Webpamflet 1 – De recente geschiedenis der concrete utopieën

No comments yet

1.1. Inleiding
1.2. Kernpublicaties
1.3. Ervaringen en toepassingen
1.4. Perspectieven
1.5. Conclusies en discussie

WEBPAMFLET 1 is een ‘living document’ waarvan regelmatig een ‘update’ zal verschijnen. Het vormt een onderdeel van Generaties van Geluksvogels en Pechvogels (2013).

1.1. Inleiding
Wie het basisboek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels samen met de Minigids wil toepassen kan enkele kenmerkende voorbeelden van concrete utopieën goed gebruiken. Dit Webpamflet biedt een aantal voorbeelden van realistische wensdromen die in meerderheid bestaan uit een lichtgewicht inleiding gevolgd door een halfzwaargewicht of zwaargewicht hoofdtekst.
De eerste vraag in dit Webpamflet luidt: welke ervaringen zijn reeds met dergelijke concrete utopieën opgedaan? Vraag twee is: hoe zijn deze inmiddels toegepast? De derde vraag is: welke perspectieven zijn te constateren?

In Droompamflet 1 komen nu eerst in paragraaf 1.2. zes voorbeelden aan de orde van concrete utopieën die door de leden van de betrokken samenlevingen kunnen worden gelezen en begrepen, soms op basis van een nadere toelichting. In paragraaf 1.3. gaat het om de ervaringen die zijn opgedaan en de toepassingen die zijn beproefd. 1.4. gaat over de perspectieven die voor de concrete utopieën zijn te onderscheiden. Paragraaf 1.5. brengt conclusies en een discussie.

1.2. Kernpublicaties
Het rapport van de Club van Rome
In 1972 verschijnt De grenzen aan de Groei van Dennis Meadows. Dit boek vormt een rapport van de Club van Rome. Het gaat om een onderzoek dat tot doel heeft het bepalen van de fysieke grenzen en beperkingen die aan de vermenigvuldiging van de mens en zijn materiële activiteit op onze planeet gesteld zijn. Daarom wordt het project De grenzen aan de Groei een wereldomvattende uitdaging genoemd.
Het boek begint met een uitnodigend laagdrempelig gedeelte. Om het verschijnsel ‘exponentiële groei’ te illustreren is het voorbeeld van de lelie in de vijver gepresenteerd.
‘Stel je voor een vijver waarin een waterlelie groeit. De lelie verdubbelt elke dag haar grootte. Als de lelie ongestoord kan groeien, bedekt zij in 30 dagen de gehele vijver, daarbij alle andere vormen van leven in de vijver verstikkend. Geruime tijd lijkt de lelie klein, en daarom maak je je nog geen zorgen over het wegsnijden, tot het moment waarop de helft van de vijver is bedekt. Op welke dag zal dat zijn? Op de 29e dag natuurlijk. Je hebt nog één dag om je vijver te redden.’ (blz. 31)
Vervolgens komt de groei van de wereldbevolking aan de orde met haar snelle groei. Een tweede grootheid die zelfs sneller dan de bevolking in de wereld groeit, is de industriële productie. Wat zal er nodig zijn om de groei van de wereldeconomie en de bevolking gaande te houden? De lijst van te vervullen voorwaarden bevat twee categorieën. De eerste categorie omvat de materiële voorwaarden: voedsel, grondstoffen, fossiele en nucleaire brandstoffen en het ecologisch system van de planeet. De tweede categorie van noodzakelijke groeivoorwaarden ligt in het sociale vlak. Nu gaat het om vrede en sociale stabiliteit, opvoeding, werkgelegenheid en gestage technologische vooruitgang. De figuren met dreigende curven rukken steeds verder op. Bijvoorbeeld de exponentieel toenemende vervuiling. De centrale conclusie is dat wij in een eindige wereld leven.

Vanaf deel III van het boek volgen steeds meer data om de bedreigingen te illustreren. Maar ook om de kansen te beschrijven. Wij zitten dan in het tweede, zwaarwichtige deel van het boek. De lezer wordt steeds serieuzer met System Dynamics modellen geconfronteerd. Het ligt voor de hand dat lichtvoetige lezers het proza overslaan en alleen nog naar de curven in de figuren gaan kijken. Deel V gaat over het streven naar een toestand van wereldomvattend evenwicht. Pas in het Naword van het Uitvoerend Comité van de Club van Rome krijgen de lichtvoetige lezers weer een gemakkelijk te begrijpen tekst voorgeschoteld. Zo lezen wij:
‘Wij onderschrijven tenslotte de uitspraak dat iedere weloverwogen poging om een rationele en duurzame evenwichtstoestand te bereiken via duidelijke planning van maatregelen (en niet door toeval of catastrofe) uiteindelijk gegrondvest moet zijn op een fundamentele verandering in waarden en doelstellingen op individueel , nationaal en mondiaal niveau’ (blz. 107).

Het boek Grenzen aan de Groei heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van milieubesef, milieubeweging, milieuwetgeving en milieubeleid. Honderdduizenden exemplaren zijn over de hele wereld verspreid geraakt. Lichtgewicht en zwaargewicht lezers hebben elk hun stijl van kennisuitbreiding kunnen aantreffen.
De milieuproblematiek heeft verder de stoot gegeven tot de opkomst van de Milieu Effect Rapportage (Environmental Impact Assessment) die voorschrijft dat ingrijpende maatregelen met mogelijke consequenties voor het milieu eerst wetenschappelijk onderzocht moeten worden. Even later volgden Technology Assessment en Social Impact Assessment (Becker 1997; Becker en Vanclay, 2003). Weer een stap verder gaat in ons land de Comptabiliteitswet, die evaluatie vooraf van alle omvangrijke overheidsbeleid voorschrijft.
In 1982, dus precies tien jaar na het verschijnen van The Limits to Growth, komen Donella Meadows, John Richardson en Gerhart Bruckmann met Groping in the dark: The first decade of global moddelling. De titel van deze publicatie spreekt boekdelen. Gaandeweg krijgen de betrokken onderzoekers voldoende informatie om te kunnen beoordelen welke verschijnselen zeer betrouwbaar en precies kunnen worden beschreven en bij welke verschijnselen in meerdere of mindere mate van ambiguïteit sprake is.

De Brede Maatschappelijke Discussie
In ons land komt in het begin van de jaren tachtig de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid van de grond. Lichtgewicht deelnemers kunnen hun hart ophalen onder meer aan Het Tussenrapport. Dit in 1983 verschenen rapport is duidelijk op een breed publiek afgestemd. Aantrekkelijke foto’s en cartoons proberen de deelnemers aan de Brede Maatschappelijke Discussie bij de les te houden.
Zwaargewicht deelnemers kunnen zich verdiepen in de Analytische verslagen van de Controversezittingen gehouden in het kader van de Informatiefase. Dit boekwerk wordt gepresenteerd als Bijlage behorende bij het Tussenrapport. De Controversezittingen zijn georganiseerd in navolging van hetgeen in de Verenigde Staten ‘science courts’ wordt genoemd. In ons land zijn in het voorjaar van 1982 door de Stuurgroep vier probleemvelden met behulp van deze methode nader uitgediept:
Kosten van kernenergie/mogelijkheden en kosten van duurzame energiebronnen.
De structuur van de electriciteitsvoorziening.
Risico-analyse en risicobeleving.
Verwerking en opbergen van radio-actief afval.

Bij een wetenschapsrechtbank gaat het om drie sociale rollen. In de eerste plaats de verdediger (of verdedigers) van een bepaald onderwerp en een bepaald standpunt. In de tweede plaats de rol van ‘advocaat van de duivel’, eveneens door één of meerdere personen ingevuld. In de derde plaats de rol van de ‘lijdelijke rechter’. Die lijdelijke rechter zit de ‘rechtszaak’ voor maar doet dit op een terughoudende manier. Het gaat om het net zo lang doorvragen totdat alle verzoenbare tegenstellingen zijn overwonnen. Wat overblijft zijn de tegenstellingen die ondanks alle inspanning niet overbrugbaar bleken. De ervaringen in de Verenigde Staten met wetenschapsrechtbanken zijn door Sheldon Krimsky in 1982 vastgelegd in Genetic Alchemy: The Social History of the Recombinant DNA Controversy.
Het is te verwachten dat wetenschapsrechtbanken in de komende jaren in ons land opnieuw een belangrijke rol zullen gaan spelen bij het opstellen en bediscussiëren van concrete utopieën. Zij verschaffen de lezers van de betrokken rapporten de nodige achtergrondinformatie en bereiden hen op de te verwachten controverses voor.

Our Common Future
De ‘World Commission on Environment and Development’ lanceert in 1987 het rapport Our Common Future. Duidelijk een concrete utopie. Ook nu weer gaat het om een document met een lichtgewicht begindeel dat gaandeweg uitgroeit tot een zwaargewicht stuk toegepaste wetenschap.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties had de ’World Commission on Environment and Development’ om een ‘global agenda for change’ gevraagd. Met als punten:
To propose long-term environmentel strategies for achieving sustainable development by the year 2000 and beyond.
To recommend ways concern for the environment may be translated into greater co-operation among developing countries and between countries at diferent stages of economic and social development that lead to the achievement of common and mutually supportive objectives that take account of the interrelationships between people, resources, environment and development.
Consider ways and means by which the international community can deal more effectively with environmental concerns, and
To help define shared perceptions of long-term environmental issues and the appropriat effords needed to deal successfully with the problems of protecting and enhancing the environment, a long-term agenda for action during the coming decades, and aspirational goals for the World community.

In hoofdstuk 2 treffen wij een passage aan die de opkomst van het begrip ‘duurzaamheid’ markeert. Wij lezen: ‘Sustainable development is development that meets the need of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs’. Inmiddels is ‘duurzaamheid’ tot een kenmerk uitgegroeid dat zowat alle individuele en collectieve sociale actoren aan hun handelen en de uitkomsten daarvan willen toeschrijven.
Deel II bespreekt gemeenschappelijke uitdagingen. Deel III confronteert ons met gemeenschappelijke taken. Aanhangsel 1 giet de taken in een serie voorstellen met betrekking tot wettelijke beginselen voor de bescherming van het milieu en duurzame ontwikkeling. Het valt niet te ontkennen dat wij hier met een zwaargewicht stuk rapport te maken hebben.

Vergrijzing als Uitdaging
De stichting ‘Maatschappij en Onderneming’ (SMO) komt in 2003 met het rapport Vergrijzing als Uitdaging: Kansen en bedreigingen van een vergrijzende Europese bevolking. Wij krijgen eerst een lichtgewicht deel te lezen, gedrukt in een lettertype dat duidelijk afwijkt van de rest van het boek. Daarop volgt het eigenlijke rapport, gedegen empirisch onderbouwd.
Het gaat in dit rapport om een SWOT-analyse (strengths, weaknesses, opportunities, threats). Wat zijn de gevolgen van een vergrijzende Europese bevolking voor de overheidsfinanciën van de lidstaten van de Europese Unie? Welke invloed heeft de uitbreiding van de Europese Unie op de pensioenstelsels in de individuele lidstaten? Kan migratie een substantiël bijdrage leveren aan het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing voor de Europese arbeidsmarkt? Zijn oudere consumenten in Europa meer of minder merkentrouw?

Deze publicatie biedt een inspirerend overzicht van de kansen en bedreigingen als gevolg van de vergrijzing in Europa en is bedoeld voor iedereen die meer zicht wil krijgen op de contouren van het Europa van de toekomst. Het lichtgewicht begindeel zal de modale Nederlander nog wel vlotjes kunnen doorlezen. Het zwaargewicht hoofddeel vereist heel wat doorzettingskracht. Vooral vanwege de moeilijke redeneringen. Minder omdat de cijfers en berekeningen veel voorkennis vereisen. Dit brengt ons tot een algemene conclusie. De tweedeling bij concrete utopieën in een lichtgewicht en een zwaargewicht deel vereist veelal een verdere nuancering. Je zou met een schaal van 1 tot 10 kunnen werken. Teksten op niveau 1 voor de zeer lichtvoetige lezers. De verdere teksten oplopend in zwaarte tot aan niveau 10 voor de topdeskundigen.

Nederland 2020: terug in de top 5
Vlak voor zijn opheffing heeft het Innovatiepatform in 2010 het rapport Nederland 2020 – terug in de top 5. De economische agenda: Innovatief, Internationaal, Innoverend het licht doen zien. Het is een concrete utopie van een zeldzaam hoog niveau. Tot en met bladzijde 45 gaat het om een lichtgewicht verkenning. De rest is een iets zwaardere tekst met inhoudelijke aanbevelingen alsmede verandermethodische vingerwijzingen.
Zwaargewicht lezers zullen snel in de gaten krijgen dat het om een grootschalige SWOT-analyse gaat. Er wordt daarbij een beslisboom gepresenteerd, die het vergemakkelijkt om veranderstrategieën overzichtelijk te doorgronden en te bespreken. Gedachtenexperimenten worden hierdoor relatief eenvoudig uitvoerbaar. Denken wij terug naar Grenzen aan de Groei uit 1972 en de toepassing daarin van het System Dynamics model, dan opent zich in 2013 de mogelijkheid om wereldmodellen maar ook modellen voor een bepaald land beter bespreekbaar te maken. Deze kenmerken van het model van het Innovatieplatform openen voor het bespreken van processen in Nederland nieuwe perspectieven.

Ook inhoudelijk presenteer de concrete utopie van het Innovatieplatform relevante informatie. Denk aan de constatering dat in Nederland in vergelijking met andere landen de gemiddelde werktijden per werknemer 1389 uuur bedraagt. Daarmee scoort ons land het laagste in Europa. Ter vergelijking: in de VS 1792 uur. Gedeeltelijk komt dit door een hoog aantal vakantiedagen en een gemiddeld kortere werkweek. Voornamelijk echter door de sterke aanwezigheid van parttime werk. Van de werkzame Nederlanders werkt 47% parttime, tegenover 18% in Europa. Daar komt bij dat Nederland nog niet al zijn parttime talent benut. De participatie van 55-plussers en allochtonen is lager dan gemiddeld en 75% van de vrouwen werkt niet fulltime. (blz. 38)

Wisseling van de Wacht
In verband met het verschijnen van Wisseling van de Wacht verschijnt in 2010 Paul Schnabel als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in het avondjournaal van de NOS. Hij vertelt dat het profijt van de overheid voor alle generaties in de achter ons liggende jaren grotendeels gelijk is gebleven. Elke lichtgewicht kijker zal begrijpen waarover de directeur van het SCP het heeft.
In het rapport van het SCP zijn tientallen teksten te vinden die op lichtgewicht lezers zijn afgestemd. Elk hoofdstuk begint immers met een korte samenvatting die in algemeen begrijpelijke taal is opgesteld. Elk hoofdstuk biedt vervolgens een tekst, die zo veel mogelijk op een brede lezerskring is afgestemd. In vele gevallen gaat het echter om een tekst die ook van zwaargewicht lezers flink wat inspanning vereist.
De passages over generatierekenen zijn gebaseerd op werk van het Centraal Planbureau. Inmiddels heeft ‘generational accounting’ een extra stimulans van hoog niveau gekregen. Kotlikoff en Burns presenteren in The Clash of Generations (2012) een generatiebewuste analyse en toekomstverkenning gericht op de Verenigde Staten.

Tenslotte
De zes behandelde voorbeelden demonstreren stuk voor stuk het samenspel van lichtgewicht en zwaargewicht benaderingen van concrete utopieën gericht op een algemeen publiek. Enkele voorbeelden laten grote effecten zien als suggesties voor campagnes in de komende jaren. Denk aan Grenzen aan de Groei en de opmars van het begrip duurzaamheid.

1.3. Ervaringen en toepassingen
Met het rapport Grenzen aan de Groei (1972) zijn reeds in ons land en elders op ruime schaal ervaringen opgedaan, met name wat milieubesef en milieubeleid aangaat. Het rapport Our Common Future (1987) heeft de discussie over sustainability aangezwengeld. Er zijn geen tekenen dat beide probleemvelden aan belangstelling zullen inboeten. Wel vraagt de aandacht dat de problemen een nadere specificatie ondergaan. Dit geldt met name voor knelpunten die met behulp van generational accounting onder de aandacht van de samenlevingsleden alsmede de politici en bestuurders worden gebracht.
Inmiddels is de literatuur over concrete utopieën sterk uitgebreid en dit Webpamflet biedt slechts een selectie uit de verschenen publicaties aan. Als een voorbeeld kan dienen het in 1993 verschenen boek van Paul Kennedy: De wereld in een nieuwe eeuw: Preparing for the Twenty-First Century. Bezorgder komt over: Onze Laatste Eeuw: Overleeft de mens de 21e eeuw? Van Martin Rees. In latere Webpamfletten zal nader op de verdere literatuur worden ingegaan.

1.4. Perspectieven
Het is te verwachten dat het basisboek Generaties van Geluksvogels en Pechvogels samen met de Minigids en de reeks Webpamfletten een belangrijke rol zal gaan spelen in vele vormen van het onderwijs: VWO, hoger en universitair onderwijs. Verder zullen tal van sprekers in verenigingen het basisboek gaan behandelen, eveneens in samenhang met de Minigids en de Webpamfletten. In de derde plaats ligt toepassing van het basisboek en zijn aanvullingen in het living document voor de hand in vele vormen van serious gaming. Het wetenschappelijk bestel zal niet achterblijven, zulks in het kader van de toenemende belangstelling voor systemen met relatief veel ambiguïteit. In volgende Webpamfletten zal op de toepassingvelden nader worden ingegaan.

Omdat Generaties van Geluksvogels en Pechvogels als een living document verschijnt en het onderwerp van het boek telkens weer in de maatschappelijke werkelijkheid en de wetenschappelijke discussie nieuwe aspecten verwerft kan met behulp van de Webpamfletten doorlopend aandacht aan veranderingen worden geschonken.
Zodra de toepassingen van het basisboek en zijn aanvullingen in ons land verder zijn uitgekristalliseerd mogen wij verwachten dat ook in het buitenland belangstelling zal gaan ontstaan. Denk aan het programma van de Europese Unie rond de bevordering van ‘burgerschap’. Laat burgers in lidstaten hun droom voor hun land inzenden, mede als inspiratie van hun landsbestuurders.

1.5. Conclusies en discussie
De eerste vraag was: welke ervaringen zijn reeds met dergelijke concrete utopieën opgedaan?
Bij de zes besproken voorbeeldprojecten gaat het in alle gevallen om projecten die systematisch zowel lichtgewicht als zwaargewicht lezers aanspreken. Meestal gaat het om twee delen, die duidelijk van elkaar zijn gescheiden. Maar ook vinden wij publicaties waarin het aanspreken van lichtgewicht en zwaargewicht lezers verschilt , met nuanceverschillen lopend van niveau 1 : ‘simplistische lezers’ tot niveau 10 : ‘zwaargewicht lezers van topniveau’.
Veelal komen wij lichtgewicht, halfzwaargewicht en zwaargewicht teksten in een en hetzelfde boek tegen. Denk met name aan Grenzen aan de Groei. Lichtgewicht lezers raken geboeid door de lichtgewicht tekst aan het begin van het boek. Gaandeweg stijgt het niveau van de hoofdstukken. Lichtgewicht lezers nemen dan genoegen met het slechts globaal kennis nemen van ontwikkelingen die in grafieken zijn weergegeven.
Vraag twee ging over hetgeen wij van de ervaringen met concrete utopieën kunnen leren.
De belangrijkste les is dat systematisch zowel lichtgewicht als zwaargewicht lezers benaderd dienen te worden. Dit kan plaatsvinden door de concrete utopie in twee delen te presenteren, bijvoorbeeld zoals in de Brede Maatschappelijke Discussie Energiebeleid. Veelal treffen wij echter beide delen in eenzelfde boekwerk aan. Denk aan het rapport van de Stichting Maatschappij en Onderneming.
De derde vraag was: welke perspectieven ontstaan met betrekking tot de concrete utopieën?

Het patroon van generaties en zijn dynamiek vertonen gaandeweg steeds complexere kansen en bedreigingen. Dit maakt het wenselijk om in de samenleving telkens meer aandacht aan de plaatsvindende ontwikkelingen te besteden. Het is duidelijk dat realistische wensdromen die systematisch aan de orde komen substantieel tot de beeldvorming en inzichtverrijking kunnen bijdragen. Door het patroon van generaties in de beschouwing te betrekken is het mogelijk om de betrokken ontwikkelingen overzichtelijk te kunnen bestuderen en beheersen.

Discussie.
Er moet worden voorkomen dat lichtgewicht toekomstbeelden zonder combinatie met halfzwaargewicht of zwaargewicht teksten worden aangeboden. Bij het veronachtzamen van deze waarschuwing ontstaat een situatie waarin Jan met de Pet snel doorkrijgt dat de aangeboden informatie te oppervlakkig is. Jan met de Cap en Jan met de Baret gaan de media volstoppen met cynische kritiek. Gelukkig vallen dergelijke missers door latere publicaties op te vangen. Mits de latere publicaties bestaan uit lichtgewicht inleidingen en halfzwaargewicht of zwaargewicht hoofdteksten. De recente geschiedenis van de concrete utopieën biedt voldoende voorbeelden van doelmatig gestructureerde publicaties en daarop voortbouwende campagnes.

© Becker, Januari 2014

BRONNEN
Becker, Henk (1997) Social Impact Assessment: method and experience in Europe, North America and the Developing World. London: UCL Press
Becker, Henk (2012, 2013). Generaties van Geluksvogels en Pechvogels, Strategieën voor assertief opgroeien, actief ouder worden en intergenerationele solidariteit tot 2030. Amsterdam: Rozenberg Publishers (ook: Lucky Devils and Unlucky Dogs, 2012)
Becker, Henk & Frank Vanclay, Eds. (2003) The International Handbook of Social Impact Assessment: Conceptual and Methodological Advances. Cheltenham: Edwar Elgar.
Innovatieplatform (2010) Nederland 2020: terug in de top 5. De economische agenda: Innovatief, Internationaal, Involverend. Den Haag: Innovatieplatform
Kennedy, Paul (1993), De wereld in een nieuwe eeuw: Preparing for the Twenty-First Century. Amsterdam: Meulenhoff.
Krimsky, Sheldon (1982). Genetic Alchemy: The Social History of the Recombinant DNA Controversy. Cambridge: The MIT Press.
Kotlikoff, Laurence J. & Scott Burns (2012) The Clash of Generations: Saving Ourselves, Our Kids, and Our Economy. Cambridge Mass.: The MIT Press
Meadows, Dennis (1972). Limits to Growth: A Report for the Club of Rome Project on the Predicament of Mankind. New York: Universe Books.
Meadows, Donella, John Richardson & Gerhart Bruckmann (1982). Groping in the Dark: The first decade of global modelling. Chichester: John Wiley & Sons.
Rees, Martin (2003). Onze Laatste Eeuw: Overleeft de mens de 21e eeuw? Utrecht: Het Spectrum.
Stichting Maatschappij en Onderneming (2003). Vergrijzing als Uitdaging: Kansen en bedreigingen voor een vergrijzende Europese bevolking. Den Haag: SMO
Sociaal en Cultureel Planbureau (2010) Wisseling van de Wacht: Generaties in Nederland. Den Haag: SCP
Stuurgroep Maatschappelijke Discussie Energiebeleid (1983). Het Tussenrapport.
Stuurgroep Maatschappelijke Discussie Energiebeleid (1983) Analytische verslagen van de Controversezittingen gehouden in het kader van de informatiefase
The World Commission on Environment and Development (1987). Our Common Future. Oxford: Oxford University Press.

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 7 + 10 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)
  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Follow us on Facebook & X & BlueSky

  • Archives