Amina ~ Het is goed zo
No comments yetVanuit de zilte lucht, uitkijkend over de zee bij Tetouan
Waar de wind warm over haar wangen aait
Jaren geleden op weg gegaan
Nu al lang in Amsterdam, kijkend door de Czaar Peterstraat
De wolken buitelen over de gebouwen.
Ze hoeft nergens heen; het is goed zo.
Amina is een kleine vrouw die stevig met beide benen op de grond staat. Ze heeft een mooie lach en iets verlegens in haar blik, als het je lukt haar recht in de ogen te kijken. Want ze leidt graag de aandacht af van zichzelf.
Ze heeft hard gewerkt in haar leven. Met haar gulle lach en een praatje voor iedereen heeft ze jarenlang op de markt gestaan. Op de Dappermarkt, de Kinkerstraat, op de Albert Cuyp. Ook in de winterkou. Altijd was het gezellig, iedereen was vrolijk.
Ze begon bij een dame bij wie ze tijdens haar opleiding stage had gelopen en die haar daarna graag wilde houden. Naast de kraam had de eigenaresse een kledingwinkel en Amina ging geregeld voor winkel en kraam de kleding kopen in het confectiecentrum. Ze had zó een eigen zaakje kunnen beginnen, ze wist er alles van.
Ze stopte ermee toen ze ging trouwen. Een mooie Marokkaanse bruiloft, met een Algerijnse man. Haar eerste echte liefde. Ze verhuisde naar de Blankenstraat in de Czaar Peterbuurt. Niet al te ver van haar ouders in de Transvaalbuurt, de plek waar ze sinds haar zesde met haar vijf broers en een zus was opgegroeid. In een huis vol stapelbedden.
In de Blankenstraat kreeg ze twee zoons. Toen de woning in het monumentale gebouw te klein werd voor het gezin, verhuisden ze naar een hoek van de Czaar Peterstraat, vlakbij. Het was zacht gezegd niet zo’n nette buurt destijds. Verkrotte gebouwen, veel garages, junks, prostituees. Maar de buurt is enorm vooruitgegaan. Er zijn nu allemaal leuke winkeltjes. En hoewel Amina nog heeft mee geprotesteerd tegen de komst van de tram door de Czaar Peterstraat, is ze er nu blij mee. Ze heeft geen last van het lawaai en je bent zó overal!
Ze houdt van Amsterdam, en van deze buurt. Ze is er trots op dat ze in deze stad woont. En nog in het centrum ook! Trots dat haar ouders naar Nederland zijn gekomen, dat ze hier nu wonen. En ze wil ook niet meer weg hier. Haar ouders ook niet trouwens. Ze hebben een huisje in Tetouan, maar ze willen niet permanent weg uit Nederland. Ze zijn gewend, hier zijn hun kinderen. En ze hebben het hier goed.
Soms gaat ze op bezoek bij haar opa of haar broer in Lelystad. Maar dan wil ze al heel gauw weer weg, terug naar Amsterdam. Amsterdam hééft het! Allure, net als Londen of Parijs.
Familie is heel belangrijk. Vaak gaat ze op zaterdag naar haar ouderlijk huis, waar dan alle kinderen en kleinkinderen bij elkaar komen. Dan is het een drukke boel en heel gezellig. Ze ziet haar familie regelmatig en ze steunen elkaar. Amina klaagt nooit en dopt altijd haar eigen boontjes. Het zit niet in haar om om hulp te vragen. Haar moeder zegt: ‘Van Amina hoor je nooit iets, die heeft alles altijd goed geregeld.’
En zo is het, post blijft nooit ongeopend liggen, ze regelt altijd alles meteen. Al vanaf de geboorte van haar jongens heeft ze een spaarrekening voor elk van hen. Voor later, voor de studie.
Als er iets is, stapt ze direct op iemand af. Zoals op de trainer van de vorige voetbalclub van haar zoon, omdat hij voornamelijk op de bank zat zonder goede reden. Tegen onrechtvaardigheid kan ze slecht. Dan wordt ze een leeuwin. Ze is niet bang.
Dat is ook een belangrijke les die ze heeft geleerd in haar leven: dat je sterk moet zijn. Met twee kinderen moet je verantwoordelijk zijn. Vroeger hoefde dat niet, dan leefde ze toe naar de zomer, als ze op vakantie kon. In haar eigen autootje de weg op, naar Marokko. Achter de auto van haar ouders aan. Nu denkt ze: ‘Laat het geen juli zijn, geen vakantie, de tijd gaat zo snel!’
Nu moet ze sterk zijn, haar kinderen goed opvoeden. Ze wil ze respect meegeven, goed gedrag, lief zijn voor anderen. Dat ze goed moeten studeren. En stevig in hun schoenen moeten staan. ‘En dan nog weet je nooit of je het goed doet.’ Amina’s ogen vullen zich met tranen als ze dat zegt. Ze geeft haar liefde en leven, maar de onzekerheid of ze het goed doet, blijft.
En de jongens doén het goed. Ze doen het goed op school, zijn lief voor anderen. Beide zijn gek op voetballen en hebben talent. De oudste heeft veel gevoetbald, meegedaan aan toernooien in het buitenland, maar toen hij op het VWO kwam, merkte hij na een jaar dat hij te weinig tijd had voor school. Hij wilde stoppen. Amina vond het vreselijk en heeft nog geprobeerd het uit zijn hoofd te praten, net als de rest van de familie, maar haar zoon bleef bij zijn besluit. Hoe jammer ook, zijn standvastigheid is ook juist sterk, weet Amina.
Gezellig als ze is, babbelt Amina met iedereen, maar ze heeft geen grote vriendenkring. En dat is goed zo, ze houdt ervan thuis te zijn, met haar zoons. Ze luistert graag naar André Hazes. Lekker meezingen tijdens het koken. Soms wordt dat meehuilen: ‘De teksten raken me. Ze zijn wáár.’
Ze houdt ook van rai-muziek. Maar vooral van Nederlandstalig. Ze voelt zich zowel Nederlands als Marokkaans. Het Marokkaans-zijn is een specifiek deel van haar. Al was ze zes toen ze naar Nederland kwam en ze eigenlijk geen herinneringen heeft aan haar eerste jaren.
Ze vindt het jammer dat ze haar zoons niet van jongsaf aan consequent Marokkaans heeft geleerd. De oudste begint er nu in geïnteresseerd te raken. Als ze het over zou kunnen doen, zou ze haar jongens Marokkaans hebben geleerd. Maar je leven kun je niet over doen.
Zoals veel mensen met een Marrokkaanse achtergrond is Amina moslim. Ze draagt alleen geen hoofddoek, daar krijgt ze het zo benauwd van. Haar ouders hebben er ook nooit iets van gezegd. De islam zit van binnen.
Ze kan er niet tegen als mensen slecht zijn voor elkaar. Het egoïsme in de wereld, oorlog, het elkaar niks gunnen. Ze wordt er emotioneel van. Ze zou de wereld willen zeggen dat we lief moeten zijn voor elkaar, respect moeten hebben voor elkaar.
‘Als iemand iets niet heeft, en jij wel, gééf het dan, help diegene dan!’
Ze is al blij met een kopje thee en een brood. Uiteindelijk gaan we allemaal dood en laten we alles hier.
Ooit was het haar droom om kapster te worden. Of stewardess, in zo’n mooi pakje met zo’n sjaaltje.
Vóór haar opleiding voor de markt was Amina begonnen aan een opleiding tot kapster. Maar daar moest ze mee stoppen omdat ze zelf de dure oefenmaterialen aan moest schaffen en daarvoor was niet genoeg geld thuis. Zo jammer vond ze dat.
Voor haar bruiloft was ze gestopt met werken op de markt. Maar na een paar maanden kriebelde het weer en reageerde ze enthousiast op de vraag om in de bar van het restaurant van een hotel in het centrum te komen werken. Omdat ze zo goed met mensen om kon gaan. Daar heeft ze jaren gewerkt en veel meegemaakt. Zo kwam Herman Brood geregeld een biertje drinken. Zijn galerij zat naast het hotel. Hij heeft ooit nog een tekening voor haar gemaakt. Die zal nu wel wat waard zijn!
Op een gegeven moment werden haar uren door bezuinigingen teruggeschroefd. Onrechtmatig. Met succes heeft ze het aangevochten en kon ze weer weer fulltime aan de slag. Maar de sfeer was niet goed meer en ze kreeg steeds slechte diensten toegewezen. De communicatie ging mis en na 16 jaar hard te hebben gewerkt, werd ze ontslagen. Toen kwam ze in een gat terecht, het ging niet goed.
Inmiddels is ze uit de put geklommen. Ze ontspant nu eindelijk weer en probeert te genieten.
Een vriendin zegt wel eens: ‘Kom Amien, we beginnen een winkel!’.
Alleen nu even niet. Ze is moe, ze heeft lang gewerkt en heeft soms veel pijn door een hernia. Eerst even bijkomen en genieten van haar zoons.
Maar zou dat nog kunnen? Een eigen kapperszaak? Die oude droom achternagaan? Je leven kan je niet over doen, maar te laat is het misschien nog niet.
–
Dit portret van Amina is het eerste in een serie over de Oostelijke Eilanden: http://rozenbergquarterly.com/de-oostelijke-eilanden/
Comments
Leave a Reply