Lijn 17

 

‘Ga jij daar, Mo?’, wijst de juf.
Mo gaat naast zijn klasgenootje zitten.
Een jaar of zeven schat ik de twee.
Zijn medereiziger zegt iets waarvan Mo opkijkt.
‘Dat is Vlaams’, zegt hij.
‘Hoe weet je dat?’
‘Ik spreek Nederlands, Vlaams en Arabisch’, zegt Mo.
Hij denkt even na.
‘Arabisch wordt in veertien landen gesproken’, zegt hij dan.
Zijn buurmannetje kijkt opzij.
‘Dus spreek ik zestien talen’, stelt Mo vast.
Die Mo. Die komt er wel.