Wat kost dit boek?

Oudemanhuispoort, Amsterdam – Foto: Martin Smit

George Orwell – die toen nog gewoon Eric Blair heette, het was ver voor de verschijning van Animal Farm en 1984 – werkte in 1934 en 1935 enige tijd in een boekwinkel met tweedehands boeken, tevens buurtbibliotheek. Booklover’s Corner heette de winkel, gevestigd op de hoek van South End Green in de wijk Hampstead in Londen.
Boekverkoper had Blair een ideaal beroep geleken: je verbleef de hele dag tussen boeiende literatuur, er kwamen vast en zeker interessante klanten die je kon voorzien van deskundig advies. Het viel hem vies tegen.

George Orwell

Ergernissen
Niet het assortiment viel hem tegen – dat was zeker aantrekkelijk – maar vooral de klanten vormden voor hem een bron van ergernis. In zijn essay Bookshop Memories vatte hij dat ongenoegen later samen: “Many of the people who came to us were of the kind who would be a nuisance anywhere but have special opportunities in a bookshop. For example, the dear old lady who ‘wants a book for an invalid’ (a very common demand, that), and the other old lady who read such a nice book in 1897 and wonders wether you can find her a copy. Unfortunately she doesn’t remember the title or the author’s name or what the book was about, but she does remember that it had a red cover.”(1)
Daarnaast doemden vaak figuren op, net ontstegen aan de zelfkant der samenleving, die een poging deden de handelaar waardeloze boeken te verkopen, of de types die voortdurend boeken lieten reserveren, maar niet de intentie hadden deze ooit op te halen of te betalen. En dan waren er nog de klanten die gefixeerd waren op één onderwerp en voor wie de rest van geen belang leek. Echte boekenliefhebbers, -kenners of  verzamelaars leken maar een klein deel van het klantenpotentieel uit te maken. Het lijkt een probleem van alle tijden.

Boekenmarkten
Uit eigen ervaring – op tweedehands boekenmarkten in Deventer, Dordrecht en langs de Amstel – ken ik het verschijnsel. Menig handelaar herkent de klanten die nog tijdens het etaleren van de boeken op de kraam, ongevraagd je dozen openmaken en alvast de handel inspecteren. Of de op iedere boekenmarkt opduikende vader en zoon die vanaf het middenpad de handelaar toeroepen: ‘Heeft u ook olifantenboeken?’ In het kielzog vaak gevolgd door het oudere echtpaar met boodschappentrolley, vanaf dezelfde plek ‘Hallo!!’ naar de handelaar roepen, en vervolgens een bordje met het woord Bridge omhoog houden, toegelicht met de vraag: ‘Heeft u ook boeken over bridge?’ En wat te denken van de klant die in een pittig tempo komt aangelopen, het eerste de beste boek op de kraam aanwijst met de vraag ‘Wat kost dit boek?’ En na het antwoord – 12,50 – zegt ‘Dan weet ik genoeg! Bedankt!’ in hetzelfde tempo doorloopt.

Vergane glorie
Het zijn voorbeelden van kopersgedrag wat boekhandelaren in de Amsterdamse Oudemanhuispoort in de jaren zeventig van de vorige eeuw al herkenden. ‘Oudemanhuispoort is echt vergane glorie’, zo kopte de NRC in een artikel uit 1974, waarin boekhandelaar Chris Smit tegen journaliste Lisette Lewin mag mopperen over de goede en slechte tijden van deze historische plek.(2) Hij klaagt over het gebrek aan interesse voor ‘het betere boek’.
En de studenten dan? Lezen die niet meer? De oudere handelaar in de Poort die ik onlangs sprak schetst een weinig gunstig beeld van het koperspubliek. ‘Studenten die hier door de Poort lopen, kijken alleen maar op hun telefoon’, zegt hij. ‘Voor boeken hebben ze geen belangstelling.’ Het gaat niet goed met de handel zo blijkt. Corona bracht de handel nog eens een extra slag toe. ‘Helaas moeten we het voor een groot deel hebben van toeristen, maar die zijn er nu niet. Ik moet het hebben van gepensioneerde Engelse echtparen en dat soort volk. Rozenkwekers, bijenhouders en zo, en echte liefhebbers en verzamelaars op zoek naar een gespecialiseerd boek. Of mensen die als souvenir uit Amsterdam een mooi boek willen meenemen.’

Schuifdeuren
De Poort is niet altijd een aangename plek om boeken te verkopen, zo verzekeren de handelaren. De schuifdeuren die enkele jaren geleden aan beide zijden van de gang zijn geplaatst nemen gelukkig nu veel van de tocht en kou weg, maar van prettig in de zon zitten is er hier nooit sprake en het blijft vaak kleumen. Dat de handelaren dus niet iedere dag aanwezig zijn en hun aanwezigheid laten afhangen van de weersomstandigheden, moet de koper maar voor lief nemen.

Winkelkasten
Generaties boekverkopers hebben sinds 1876 via de Universiteit van Amsterdam de beschikking over een boekenstal in de Poort. Daarvoor stonden de handelaren op een vaste boekenmarkt op het Rembrandtplein, maar toen daar het beeld van de schilder geplaatst ging worden, moesten de handelaren verkassen. Er was ruimte in veertien zogenaamde winkelkasten in de Oudemanhuispoort, plekken die daarvoor waren gebruikt door handelaren in goud, zilver en sieraden.(3)

Onbekende brieven
Op een bepaald moment in de jaren tachtig leek even een bijzondere vondst in de Oudemanhuispoort een belangrijke voetnoot op te leveren bij de levensbeschrijving van een Nederlandse premier. Igor Cornelissen (1935-2021), destijds redacteur bij het weekblad Vrij Nederland, was vrijwel dagelijks een bezoeker van de boekenkasten in de Oudemanhuispoort.
De meeste handelaren kende hij goed. In de Poort kwam hem een gerucht ter ore over vooroorlogse onbekende brieven van minister-president Colijn aan diens geheime Duitse minnares. De brieven zouden al eens in de Poort zijn opgedoken, misschien wel verhandeld.
Zouden ze nog te vinden zijn? De inhoud zou bij publicatie ongetwijfeld een heel ander beeld hebben opgeleverd van de stugge, uiterst conservatieve houwdegen Colijn.
Helaas bleven de brieven voor Cornelissen onvindbaar. Nadat hij in Vrij Nederland over de mogelijke minnares had geschreven, moest de biograaf van Colijn – die het bestaan van de minnares fel had ontkend – tandenknarsend toegeven dat het verhaal over de minnares op waarheid berustte.

Tijdsbeeld
Het gerucht vond verder zijn weg in de roman De brieven van Colijn (1988) van Cornelissen.
Het eerste hoofdstuk geeft bovendien een mooi tijdsbeeld van de Poort. ‘Er hing een penetrante pislucht in de Oudemanhuispoort’, is de openingszin van de roman. En: ‘Kwam het door de honden, of waren het mannen geweest die zich de vorige avond in de Staalstraat met bier vol hadden laten lopen en, op weg naar het Spui, hier kletterend hun blaas hadden geleegd?’ (4) Het waren ook de jaren waarin junks voor een relatief aangename slaapplek hun toevlucht zochten tot de Poort. Geen prettig gezelschap wanneer je serieus naar boeken speurt. Toch was de Poort voor Cornelissen een bijzondere plek. Hij bleef er tot aan het eind van zijn leven vaak komen. Ooit had hij zich voorgenomen eerste drukken van de boeken van George Orwell te verzamelen. Tijdens reizen naar Engeland bleek hem echter dat deze onbetaalbaar waren. Een eerste druk Orwell – mogelijk door een handelaar niet als zodanig herkend – trof hij in de Oudemanhuispoort nooit aan.(5)

Boekhandelaar Barend Boekman

Kennis en deskundigheid
De kans op een dergelijke vondst moet ook vrijwel nihil worden geacht. Immers, de kennis van handelaren over titels, uitgevers, een zoveelste druk of omslagontwerpers moet niet worden onderschat en wordt vaak geroemd. Tegenwoordig is de vraagprijs van een titel op internet makkelijk na te gaan. Maar voor de oorlog al stonden Poorthandelaren als Barend Boekman (1869-1942) en de gebroeders Van Kollem bekend om hun brede kennis van zaken en deskundigheid. Vaak wisten zij precies wat ze in huis hadden, ze kenden hun klanten en wisten waar de belangstelling naar uit ging en welke prijs ze konden vragen. Handelaar Chris Smit was actief in socialistische kringen en had een enorme kennis van boeken en brochures over het socialisme, communisme en anarchisme. Wie een bepaalde obscure socialistische brochure uit het interbellum zocht, kon bij hem proberen.

Met witte baard (vermoedelijk) boekhandelaar A.E. van Kollem, ca.1910

Verzamelen
Maar is het als handelaar verstandig te handelen in een onderwerp waarin je zelf bent geïnteresseerd? Jaren geleden zocht ik de gepensioneerde antiquaar Gé Nabrink (1903-1993) op in zijn woning in Amstelveen. Voor de oorlog was Nabrink actief als anarchistisch en antimilitaristisch propagandist. Zijn antiquariaat in de Korte Korsjespoortsteeg in Amsterdam specialiseerde zich in boeken over Nederlands-Indië en Indonesië. Zelf verzamelde hij boeken en brochures over het anarchisme. ‘Maar daar ga ik niet in handelen’, zo verzekerde hij me.
‘Dan ondergraaf ik mijn eigen collectie en dan heb ik later spijt van wat ik verkocht heb.’

George Orwell verzamelde geen boeken. Na zijn baantje als boekverkoper stopte hij met het kopen van boeken. Het werk in Booklover’s Corner had hem voorgoed daarvan genezen.
Alleen als hij een bepaald boek niet kon lenen, wilde hij het nog wel eens aanschaffen. Niet alleen stond de weeë geur van oud papier hem tegen, maar ’In gedachten associeer ik het vooral met paranoïde klanten en dode kwallen.’

Noten
1. Bookshop Memories verscheen in november 1936 in het tijdschrift Fortnightly. Het werd herdrukt in: George Orwell, The Collected Essays, Journalism and Letters of George Orwell, Volume 1, An Age Like This 1920-1940, Penguin Books 1970
2. Lisette Lewin, Oudemanhuispoort is echt vergane glorie, in NRC Handelsblad, 8 januari 1974
3. De geschiedenis van de universiteitsgebouwen rond de Oudemanhuispoort, en een historische schets van de boekenverkoop in de Poort, is te vinden in: Jurjen Vis, De Poort. De Oudemanhuispoort en haar gebruikers 1602-2002, Boom, Amsterdam 2002
4. Igor Cornelissen, De brieven van Colijn, Van Gennep, Amsterdam 1988. (Is dat handelaar Max van Til daar op de omslagfoto van het boek?)
5. Over het verzamelen van boeken van George Orwell schreef Cornelissen o.a. in het laatste deel van zijn memoires Mijn opa rookte ook een pijp, Just Publishers, 2020. Cornelissens collectie Orwell wordt aangeboden door het door hem opgerichte antiquariaat ’t Wasdom in Zwolle.

De boekenstal van Sal Mossel, ca. 1930