Insluiten of heenzenden ~ Problematische GHB-gebruikers op politiebureaus, in bewaring en in verzekering
Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie, Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Rozenberg Publishers 2012. ISBN 978 90 361 0329 9.
Begeleidingscommissie
Mevrouw dr. M.W. van Laar (voorzitter) – Trimbos-instituut, Utrecht
Mevrouw drs. A.L. Daalder – WODC, Den Haag
De heer K.J. Molthof – Ministerie van Veiligheid en Justitie, Directie Sanctie- en Preventiebeleid
Mevrouw M.A. Zaal – Regiopolitie Hollands Midden
Inhoud
1.Intro
– Wel of niet insluiten
– Doel en onderzoeksvragen
– GHB en GHB-gebruik
– Problematisch GHB-gebruik
– Onderzoeksaanpak
– Leeswijzer
2. Politie en GHB-gebruikers
– Variatie in problematiek
– Op welke tijdstippen en waar doen de problemen zich voor?
– Grootste probleem bij aanpak GHB-problematiek.
3. Profiel van GHB-Gebruikers
– Typen problematische GHB-gebruikers
– Variatie tussen en binnen provincies
– Geslacht, etniciteit en leeftijd
– Samenvatting en conclusie
4. Instroom bij politie
– Unieke personen en totale aantallen in 2010 en 2011
– Naar een landelijk beeld
– Trends
– Samenvatting en conclusie
5. Insluiten of heenzenden
– Beoordeling GHB-gebruik
– De grens tussen insluiting en heenzending
– Insluitingen in 2010 en 2011
– Heenzending op medisch advies
– Speciale penitentiaire voorzieningen
– Samenvatting en conclusie
6. Overleg en samenwerking
– Overleg tussen politie en andere partijen over GHB-problematiek
– Inschakelen van arts bij GHB-gebruikers
– Medische voorzieningen voor detoxificatie
– Samenwerking
– Conclusie, knelpunten en verbeterpunten
7. Samenvatting en conclusie
– Problematische GHB-gebruikers
– Vier typen problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie
– Aantallen problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie
– Insluiten of heenzenden
– Celcapaciteit voor problematische GHB-gebruikers
– Samenwerking, knelpunten en verbeterpunten
Bijlage: Vragenlijst GHB Arrestanten
Literatuur
Insluiten of heenzenden ~ Intro
Maandagochtend, 13 juni 2012. De vergaderkamer in het gemeentehuis van Rucphen (ca. 12000 inwoners) zit tjokvol. Ruim twintig deelnemers uit Ettenleur, St. Willebrord en Rucphen buigen zich over de GHB-problematiek in deze Brabantse dorpen. Rond de tafel zitten wijkagenten, hulpverleners en preventiewerkers. Een Moedige Moeder is samen met haar man. Ook zijn enkele lokale beleidsmedewerkers aanwezig, plus een paar medewerkers van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Doel van de bijeenkomst is om te praten over de hardnekkige GHB-problematiek, die omstreeks 2004 in Rucphen voor het eerst de kop op stak. Bijna tien jaar later is nu het besef doorgedrongen dat de drug zich stevig heeft genesteld binnen groepen plattelandsjongeren in Noord-Brabant. Bij een deel hiervan beperkt het gebruik zich niet meer tot het weekend. Door deze alarmerende ontwikkelingen heeft de gemeente samen met de politie en andere sociale partners de GHB-problematiek tot speerpunt verklaard. Er is een taskforce opgetuigd, met vijf agenten die zich fulltime gaan richten op de GHB-problematiek.
Elke week komen meldingen binnen over GHB-excessen van gebruikers op straat of in huiselijke kringen. Momenteel zijn ongeveer 90 jongeren in beeld, in de leeftijd van 14 tot 25 jaar. Een derde is volgens deskundigen verslaafd. Sommigen gebruiken al bijna tien jaar GHB, vaak in combinatie met amfetamine. De verspreiding verloopt via gebruikers, van wie sommigen zelf GHB maken en verhandelen aan derden. Omdat de productie van GHB snel en goedkoop is, wordt het middel ook vaak in vriendenkringen gedeeld. De meldingen over GHB gaan vaak over outgaan, vechtpartijen, raar en roekeloos gedrag of algeheel decorumverlies in het publieke domein. De ambulance wordt geregeld gebeld. Een deel van de problematische gebruikers komt herhaaldelijk in contact met de politie. De politie treft de GHB-gebruikers zowel op straat als in het ouderlijk huis aan. Gebruikers ontkennen volgens preventiewerkers dat ze verslaafd zijn.
Uit de dagelijkse praktijk komen bij de omgang met problematische GHB-gebruikers drie belangrijke knelpunten naar voren. Ten eerste geven psychiaters niet gauw een medische verklaring waarmee iemand een IBS (in bewaringstelling) kan krijgen. Maar houdt de psychiater, gezien de terugkerende problematiek en recidive, niet teveel rekening met de patiënt? “Op deze manier blijft het voor de politie in praktijk vaak dweilen met de kraan open”. Ten tweede is er de vicieuze cirkel van gebruik, verslaving, afkicken, geen goede nazorg en op korte termijn weer terugval. Ten derde vinden veel incidenten in de dorpen buiten de normale werktijd van GGZ en verslavingszorg plaats, waardoor de omgeving en politie langer opgescheept kunnen zitten met soms geagiteerde of anderszins lastige patiënten. Read more
Insluiten of heenzenden ~ Politie en GHB-Gebruikers
In dit hoofdstuk gaan we verder in op de aard van de GHB-problematiek. Met welke problemen wordt de politie (maar ook forensisch artsen of jongerenwerkers) geconfronteerd in het geval van GHB-gebruikers? Gaat het daarbij om dezelfde personen of groepen? Waar en op welke tijdstippen en dagen doen de problemen zich het vaakst voor? We besluiten het hoofdstuk met wat de politie in de regio/gemeente als grootste probleem ervaart bij de aanpak van de huidige GHB-problematiek.
Variatie in problematiek
Het ene politiekorps heeft meer ervaring met GHB-gebruikers dan het andere en er zijn ook verschillen in de mate waarin men ervaringen heeft met diverse groepen GHB-gebruikers. Er is niet slechts één type GHB-probleem waarmee de politie wordt geconfronteerd; aan de problematiek zitten meerdere kanten en dat bemoeilijkt vaak de inschatting ter plekke. Hoe weet je wanneer iemand GHB heeft gebruikt? Hoe moet je omgaan bij onhandelbaar gedrag van een arrestant die onder invloed is van GHB en soms ook nog van andere middelen? Wanneer kan iemand worden ingesloten of niet? Zijn de afkickverschijnselen echt of worden ze gesimuleerd?
Kennisniveau
Over het geheel geldt dat wanneer de politie minder ervaring heeft met de GHB-problematiek, er meer behoefte is aan kennis hierover, maar wanneer GHB-problematiek zich weinig voordoet, heeft men ook minder behoefte aan specifieke kennis. Wanneer respondenten vinden dat er te weinig kennis is bij instellingen die zijn belast met de huidige GHB-problematiek van arrestanten, dan betreft dit met name de arrestantenzorg en de politie op straat. Sommigen zijn zelfs heel kritisch.
“Collega’s kennen de symptomen niet. Geven zelfs een waardeoordeel. Zoals is het geval van een vrouw die bewusteloos achter de kroeg ligt. ‘Zal wel teveel gedronken hebben.’”
Vaak wordt een tekort aan kennis toegeschreven aan het feit dat GHB binnen het werkgebied nog een nieuw, recent opkomend probleem is. Het kost tijd voordat er voldoende kennis en ervaring is opgedaan. Daarom vindt men het in de ene regio beter gesteld met de kennis dan in de andere.
“De politie hier heeft zelf een kaartje ontworpen met hoe te handelen als GHB is gebruikt, maar dit kaartje helpt niet optimaal. Bij ziekenhuizen heerst ook vaak twijfel, het is zo nieuw. Wat GHB doet, daar kom je pas na zoveel tijd achter.”
“De kennis hier is zeker goed. GHB is bij ons al lange tijd een onderwerp. Waar nog wel meer kennis over nodig is voor alle organisaties: hoe om te gaan met het verschil in reageren van verslaafde verdachten. Iedere verdachte reageert anders.“
Tegelijkertijd blijkt dat waar de ene respondent het tekort aan kennis als een probleem ervaart, iemand anders benadrukt dat de GGD hiervoor de aangewezen instantie is.
“Misschien weten de meesten van ons wel welke symptomen er zijn, maar niemand weet hoe je met de situatie moet omgaan als ze slaan en het uit de hand loopt.”
“De opvattingen lopen zo ver uiteen. Geef je GHB-verslaafden nou hoge doseringen benzo’s of ga je afbouwen met medicinale GHB?”
“Vergeleken met de GGD is hier op de arrestantenzorg amper kennis, maar daarvoor is dan ook de GGD.”
“De dokter neemt de beslissing op dit gebied. Dus wij weten misschien niet zoveel als de dokter, maar hoeven die beslissing toch niet te nemen.” Read more
Insluiten of heenzenden ~ Profiel van GHB-gebruikers
In dit hoofdstuk schetsen we een profiel van de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie. Welke groepen of typen worden in de praktijk aangetroffen? Zijn bepaalde groepen of typen sterker vertegenwoordigd dan andere? Wat is de geslachtsverdeling, hoe is de leeftijdsopbouw en hoe is de verdeling naar etniciteit? Is er sprake van een profiel dat op opgaat voor heel Nederland of zijn er duidelijke regionale verschillen?
Typen problematische GHB-gebruikers
In de interviews werd gevraagd tot welke groepen of typen de problematische GHB-gebruikers die in aanraking komen met de politie gerekend kunnen worden. De respondenten konden zelf een indeling maken, waarbij het totaal moest uitkomen op 100%. In de vragenlijst hadden we alvast twee typen onderscheiden: ‘straatjongeren’ (hang-, buurt- en/of straatjongeren); en ‘klassieke verslaafden’ (thuis-/dakloos en/of polydruggebruik; vaak ook psychiatrische problematiek; niet zondermeer ook verslaafd aan GHB). Daarnaast kwamen uit de antwoorden van de respondenten al snel twee extra typen naar voren: thuisgebruikers en uitgaanders. Vaak kwamen de respondenten met een of meer van deze vier typen al op een totaal van 100%, maar sommigen noemden (ook) andere typen of groepen. De verdeling over 100% is vrijwel altijd op basis van hun eigen inschatting (weliswaar beredeneerd, maar niet aan de hand van precieze cijfers).
Per type geven we de variatie in het door respondenten opgegeven aandeel binnen de totale groep aan. Daarnaast wordt het gemiddelde aandeel (of: percentage) vermeld, dat wil zeggen: het gemiddelde van alle gerapporteerde percentages.[xiii] Deze gemiddelden zouden ten onrechte de indruk kunnen wekken van grote precisie; het zijn echter niet meer dan indicatieve schattingen.
Klassieke verslaafden
Het aandeel van dit type varieert van niemand (0%) tot allemaal (100%), met een gemiddelde van 32%. Dit type zien we hoofdzakelijk in de meer verstedelijkte gebieden en vormt de meerderheid in (delen van) de provincies Utrecht (politie Utrecht), Flevoland, Noord-Holland (politieregio’s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Gooi & Vechtstreek), Zuid-Holland (politie Rotterdam-Rijnmond), Brabant (politie Brabant Noord en Brabant Zuid-Oost) en Limburg (politie Limburg Zuid). Toch is het kennelijk niet zo dat klassieke verslaafden overal in stedelijke gebieden in de meerderheid zijn, want in de politieregio’s Amsterdam-Amstelland en Haaglanden vormen zij een minderheid. Read more
Insluiten of heenzenden ~ Instroom bij politie
Hoeveel problematische GHB-gebruikers komen in aanraking met de politie? Voor buitenstaanders lijkt dit een gemakkelijk te beantwoorden vraag. De politie registreert immers heel veel, dus zou het aantal problematische GHB-gebruikers toch vrij eenvoudig uit de registratie gehaald moeten kunnen worden? Maar zo simpel is het niet, want problematisch GHB-gebruik wordt niet systematisch geregistreerd. De politie moet al zo veel andere zaken registreren, dat niet vanzelfsprekend bij elke nieuwe problematiek de registratie wordt aangepast, c.q. uitgebreid. Bovendien is er geen eenduidige definitie van ‘problematisch GHB-gebruik’ – en die is, gezien de in vorige hoofdstukken al voren gekomen variatie in problematiek, ook niet eenvoudig te formuleren. Niettemin trachten we in dit hoofdstuk tot een beredeneerde landelijke schatting te komen van de populatie, met oog voor regionale verschillen in aantallen en in trendmatige ontwikkelingen.
Unieke personen en totale aantallen in 2010 en 2011
Respondenten is gevraagd naar het aantal problematische GHB-gebruikers dat in hun regio of korps in 2010 en 2011 in aanraking kwam met de politie. Daarbij moesten ze aangeven of het precieze aantallen of schattingen waren. Voor beide jaren werd zowel gevraagd naar het aantal individuele gebruikers (unieke personen) als naar het totale aantal (inclusief herhalingsgevallen).
Bij precieze aantallen gaat het bijvoorbeeld om de individuen en gevallen die respondenten zelf hebben geturfd of laten turven op basis van hun registratie, zoals bij de cellencomplexen van de arrestantenzorg. Zo kwamen uit een analyse door een forensisch arts van de gegevens van het cellencomplex in Groningen in 2010 in totaal 15 gevallen (10 unieke personen) en in 2011 in totaal 23 gevallen (14 unieke personen) naar voren. Precieze cijfers kunnen ook betrekking hebben op individuen en gevallen die bij de recherche werden genoteerd of door de recherche handmatig uit het politiesysteem zijn gefilterd. In bijvoorbeeld de politieregio Zaanstreek-Waterland kwam de recherche handmatig tot 27 gevallen (25 unieke personen) in 2010 en 2011 samen. En in de provincie (tevens: politieregio) Utrecht telde de portefeuillehouder gezondheidszorg bij de politie 27 unieke personen in 2011.
De ‘hardheid’ van de schattingen varieert. Soms had een respondent heel systematisch een inventarisatie gemaakt, maar wilde dan toch nog een slag om de arm houden en niet van ‘precieze aantallen’ spreken (bijvoorbeeld politie Gelderland Zuid). In andere gevallen zijn de schattingen gebaseerd op eigen kennis en ervaring (bijvoorbeeld als hoofd arrestantenzorg, teamchef, wijkagent of jongerenwerker). Read more
Insluiten of heenzenden ~ Insluiten of heenzenden
In hoofdstuk 3 zagen we dat een pregnant probleem bij de politie betrekking heeft op de opvang van ernstig verslaafde of anderszins problematische GHB-gebruikers. Een deel van de gebruikers kampt met een complexe psychische problematiek, is niet voor rede vatbaar en gedraagt zich bij de arrestatie en op het politiebureau agressief. De vraag die dan rijst, is of het medisch gezien wel verantwoord om zulke arrestanten onder te brengen in een politiecel. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op deze thematiek.
Eerst wordt geschetst hoe en door wie wordt beoordeeld of er sprake is van problematisch GHB-gebruik bij verdachten en vervolgens welke medische, strafrechtelijke en eventuele andere afwegingen worden gemaakt bij insluiten dan wel heenzenden. Daarna maken we schattingen van hoeveel problematische GHB-gebruikers worden ingesloten en hoeveel worden heengezonden. Deze schattingen worden kritisch besproken en daarbij gaan we in het bijzonder in op regionale verschillen in de kans op insluiting. Vervolgens zoomen we in op de heenzendingen, meer specifiek op de vraag in welke mate problematische GHB-gebruikers die normaal gesproken ingesloten zouden zijn bij de politie, op advies van een forensisch arts worden heengezonden. Daarna verschuift de focus naar de (mate van) plaatsing van GHB-verslaafden in speciaal hiervoor ingerichte voorzieningen in twee penitentiaire inrichtingen. Ten slotte worden de bevindingen samengevat en bediscussieerd, in het bijzonder met betrekking tot de vraag of er voldoende celcapaciteit is voor problematische GHB-gebruikers die medisch gezien een risico vormen, maar op grond van de aard en de ernst van hun delict ingesloten zouden moeten worden.
Beoordeling GHB-gebruik
Bij acute intoxicatie na middelengebruik of (vermoeden van) verslaving, dus ook bij vermeend problematisch GHB-gebruik, wordt in de meeste gevallen meteen een (dienstdoende) forensisch arts (GGD) geraadpleegd. Deze werkt soms samen met de verslavingsarts of verpleegkundige. Het komt ook voor dat de hulpofficier van justitie bij de verdachte eerst een checklist (speciaal voor alcohol en drugs) afneemt, alvorens besloten wordt of er een arts moet komen. De dienstdoende teamchef of hulpofficier van justitie beslist in samenspraak met de forensisch arts. Het advies van de forensisch arts is vaak doorslaggevend.
Uiteraard hangt het ook af van de ernst van het delict of de persoon wordt heengezonden dan wel moet worden ingesloten. Wanneer het delict ernstig genoeg is en een forensisch arts de kans op medische complicaties bij een GHB-gebruiker gering acht, besluit de chef van dienst dat de arrestant kan worden ingesloten. Eventueel krijgt de arrestant ter kalmering medicijnen (valium, diazepam etc.), er is voldoende toezicht in de observatiecel en de arrestant wordt door de bewaking onderworpen aan een wekregime. Mocht de situatie opeens veranderen, dan kan alsnog tot overbrenging naar een hiervoor meer toegeruste opvang of een ziekenhuis worden besloten. Read more