Kardinaal Willebrandslezing 2018 ~ 5 april 2018 in Bergkerk te Amersfoort

No comments yet

Prof.dr. Emile Schrijver

Op 5 april 2018 nodigen de Tilburg University/Katholieke Theologie en de Katholieke Raad van het Jodendom de Algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier en hoogleraar van de geschiedenis van het Joodse boek aan de UvA, Prof. dr. Emile Schrijver, uit om de jaarlijkse Kardinaal Willebrandslezing te geven met de titel “Identiteit en tradities onder druk”. De coreferenten Prof.dr. Dineke Houtman, hoogleraar Judaica aan de Protestantse Theologische Universiteit en Dr. Bill Banning, docent godsdienst en levensbeschouwing op het d’Oultremontcollege te Drunen, gaan in op de vraag wat christenen van de joodse benadering kunnen leren. Een benadering die allereerst gaat om het doen, het leven volgens de Torah in plaats van de christelijke aanpak van puur doorgeven van het geloof.

Emile Schrijver benadrukt in zijn lezing het grote belang dat het jodendom hecht aan het doorgeven van de joodse leer van generatie op generatie (le dor wa-dor). Schrijver illustreert dat met verschillende citaten en voorbeelden uit de geschiedenis, zoals het volgende citaat uit de Misjna (de eerste neerslag van de mondelinge leer uit de tweede eeuw na de jaartelling): “Mozes ontving de Torah van Sinaï, en gaf haar door aan Jozua; Jozua gaf haar weer door aan de ouden, de ouden aan de profeten; en de profeten leverden haar over aan de mannen van de grote vergadering. Zij hadden drie spreuken: wees voorzichtig met oordelen, vorm veel leerlingen en maak een omheining om de Torah.”

Het einde van de 9de of aan het begin 10de eeuw markeren een nieuwe vorm van overdracht, de codex, naar het gebonden boek, dat het mogelijk maakt om grote teksten door te geven, allereerst voor de overdracht van het Heilige Schrift. Schrijver gaat vervolgens in op de traditionele vorm van een gedrukte bladzijde van de Talmoed, die zich kenmerkt door een centrale tekst die is omgeven door commentaarteksten. ”De oorsprong ligt in de cultuur van discussiëren, bevragen en problematiseren die eigen is aan de joodse cultuur.”

In de loop van de 13e eeuw verschijnen steeds meer handschriften met gecentreerde hoofdteksten en flarden commentaar daaromheen geschreven. Dit wordt de traditie van het ‘open boek’ genoemd, een levende en bewegende traditie. Teksten zijn niet definitief, anderen mogen er nieuw licht op laten schijnen. Deze toevoegingen worden vaak opgenomen in nieuwe versies van de tekst en genieten meestal dezelfde autoriteit als de brontekst.

Overdracht vindt natuurlijk ook plaats via de kunsten, onderwijs, en via religieuze tradities, gebruiken waarbij Schrijver diverse voorbeelden aanhaalt.
Deze voorbeelden laten zien dat het jodendom groot belang hecht aan het overleveren, van generatie op generatie, van kennis en dat het openstaat voor nieuwe ontwikkelingen. Maar, zegt Schrijver, na de emancipatie is er veel veranderd. “De emancipatie die bijvoorbeeld in Nederland in 1796 al leidde tot een burgerlijke gelijkstelling van joden, maar de emancipatie die ook tot een verregaande ontkerkelijking geleid heeft van de joden, tot een verwijdering van grote groepen joden van hun religieuze kern, of religieuze bron zo men wil, en tot vervreemding van veel joden van de geloofsgroep.”

“Minder dan 20% van de maximaal 50.000 joden die in Nederland leven zijn lid van een kerkgenootschap, maar de meesten van die anderen voelen zich joods en voelen zich onderdeel van de joodse groep en geven daar op een of andere wijze uitdrukking aan.” Ook zijn er verschillende soorten van binding met het jodendom en de joodse identiteit. Schrijver illustreert dit aan de hand van de ‘schijf van vijf’ van Ido Abraham (proefschrift 1986)- 1. de joodse religie, cultuur en traditie; 2. Israël, Zions verlangen en zionisme; 3. de holocaust, of Soja en antisemitisme, vervolging en overleving; 4. iemands persoonlijke levensgeschiedenis en 5. de Nederlandse cultuur en omgeving.

Schrijver vraagt zich vervolgens af waar de toekomst ligt van de joodse traditie en joodse identiteit, een toekomst van insluiting, niet op uitsluiting gerichte woorden, waar we allemaal van kunnen leren, joden, christenen en moslims.

Geïnspireerd door de recente afscheidsrede van Hans Vuijsje, de vroegere directeur van Joods Maatschappelijk werk, sluit Schrijver zijn betoog af:
“Daarvoor is moed nodig, moed om inclusiever te worden, moed om nieuwe ontwikkelingen te benoemen, te adresseren en zo nodig te omarmen. Er moet ook geïnnoveerd worden en geïnvesteerd worden in onderwijs, in cultuur, in religieuze en in niet-religieuze scholing en in mensen, mensen die zich willen committeren aan de gemeenschap en zich daarvoor willen inzetten. Het is nodig om flexibiliteit aan de dag te leggen, misschien ook om minder rigide definities aan te leggen van wie er wel en wie er niet mee mogen doen, want exclusiviteit stoot niet alleen buitenstaanders af, maar ook menig ‘binnen-staander’. De traditionele instituties zullen actief, creatief moeten nadenken over het herdefiniëren van hun traditionele rol. Dat geldt voor religieuze en niet-religieuze instituties en veronderstelt ook een heel heldere kijk op wat men wenst te behouden, naast al die noodzakelijke verandering.
Zingevingsvragen zijn van alle tijden en in deze ontkerkelijkte tijden is de maatschappelijke behoefte aan zingeving alleen maar groter aan het worden.
Daar hebben wij allemaal een opgave, om op die vragen creatieve antwoorden te bedenken. Joden, christenen en alle anderen die zich hierdoor aangesproken voelen.”

Prof.dr. Dineke Houtman reageert op Schrijvers lezing vanuit een protestantse invalshoek. Het christendom wordt gekenmerkt door catechese en geloofsleer en overdracht; het jodendom en het joodse onderwijs door de praktijk van het joodse leven, door de joodse les, en Hebreeuwse en joodse gebruiken.
Wat ze voornamelijk heeft geleerd van het jodendom is het verhalen vertellen en vragen stellen, aldus Houtman.
We moeten ons niet alleen maar richten op didactische methoden maar ook op meer inhoud, een meer geleefde overdracht, zoals bijvoorbeeld de passiespelen, fabels, schilderen, dansen e.d. Een stap terug naar de verbeelding om het fris te houden en terug naar de warmte van de gemeenschap. Die warmte is nodig voor geloof en traditieoverdracht.

De derde spreker van deze middag, de liberaal-katholiek Bill Banning is vooral geraakt door de visie van het ‘open boek’ als levende en bewegende traditie, waaruit het inzicht spreekt dat een tekst nooit op zichzelf betekenis heeft, maar “bediscussieerd, bevraagd, geproblematiseerd en geactualiseerd dient te worden”. Ook de vele vormen van joodse geloofsoverdracht spreken hem aan alsmede het gegeven hoe de joodse emancipatie sinds eind 18de eeuw, evenals de katholieke emancipatie van 1853, uiteindelijk heeft geleid tot ontkerkelijking en vervreemding van de religieuze kern. De joodse en christelijke gemeenschappen staan voor gelijkwaardige uitdagingen om überhaupt te overleven.

Kardinaal Adrianus Simonis, emeritus aartsbisschop van Utrecht, op de piano tijdens de pauze.

Vervolgens gaat Banning in op drie punten die nodig zijn om de jongere generatie te boeien voor zingeving en in het verlengde daarvan wellicht zelfs voor een gelovige levensvisie en levenswijze. Hij kiest hiervoor de narratieve benadering, want “in dialoog met het narratieve geschiedt kerk”. In en door verhalen komen mensen tot leven.

Hiervoor is 1. eerlijkheid en moed vereist; inclusief de diepte- en hoogtepunten middels verhalen; 2. luisteren naar jonge mensen – en hun vaak heftige zingevingsvragen, willen luisteren naar hun verhalen; 3. verantwoord, doordacht en vooral geactualiseerd verhalen vertellen – zoals in de Talmoed die omgeven is door commentaarteksten, waarin ze tot leven komt.

Ook Banning houdt een pleidooi voor een inclusieve en narratieve benadering. Religieuze ‘meerstemmigheid’, waardoor het samenleven op school wordt bevorderd. Ook wijst hij op het belang van nieuwe nieuwsgierig makende onderwijstools en spelmateriaal.
Oude tradities moeten worden ‘ont-stold’ om ze in deze tijd weer toegankelijk te maken.

De middag wordt afgesloten met een levendige publieksdiscussie. De woorden van de sprekers die pleiten voor een meer (religieuze) meerstemmigheid en diversiteit hebben Kardinaal Adrianus Simonis, emeritus aartsbisschop van Utrecht, niet echt bereikt: het woord van Jezus dient als enig leidraad.

Zie ook: http://rozenbergquarterly.com/joseph-semahs-bladen-bij-pessachim-schets-van-een-methode-voor-talmoedische-landschapsvormen/

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 6 + 3 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)


  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives