Opmerkelijke processen
Inleiding
Toegang tot recht is een van de basisbeginselen van de rechtsstaat. Access to justice als onderdeel van de Rule of Law en als waarborg tegen klassenjustitie en eigenrichting.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw ontstond de sociale advocatuur met het streven naar rechtshulp voor iedereen en naar structurele rechtshulp. In een tijd waarin de regering ernaar streeft om fors te bezuinigen, lijkt zij het voeren van processen het liefst te willen voorkomen, of tenminste aan banden te willen leggen. Schakelt de gemiddelde Nederlander te gemakkelijk de rechter in? Kim van der Kraats geeft een beeld van wat voor soort processen kunnen spelen.
Rechtspraak maakt samenleven mogelijk. Dat is de ‘slogan’ van de Raad voor de rechtspraak. Het geeft de diepe verbondenheid van rechtspraak en samenleving aan. Rechtspraak niet vanuit een ivoren toren, maar middenin en ten dienste van de maatschappij. Het kan dan ook niet anders dan dat rechtszaken de samenleving weerspiegelen. De (opmerkelijke) Utrechtse rechtszaken geven informatie over wat Utrecht kenmerkt. Die kenmerken bepalen ook voor een belangrijk deel de (opmerkelijke) zaken die aan de rechter worden voorgelegd.
Wie denkt aan Utrecht, denkt aan de Dom. De Dom is onderdeel van het religieuze leven in de stad, die ook wel kerkenstad wordt genoemd. Utrecht is de zetel van de Rooms-Katholieke aartsbisschop van Nederland. Dat heeft tot verschillende opmerkelijke rechtszaken in Utrecht geleid. Zo onder meer het kort geding dat het COC in 1987 tegen kardinaal Simonis aanspande wegens zijn uitspraken over homoseksualiteit. In het radioprogramma “Het voordeel van de twijfel” had Simonis onder meer gezegd dat homoseksueel zijn een afwijking is, homoseksuele daden objectief gezien niet juist zijn en een samenleving kunnen ontwrichten en dat hij zich kan voorstellen dat verhuurders naar de seksuele geaardheid van een potentiële huurder vragen omdat zij niet aan een onjuiste levenswijze willen bijdragen. Het COC eiste in kort geding rectificatie van zijn mening in een aantal dagbladen. Partijen kwamen naar de rechtbank, die tot 2001 aan de Hamburgerstraat was gevestigd. Toen in 1580 het klooster werd opgeheven, had het Provinciale Hof van Utrecht zich daar al gevestigd en in 1876/1877 was het kantongerecht daar ingetrokken. In 1912 kreeg het kantongerecht op het voorterrein een afzonderlijk gebouw, van waaruit ze in 1980 vertrok naar het Janskerkhof 11-13.[i]
De rechtbank bleef tot 2001 gevestigd aan de Hamburgerstraat en aldaar oordeelde de president van de Utrechtse rechtbank op 5 maart 1987 in het geding tussen het COC en Simonis dat de door Simonis verkondigde leer over homoseksualiteit al eeuwen door de kerk wordt verkondigd en daarmee valt onder de godsdienstvrijheid. Hij wees de eis van het COC af (onder meer) omdat hij het vrijwel uitgesloten achtte dat met het discriminatieverbod werd beoogd die leer te verbieden en hij meende dat er “nog niet kan worden gesproken van algemeen aanvaarde opvattingen” die maken dat de uitspraken onrechtmatig zijn wegens “het in strijd zijn met geldende rechtsopvattingen”.[ii] Hieruit blijkt wel dat de president aansluiting zocht bij de op dat moment levende opvattingen in de samenleving. Daarbij liet hij ook nog zien een vooruitziende blik, een goed gevoel voor maatschappelijke ontwikkelingen te hebben. Hij wees er namelijk op dat een aantal wetsvoorstellen in behandeling was om de gelijkstelling tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen en overwoog dat het “geenszins uitgesloten” is “dat daarbij, of kort daarna, dezelfde of gelijksoortige bepalingen van kracht zullen worden met betrekking tot het onderscheid maken naar geslachtelijke geaardheid”.
Ook de kerk gaat met haar tijd mee. In 1998 speelde de kwestie ‘Who’s afraid of God?’ waarbij het bisdom in een ‘reclameoffensief’ om God bij jongeren onder de aandacht te brengen een poster verspreidde die erg leek op ‘Who’s afraid of Red, Yellow and Blue’ van kunstenaar Newman. De Stichting Beeldrecht, die waakte over auteursrecht, noemde het “een beginnersfout van de kerk die ook eens op de populaire toer gaat”.[iii] De Utrechtse rechter oordeelde in kort geding dat het inderdaad een inbreuk op het auteursrecht betrof, dat de posters moesten worden teruggeroepen en kende een schadevergoeding toe.[iv] Maar in hoger beroep oordeelde het gerechtshof in Amsterdam anders. Dat riep vreugde op bij de perschef van het bisdom, die verklaarde:
“Kunstenaars kunnen zich niet verschansen in het heilige huisje van het auteursrecht als er eens een grapje over beeldende kunst wordt gemaakt. Beeldrecht heeft hoog van de toren geblazen, maar deze toren is nu als een kaartenhuis ingestort”.[v]
De Domtoren staat nog en kan beklommen worden. Zo nu en dan springen er ook mensen vanaf, sommigen met een doodswens, anderen voor de kick. In 1999 sprong een man voor de kick met parachute van de Dom. Wegens overtreding van de Wet Luchtvaart werd hij veroordeeld tot een geldboete, omdat hij had “deelgenomen aan het luchtverkeer en wel op een zodanige wijze dat daardoor personen of zaken in gevaar werden gebracht”.[vi] Zo moest een vrouw met een kind op de fiets voor de man uitwijken.
Als er geen mensen of objecten naar beneden vallen, kan men onder de Dom doorlopen – studenten van het Utrechtse corps doen dit vanwege bijgeloof niet – en van 1893 tot 1938 reed onder de Dom nog een tram door en tot 2003 de stadsbus. Dat vestigt de aandacht op een ander kenmerk van Utrecht, dat van verkeersknooppunt. Utrecht is een van de vier Nederlandse steden waar trams rijden. De laatste jaren hebben zich een aantal procedures voorgedaan rondom de aanbesteding door Bestuur Regio Utrecht van werkzaamheden met betrekking tot de trams.[vii] Utrecht is een belangrijk knooppunt voor het autoverkeer en maatregelen voor verbetering van de doorstroming – zoals meer asfalt – hebben ook geleid tot procedures, zoals in de jaren ’70 en begin jaren ’80 met betrekking tot knooppunt Amelisweerd wat ‘een prachtig loofhoutbos’ was.[viii] Ook vormt Utrecht de spil in het treinnetwerk, vandaar ook dat het hoofdkantoor van NS in Utrecht is gevestigd.
In 2001, inmiddels in de nieuwe rechtbank aan het Vrouwe Justitiaplein waar rechtbank en kantongerecht weer verenigd zijn, speelde een zaak waarin de Consumentenbond, de ANWB en de reizigersvereniging in kort geding probeerden een 24-uursstaking bij NS te voorkomen, omdat de staking slechts één dag tevoren was aangekondigd en treinreizigers ernstig in hun belangen werden getroffen. De staking hield verband met de bezwaren tegen het beruchte ‘rondje om de kerk’, waarbij machinisten om vertragingen te voorkomen vaker hetzelfde traject moesten rijden en door minder afwisseling zou de kans op ongelukken worden vergroot. Enkele politici hadden zich achter deze bezwaren van de werknemers van NS gesteld. Zo vond SP-kamerlid Van Bommel dat de Consumentenbond c.s. geen oog had voor de algemene veiligheid op het spoor.[ix] Hoewel de Consumentenbond c.s. goede hoop had dat de rechtbank de staking zou verbieden,[x] maakte de president van de rechtbank daar korte metten mee. Hij oordeelde dat de staking tijdig was aangezegd en slechts van beperkte duur was. Gelet op het stakingsrecht zoals opgenomen in het Europees Sociaal Handvest, dat slechts mag worden ingeperkt wanneer dat noodzakelijk is voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen, wordt geoordeeld ‘dat geen sprake is van een zo grote maatschappelijke ontwrichtende werking’ dat de rechten van de treinreizigers moeten prevaleren.[xi]
Omdat de meeste vakbonden (zoals FNV en CNV) in Utrecht zijn gevestigd, zijn stakings-kortgedingen in de rechtbank vaker aan de orde. In 2012 wilde de politie nog een staking van het personeel door de rechter laten verbieden. De staking, wegens het niet bereiken van een akkoord over de nieuwe CAO, zou bestaan uit zogenaamde langzaamaanacties, waarbij met politieauto’s op wegen stapvoets zou worden gereden. Volgens de politie zou door deze actie van de Politiebonden de openbare orde en veiligheid in gevaar worden gebracht. Een woordvoerder van de politievakbonden verklaarde: “Politiemensen voeren al wekenlang actie voor een rechtvaardige CAO, waarbij het publiek zoveel mogelijk is ontzien. Kennelijk zijn ‘hardere’ acties nodig om de minister zelf in actie te laten komen. Het zou de minister, burgemeesters en korpsbeheerders niet misstaan om in te zien waar het gevaar voor de openbare orde eigenlijk echt vandaan komt”.[xii] De kortgedingrechter deelde die visie niet. Omdat het om korte acties zou gaan, op een beperkt aantal wegen tijdens de voorjaarvakantie, waarbij het publiek tevoren is geïnformeerd en voorzien is in noodsituaties, vond de rechter de acties niet disproportioneel; ook politieambtenaren hebben het recht om te staken.[xiii]
Niet alleen de vakbonden zijn in Utrecht gevestigd, maar ook de KNVB is in de provincie Utrecht gevestigd (Zeist). Dat betekent dat alle zaken die tegen de KNVB worden aangespannen door de rechtbank Utrecht worden behandeld. Dit kan gaan om stadionverboden die worden aangevochten, procedures tegen uitspraken van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van de KNVB, overschrijving van spelers of … over de ‘Leeuwenhose’. In verband met het WK voetbal in Duitsland in 2006 verspreidde Bavaria een “lederhose” met leeuwenstaart. De KNVB weigerde mensen met de “Leeuwenhose” in de stadions tijdens oefenwedstrijden toe te laten, omdat het verboden is wedstrijden te gebruiken voor commerciële doeleinden zonder voorafgaande toestemming. Bavaria meende dat de KNVB hiermee onrechtmatig handelde en spande een kort geding aan. Omdat de KNVB deze huisregel niet tijdig en duidelijk kenbaar had gemaakt aan kaarthouders, mocht de KNVB volgens de rechter niet mensen met de “Leeuwenhose” de toegang weigeren. Het werd Bavaria door de rechter echter wel verboden om de “Leeuwenhose” en andere promotionele artikelen aan het publiek aan te bieden in een straal van 10 kilometer rond het stadion omdat Bavaria op die manier het verbod om in het stadion reclame te voeren omzeilde en daarmee reclame kon maken zonder daarvoor een vergoeding te betalen terwijl de KNVB het exclusieve recht om reclame te maken bij een (oefen)wedstrijd van het Nederlands elftal al aan Heineken had gegund.[xiv] Bezoekers mochten dus hun “Leeuwenhose” van huis meebrengen, maar Bavaria mocht die niet vlakbij het stadion in hun handen drukken met als enige doel dat de “Leeuwenhose” tijdens de wedstrijd in het stadion zou worden gedragen.
Weer terug naar de trein. Wie met de trein op het Centraal Station in Utrecht aankomt en richting de binnenstad gaat, loopt door winkelcentrum Hoog Catharijne dat momenteel verbouwd wordt. In 1973 werd het winkelcentrum officieel geopend. V&D verhuisde toen van de Lange Viestraat naar het winkelcentrum. In de Lange Viestraat wilde de gemeente een winkelvestiging van formaat om evenwicht te brengen tussen het oude centrum en Hoog Catharijne.[xv] Het oog viel op De Bijenkorf. Daarmee werd ook een overeenkomst gesloten waarbij een nieuw complex zou worden gerealiseerd. Met het vorderen van de tijd probeerde de Bijenkorf de overeenkomst wegens gewijzigde omstandigheden open te breken. De president in Utrecht oordeelde in kort geding in 1979 hierover en na een hoger beroep is de kwestie uiteindelijk geschikt met als resultaat dat de Bijenkorf in 1987 feitelijk haar deuren opende.[xvi]
Een van de gewijzigde omstandigheden waarop de Bijenkorf zich had beroepen, was de verpaupering van het Vredenburg. In 2007 is een sloopvergunning verleend voor de sloop van de Vredenburgpassage en de Gildentraverse. De Stichtingen Stop Luchtverontreiniging Utrecht, Stedenbouwkundig Herstel Stationsgebied Utrecht en Behoud Cultureel en Archeologisch erfgoed tekenden daartegen bezwaar aan bij de voorzieningenrechter. Omdat de sloopwerkzaamheden een mogelijke verstoring of beschadiging van het rijksmonument Kasteel Vredenburg waarvan de resten zich onder en nabij het muziekcentrum Vredenburg bevinden, tot gevolg kan hebben, diende een monumentenvergunning te worden aangevraagd. Nu die ontbrak, schorste de rechter de sloopvergunning.[xxvii] Na nog een rechtszaak voor de Utrechtse rechter, werd de sloopvergunning na een procedure bij de Raad van State in 2008 uiteindelijk definitief.[xviii] De sloop is inmiddels gerealiseerd.
Aan de andere kant grenst het Centraal Station aan de Jaarbeurs. Wie daar de Croeselaan oversteekt, komt bij een gedenksteen voor brigadier Arie Kranenburg die op 22 september 1977 werd doodgeschoten door Knut Folkerts, lid van de Rote Armee Fraktion. Folkerts was op de vlucht na een overval op een wapenfabriek in Frankfurt en op de vlucht in Utrecht stuitte hij op een arrestatieteam en de bewuste brigadier. In december 1977 vond de rechtszaak plaats en was sprake van een ongekende beveiliging van de rechtbank met politiebeveiliging, een Bom-team en helikopters.[xix] Na zijn veroordeling tot 20 jaar cel – waartegen hij niet in hoger beroep ging – werd hij uitgeleverd aan Duitsland wegens andere strafbare feiten. In 1995 werd hij vrijgelaten en de Duitse rechter bepaalde in 2011 dat Folkerts niet meer zijn Utrechtse straf hoefde uit te zitten.[xx]
Een ander levensdelict vlakbij het station waarvoor ook een gedenksteen is geplaatst betreft de moord op de studente Nadia van de Ven in haar woning aan de Weerdsingel op 1 oktober 2002. Zij woonde op de derde verdieping en op de begane grond woonde haar huisbaas Pascal F.[xxi] Op een ochtend schoot hij haar, terwijl zij telefoneerde met een vriendin, met een Uzi-geweer van dichtbij dood, zonder enige aanwijsbare rede (F. claimde geheugenverlies). Voor deze en een andere moord werd F. – die met de auto van Nadia van de Ven op de vlucht was geslagen en pas na een paar maanden kon worden aangehouden – door de Utrechtse rechtbank bij vonnis van 6 februari 2004 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.[xxii] Uiteindelijk is dat in hoger beroep, waarbij alleen de moord op Nadia van de Ven bewezen werd geacht, omgezet in twintig jaar en TBS.[xxiii] Die gruwelijke moord heeft ook grote impact gehad op de behandelend officier van justitie in hoger beroep, in media wordt bericht dat zij bij het voorlezen van de slachtofferverklaring door de moeder en zus van Nadia zelf in tranen was. Zij heeft daarover gezegd: “Zeer aangrijpend gaven zij het peilloze verdriet weer … Een tragedie die hoort in het rijtje zaken waaraan je op je vijfenzestigste, als je gaat rusten, onvermijdelijk terugdenkt”.[xxiv]
In de studentenstad Utrecht zijn velen op zoek naar een kamer en is er kamernood, terwijl tegelijkertijd panden soms langdurig leeg staan. Die panden worden dan soms gekraakt, wat in de rechtbank leidt tot diverse kort gedingen waarbij ontruiming wordt gevorderd dan wel krakers protesteren tegen aangekondigde ontruiming door het Openbaar Ministerie. Recentelijk diende in de Utrechtse rechtbank een kort geding tot ontruiming door krakers van het zogenaamde (sinds 1992 gekraakte) Ubica-pand aan de Ganzenmarkt 24-26. De eigenaar eiste dit, daartoe aangezet door de mogelijke koper van de panden, omdat een omgevingsvergunning was verleend en er plannen waren voor de ontwikkeling en verhuur van de panden. Om die reden wees de rechter de vordering tot ontruiming toe, daarbij overwegende dat de krakers alternatieve woonruimte was aangeboden die zij evenwel hadden geweigerd.[xxv] De nacht volgende op de bekrachtiging van dit vonnis door het gerechtshof was de politie bij het kraakpand. De ontruiming duurde de hele nacht, omdat krakers zich hadden vastgeketend en de politie met vuurpijlen en verf werd bekogeld. De ME moest worden ingezet en verschillende krakers werden aangehouden op verdenking van openlijke geweldpleging.[xxvi] Hiervoor heeft de rechtbank de krakers veroordeeld tot straffen van 1 maand tot 6 weken.[xxvii]
De krakersbeweging zocht samenwerking met de in 2011 ontstane beweging Occupy Wall Street, die op haar beurt ook lege panden ging innemen. Deze beweging richt zich tegen de hebzucht in de financiële sector en organiseert bezettingsacties. Die bezettingsacties begonnen op Wall Street maar breidden zich uit tot andere grote wereldsteden, waaronder Utrecht. Daar hadden leden van Occupy Utrecht op 16 oktober 2011 het plein voor het stadhuis aan de Korte Minrebroederstraat in beslag genomen. Op 23 april 2012 besloot de burgemeester de manifestatie te verbieden, hetgeen leidde tot een procedure van leden van Occupy Utrecht bij de rechtbank. Na een kort geding waarbij het verbod werd geschorst, heeft Occupy op 9 juli 2012 wegens veiligheidsredenen besloten de manifestatie te beëindigen. Een dakloze man had de tenten van de betogers met een mes bewerkt.[xxviii] Nu de manifestatie spontaan was beëindigd en er geen concreet plan bestond de manifestatie weer voort te zetten, heeft de rechtbank geoordeeld dat het de eisers in de (bodem)procedure aan procesbelang ontbrak.[xxix]
De burgemeester die de manifestatie had verboden, is Aleid Wolfsen, oud-rechter en PvdA-er. De leider van de voorloper van de PvdA – de SDAP – Pieter Jelles Troelstra, was in 1894 in de Utrechtse rechtbank, zij het als advocaat. Hij stond de colporteur Tap bij in een procedure voor de kantonrechter. Tap had geprobeerd het blad “De Baanbreker” op straat aan de man te brengen en had daarbij gezorgd voor een verkeersopstopping. Daarvoor had de politie een proces-verbaal opgemaakt. De officier van justitie vorderde een geldboete van 10 gulden omdat Tap wanorde in de zin van de plaatselijke politieverordening had veroorzaakt. Troelstra bepleitte vrijspraak. Volgens verslaggeving in het “Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad” van 28 oktober 1894 hekelde Troelstra het “schandelijk optreden van de politie”. Ook toen genereerde een rechtszaak met een politiek randje media-aandacht! De Utrechtse kantonrechter veroordeelde Tap tot een geldboete van 5 gulden.[xxx]
Uiteindelijk gaat rechtspraak altijd om mensen. Sommige van die mensen komen in de belangstelling te staan van de internationale pers en hun procedures kunnen daarom gerangschikt worden onder de opmerkelijke rechtszaken in Utrecht. Te denken valt aan de zaak van baby Donna, die door de draagmoeder van een Belgisch echtpaar voor een paar duizend euro was verkocht aan een echtpaar uit Leusden. Jarenlange rechtszaken (onder meer in Utrecht) volgden over de vraag wie baby Donna mocht grootbrengen en de betrokkenen werden strafrechtelijk vervolgd. Slotsom was dat baby Donna mocht blijven bij het pleeggezin uit Leusden, omdat ze daar reeds feitelijk verbleef en sprake was van ‘family life’.[xxxi] Een ander voorbeeld van een zaak waarin (de toekomst van) een kind centraal stond, was die van het zeilmeisje Laura Dekker. Zij had in 2009, op 13-jarige leeftijd, het plan opgevat om als jongste zeiler ooit een solozeiltocht om de wereld te maken en dat in het AD verkondigd. De leerplichtambtenaar die het verzoek om gedurende de reis onderwijs te volgen aan de Wereldschool afwees, maakte melding bij Bureau Jeugdzorg. De Raad voor de Kinderbescherming deed onderzoek en diende in augustus 2009 bij de rechtbank Utrecht een verzoek in om Laura onder voogdij te plaatsen van Bureau Jeugdzorg dan wel Laura onder toezicht te stellen en een machtiging uithuisplaatsing te verlenen.
De rechtbank constateerde dat het verschil van inzicht omtrent de risico’s van de zeilreis en de mogelijkheden die risico’s te beteugelen, nog niet maakten dat de vader van Laura een slechte vader is omdat hij haar die reis wilde toestaan. Daarom werd het verzoek om Laura onder voogdij te plaatsen afgewezen. De rechtbank wees wel het verzoek tot ondertoezichtstelling toe voor een periode van twee maanden waarin onderzoek moet worden gedaan door een jeugdpsycholoog naar de vraag of Laura de reis psychisch kan doorstaan en in staat is door zelfstudie haar school te volbrengen.[xxxii] Toen het onderzoek gereed was, oordeelde de rechtbank “dat de ernstige ontwikkelingsbedreigingen weliswaar waren weggenomen, maar dat andere zorgen een ondertoezichtstelling tot 1 juli 2010 rechtvaardigden”.[xxxiii] De rechtbank Middelburg (Laura was naar Zeeland verhuisd) wees op 27 juli 2010 de verlengde ondertoezichtstelling af en hief de ondertoezichtstelling met onmiddellijke ingang op.[xxxiv] De rechtbank besloot tot opheffing omdat aannemelijk was geworden dat Laura onderwijs via de Wereldschool zou volgen en er maatregelen waren getroffen ten aanzien van de risico’s voor het fysieke welzijn. De rechtbank kon niet met zekerheid vaststellen dat ook haar sociale-, emotionele en identiteitsontwikkeling niet ernstig werden bedreigd en constateerde dat de verhoudingen tussen Laura en haar vader enerzijds en Bureau Jeugdzorg anderzijds ernstig onder druk waren komen te staan. Dat betekende volgens de rechtbank dat geen verdere resultaten waren te verwachten en dat “niet uit te sluiten is dat een verlenging van de ondertoezichtstelling juist leidt tot een bedreiging van de sociale-, emotionele en identiteitsontwikkeling van de jeugdige”. Kort daarna vertrok Laura voor haar solozeiltocht die ze ook succesvol voltooide.
Over baby Donna en Laura Dekker – en eigenlijk alle hiervoor genoemde zaken – is veel geschreven en betrokkenen zijn in de media verschenen. Dat heeft ook bijgedragen aan de ontvangst van het predikaat ‘opmerkelijk’. Maar er zijn zoveel zaken die niet in de publiciteit komen. Het aantal rechtszaken in Nederland steeg tussen 2005 en 2010 van 1.625.000 naar 1.802.000. Daarvan werden er aan het begin van dit decennium meer dan 150.000 behandeld door de rechtbank Utrecht, sinds begin 2013 de rechtbank Midden-Nederland geheten (samen met wat voorheen de rechtbank Lelystad was).
Zaken van gewone mensen, die een boete hebben gekregen wegens te hard rijden, die gaan scheiden, die schulden hebben en daarom hun huizen uit moeten, die slachtoffer zijn geworden van een beroving of mishandeling of die zelf eens een misstap hebben begaan, die de bescherming zoeken van de rechter en hopen dat die uitkomst biedt. Zaken die nooit het nieuws halen, maar ook een grote impact (kunnen) hebben op het leven van de betrokkenen. Elke dag oordelen rechters onafhankelijk, onpartijdig en integer vanuit hun professionaliteit, nemen zij ingrijpende beslissingen op basis van de wet, de redelijkheid en billijkheid en alle specifieke omstandigheden van het geval, dienen zij de rechtvaardigheid, de rechtsstaat en de samenleving en maken zo (vreedzaam) samenleven mogelijk. Zijn zo bezien niet alle zaken opmerkelijk of in ieder geval bijzonder?
NOTEN
i. www.hetutrechtsarchief.nl/expositie/abdij-tot-rechtbank
ii. Rechtbank Utrecht, 5 maart 1987 (bevestigd door het gerechtshof Amsterdam, 10 december 1987), NJCM 14-3 (1989).
iii. www. Retro.nrc.nl/W2/Lab/Auteursrecht/980401kun.html.
iv. Rechtbank Utrecht, 26 maart 1998, LJN: ZL0548.
v.www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2560928/1998/08/08/Van-hof-magtweede-poster-Who-is-afraid-of-God-wel.dhtml.
vi. Rechtbank Utrecht, 6 maart 2002, LJN: AD9865.
vii. Zie onder meer rechtbank Utrecht, 1 augustus 2012, LJN: BX3372 en rechtbank Utrecht,
30 januari 2013, LJN: BZ0197.
viii. Mr. B.E.J.M. Tomlow, ‘Amelisweerd kort geding’ in: Hamburgerstraat 28, red.: W.M.J. Bekkers, A.A.H.M. Gommers en A.F. van Hoogstraten, Kluwer (2000), p. 89-104.
ix. www.groene.nl/2001/15/ns-directie-maakt-er-een-zooitje-van.
x. Zie De Telegraaf, 31 maart 2001,
www.krant.telegraaf.nl/krant/archief/20110331/teksten/bin.treinstaking.eisen.consumentenbond.html.
xi. Rechtbank Utrecht, 31 maart 2001, LJN: AB0811.
xii. www.occupyutrecht.nl/node/1410.
xiii. Rechtbank Utrecht, 3 mei 2012, LJN: BW5227.
xiv. Rechtbank Utrecht, 1 juni 2006, LJN: AX6427.
xv. Mr. F.B. van Keulen, ‘Het gat in de Lange Viestraat’ in: Hamburgerstraat 28,
red.: W.M.J. Bekkers, A.A.H.M. Gommers en A.F. van Hoogstraten, Kluwer (2000), p. 83-87.
xvi. Idem.
xvii. Rechtbank Utrecht, 19 oktober 2007, LJN: BB6078.
xviii. Raad van State, 23 mei 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BD2612.
xix. W.M.J. Bekkers, ‘Het proces van Knut Detlef F.’in: Hamburgerstraat 28, red.: W.M.J. Bekkers, A.A.H.M. Gommers en A.F. van Hoogstraten, Kluwer, 2000, p. 129-135.
xx. www.nieuws.nl/binnenland/20110617/RAF-terrorist-Folkerts-niet-alsnog-de-cel-in.
xxi. www.misdaadjournalist.nl/rapportages.
xxii. Rechtbank Utrecht, 6 februari 2004, ECLI:NL:RBUTR:2004:AO3150.
xxiii. Gerechtshof Amsterdam, 11 mei 2005, ECLI:NLGHAMS2005:AT5190.
xxiv. www.om.nl/actueel/terugkijken/@151941/september_de/
xxv. Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 8 mei 2013, LJN:BZ9792 (bekrachtigd
door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24 mei 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:CA0998).
xxvi. www.nrc.nl/nieuws/2013/05/25/me-ontruimt-kraakpand-ubica-in-utrechtonbewoonbaar-
verklaard/.
xxvii. www.nu.nl/binnenland/3503820/krakers-ubica-pand-utrecht-in-beroep.html.
xxviii. www.nu.nl/binnenland/2855277/occupy-utrecht-afgebroken-geweld.html.
xxix. Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 29 maart 2013, LJN: BZ6049.
xxx. S. de Laat e.a., Het departement van de Zuiderzee, WLP 2011, p. 59-61.
xxxi. Zie onder meer Rechtbank Utrecht, 26 oktober 2005, LJN: AU4943, Gerechtshof Amsterdam, 25 november 2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BG5057.
xxxii. Rechtbank Utrecht, 28 augustus 2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6275.
xxxiii. Rechtbank Utrecht, 30 oktober 2009, LJN: BK1598.
xxxiv. Rechtbank Middelburg, 27 juli 2010, ECLI:NL:RBMID:2010:BN2481
De wandeling begint op het
1. Domplein en voert u door de
2. Hamburgerstraat
3. Vrouwe Justitiaplein
4. Hoog Catharijne
5. Vredenburg
6. Ganzenmarkt
7. Korte Minrebroederstaat
8. Janskerkhof naar
9. Weerdsingel