniciteit gaat het in tweeërlei zin om schattingen, namelijk om een (subjectieve) inschatting van de etniciteit (in plaats van vaststelling volgens de officiële ‘objectieve’ CBS-indeling naar het geboorteland van betrokkenen en hun ouders) en naar een schatting van aan het aandeel autochtonen en het aandeel allochtonen.
LITERATUUR
Benschop, A. & Korf, D.J. (2011) De grote Spuiten en Slikken internetenquête 2011. Amsterdam: Bonger Instituut voor Criminologie.
Boonstra, M. (2011) Ontwenning van GHB: een voorbeeldpraktijk. Verslaving, 7(10):3-15.
Degenhardt, L., Darke, S. & Dillon, P. (2003) The prevalence and correlates of gamma-hydroxybutyrate (GHB) overdose among Australian users. Addiction, 89: 199-204.
Doekhie, J., Nabben, T. & Korf, D.J. (2010) NL.Trendwatch. Gebruikersmarkt uitgaansdrugs in Nederland 2008-2009. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Korf, D.J., Nabben, T., Leenders, F. & Benschop, A. (2002) GHB: Tussen extase en narcose. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Nabben, T. (2010) High Amsterdam. Ritme, roes en regels in het uitgaansleven. Amsterdam: Rozenberg Publishers.
Németh, Z., Kun, B. & Demetrovics, Z. (2010). The involvement of GHB (gamma-hydroxybutyrate) in reported sexual assaults: a systematic review. Journal of Psychopharmacology, 24(9):1281-1287.
Ouwehand, A.W., Wisselink, D.J., Kuijpers, W.G.T., van Delden, E.B. & Mol, A. (2011) Kerncijfers verslavingszorg 2010. Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (Ladis). Houten: IVZ.
Sumnall, H.R. Woolfall, K., Edwards, S., Cole, J.C. & Beynon, C.M. (2007) Use, function, and subjective experiences of gamma-hydroxybutyrate (GHB). Drug and Alcohol Dependence, 92:286-290.
Vogels, N. & Croes, E. (2012) Monitor Drugs Incidenten: factsheet 2011. Utrecht: Trimbos-instituut.
Van der Poel, A., Doekhie, J., Verdurmen, J., Wouters, M., Korf, D. & van Laar, M. (2011) Feestmeter 2008-2009. Uitgaan en middelengebruik onder bezoekers van party’s en clubs. Utrecht/Amsterdam: Trimbos-instituut/Bonger Instituut voor Criminologie (UvA).
Van Rooij, A., Schoenmakers, T.M. & van de Mheen, D. (2011) Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2009: De kerncijfers. Rotterdam: IVO.
Voorham, L. & Buitenhuis, S. (2012) GHB-gebruik(ers) in beeld. Een typering van de GHB-gebruiker en hun bereikbaarheid. Utrecht: Trimbos-instituut.
Wisselink, D.J., Kuijpers, W.G.T. & Mol, A. (2012) Kerncijfers verslavingszorg 2011. Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (Ladis). Houten: IVZ.