Harold Pinter ~ Art, Truth & Politics – Nobel Lecture 2005


In 1958 I wrote the following:

‘There are no hard distinctions between what is real and what is unreal, nor between what is true and what is false. A thing is not necessarily either true or false; it can be both true and false.’

I believe that these assertions still make sense and do still apply to the exploration of reality through art. So as a writer I stand by them but as a citizen I cannot. As a citizen I must ask: What is true? What is false?

Truth in drama is forever elusive. You never quite find it but the search for it is compulsive. The search is clearly what drives the endeavour. The search is your task. More often than not you stumble upon the truth in the dark, colliding with it or just glimpsing an image or a shape which seems to correspond to the truth, often without realising that you have done so. But the real truth is that there never is any such thing as one truth to be found in dramatic art. There are many. These truths challenge each other, recoil from each other, reflect each other, ignore each other, tease each other, are blind to each other. Sometimes you feel you have the truth of a moment in your hand, then it slips through your fingers and is lost.

I have often been asked how my plays come about. I cannot say. Nor can I ever sum up my plays, except to say that this is what happened. That is what they said. That is what they did.

Go to: http://www.nobelprize.org/pinter-lecture-e.html
See also: http://www.haroldpinter.org/home/index.shtml

Bookmark and Share

Luther in de DDR ~ Van reformator tot revolutionair


© wikimedia/cc
DDR-postzegels van Luther uit 1983

Hoe viert een socialistische regering een reformator die ze tientallen jaren heeft verketterd? De DDR deed daar in 1983 niet moeilijk over en propageerde van de ene op de andere dag een ‘marxistisch Lutherbeeld’.

Het jubileum van de Reformatie wordt in Duitsland in 2017 groot gevierd. Vanuit de hele wereld komen mensen naar Duitsland om te wandelen in de voetsporen van Maarten Luther: in Erfurt, waar hij studeerde, in Wittenberg, waar hij als theologieprofessor carrière maakte, of op de Wartburg bij Eisenach, waar de vervolgde reformator onder de schuilnaam ‘Junker Jörg’ de bijbel in het Duits vertaalde.

Het is niet de eerste keer in de Duitse naoorlogse geschiedenis dat er een jubileum aan de reformator wordt gewijd. Ook in 1983 was er een groot Lutherjaar – in de DDR. Achter het ijzeren gordijn werd de 500e verjaardag van de in 1483 geboren Luther uitgebreid gevierd met speciale kerkdiensten, grote bijeenkomsten en internationale hoogwaardigheidsbekleders.

Dat lijkt merkwaardig – religie gold in de Oost-Duitse arbeiders- en boerenstaat tenslotte als ‘opium voor het volk’, zoals Karl Marx het had geformuleerd, en er heerste een agressief atheïsme. Sinds de oprichting van de DDR in 1949 waren christenen tientallen jaren lang gediscrimineerd als “reactionair”. Het regime in Oost-Berlijn zette de kerken als “tegenstanders van de socialistische opbouw” voortdurend onder druk. De veiligheidsdienst de Stasi hield kerkgemeenten in de gaten en christenen die hun geloof openbaar beleden konden vaak geen carrière maken of mochten niet studeren.

‘Reactionaire knecht van de Duitse vorsten’
Maar in de jaren zeventig werd de situatie voor de kerken in de DDR beter. Dat kwam mede door de zelfmoord van de evangelische dominee Oskar Brüsewitz. In augustus 1976 demonstreerde hij in de Oost-Duitse stad Zeitz op straat tegen de onderdrukking van christenen door de staat. Hij overgoot zich met benzine en stak zichzelf aan. Later overleed hij aan zijn verwondingen.

Het ‘signaal van Zeitz’ dwong de Oost-Duitse regering haar starre houding aan te passen. Tijdens een topoverleg in 1978 werden DDR-leider Erich Honecker en de kerken het eens over een vreedzaam naast elkaar bestaan van kerk en staat. En ze besloten het naderende Lutherjaar groot te vieren. Voor de kerken was het jubileum een mogelijkheid zichzelf te profileren. De SED, de communistische partij die het in de DDR voor het zeggen had, hoopte op een verbetering van het DDR-imago in het buitenland – en op financieel gewin door deviezen uit het Westen, vooral van bezoekers uit de Verenigde Staten.

Er was alleen een probleem. Tot dan toe had de DDR-leiding Luther ideologisch bestreden. Socialistische scherpslijpers hadden de reformator als reactionaire “knecht” van de Duitse vorsten gebrandmerkt, omdat deze vorsten hem hadden beschermd toen hij zijn stellingen openbaar had gemaakt. Bovendien gold Luther in de DDR decennia lang als “doodgraver van de revolutie”, omdat hij zich openlijk tegen de opstandige boeren had uitgesproken.
Read more

Bookmark and Share

Het begrip ‘joods-christelijk’ en taboe herinneringen


Midden in de huiskamer van mijn ouders stond een grote boekenkast. Vroeger zat ik daar op de grond fotoalbums te bekijken. Of de kinderbijbels en sprookjesboeken. Die stonden op ooghoogte.
De rest van de boeken zag ik later pas. De bruine banden van Lou de Jong en vooral veel boeken van joodse schrijvers over de tweede wereldoorlog: Abel Herzberg, Primo Levi, Emmanuel Levinas en Elie Wiesel. Ieder jaar haalde mijn vader de kast zorgvuldig leeg, plank voor plank, boek voor boek, maakte alles schoon en zette de boeken op precies dezelfde plek terug. Al snel wist ik: dit was geen gewone kast, zoals de servieskast dat was, maar een bijzonere plek: een plek van herinnering.

Het begrip ‘joods-christelijk’ zou je ook zo kunnen zien. Als een manier om te herinneren. Een soort bril die je opzet om naar de geschiedenis te kijken. Dat kan een absurdistische bril zijn: bijvoorbeeld bij Sybrand Buma in een verkiezingsdebat. Daar claimde hij dat seksegelijkheid een typisch ‘joods-
christelijke’ waarde is die duizenden jaren teruggaat. Alsof de geschiedenis van het christendom een eeuwenlange geschiedenis was van vrouwenemancipatie. Ik zeg hier nadrukkelijk ‘christendom’, want met Joods-zijn en jodendom heeft de uitspraak van Buma weinig te maken: hij gebruikt ‘joods-christelijk’ en christelijke gewoon door elkaar. Zijn beroep op een ‘joods-christelijke beschaving’ lijkt er vooral op gericht een contrast te creëren met de niet-‘joods-christelijken’: moslims.

Die boekenkast van m’n ouders was een poging om serieuzer over de relatie tussen joods en christelijk na te denken. Door te herinneren dat joden in het christelijke Europa hooguit als voorwaardelijke burgers zijn geaccepteerd. Dat christelijke en later seculiere denkers het jodendom en joden nauwelijks als onderdeel van ‘hun’ beschaving hebben gezien. In het beste geval is het begrip ‘joods-christelijk’ dus het herinneren dat ‘joods-christelijk’ in Europa nooit zo harmonieus heeft bestaan. Bij auteurs als Levi en Levinas is daar geen ontkomen aan: ze schrijven terug en claimen hun visie op de Europese of nationale cultuur. Die boeken waren voor m’n vader geen goedkope verwijzing naar een ideale beschaving, zoals bij Buma, maar een herinnering dat wij onderdeel uitmaken van een geschiedenis die verre van ideaal is.

Tegelijk blijft de vraag: wat werd er niet herinnerd in die kast? Waarom stonden er wel boeken van de Italiaans Primo Levi, maar niet van de Tunesische Albert Memmi of de Arabisch Joodse Ella Shohat? Allebei ook joodse schrijvers die kritisch reflecteren op de rol van Europa: niet vanuit Europa, maar vanuit de (voormalige) koloniën waar hun wortels liggen.
Read more

Bookmark and Share

The Guardians Of The Door ~ Joseph Semahs antwoord op Luther


Joseph Semah

Op donderdag 22 juni ben ik getuige van een bijzondere gebeurtenis bij De Nieuwe Kerk: een performance in het kader van Reis in de Tijd (opening 13 juli 2017), een tentoonstelling over de reformatie met Maarten Luther als een van onderwerpen.

Vanaf de Dam komt een opmerkelijk gezelschap schuifelend in beweging. Centrale figuur is kunstenaar Joseph Semah met een houten kist op zijn hoofd waarin tien kaarsen zijn gestoken. Op zijn tocht op weg naar de nooduitgang (voorheen katholieke ingang) van De Nieuwe Kerk wordt hij begeleid door een klein gezelschap: performancekunstenaar Peter Baren, de koploper van de stoet, is zijn leidsman op wie hij moet vertrouwen tijdens de wandeling van de Dam naar de Nieuwe Zijdsvoorburgwal. Hij kan immers niks zien door de kist. Achter Semah volgen violiste Anastasia Kozlova, die prachtige muziek van Bach ten gehore brengt en Emile Schrijver, directeur van het Joods Historisch Museum, die een spiegel boven zijn hoofd torst. Eenmaal aangekomen bij De Nieuwe Kerk ontdoet Semah zich van de kist en haalt hij zijn pamflet Dit is het antwoord tevoorschijn en spijkert deze op de kerkdeur. Een bijzonder moment: een Israëlisch-joodse kunstenaar, geboren in Bagdad, woonachtig in Amsterdam, reageert op Luther, de man die volgens de overlevering 95 stellingen op de Slotkerk van Wittenberg heeft gespijkerd, waarmee de reformatie is begonnen, de kerkelijke hervorming waaruit het protestantisme is ontstaan. Alhoewel dat spijkeren een mythe blijkt, blijft staan dat Luther behalve een hervormer een fervente antisemiet was. Alleen al daarom is Semahs rituele handeling van historische betekenis.

Welke tekst spijkert Semah op de kerkdeur? Het pamflet begint met de volgende woorden: “Zo lang het westerse paradigma volhardt in het tentoonstellen van een kunstwerk als iets dat gelezen moet worden, dienen we ons bewust te zijn van, en bekend te zijn met de geschiedenis van het christendom. In dit geval – of we het nu wel of niet van belang vinden dat westerse paradigma te typeren als eindeloze poging de oorspronkelijke beweging van het christendom te transformeren in een hedendaagse filosofie – blijft het lezen van kunstwerken in de publieke ruimte een schimmige maskerade uit een ver cultureel verleden.” Semah benadrukt verder dat kunstwerken binnen het westerse paradigma per definitie niet profaan zijn en stelt dat er nog altijd sprake is van een relatie tussen christelijke theologie en hedendaagse filosofie – een relatie die echter wordt toegedekt. Verder heeft hij het over ‘het onoplosbare dilemma van de gast’ – hij omschrijft de gast als de kunstenaar, als de joodse kunstenaar in ballingschap – die opereert in een christelijke wereld maar niettemin zijn ‘hoogstpersoonlijke wijze van lezen’ heeft behouden en gedreven blijft door ‘de Nostalgie naar een verloren paradijs.’ Read more

Bookmark and Share

Het antwoord is dit


Foto: Ilya Rabinovich

On Friendship / (Collateral Damage) II – The Guardians of the Door is op 22 juni gestart met een processie (Peter Baren, Joseph Semah, Anastasia Kozolkov, en Emile Schrijver ) naar de kerkdeur van De Nieuwe Kerk, waar Joseph Semah zijn antwoord aan Luther 500 jaar na dato aan de kerkdeur spijkerde:

Het antwoord is dit

Zo lang het westers paradigma volhardt in het tentoonstellen van een kunstwerk als iets dat gelezen moet worden, dienen we ons bewust te zijn van, en bekend te zijn met de geschiedenis van het christendom. In dit geval – of we het nu wel of niet van belang vinden dat westers paradigma te typeren als eindeloze poging de oorspronkelijke beweging van het christendom te transformeren in een hedendaagse filosofie – blijft het lezen van kunstwerken in de publieke ruimte een schimmige maskerade uit een ver verleden cultuur. Het is hoe dan ook evident dat van de kunstenaars die deel uitmaken van het westers paradigma er niet zoiets bestaat als een profaan werk. Dat wil zeggen dat alle kunstwerken die getoond worden in publieke ruimten, altijd geritualiseerd zijn en verbonden met een bepaalde ‘heilige’ tekst die ergens werd gevonden; een willekeurige en daarom vervangbare gevonden tekst.

In dit verband zij opgemerkt dat welk kunstwerk dan ook getoond wordt in de publieke ruimte, dit zowel een noodzakelijkheid als een onmogelijkheid is, een gelijktijdige aanwezigheid van iets leesbaars en iets schimmigs.

Foto: Ilya Rabinovich

Ongetwijfeld is het dat schimmige wat die fascinerende werking doet uitgaan als van een verte en waardoor het westers paradigma afhankelijk wordt van de voortdurende productie van kunstwerken. Maar vooral verklaart het de aangeboren obsessie van kunstenaars met politieke kwesties.

Voor de kunstenaar werd het daardoor namelijk vanzelfsprekend om nog eens te versluieren wat al schimmig was. Dit moeten we in het achterhoofd houden omdat dit het morele dilemma blijkt te zijn geworden als we het gaan hebben over lezen in publieke ruimten. Lezen maakt immers deel uit van onze fascinatie voor de belofte van de kunstenaar om de verbindingslijnen tussen hedendaagse filosofie en christelijke theologie onzichtbaar te maken. Hoewel deze belofte van de kunstenaar ons dichtbij de ontchristelijking van het westers paradigma brengt, is echter het rug aan rug, resulterend in een eindeloze onduidelijkheid over hoe we moeten beginnen, bij christelijke theologie dan wel hedendaagse filosofie.

En op de achtergrond zien we nog steeds het onoplosbare dilemma van de gast. Enerzijds wordt hij gedwongen om te zwijgen over zijn hoogstpersoonlijke wijze van lezen, terwijl hij aan de andere kant gebruik maakt van christelijke tactiek om opgemerkt te worden zonder te worden ontdekt.

Foto: Ilya Rabinovich

Het antwoord is dit

De gast in onszelf is vóór alles een kunstenaar met woorden, omdat woorden het medium vormen waarmee hij zijn naam heeft leren verheimelijken, zijn twijfel verbergen en zijn gehalte aan angst benaderen door publiekelijk zijn eigen wens om mee te mogen doen binnen het westers paradigma te bekritiseren. Nostalgie naar een verloren paradijs belaagt de gast van meet af aan en gedurende zijn hele actieve leven in ballingschap.

Was getekend JOSEPH SEMAH

 

Bookmark and Share

500 Jaar Reformatie ~ On Friendship / (Collateral Damage) II ~ The Guardians Of The Door (Juni-December 2017)



In 2017 wordt 500 jaar Reformatie groots herdacht. Stichting Metropool Internationale Kunstprojecten en beeldend kunstenaar Joseph Semah organiseren het artistiek, filosofisch project On Friendship / (Collateral Damage), deel II – The Guardians of The Door met kunst, performances, rondetafelgesprekken, lezingen en een publicatie. Een kritische reflectie op het beeld van Luther als ‘superstar’ en zijn betekenis toen en nu.

De Nieuwe Kerk, Joods Historisch Museum, Stedelijk Museum en het Goethe-Institut (allen Amsterdam) zijn partners in het project.

De Nieuwe Kerk
Reis in de tijd met interventie van Joseph Semah
500 jaar reformatie: een hedendaags antwoord op de 95 stellingen van Luther
Installatie, performance en rondetafelgesprek

Twee eerste schetsen voor een meterslange tafel met 95 eieren, 5000 meter wit garen, van Joseph Semah en de historische foto van de Wereldraad van Kerken in De Nieuwe Kerk 1948. Datum: Reis in de Tijd met Joseph Semah. Tentoonstelling:donderdag 13 juli – zondag 27 augustus 2017.

In 1517 zou Luther zijn stellingen op de kerkdeur hebben getimmerd. Voor de christelijke kerk en ook De Nieuwe Kerk heeft dit grote gevolgen gehad. De Nieuwe Kerk werd protestant, maar was in 1948 ook weer de kerk waar de oecumene voet aan de grond kreeg. De Wereldraad van Kerken vergaderde er voor het eerst.

500 jaar na dato zal Joseph Semah reageren op Luthers gedachtegoed en de betekenis ervan in zijn tijd en nu, waarbij hij, uiteraard ook de antisemitische teksten van deze kerkhervormer ‘meeneemt’. Voor De Nieuwe Kerk maakt hij een installatie en een performance met o.a. religieuze vertegenwoordigers. In zekere zin een verlaat antwoord van de kunst, zolang geweerd in de kerk.

Joods Historisch Museum
In het Joods Historisch Museum worden kunstwerken van Joseph Semah getoond uit de serie The Wandering Jew / The Wondering Christian en wordt een Gallery-talk georganiseerd.
Datum: half sept-december 2017

Het Stedelijk Museum
Voor het Stedelijk Museum zal Joseph Semah reageren op de collectie middels vijf performances, een workshop en een rondetafelgesprek.
Datum: 20, 21, 22 oktober 2017

Goethe-Institut
Vijf geheime installaties en gesprek.
Datum: najaar 2017

Najaar 2017. Publicatie: The Guardians Of The Door
Over de betekenis van Luther toen en nu.

Met teksten van:
Joseph Semah, beeldend kunstenaar; Dr. Arie Hartog, directeur Gerhard-Marcks-Haus in Bremen; Prof. Dr. Emile G.L. Schrijver, alg. dir. Joods Historisch Museum Amsterdam en Joods Cultureel Kwartier; Prof. Mr. Egbert Dommering, emeritus-hoogleraar informatierecht UvA; Prof. Dr. Ton Nijhuis, wetenschappelijk directeur van het Duitsland Instituut Amsterdam; Linda Bouws, stichting Metropool Internationale Kunstprojecten; Prof. dr. F.M. (Maarten) Doorman, Bijzonder Hoogleraar Historische cultuur van Duitsland; Dr. Margriet Schavemaker, Manager Educatie, Interpretatie en Publicaties Stedelijk Museum Amsterdam; Jan Vos- LL.B MaLic Hans Rutten; Rick Vercauteren, conservator Stedelijke Kunstcollectie Venlo en Felix Villanueva.

Voor info: lindabouws@gmail.com

On Friendship / (Collateral Damage) II – The Guardians of the Door wordt mogelijk gemaakt door een bijdrage van Mondriaan Fonds, Gravin van Bylandt Stichting, Haëlla Stichting, de Vrijzinnige Fondsen en Kerk en Wereld.

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Like us on Facebook

  • Archives