Tramhalte

Alle vier zijn ze rond de zestien, gekleed zoals verwacht, het haar zoals het hoort.
Pass me die, tettert de dikste van de vier ongeduldig terwijl hij op de joint wijst die rondgaat.
De twee blonde meisjes die alvast een voorschot hebben genomen op de zomerkleding die binnenkort uit de kast kan worden gehaald, worden met gesis en kreten welkom geheten op de tramhalte.
Een telefoon gaat.
‘He, mam’, zegt de luidruchtigste.
Hij luistert.
‘Ja, ik kom eraan’.
Lacht vrolijk. Hangt op.
‘Ik ga’, zegt ie, ‘ik heb een date met mijn moeder.’