The Guardians Of The Door ~ Joseph Semahs antwoord op Luther

Joseph Semah

Op donderdag 22 juni ben ik getuige van een bijzondere gebeurtenis bij De Nieuwe Kerk: een performance in het kader van Reis in de Tijd (opening 13 juli 2017), een tentoonstelling over de reformatie met Maarten Luther als een van onderwerpen.

Vanaf de Dam komt een opmerkelijk gezelschap schuifelend in beweging. Centrale figuur is kunstenaar Joseph Semah met een houten kist op zijn hoofd waarin tien kaarsen zijn gestoken. Op zijn tocht op weg naar de nooduitgang (voorheen katholieke ingang) van De Nieuwe Kerk wordt hij begeleid door een klein gezelschap: performancekunstenaar Peter Baren, de koploper van de stoet, is zijn leidsman op wie hij moet vertrouwen tijdens de wandeling van de Dam naar de Nieuwe Zijdsvoorburgwal. Hij kan immers niks zien door de kist. Achter Semah volgen violiste Anastasia Kozlova, die prachtige muziek van Bach ten gehore brengt en Emile Schrijver, directeur van het Joods Historisch Museum, die een spiegel boven zijn hoofd torst. Eenmaal aangekomen bij De Nieuwe Kerk ontdoet Semah zich van de kist en haalt hij zijn pamflet Dit is het antwoord tevoorschijn en spijkert deze op de kerkdeur. Een bijzonder moment: een Israëlisch-joodse kunstenaar, geboren in Bagdad, woonachtig in Amsterdam, reageert op Luther, de man die volgens de overlevering 95 stellingen op de Slotkerk van Wittenberg heeft gespijkerd, waarmee de reformatie is begonnen, de kerkelijke hervorming waaruit het protestantisme is ontstaan. Alhoewel dat spijkeren een mythe blijkt, blijft staan dat Luther behalve een hervormer een fervente antisemiet was. Alleen al daarom is Semahs rituele handeling van historische betekenis.

Welke tekst spijkert Semah op de kerkdeur? Het pamflet begint met de volgende woorden: “Zo lang het westerse paradigma volhardt in het tentoonstellen van een kunstwerk als iets dat gelezen moet worden, dienen we ons bewust te zijn van, en bekend te zijn met de geschiedenis van het christendom. In dit geval – of we het nu wel of niet van belang vinden dat westerse paradigma te typeren als eindeloze poging de oorspronkelijke beweging van het christendom te transformeren in een hedendaagse filosofie – blijft het lezen van kunstwerken in de publieke ruimte een schimmige maskerade uit een ver cultureel verleden.” Semah benadrukt verder dat kunstwerken binnen het westerse paradigma per definitie niet profaan zijn en stelt dat er nog altijd sprake is van een relatie tussen christelijke theologie en hedendaagse filosofie – een relatie die echter wordt toegedekt. Verder heeft hij het over ‘het onoplosbare dilemma van de gast’ – hij omschrijft de gast als de kunstenaar, als de joodse kunstenaar in ballingschap – die opereert in een christelijke wereld maar niettemin zijn ‘hoogstpersoonlijke wijze van lezen’ heeft behouden en gedreven blijft door ‘de Nostalgie naar een verloren paradijs.’

Na de ceremonie bij de kerkdeur is er een rondetafelgesprek over Luthers invloed op de kunsten met een gezelschap van divers pluimage onder leiding van de reeds genoemde Emile Schrijver. Over die invloed leer ik vooral dat Luther componisten stimuleerde koraalteksten op muziek te zetten en in die zin van grote invloed was op Bach. Verder is er discussie tussen Lutherkenners en christendom-specialisten onderling: is de band tussen christelijke theologie en kunst nu wel of niet verbroken? Kun je nog wel spreken van een theologische esthetica? De meningen hierover zijn sterk verdeeld. Ik luister naar deze discussie als een vreemdeling De christelijke wereld staat ondanks het feit dat ik in Amsterdam ben ik opgegroeid, ver van me af. Ik ervaar in toenemende de samenstelling van het gezelschap. Bij elk gezichtspunt van waaruit de geschiedenis wordt bekeken, hoort ook een ervaringswereld en in dit geval betekent dat christendom, jodendom en kunstwereld.

Ik voel me aangesproken door het relaas van Margriet Schavemaker, manager Educatie, Interpretatie en Publicaties van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ze wijst op het onbehagen in de kunst, op allerlei groepen die gemarginaliseerd zijn die nu van zich laten horen op belangrijke internationale kunstpodia. Ze beschouwt het als een nieuwe beeldenstorm. Ook onderkent ze dat het lezen of interpreteren van kunst in onbruik is geraakt. Daarom moet het museum niet langer alleen een plek van presentatie zijn maar ook van discussie en interpretatie. Semahs tentoonstelling in het Stedelijk Museum in oktober 2017 past geheel in dit plaatje van ontleding van de kunst en hedendaagse beeldenstormers, zo maakt ze ons duidelijk.

Maar welk verhaal helpt mij om Semahs houding beter te doorgronden? Alhoewel hij in zijn teksten ook aan het christendom refereert, verwijst hij in zijn beeldende werk vooral naar joodse teksten en symbolen.

Irene Zwiep, hoogleraar Hebreeuws en joodse studies aan de UVA, legt uit hoe onder invloed van Luthers reformatie ook het jodendom is veranderd. Uitgangspunt is dat ‘het’ jodendom niet bestaat: het is per definitie altijd een meerstemmige aangelegenheid geweest waar binnen dissidenten hun afwijkende geluid konden laten horen. Daarom was een reformatie in de zin van een radicale herstructurering ook overbodig. Chiddush (vernieuwing) was eeuwenlang synoniem met massoret (traditie). Totdat, aldus Zwiep, een groep jonge Berlijnse joden in 1820 besloot om Luthers reformatie alsnog te implementeren. Door hun ingrijpen werd massoret geschiedenis en chiddush Reform. Ik concludeer dat het denken in oppositionale paren vanaf dat moment greep krijgt op het jodendom. Bekijk ik het werk en denken van Semah dan voel ik me terug geslingerd in de tijd. Bij hem bespeur ik geen sterk oppositiedenken. Niets is zwart/wit, alles dubbelzinnig. In zijn universum verwijzen teksten en beelden telkens naar andere teksten en beelden. Als in een voortdurend perpetuum mobile. Tot vermoeiends toe. Maar het maakt ook nieuwsgierig. Want hoe zal het verder gaan? Wie zijn spoor wil volgen, kan uitzien naar alle projecten die hij dit jaar in het kader van On Friendship / (Collateral Damage) II – The Guardians of the Door zal presenteren. Te beginnen met de performance/installatie ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling Reis in de Tijd op 13 juli.