Insulinde en Suriname

Originele manuscript Max Havelaar

Met het imposante slotakkoord van de Max Havelaar, richt Multatuli zich rechtstreeks tot de koning:
‘Want aan U draag ik mijn boek op, Willem den Derden, Koning, Groothertog, Prins… meer dan Prins, Groothertog en Koning… Keizer van ‘t prachtig rijk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd…’

Deze regels horen niet alleen tot de bekendste, mooiste en felste regels uit onze literatuur, maar leverden bovendien twee benamingen op voor Neerlands oudste stuk Derde Wereld. Voordien werd dat aangeduid met Indië (al dan niet met het bijvoeglijk naamwoord Nederlandsch, Oost of beide) en, sinds de roep om zelfstandigheid in de jaren 30 van de vorige eeuw stem kreeg, met Indonesië.
De naam Indonesië is opgebouwd uit Indië en het Griekse nesos, eiland, en betekent letterlijk: eilandenrijk der Indiërs. Hetzelfde achtervoegsel staat in Polynesië, Melanesië en Micronesië, eilandgroepen die ook wel samengenomen worden onder de naam Austronesië.
Indië zelf komt van het Griekse Indos, wat de rivier de Indus betekent; India is dus: het gebied van de Indus. In vroeger tijden werd Indië nogal eens verbasterd tot Inje – bijvoorbeeld in ‘Oost-Injeganger’. Vondel heeft het in een van zijn gedichten over ‘t Gulden Indus.

Weinig literatuurliefhebbers, zelfs als ze aan een Insulindeweg of -laan wonen, zullen zich realiseren dat het door Multatuli geconstrueerde Insulinde dezelfde betekenis heeft als Indonesië: het is een combinatie van het Latijnse insulae (eilanden) en Indi. Het woord vond al tamelijk snel na het verschijnen van de Max Havelaar in 1860 ingang. Geertruida – Truitje – Bosboom-Toussaint noemde in haar roman Majoor Frans (1876) de ‘grote tijgerjagten op Insulinde’; en Justus van Maurik schreef in zijn Indrukken van een totok (1895 – totok is Javaans voor ‘Europeaan’): Het paleis van den Gouverneur-Generaal onderscheidt zich door deftige eenvoud. Mij dunkt voor den onderkoning van Insulinde zou het fraaier hebben mogen zijn.’
De tweede naam die Multatuli voor het gebied bedacht, was een beeldspraak: de gordel van smaragd. Dezelfde overweldigende indruk die de Indonesische natuur op iemand kan hebben, werd door de voormalig Binnenlands Bestuursambtenaar A. Alberts juist kernachtig samengevat met de titel Groen. Het verhaal verscheen in de bundel De eilanden (1952).
Maar Nederland had nog meer Derde Wereld (de uitdrukking ‘Derde Wereld’ veronderstelt twee andere werelden; onder de eerste – of oude – wereld wordt gewoonlijk Europa verstaan, de tweede – Amerika en Canada – heet ook wel de nieuwe wereld, bijvoorbeeld in Antonin Dvořáks symfonie From the New World.

Oost-Indië heet Oost-Indië omdat er ook een West-Indië is. Een belangrijk deel van onze koloniën daar werd gevormd door Suriname. Die naam bestaat al meer dan drie eeuwen. In 1682 namelijk droeg de provincie Zeeland deze kolonie over aan de West-Indische Compagnie. Deze stichtte een N.V. genaamd ‘de Sociëteit Suriname’.
Eén verklaring voor de herkomst van het woord Suriname is het Engelse Surreyham (een andere verklaring wil dat het land genoemd is naar de Surinamerivier en dat die een naam droeg van Indiaanse herkomst). Surreyham bestaat uit twee elementen: ham – zoals in Hampstead Heath en Hampton Court – betekent plaats, dorp, heerlijkheid, en Surrey is een Engels graafschap.
Suriname is, volgens die ene theorie, in de loop van de zeventiende eeuw door de Britse overheid genoemd naar de graaf van Surrey. Geen ongebruikelijke procedure bij de Britten: New York – dat zij verworven door het van Nederland over te nemen in ruil voor Suriname – heet naar het graafschap York en Rhodesia – tegenwoordig Zimbabwe – dankte zijn naam aan Cecil Rhodes, die het stichtte.

Het gebakkelei tussen Engeland en Nederland in die regio heeft onze taal nog meer opgeleverd.
In 1814 veroverden de Britten drie kleine Nederlandse kolonies, waaronder Berbice. Aan het verschrikkelijke klimaat daar danken we de uitdrukking ‘naar de barrebiesjes gaan’ voor doodgaan. In het Gronings betekent loop noa de Barrebiesies ‘loop naar de maan’.

Volgens de landkaart ligt Suriname tussen Frans Guyana en Brits Guyana in. Het had dus net zo goed Hollands Guyana geheten kunnen hebben. Zo heette het ook inderdaad en zo is het ook genoemd, o.m. door de schrijfster Welmoet Wijnaendts Francken-Dyserinck in haar boek Drie maanden in de West (1913). Zij bereisde het gebied en had niet alleen oog voor de natuur en opvallende gewoontes, maar ook oor voor de taal, getuige dit fragment:
Takki-takki is de negertaal en heet uit Hollands, Frans, Engels, Spaans en Creools te bestaan. Met wat nadenken en geduld is menige zin dan ook wel te lezen, maar verstaan of praten is wat anders. Als je bij de overweg van een trein leest: ‘loekoe boen nanca spoorwaggie‘; of in de kerk boven ‘t hoofd van de negerpredikant (we hoorden een beschaafde Hollandse preek van een bosneger, broeder Schmidt) ‘oen moe lobbi makandra’, dan is de betekenis en herkomst der woorden wel duidelijk. En als ‘t een spreekwoord of wijze is, kom je met raden ook een heel eindje. Ik twijfel niet of bijna alle lezers zullen wel snappen wat: ‘Ibri hoso habi hem kruisi’  of ‘Poes-poesi no de na hoso, muisi-muisi teki hoso tron vo hem’ betekent; maar als er iemand, die geen neger-Engels kent begrijpt wat: ‘Ourse siki vo todo da Kras-Krasi’; is, neem ik mijn hoed voor hem of haar af. Zelf ben ik ‘t althans al weer glad vergeten!

Oorspronkelijk verschenen in BZZLLETIN, mei/juni 1991. Deze versie is van 18-19 april 2020.

Robert-Henk Zuidinga (1949) studeerde Nederlandse en Engelse Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft over literatuur, taal- en bij uitzondering – over film.
Insulinde en Suriname is gepubliceerd in Dit staat er 1. Columns over taal en literatuur. Haarlem 2016. ISBN 9789492563040 .
Ook verschenen:Dit staat er IIArtikelen en interviews over literatuur, Haarlem 2017. ISBN 9789492563248 en Dit staat er III. Bijnamen en Nederlied. Buitenlied en film, Haarlem 2019. ISBN 97894925636637.

De drie delen Dit staat er bevatten de, volgens zijn eigen omschrijving, journalistieke nalatenschap van Zuidinga. De boeken zijn in eigen beheer uitgegeven. Belangstelling? Stuur een berichtje naar info@rozenbergquarterly.com – wij sturen uw bericht door naar de auteur.