Kernpunten van de derde, herziene druk van Generaties van Geluksvogels en Pechvogels

Generaties en hun kansen en bedreigingen

Inhoud
1. Twee abstractieniveaus omtrent het patroon van generaties.
2. Generatie Z, of de ICT-Generatie.
3. De Robotgeneratie.
4. Generatiepatroon en maatschappelijk debat

5. Tenslotte
– Dit bonushoofdstuk voorziet het boek van de derde, herziene editie
Twee abstractieniveaus omtrent het patroon van generaties.
Het woord ‘generatie’ komen wij vrijwel dagelijks tegen. Het heeft betrekking op ‘categorieën van leeftijdsgenoten’. Generaties van vroeger, generaties van tegenwoordig, generaties in de toekomst. Soms gaat het om generaties in de samenleving als geheel, soms om onderdelen van de samenleving. Generaties in een politieke partij, generaties in een stad, generaties in een familie.
In deze gevallen gaat het om een of meer generaties op een hoog abstractieniveau. Daarnaast komen wij de term tegen op een laag abstractieniveau. Denk aan generaties in statistische overzichten van sets van cohorten in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, in het onderwijs.

Meestal vertonen generaties die op een laag abstractieniveau worden aangetroffen heel wat onvoorspelbaarheden. Zij vertonen een sterke mate van ‘systeemruis’. De Chaostheorie bepleit om in een dergelijk geval gebruik te maken van idealisaties. Welke aanpak vindt dan toepassing? ‘Een deel van de werkelijkheid wordt geïsoleerd, irrelevante aspecten worden terzijde gelaten, invloeden van buitenaf worden verwaarloosd. Zonder dergelijke idealisaties zijn de natuurwetenschappen onmogelijk’.[i] Ook de maatschappijwetenschappen zijn zonder dergelijke idealisaties onmogelijk.

Idealisaties liggen op een hoog niveau van abstractie. Overzichten van sets van cohorten liggen op een laag niveau van abstractie. Komen generaties op een laag niveau van abstractie ter sprake, dan kunnen nuanceringen in de omschrijving worden aangebracht. De grens tussen twee generaties kan in dit geval verschillen. Een generatie kan voorlopers vertonen. Kortom de beschrijving kan tal van nuances vertonen.

In Generaties van Pechvogels en Geluksvogels is deze tweedeling reeds aan te treffen. Zo staat in het boek ‘typologiegeneratie’ voor ‘generatie op een hoog abstractieniveau’.

[i] Henk Broer, Jan van de Craats en Ferdinant Verhulst. Chaostheorie, het einde van de voorspelbaarheid? Utrecht 1995.

Generatie Z, of de ICT-Generatie
De belangrijkste maatschappelijke en daarop volgend wetenschappelijke doorbraak in de 21e eeuw is vooralsnog de uitbraak van de ICT-Revolutie. Deze megadoorbraak heeft alle wetenschappen geraakt. Alle natuurwetenschappen, alle geesteswetenschappen alsmede alle gedrags- en maatschappijwetenschappen. Als gevolg van deze megadoorbraak zijn nieuwe wetenschappelijke benaderingen beschikbaar gekomen. Alle jongere beoefenaren van de wetenschappen hebben in de formatieve periode in hun levensloop intensief met de ICT kennis gemaakt.

Deze megadoorbraak heeft, op een hoog abstractieniveau beschouwd, de cohorten geboren tussen 1995 en 2010 intensief geraakt. Generatie Z komt dan ook in alle Westerse landen vaak ter sprake. Op een laag abstractieniveau komen wij heel wat gedetailleerde beschrijvingen van deze generatie tegen. De leden van Generatie Z profiteren in hun beroepsleven op grote schaal van hun grote digitale bekwaamheden.

Tot het profiteren behoort ook de groeiende betrokkenheid bij afstandswerken. Leden van Generatie Z in Bosnië verrichten werkzaamheden op het terrein van programmeren in opdracht van ondernemingen in Nederland. De uitkomsten van deze werkzaamheden komen langs digitale weg in ons land bij de opdrachtgevers terecht. Een probleem is nog steeds, dat de beloning voor deze werkzaamheden thans nog slechts 50% van de beloning van vergelijkbare werkzaamheden in ons land bedraagt. Men zoekt naar een oplossing.
Een ander probleem is het risico op verstoring van de communicatie door hackers. Voor afstandswerken dat tijdsvertraging tussen producent en afnemer toelaat kan een oplossing komen door het toepassen van oplossingen die in het bankwezen zijn ingeburgerd. De producent van de communicatie versleutelt het bericht zodanig dat een hacker er niets mee kan doen. De communicatie kan bijvoorbeeld per post plaatsvinden. Voor afstandswerken dat geen tijdvertraging tussen producent en afnemer toelaat zoekt men nog naar een oplossing. Dan gaat het bijvoorbeeld om klassikaal onderwijs.

Serious Gaming
De leden van Generatie Z hebben al als leerling in het basisonderwijs gezeten. Sommigen nemen nog steeds aan een vorm van onderwijs deel. Anderen hebben inmiddels een werkkring gevonden. Zij maken in hun jonge jaren mee, dat het onderwijsbestel in vele opzichten met problemen kampt. In de eerste helft van 2017 hebben vele leraren gestaakt. Zij vonden hun werklast te hoog, hun inkomsten te laag en de omgang met de jeugd van tegenwoordig te lastig. Hun protesten hebben de leraren in het onderwijs kort daarna een loonsverhoging geholpen.

Er moet nog een samenlevingsbreed besef ontstaan van het feit, dat dit beeld van het onderwijs te eenzijdig is. De huidige jongeren zijn enorm bekwaam in het omgaan met digitale mogelijkheden, zulks door invloeden die zij hebben ondergaan in hun formatieve periode. In de jaren na pakweg 2000 heeft de maatschappelijke sector van de serious games de ene innovatie na de andere te zien gegeven. Thans kunnen jongeren digitale kennis verwerven, met deze kennis aan het werk gaan en hierbij in groepsverband handelen.

Vrijwel elk vak in het onderwijs kan in de vorm van een programma in schrift en beeld worden vastgelegd. Dit programma kan in tekst en beeld in een computer worden geplaatst. In de klas kan het programma op het computerscherm van elke leerling verschijnen. In dit programma kunnen vragen worden gesteld en opdrachten worden opgenomen. De docent, die verantwoordelijk is voor het betrokken vak in de klas, kan op de digitale reactie van elke leerling reageren. De docent kan ook het gedrag van elke leerling via een videocamera registeren en beoordelen.

Welke punten in het onderwijs met behulp van Serious Gaming vereisen andere aandacht?
Het geschetste digitale systeem van onderwijs in een klas zal uitdagend werken op relatief jonge, digitaal bekwame en vitale leerkrachten. Digitaal minder bekwame leerkrachten, met name vele oudere leerkrachten, zullen digitale ondersteuning nodig hebben.
De relatief jonge, digitaal bekwame en vitale leerkrachten kunnen met inschakeling van serious games aan zeer grote groepen van leerlingen prima onderwijs geven.

De uitdagingen van dergelijk onderwijs zullen grote aantallen vitale jongere samenlevingsleden ertoe bewegen om als leerkrachten in het onderwijs aan de slag te gaan. Hierdoor zal de bezorgdheid met betrekking tot het aantal beschikbare leerkrachten thans en in toekomstige jaren verdwijnen ! Het tekort aan leerkrachten is bezig een achterhaalde bezorgdheid te worden.
Educational games zullen leerlingen stimuleren om ‘constructivism’ toe te passen. Dit houdt in dat de betrokken personen zelf aanvullingen op het onderwijs bedenken en toepassen.
Educational games zijn met name gunstig voor verlegen leerlingen. Zij stimuleren hun participatie in de klas.

De ouders van leerlingen zullen gaandeweg vaker reageren op het onderwijs dat hun kinderen met behulp van serious games ondergaan. Immers serious gaming maakt het mogelijk om het onderwijs dat hun kinderen ondergaan vanuit thuis te volgen en daarna te ondersteunen. Docenten zullen dergelijke contacten kritisch bekijken en structureren. Immers de leerkrachten willen voorkomen dat ouders zich hinderlijk met het onderwijs aan hun kinderen bemoeien.

Het ontwerpen van educational games levert problemen op bij de ontwerpers. Deze hebben immers meestal nog weinig of geen ervaring met het ontwerpen van dergelijke modellen. Er is dus stimulering en training van de betrokken ontwerpers noodzakelijk.

* David Michael en Sande Chen, Serious Games: Games that Educate, Train,and Inform. Course Technology 2006 Mason

Ervaringen van leden met het lidmaatschap van Generatie Z.
Onderzoek onder leden van Generatie Z heeft duidelijk gemaakt dat de leden zich op grote schaal prettig in hun generatie voelen en er enthousiast in verblijven.
Generatie Z heeft tot nu toe een vrij goed bestaan doorgemaakt. Haar leden zijn nog steeds heel optimistisch. Zij vertrouwen erop, dat ook hun toekomst positief zal uitpakken. Van hun sociaal netwerk verwachten zij veel gunstige invloeden. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke leden van de samenleving kijken in meerderheid enthousiast naar de komende tijden.

Bij dit alles vormt het Internet een gunstige achtergrond. Leden van Generatie Z rekenen op een vrije toegang tot Internet thuis en op hun werk. Met behulp van de sociale media plegen zij contacten te onderhouden met familieleden, vrienden en collega’s. Online bouwen zij een goede reputatie op. Actief geven zij vorm aan hun loopbaan. Hun statussymbolen zorgen voor en positieve uitstraling.

* Jos Ahlers en René Boender, Generatie Z, 2011

De Robot-Generatie
In 1920 heeft de Hongaarse schrijver Karel Capek in de tekst voor een toneelstuk voor het eerst het woord ‘robot’ gebruikt. Sindsdien komen wij het woord overal ter wereld tegen. Het gaat dan om een zonder menselijke tussenkomst bestuurde machine. Een bedieningsprogramma zorgt voor het functioneren. Er bestaan reeds vele tientallen soorten robots. Achter de robots staat de robotica. Daarbij gaat het om kunstmatige intelligentie. Toegepast in bedieningsprogramma’s van robots.

Vanaf pakweg 2010 komen robots en robotica op grote schaal in de sociale media aan de orde. Zelfsturende productiemachines. Zorgrobots.

In de sociale media verschijnen steeds meer berichten over de bedreigingen die uit robots voortkomen. Bijvoorbeeld de killerrobots. Indien een dergelijk instrument een schuldige opspoort en vervolgen executeert of anders bestraft, kan het apparaat ernstige fouten maken.

Op basis van ervaringen met generaties opgedaan kunnen wij verwachten dat jongeren geboren na pakweg 2010 en dus in hun formative periode verkerend veel belangstelling voor robots en robotica zullen ontwikkelen. Wij mogen verder aannemen dat zij deze informatie uitvoerig in hun geheugen zullen opslaan. Vervolgens zullen zij deze informatie in het volgen van onderwijs en het verrichten van werkzaamheden gaan toepassen.
Jongeren geboren na 2010 ondergaan in elk geval de effecten van de ICT-Revolutie, net als de leden van Generatie Z. Wat de na 2010 geborenen in hun formatieve periode opnemen over robots komt boven op de invloeden van de ICT-Revolutie.

Kunstmatige intelligentie nader bekeken
Als voorbeeld van een toepassing van kunstmatige intelligentie kan een wiskundeles in het middelbaar goede diensten bewijzen. De tekst van de les is aan de leerlingen op Internet ter beschikking gesteld. Zij worden uitgenodigd om na het bestuderen van de les een aantal meerkeuzevragen te beantwoorden. Hun reacties op de meerkeuzevragen worden vanuit het computerprogramma voor de wiskundeles geanalyseerd en aan elke leerling opgestuurd. Op basis van hun antwoorden worden vanuit het computerprogramma ook van elke leerling het reactietype bepaald. Op basis van deze typering krijgt elke leerling nog een persoonlijke reactie te verwerken.

Kunstmatige intelligentie levert een programma op, dat de vraagstelling compleet en perfect van een antwoord voorziet. Op deze toepassing van kunstmatige intelligentie kan een vorm van serious gaming volgen. De leerling en de docent gaan dan creatief aan de slag om de gebruiksmogelijkheden van het programma af te tasten en inventief tot aanvulling over te gaan.

Vrijwel alle vormen van onderwijs op het niveau van klassikaal onderwijs, middelbaar en hoger onderwijs, plus universitair onderwijs, maken het mogelijk om kunstmatige intelligentie toe te passen. Een dergelijke toepassing levert een perfect maar saai resultaat op. Die saaiheid kan dus vervolgens door serious gaming de wereld uit worden geholpen.
Een dergelijke toepassing van kunstmatige intelligentie vormt een zwakke toepassing van deze methode. Bij een sterke toepassing gaat het om het ontwerpen van software of een computer die perfect kunnen redeneren en problemen kunnen oplossen. Een dergelijke computer kan denken en redeneren als een mens. Daarnaast kan een computer worden ontworpen die een bovenmenselijke, computergestuurde intelligentie vertoont. Of een dergelijke sterke toepassing tot de mogelijkheden behoort, is omstreden.

Robots nader bekeken
Er bestaan reeds tientallen robots. Er zijn robots die geschikt zijn om in het onderwijs aan de slag te gaan. De brandweer heeft robots om branden vanuit de lucht te kunnen bestrijden. De politie beschikt over robots die misdadigers en misdaden kunnen opsporen. Zorgrobots kunnen hulpbehoevenden terzijde staan. Sex robots staan klaar om ons lustleven te verrijken.
Behalve kansen vertonen, zoals reeds betoogd, robots ook bedreigingen. Denk aan de killerrobots. Ook sex robots zijn niet zonder risico’s.

Generatiesociologie en maatschappelijk debat
Denk aan een python die een aantal konijnen heeft ingeslikt. Traag dalen de lijven van de konijnen af in de darm van de reuzenslang. Al opschuivend veranderen de lijven van samenstelling.

Het generatiepatroon schuift langzaam maar onverbiddelijk op in de tijd. Bijvoorbeeld de Stille Generatie zal binnen enkele jaren geleidelijk uitsterven. De Vroege Babyboomgeneratie zal nieuwe functies in de samenleving gaan vervullen. Generatie Z zal gaandeweg nog meer invloed in de digitale sfeer uitoefenen. De Robotgeneratie staat in de startblokken. Wat na de Robotgeneratie aan nieuwe generaties gaat opkomen valt thans nog niet gedetailleerd aan te duiden. In elk geval zal de digitale invloed van de generaties na Generatie Z verder stijgen.

Van een aantal onderwerpen is te verwachten dat zij ook in de komende jaren een belangrijke rol zullen vervullen in het maatschappelijk debat over de generatiesociologie. In deze paragraaf van het boek komen deze thema’s aan de orde.
In de eerste plaats moeten wij letten op een hoog abstractieniveau en een laag abstractieniveau bij het bespreken van generaties.
In de tweede plaats moeten wij letten op kansen en bedreigingen. Deze tegenstelling treffen wij aan tussen maar ook binnen generatie.
In de derde plaats dienen wij zorgvuldig om te gaan met de terminologie ten aanzien van het patroon van generaties. Er bestaat nog geen formeel vastgelegde terminologie. Generaties krijgen een of meer namen als gevolg van besprekingen in de sociale media en als gevolg van behandeling in wetenschappelijke publicaties.

Het maatschappelijk debat gaat in de komende jaren een fellere vorm aannemen. Die groei in de felheid is het gevolg van enkele megatrendbreuken in het patroon van generaties. De eerste megatrendbreuk in dit verband is de vergrijzing van de babyboom. Cohort na cohort gaan de babyboomers met pensioen. Dit leidt tot een verhoging van de kosten van de vergrijzing. Het leidt echter ook tot een stille reserve van menskracht. Heel wat senioren gaan na hun beroepsleven een inbreng leveren, met name als vrijwilligers. De tweede megatrendbreuk is de opkomst van de ICT-Revolutie. Deze megatrendbreuk leidt tot een hevige invloed op het actieve deel van de bevolking: beter digitaal functioneren. Deze trendbreuk zorgt bovendien voor een groei van het afstandswerken. Tot de gevolgen hiervan behoort het teruglopen van de migratievraagstuk.

Deze korte bespreking van het maatschappelijke debat over de generatiesociologie is grotendeels een beknopte herhaling van teksten die eerder in het boek meer in detail zijn besproken. Dat maatschappelijk debat kan een korte handleiding goed gebruiken.

Tenslotte

Wie mijn essay wil begrijpen, moet de kernpunten goed tot zich laten doordringen. Kort samengevat zijn deze kernpunten:
– De doorbraak heeft een zware impact gehad op alle natuurwetenschappen, alle menswetenschappen alsmede alle gedrags- en maatschappijwetenschappen.
– Alle deze wetenschappen zijn substantieel verrijkt door innovaties in hun wetenschappelijke modellen, zowel zuiver wetenschappelijk als toegepast wetenschappelijk.
– Ook zijn al deze wetenschappen substantieel verrijkt doordat hun jonge vakgenoten tot kernkenmerken hebben gekregen dat zij op de hoogte zijn van bovengenoemde innovaties en deze innovaties plegen toe te passen.
– Zowel de opkomst van Generatie Z als de toename van het afstandswerken behoort tot deze kernpunten. Op termijn zal het afstandswerken van leden van Generatie Z en latere generaties vanuit veilige gebieden potentiële vluchtelingen ertoe brengen om in hun thuisland te blijven.
– Op termijn zal het voor hackers onmogelijk worden om de communicatie in het kader van afstandswerken te beschadigen, in navolging van innovaties in de digitale communicatie tussen de grote banken.
– De laatste tijd is er veel gedoe geweest over het groeiend tekort aan leerkrachten. Heel wat leraren maakten bezwaar tegen een te hoge werklast. Binnen afzienbare tijd zal nar voren komen dat deze situatie drastisch verandert door de robotisering. Met als gevolg lagere kosten voor het bestand aan leerkrachten, minder werkdruk voor docenten en meer plezier voor de leerlingen.

De vroege Babyboomgeneratie ondergaat veranderingen in ongunstige en in gunstige zin
Op een hoog abstractieniveau beschouwd gaat het bij de Vroege Babyboomgeneratie om de cohorten tussen 1945 en 1955. In 2017 gaat van deze generatie het ene cohort na het andere met pensioen. Dit is ongunstig voor de kosten van de vergrijzing in de samenleving. Ook zullen de voorzieningen voor senioren verder onder druk komen te staan.
Van een andere kant bekeken is deze ontwikkeling gunstig voor de samenleving. Vele Vroege Babyboomers zijn in de jaren na hun pensionering nog heel vitaal. Velen van hen zullen hun nieuwe vrijheid benutten om nog een tijdje te gaan doorwerken. Of door in de samenleving vrijwilligerswerk te gaan verrichten. Aldus beschouwd gaat het dus bij de Vroege Babyboomers in de komende jaren om een stille reserve. Er zal een beleid moeten komen dat deze gunstige ontwikkeling stimuleert.
Op langere termijn bezien zullen ook de Late Babyboomers en de leden van verdere generaties stille reserves in de samenleving gaan vormen.

Het Generatiedebat vormt een groeiende schatkamer voor de sociale media en de samenleving als geheel.
Generaties van pechvogels en geluksvogels maakt duidelijk, dat het patroon van generaties gereedligt voor heel wat sociaal beleid. Denk aan het onderwijs dat verder gaat digitaliseren en daardoor minder last gaat krijgen van het op grote schaal met pensioen gaan van leraren. Denk aan jonge werknemers die het als een gunstige uitdaging zullen beschouwen dat zij met inschakeling van digitale communicatievormen onderwijs kunnen verzorgen in het lager, middelbaar, hoger en universitair onderwijs.

Denk aan de migratiestromen die zullen teruglopen omdat steeds meer leden van Generatie Z en straks ook de Robotgeneratie vanuit hun veilige thuisland afstandswerk zullen verrichten en daardoor een goed inkomen zullen verdienen. Uiteraard moet hiervoor het hacken worden teruggeschroefd. Westerse landen zullen de instroom van migranten kunnen beperken tot welkome nieuwe werknemers. Ook zullen Westerse landen onwelkome migranten verantwoord kunnen terugsturen naar hun thuisland indien deze in een veilig gebied wonen.

Augustus 2017 – Henk Becker

Dit bonushoofdstuk voorziet het boek van de derde, herziene druk

Nabeschouwing – December 2017

Generatie Z verdient bijzondere aandacht. Het gaat hierbij om de jaargangen die na 1995 zijn geboren. De leden hiervan hebben hun formatieve periode beleefd vanaf ongeveer 2000.
Wat houdt die formatieve periode in? In deze fase in de levensloop verkeren de intelligentie en het geheugenvermogen op het hoogste niveau in die levensloop. De leden van Generatie Z hebben in hun formatieve periode de ICT-Revolutie intensief ondergaan. Als gevolg hiervan zijn zij bijzonder bekwaam in het omgaan met digitale informatie en met computers.  Deze grote digitale bekwaamheid verschaft de leden van Generatie Z veel invloed op oudere generaties. Denk aan de grootvaders die bij hun computerproblemen de hulp van een kleinzoon moeten inschakelen.

Elke generatie bestaat ongeveer 95 jaar. Het aantal leden ouder dan die leeftijd is zo klein dat dit valt te verwaarlozen. Dit betekent dat Generatie Z nog vele jaren van invloed zal zijn op de oudere generaties.

Zodra de leden van Generatie Z de arbeidsmarkt betreden verwacht men van hen een grote inbreng op het gebied van de ICT. Daarbij is een lastig probleem dat de digitale denkwereld doorlopend verandert en dus de leden van Generatie Z telkens moeten bijleren. Wij kunnen van hen echter verwachten dat zij hun digitale bekwaamheden voldoende op niveau zullen houden.

Binnen Generatie Z komen wij tal van partiële generaties tegen. Denk aan de generatie van mannen en de generatie van vrouwen. Die generatie van vrouwen binnen Generatie Z is druk bezig om de emancipatie tot een nog groter succes te maken. Die emancipatie verloopt zo voorspoedig dat de leden van de generatie van mannen hun achterstand moeten gaan inhalen.

Wat partiële generaties betreft verdienen ook vele generaties van beroepsbeoefenaren de aandacht. Een voorbeeld hiervan vormen de jeugdige leden van beroepen die een beheersing van de Engelse taal vereisen. Hiertoe behoren onder meer jongeren die in het bankwezen actief zijn. In het algemeen leden van beroepen die bezig zijn te internationaliseren.

Een generatie bestaat hooguit twintig jaar. Dit betekent dat Generatie Z telkens weer een nieuwe generatie naast zich zal zien verschijnen. Ook deze nieuwe generaties zullen in hun formatieve periode een hoog niveau van digitale vaardigheden verwerven. Die eigenschappen zullen zij gedurende hun gehele verdere levensloop aanwenden.




Bob van Huet ~ De man achter de generatietheorie

Driekwart van de Nederlanders rekent zichzelf tot een generatie. We kennen ze allemaal. De Stille Generatie zorgde voor de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. De Protest Generatie ontdeed het land van zijn grauwsluier. Voor al die leuke Babyboomers-experimentjes betaalde de Verloren Generatie de prijs. En dan komen er computers en komt de Grenzeloze Generatie in vol beeld.

Wie heeft dat eigenlijk bedacht, al die rake typeringen van onze generaties? Daar staat hij, Henk Becker (1933), de grondlegger van het vaderlandse generatieonderzoek. Een kwart eeuw geleden publiceerde deze wereldwijd bekende socioloog zijn standaardwerk ‘Generaties en hun Kansen’. De manier waarop hij de Nederlanders indeelde en typeringen meegaf als Verloren Generatie (geboren tussen circa 1970 en 1985) of Grenzeloze Generatie (geboren tussen 1985 en 1995) geldt nog altijd als basis van het onderzoek naar toekomstige trends.

Lees verder: http://www.ad.nl/de-man-achter-de-generatietheorie/




Generaties van Geluksvogels en Pechvogels als Living document ~ Inhoudsopgave

Dit katern hoort bij het boek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels ~ Analyses en Strategieën in een living document.
This section accompanies the publication Generations of Lucky Devils and Unlucky Dogs – Strategies for assertive growing up and active ageing up to 2030.

Generaties van Geluksvogels en Pechvogels als Living document

Uit het boek: 
Inleiding bij Generaties van geluksvogels en pechvogels

Extra hoofdstukken en informatie bij het boek:
a. Bonushoofdstuk 2017-1 ~ Een nieuwe blik op de Generatie Z en op volgende generaties
b. Bonushoofdstuk 2017-2 ~ Beelden van het generatiepatroon
c. Minigids voor het omgaan met generaties bij de viering van twee eeuwen koninkrijk en de decennia daarna

Maatschappijleer is er om de leerlingen te laten functioneren in de samenleving. Een interview met Henk A. Becker

Over Generaties ~ On Generations

Webpamflet 1 – De recente geschiedenis der concrete utopieën
Webpamflet 2 – Werken met het patroon van generaties
Webpamflet 3 – Op weg naar concrete utopieën: het Gouden Eeuw Spel
Webpamflet 4 – Spelregels rond het Generatiemodel

De levensloop van een workaholic ~ Biografie Henk A. Becker

Bonus hoofdstuk bij Generatie boek: Generatiewandelingen in Doorn en andere onderwijs- en beleidsprojecten
Generatiewandelingen in Doorn en andere onderwijs- en beleidsprojecten

Short Alert Concerning The Discussion About Generations

Bonus Chapters 2016 ~ Supplementing ‘Generations Of Lucky Devils And Unlucky Dogs’
Bonus chapter 2016 – 1 ~ Short Alert Concerning The Discussion About Generations
Bonus chapter 2016 – 2 ~ The ICT-Generation, Also Virtual Generation
Bonus chapter 2016 – 3 ~ Generations and the future of distance workers
Bonus chapter 2016 – 4 ~ Life-History Of A Workaholic ~ Autobiography Of Henk A. Becker

Generational walks in Doorn and other educational projects




Henk A. Becker ~ Inleiding bij Generaties van geluksvogels en pechvogels

Het woord ‘generatie’ komen wij vrijwel dagelijks tegen. In de kranten, op de televisie, in boeken en films. In de meeste gevallen begrijpen wij meteen, dat het om ‘tijdgenoten’ gaat. Soms echter is niet meteen duidelijk waar het woord ‘generatie’ voor staat. In dat geval hebben wij met een ‘wezelwoord’ te maken. Dan lijkt het alsof een wezel in het geniep de betekenis uit het woord heeft weggezogen. Het boek biedt handvatten om dan toch de ontglipte betekenis te kunnen achterhalen.
Zodra het verschijnsel is herkend, komen tal van maatschappelijke knelpunten in gedachten. Denk aan de vraag, welke gevolgen de komende sterke krimp van de
bevolking zal hebben en wie de kosten hiervan zal moeten betalen. Immers in 2010 bereikt in Nederland en vele andere Europese landen het eerste cohort van de babyboom de leeftijd van 65 jaar. In al deze landen gaan achtereenvolgens twintig of meer cohorten van babyboomers het arbeidsbestel verlaten.
Voor sociologen en andere maatschappijwetenschappers gaat het om een omvangrijk onderzoeksgebied. Er is een patroon van generaties ontstaan. Sociologen gaan na, met welke bedreigingen de leden geconfronteerd worden en welke kansen zij hebben. Ook wordt onderzocht welke ‘stille reserves’ in de samenleving kunnen worden aangeboord om het lot van pechvogels te verbeteren en geluksvogels de mogelijkheid te bieden hun gunstige positie te behouden of verder te verbeteren.
Een goed voorbeeld van een geluksvogel is iemand, die op het juiste ogenblik en in de juiste leeftijd op de juiste plek zit. Veranderingen in de samenleving dwingen telkens weer tot nieuw onderzoek. Redenen genoeg om het onderwerp ‘generaties’ in een overzichtspublicatie aan de orde te stellen. De hoofdpunten uit dit boek zijn reeds in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd.

Hoofdlijnen
Om te beginnen gaat het om een korte karakterisering van het verschijnsel generatie.
Daarna komt het patroon van generaties aan bod, dat in Nederland en de meeste andere lidstaten van de Europese Unie is ontstaan. Vervolgens wordt
geanalyseerd hoe het staat met de solidariteit tussen de generaties. Deze informatie wordt geconfronteerd met ‘Europe 2020’, de opvolger van de Lissabon
Strategie. De nieuwe strategie is door de Europese Commissie gelanceerd om de houdbaarheid (in ‘Europese’ termen de sustainability) van de Europese
Unie tussen 2010 en 2020 te garanderen. Om de gestelde doelen te bereiken acht de Europese Commissie enkele grootscheepse ontwikkelingsprogramma’s noodzakelijk.
In dit kader is besloten om 2012 uit te roepen tot ‘The European Year of Active Ageing and Intergenerational Solidarity’. In het boek wordt bezien op welke punten ‘Europe 2020’ valt te ondersteunen vanuit het patroon van generaties met zijn vele stille reserves. Deze stille reserves schuilen vooral in de patronen van specifieke generaties en van deze specifieke generaties worden in het boek enkele nader geanalyseerd. Actief ouder worden en het beleid in de nota ‘Europe 2020’ spelen op lange termijn, met het jaar 2030 als een omslagpunt in verband met het begin van de uittreding van de babybust cohorten uit het arbeidsbestel.
Omdat generaties veelvuldig in het secundair en hoger onderwijs aan de orde komen, met name doordat studenten er werkstukken over maken, worden in het
methodisch deel voorbeelden van generationele analyses en ‘serious gaming’ gepresenteerd.
Het Europese Jaar van Actief Ouder Worden roept tal van vragen op, vooral over de te organiseren activiteiten. Op deze en soortgelijke vragen wordt in een bonushoofdstuk met ‘Vaak Gestelde Vragen’ ingegaan. Dit systeem van frequently asked questions zal periodiek worden bijgewerkt, vooral om recente ontwikkelingen te behandelen.
Het boek vertoont een indeling, die veel gelijkenis vertoont met de opzet van het eraan ten grondslag liggende meerjarige onderzoeksprogramma. Het gaat om een samenspel van kwalitatieve verkenningen, kwantitatieve onderzoeksprojecten en kwalitatieve interpretaties.

Voor wie bestemd?
Het boek richt zich in de eerste plaats tot een algemeen lezerspubliek. De levensloop van elk der betrokkenen is in het geding. Ten tweede richt het boek zich tot beroepsbeoefenaren, die in hun werk met generatieverschillen te maken hebben. Denk aan leraren, die telkens nieuwe generaties onderwijs moeten geven. In de derde plaats zijn beleidmakers te noemen, die vanuit hun organisatie op generaties moeten inspelen. Ten vierde gaat het om wetenschappers. Zij komen generaties in hun eigen discipline tegen, onder andere bij de instroom van jonge vakgenoten.
Ook zijn er heel wat wetenschappers, die resultaten van generatieonderzoek in hun eigen onderzoek willen verwerken. Denk aan generatieverschillen tussen
patiënten. Tenslotte is het boek bestemd voor al degenen die zich op de hoogte willen stellen van de ‘state of the art’ in de generatiesociologie alsmede de empirische sociologie meer in het algemeen.

Over het boek
Het boek is zo geschreven, dat de hoofdstukken ook afzonderlijk te lezen zijn. In verband met het afzonderlijk kunnen lezen van hoofdstukken komen hier en daar herhalingen voor.
Het hoofdstuk over Generaties en Meertaligheid en het eraan ten grondslag liggende onderzoek vormen een gezamenlijke activiteit van mij en Zoltán Lippényi. Mijn jonge collega is precies vijftig jaar jonger dan ik en daarom gaat het hier om een duidelijk voorbeeld van intergenerationele samenwerking.

In bonushoofdstuk 15 zijn enkele handvatten voor het lezen van het boek opgenomen.
Ook bevat dit hoofdstuk onder meer aanwijzingen voor het toepassen van ‘serious gaming’.
Bij het schrijven en voor publicatie gereedmaken van dit boek heb ik van vele kanten steun ontvangen. Gaarne dank ik Lies van Rijssen en Zoltán Lippényi voor hun commentaren en hun assistentie bij het samenstellen van dit boek. Ook dank ik Rob Ackerstaff, Johanna Becker, Gijs Dekkers, Jan van Hooff, Kees de Jager, Jan Stolp, Ferdinand Verhulst, Sander Vlot, Thymo Vlot en René Vos, die elk op hun eigen wijze al meedenkend een belangrijke inbreng hebben geleverd.
Met dank wordt melding gemaakt van de financiële steun van de stichting ‘Doorns Belang’ voor de vertaling van het boek in het Engels




Bonushoofdstuk 2017-1 ~ Een nieuwe blik op de Generatie Z en op volgende generaties

Inleiding
Het boek over generaties gaat over een thema in de samenleving dat telkens weer nieuwe ontwikkelingen vertoont. Ook nu weer vereist een stel vernieuwingen de aandacht. Daarom brengt dit bonushoofdstuk onder de aandacht:
– Afstandswerken in een nieuwe vorm,
– Generatie Z in een nieuwe vorm,
– Volgende generaties en de methoden om de groei van het generatiepatroon te bestuderen,
– Slotbeschouwing en conclusies.

Nu al maken nieuwe ontwikkelingen het de moeite waard om het boek met nieuwe informatie aan te vullen. Een mooie rol voor het bonushoofdstuk.

Afstandswerken in een nieuwe vorm
Wie het toekomstige afstandswerken wil verkennen, moet met een aantal algemene eigenschappen rekening houden. Om te beginnen verdient de aandacht, dat afstandswerken in de regel overdag plaatsvindt. Dit gebeurt vooral omdat afwisselend overdag en des nachts werken als extreem vermoeiend pleegt te worden ervaren.

In de tweede plaats is van belang in de gaten te houden, dat afstandswerken in ons land en erbuiten nog steeds in een beginstadium verkeert. Het stel methoden dat ervoor nodig is verkeert nog pas in een beginstadium. Behalve verbetering van de methoden zijn maatregelen tegen hakken noodzakelijk. Ook moeten afstandswerkers voldoende contacten met collega’s en andere personen kunnen onderhouden om vereenzaming te vorkomen.

Ten derde mogen wij niet vergeten dat het doen van uitspraken over de toekomst van afstandswerken te lijden heeft onder de algemene opvatting dat het doen van voorspellingen over onderdelen van de samenleving niet goed mogelijk is. Deze opvatting is aanvechtbaar, omdat voorspellingen in heel wat situaties weldegelijk betrouwbaar en precies vallen te doen. Zoals ten aanzien van de toekomst van het afstandswerken.

Het eerste terrein dat in het boek is besproken bestaat uit onderwijs en coaching. Denk bijvoorbeeld aan het werk van de Open University. Studenten krijgen colleges via digitale communicatiekanalen. Docenten gaan vervolgens met de studenten in discussie eveneens met behulp van telecommunicatie. Afstandsonderwijs en afstands-coaching krijgen inmiddels een steeds grotere rol doordat afstandswerken steeds omvangrijker en belangrijker wordt. De aantallen afstandswerkers gaan sterk groeien. Het gaat steeds vaker om individuen die onderwijs, training en coaching nodig hebben.

Afstandswerkers zijn in toenemende mate relatief jonge werkers. Daarbij gaat het veelal om economische vluchtelingen uit veilige gebieden, die naar een goed inkomen streven. Om een verblijfsvergunning in een welvarend land te kunnen veroveren, doen zij zich vaak voor als politieke vluchtelingen. Het aantal van dergelijke afstandswerkers zal in de komende jaren enorm toenemen zodra de wereldwijde arbeidsmarkt beter van ondersteunende organisaties is voorzien. Bovendien zullen welvarende landen in toenemende mate hun grenzen voor economische vluchtelingen sluiten. Ook zullen deze landen economische vluchtelingen vaker gaan terugsturen naar hun thuisland, zeker indien is aangetoond dat het om veilige gebieden gaat.

Nieuwe en omvangrijkere vormen van afstandswerken zullen verder optreden in commerciële sectoren in de samenleving. Denk bijvoorbeeld nu al aan het programmeren door jonge afstandswerkers vanuit landen zoals Bulgarije in opdracht van ondernemingen in landen zoals Nederland. Beginvormen van dergelijke beroepsbezigheden zijn al in het boek behandeld. Nieuw is de te verwachten sterke groei als gevolg van het groeiende uitzettingsbeleid in Westerse landen. Hierbij gaat het om probleemvormen die nieuw beleid noodzakelijk maken. Bijvoorbeeld het meer inspelen op de wereldwijze arbeidsmarkt.

Vooral binnen de betrokken landen zullen nieuwe vormen van afstandswerken opkomen in de sfeer van gezondheidszorg en sociale dienstverlening. De aantalen hulpbehoevende senioren stijgen steeds sterker als gevolg van de vergrijzing. Hogere kosten van gezondheidszorg en thuiszorg dwingen eveneens tot het zoeken naar oplossingen.

Tenslotte verdient video surveillance de aandacht. Camera’s registreren alle bewegingen binnen het bewaakte terrein. Er zijn echter menselijke actoren noodzakelijk om de geregistreerde beelden te interpreteren en indien nodig maatregelen te nemen.

Generatie Z in een nieuwe vorm.
Niet alleen in het afstandswerken maar ook binnen Generatie Z zullen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. Wat dit aangaat vereist vooral de toenemende werkdruk de aandacht. Ten eerste omdat leden van oudere generaties steeds meer een beroep op leden van Generatie zullen gaan doen. Digitaal aangestuurde apparaten worden immers steeds gecompliceerder als gevolg van de groeiende complexiteit van de betrokken software. Ten tweede omdat de leden van Generatie Z ook zelf steeds zwaarder belast zullen worden. Dit houdt verband met de groeiende complexiteit van de samenleving in het algemeen.

Verder is te verwachten dat ook de leden van Generatie Z zelf doorlopend nieuwe kennis en vaardigheden zullen moeten verwerven. Immers de informatica zal ook in de komende jaren stormachtig groeien. Gelukkig staat voor dergelijke bijscholing het afstandsonderwijs ter beschikking. Ook zullen de leden van Generatie Z moeten inspelen op nieuwe en gecompliceerdere apparatuur.

Nauw hierbij betrokken is de internationalisering van de mondiale en dus ook de Nederlandse samenleving. Hier ligt een nauwe samenhang met de groei van het afstandswerken. Afstandswerkers binnen Generatie Z zullen steeds vaker langs digitale weg opleidingen in andere landen in het Westen en in andere werelddelen gaan verzorgen. De hiervoor noodzakelijke kennis van het Engels is reeds aanwezig of is sterk aan het toenemen.

Volgende generaties en de methoden om deze groei van het generatiepatroon te bestuderen.
Dan vragen nu de generaties ná Generatie Z onze aandacht. Meestal duren generaties ongeveer twintig jaar en dus loopt Generatie Z thans ten einde. Er is nog geen duidelijkheid over eventuele ingrijpende structurele doorbraken in de samenleving die een nieuwe generatie kunnen inluiden. Wellicht blijven de onderdelen van Generatie Z nog een tijdlang beeldbepalend bestaan. Om een dergelijke ontwikkeling bespreekbaar te maken heb ik besloten om de nieuwe generatie aan te duiden als Generatie D, of Generatie Digitaal-Plus. Het gebruiken van deze naam maakt het mogelijk om hierna nieuwe generaties te voorzien met letters volgend op letter D in het alfabet. Aan een dergelijke letter verbonden kunnen nieuwe namen van generaties in gebruik genomen worden.

Wat valt nu reeds over Generatie D en haar opvolgers te zeggen? Om dit te verkennen komen nu een aantal hypothesen aan de orde.

Hypothese 1: In de komende cohorten zullen de leden in de formatieve periode in hun levensloop in elk geval te maken krijgen met nieuwe innovaties op het gebied van de informatica. De betrokken innovaties zullen voor een belangrijk deel in het verlengde van de voorafgaande innovaties liggen.

Hypothese 2: De naamgeving aan komende generaties zal wederom spontaan verlopen. Generaties zullen meerdere namen krijgen die algemeen inburgeren.

De eerste hypothese heeft betrekking op ontwikkelingen die betrekkelijk betrouwbaar en precies vallen te voorspellen. De waarschijnlijkheid van de te verwachten ontwikkelingen valt te onderbouwen door te wijzen op hetgeen tussen 1985 en 2017 is gebeurd met betrekking tot de informatica. Het betreft toenemende complexiteit en betrouwbaarheid. Verder toenemende toepasbaarheid in de praktijk in de samenleving. Ook toenemend inspelen op deze ontwikkelingen door vele leden van Generatie Z omdat dit inspelen sterk in het voordeel van deze leden werkt.

De tweede hypothese verwijst naar de gevolgen van het vrijwel geheel ongeorganiseerd plaatsvinden van structurering en benoeming van de betrokken processen. Er is thans geen reden om aan te nemen dat in deze gang van zaken verandering zal optreden.

Dan nu een specificatie van de methoden om de groei van het generatiepatroon te bestuderen. Deze methoden zijn in het bek uitvoerig besproken en dus is hier met een korte typering. Het gaat om een onderzoeksterrein dat het verzamelen van drie soorten informatie nodig maakt.

In de eerste plaats is informatie nodig die is gebaseerd op conventioneel empirisch maatschappijwetenschappelijk onderzoek. Het verzamelen van hypothesen en het toetsen van deze hypothesen in op het experimenteel model gebaseerde onderzoekshandelingen. Een voorbeeld vormt het bestuderen van aspecten van de cohorten die samen de babyboom vormen. Een tweede voorbeeld vormt ‘generational accounting’. Als derde voorbeeld kunnen de hoofdstukken in het boek dienen die op empirisch onderzoek zijn gebaseerd.

In de tweede plaats is informatie noodzakelijk die is gebaseerd op het rekening houden met de relatief omvangrijke aanwezigheid van ‘systeemruis’ in het onderzoeksterrein. Het gaat om dynamische systemen. Dergelijke dynamische systemen vereisen idealisaties. Wat houdt dit in? ‘Een deel van de werkelijkheid word geïsoleerd, irrelevante aspecten worden terzijde gelaten, invloeden van buitenaf worden verwaarloosd. Zonder zulke idealisaties zijn de natuurwetenschappen onmogelijk’. (H. Broer, Jan van de Craats en Ferdinand Verhulst, Chaostheorie. Utrecht 1995, blz. 141). Als voorbeeld kan naar deel een uit het boek worden verweven.

In de derde plaats is informatie van belang die tot het spraakgebruik van alledag behoort. Wie een voorbeeld zoekt kan het interview met mij over ‘generaties’ in De Telegraaf opzoeken dat op 4 maart 2017 wordt gepubliceerd.

Hypothesen komen meestal om te beginnen in de derde categorie naar voren en ondergaan vervolgens herformulering ten bate van toepassing in de tweede en/of de eerste categorie. De driehoek van deze drie categorieën is gebruikelijk ten aanzien van alle onderzoeksproblemen die veel systeemruis vertonen. In het boek over de chaostheorie lezen wij dat zelfs in de natuurwetenschappen het toepassen de dergelijke categorieën noodzakelijk is. De generatiesociologie zou onmogelijk zijn zonder de toepassing van de genoemde drie categorieën.

Slotbeschouwing en conclusies
Bonushoofdstuk 2017-1 illustreert dat het patroon van generaties telkens nieuwe trekken gaat vertonen. Het boek over het generatiepatroon moet dan ook regelmatig met nieuwe informatie aangevuld worden. Dit bonushoofdstuk vormt een onderdeel van deze doorlopende stroom van informatie.

Dit bonushoofdstuk maakt verder duidelijk dat in het boek twee onderzoeksterreinen met elkaar verbonden zijn. Enerzijds het afstandswerken. Anderzijds Generatie Z en haar opvolgers. Deze twee onderzoeksterreinen beïnvloeden elkaar doorlopend. Wie in onze tijd vat wil krijgen op het patroon van generaties zal aan deze twee onderzoeksterreinen aandacht moeten besteden. Populair uitgedrukt betekent dit: Er is grote kans dat de laatste economische vluchteling lid is van Generatie D en besluit om alsnog in zijn thuisland te blijven en van daaruit met behulp van afstandswerken in zijn levensonderhoud te voorzien.

Het bonushoofdstuk wijst er vervolgens op dat het generatiepatroon veel systeemruis vertoont en dat deze eigenschap het noodzakelijk maakt om een passend onderzoeksmodel toe te passen. De driehoek van ten eerste nauwkeurig en precies toetsend onderzoek telkens wanneer dit toepasbaar is. Ten tweede idealisaties om de kernelementen duidelijk te maken. Ten derde toepassing van het algemeen spraakgebruik om het omgaan met de betrokken verschijnselen in het leven van alledag gestalte te geven.

Tenslotte toont dit bonushoofdstuk aan dat het verdere leven van Generatie Z, plus de vermoedelijke levens van de hierop volgende generaties, heel wat trekken vertonen die in flinke mate voorspelbaar zijn.




Bonushoofdstuk 2017-2 ~ Beelden van het generatiepatroon

Dit Bonushoofdstuk bevat een artikel dat is verschenen in het VRIJ Magazine van De Telegraaf op 4 Maart 2017.

Bonushoofdstuk 2017-2 vormt een sterke ondersteuning van de maatschappijbrede discussie over het patroon van generaties die al gaande is. Deze discussie zal in de komende tijd verder toenemen.

* In het onderwijs zullen onderwijzers, docenten en hoogleraren het generatiepatroon inschakelen om leerlingen, studenten en academici te ondersteunen bij het opstellen van werkstukken, essays en proefschriften over de dynamiek en de invloed van het systeem van cohorten.

* Het bedrijfsleven heeft dergelijke analyses nodig om zijn afnemers in kaart te brengen en om strategieën te ontwikkelen ter onderbouwing van zijn beleid.

* De gezondheidszorg gebruikt leden van de jongere generaties om leden van de oudere generaties te helpen bij het actief blijven deelnemen aan het maatschappelijk gebeuren. Elke generatie heeft immers haar eigen patroon van normen, waarden en gedragingen.

* De politiek vereist het rekening houden met de eigenaardigheden van de kiezers en hun sociale netwerken.
Partijpolitiek is in sterke mate generatiegerichte politiek. In het Parlement moet rekening worden gehouden met de generationele kansen en bedreigingen in de samenleving.

* Dit Bonushoofdstuk moet helaas heel wat belangwekkende onderwerpen verwaarlozen. Reden hierdoor is te beperkte ruimte die het artikel in De Telegraaf heeft geboden. Die beperking betreft in het bijzonder de tekst over Generatie Z. Denk aan de betekenis van de jonge leden van deze generatie op basis van hun bekwaamheid op het terrein van de ICT.

* Informatie over deze aspecten van Generatie Z, maar ook over het generatiepatroon in zijn geheel is te vinden in het boek van Henk A. Becker, Generaties van Geluksvogels en Pechvogels, Analyses en Strategieën in een living document.

Zie artikel De Telegraaf, 4 maart 2017: https://www.pressreader.com/20170304/