NOS ~ Witte handel in zwarte mensen
Elk jaar op 1 juli vieren we het einde van de slavernij. Wat gebeurde er precies en welke rol speelde Nederland in deze pijnlijke geschiedenis? In deze special een terugblik op ruim 200 jaar trans-Atlantische slavernij.
Ga naar: https://lab.nos.nl/slavernij/
We Need A Green New Deal To Defeat Fascism And Reverse Inequality
In the debate about what strategy to adopt to combat climate change, the Green New Deal has quickly become the new buzzword on the left. Is it an insufficient social-democratic response to the present crisis, or is it, in fact, the only realistic project we have to save the planet? Robert Pollin, distinguished professor of economics and co-director of the Political Economy Research Institute at the University of Massachusetts at Amherst, is a leading proponent of a green future and he shared his vision of the Green New Deal in the interview below, which appeared originally in Swedish in the left paper Flamman.
Jonas Elvander: You are one of the most well-known scientific spokespersons for a so-called “Green New Deal.” Can you explain what that means?
Robert Pollin: In my view, the core features of the Green New Deal are quite simple. They consist of a worldwide program to invest between 2-3 percent of global GDP every year to dramatically raise energy efficiency standards and equally dramatically expand lean renewable energy supplies.
Here is why this is the core of the Green New Deal. Last October 2018, the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) issued a new report emphasizing the imperative of limiting the rise in the global mean temperature as of 2100 by 1.50C [1.5 degrees Celsius] only, as opposed to 2.00C. The IPCC now concludes that limiting the global mean temperature increase to 1.50C will require global net CO2 [carbon dioxide] emissions to fall by about 45 percent as of 2030 and reach net zero emissions by 2050. These new figures from the IPCC provide a clear and urgent framework for considering alternative approaches for fighting climate change.
To make real progress on climate stabilization, the single most critical project at hand is straightforward: to cut the consumption of oil, coal and natural gas dramatically and without delay, and to eliminate the use of fossil fuels altogether by 2050. The reason this is the single most critical issue at hand is because producing and consuming energy from fossil fuels is responsible for generating about 70 percent of the greenhouse gas emissions that are causing climate change. Carbon dioxide (CO2) emissions from burning coal, oil and natural gas alone produce about 66 percent of all greenhouse gas emissions, while another 2 percent is caused mainly by methane leakages during extraction. Read more
Carl Haarnack – Buku – Bibliotheca Surinamica ~ Amsterdamse uitgevers en de Surinaamse Bibliotheek
Een wandeling door Amsterdam en door de Surinaamse boekenkast
Wie een wandeling door Amsterdam maakt en goed om zich heen kijkt ziet dat Suriname altijd dichtbij is. Kijk maar naar de gevels van de grachtenpanden of de gebouwen van de West-Indische Compagnie.
Maar er ligt natuurlijk ook een minder tastbare geschiedenis die de banden met de voormalige kolonie Suriname duidelijk maken. Het is opvallend dat op slechts één vierkante kilometer in het centrum van Amsterdam de voetsporen liggen van de uitgevers van de belangrijkste werken uit de Surinaamse bibliotheek die in Nederland zijn uitgegeven. Deze uitgevers en de Surinaamse boekenkast staan in dit stuk centraal.
Aan het eind van de 18e eeuw telde de kolonie zo’n 50.000 inwoners waarvan er slechts 3000 tot de blanke Europese bevolking konden worden gerekend. Over de Europese bevolking van de kolonie werden in de regel weinig postieve verhalen verteld. Ze zou bestaan uit de grootste zuiplappen en de verachtelijkste wezens. Natuurlijk waren veel werklieden en soldaten in Europa geronseld uit arme, ongeletterde groepen. Een groot deel was naar de kolonie gekomen om galg en rad te ontlopen; mensen die hun schulden niet meer konden terugbetalen, dieven, verkrachters en moordenaars. Daarnaast werd reeds in die tijd het immorele gedrag van de blanken scherp bekritiseerd (dominee J.G. Kals – 1733); behalve dat de kolonisten de negers mishandelen geven de kolonisten zich over aan dronkenschap en aan de zonde van “Hoerereije ende egtbreuk” met negerinnen en indiaanse vrouwen. Hij noemde de wijze waarop blanken mannen negermeisjes uitzoeken op de slavenmarkt, stuitend.
Lees verder: https://bukubooks.wordpress.com/2012/01/22/uitgevers/
Paul Dijstelberge ~ De Cost en de Baet. Uitgeven en drukken in Amsterdam rond 1600
Inleiding
In 1578 vond in Amsterdam de fluwelen revolutie plaats die onder de naam ‘Alteratie’ in de geschiedenisboeken kan worden teruggevonden. Tot dat jaar was de regering behoudend katholiek, in 1578 sloot de stad zich aan bij de Opstand. Ballingen keerden terug en na de val van Antwerpen, in 1585, werden zij gevolgd door protestantse vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden. De stad veranderde binnen enkele decennia van een regionaal georiënteerde provinciestad in een internationaal handelscentrum. Het inwonertal verviervoudigde van 10.000 tot meer dan 40.000.
In het laatste decennium van de 16e eeuw vestigde zich een relatief groot aantal drukkers en uitgevers in Amsterdam was er in het midden van de eeuw slechts één uitgever, in de laatste jaren van de eeuw waren het er gemiddeld twintig. Sommigen van hen waren eerder elders actief geweest, anderen waren naar Amsterdam gekomen om er het redelijk gecompliceerde en vooral kapitaalintensieve bedrijf te leren uitoefenen. Centraal in dit gemêleerde gezelschap stond de grote en kapitaalkrachtige uitgever Cornelis Claesz. Met zijn grote fonds, opgebouwd tijdens een lange en vruchtbare carrière, is hij de belangrijkste Nederlandse uitgever in de periode voor de opkomst van Blaeu en, later, de Elzeviers.
Het is de wereld van Claesz, en zijn collega’s die in dit artikel centraal staat. Ik wil echter vooral tonen hoe boeken in de 16e eeuw werden geproduceerd en ingaan op de verhouding tussen uitgever en auteur.
Complete tekst: https://www.dbnl.org/tekst/php
De burgemeester is verhuisd. Joop Tartaud 1937–2017
Het zit erop voor Ome Joop. Tachtig jaar is ie geworden.
Oom Joop, de burgemeester van de Reestraat.
Joop die jaar in, jaar uit een paar keer per dag binnenwandelde bij Koffiehuis De Hoek.
In 1956 kwam hij met zijn Loes in de Reestraat wonen. Loes was de dochter van de eigenaren van het verhuisbedrijf dat in die straat zat. Eerst hielp Joop op drukke dagen de Egthuysens, later kwam hij in dienst bij de schoonfamilie.
Oom Joop had Loes al een tijdje in de smiezen. ‘Ze liep kwitanties voor het bedrijf’, vertelt oom Joop in het interview met Margit Willems*. ‘Een koket meisje, kopje kleiner dan ik, gebreid mantelpakje, en leuk!’
En dus sprak hij haar op een dag maar es aan. Zo is het gekomen.
Een paar jaar geleden is Loes overleden. Dat leverde een dipje op. Maar Joop was een doorzetter. Bij de pakken neerzitten doe je niet.
De burgemeesterstitel heeft Joop verdiend door op ieder moment klaar te staan voor iedereen in de Reestraat. Een boodschap, even een bank takelen, een opgewekt verhaal als de dag wat grijs was.
Verhalen had ie zat. Over zijn roerige schoolgang, oom Joop heeft op vier ambachtscholen gezeten. Sterke verslagen over zijn carrière als judoka en motorcoureur. Over al die landen die hij bezocht had. Tenminste volgens die verhalen.
Maar vooral het verhuizen leverde mooie verhalen op. Verhuizen is namelijk het mooiste vak van de wereld. Volgens Joop.
Oom Joop die op een vroege ochtend vertelde dat ie één keer in zijn leven een prijs had gewonnen: een enkele reis Parijs. De zwemvereniging had geen geld voor een retour. Onze vraagtekens werden weggewuifd. ‘Het gaat om het idee.’
Joop die verslag deed van een demonstratie waar de premier sprak, maar meldde dat hij niet wist wat de man gezegd had. ‘Ik was vergeten mijn hoorapparaat in te doen.’
De laatste weken kwam hij alleen nog ‘s ochtends vroeg in het koffiehuis. Maar hij ging niet meer aan de vaste tafel zitten. Als een oude olifant trok ie zich terug aan het tafeltje bij het raam. Keek hij naar zijn koffie en nog één keer naar zijn Reestraat, naar zijn Prinsengracht.
‘Tot zo’, zei ie bij het weggaan. Net als al die jaren daarvoor. Alleen nu zachtjes. Hij en wij wisten dat de dag dichterbij kwam dat hij Loes weer zou zien. Daarboven.
Tot zo, oom Joop.
Neem er samen maar eentje vanavond. Doen wij dat hier beneden.
*Het interview met Joop is te lezen in Margit Willems ~ Onverslijtbaar. Verhalen over het leven in Amsterdam. Uitg. Bas Lubberhuizen 2017. ISBN 9789059374829
De ondergewaardeerde Willem Willink
Willem Wilmink (1936 – 2003) was niet alleen een van de aardigste mensen die ik ooit ontmoet heb, hij is ook een van de begaafdste dichters en tekstdichters. Aanvankelijk werd hij vooral bekend van zijn versjes voor kinderen en bijdragen aan jeugdprogramma’s als De Stratemakeropzeeshow, De Film van Ome Willem en J.J. de Bomshow voorheen De Kindervriend.
Maar hij schreef ook gedichten en liedjesteksten voor grote mensen. Soms bracht hij die zelf ten gehore. Ik heb eenmaal mogen horen hoe hij er, zichzelf op de accordeon begeleidend, met breekbare stem een paar zong.
De kwaliteit van zijn werk drong langzaam tot een groter publiek door bijvoorbeeld De oude school van cabaret Don Quishocking.
Ach, zou die oude school er nog wel zijn,
kastanjebomen op het plein,
de zwarte deur,
platen van ridders met een kruis
en van Goejanverwellesluis,
geheel in kleur
Herman van Veen komt de eer toe Wilmink misschien niet ontdekt te hebben, maar dan toch als groot tekstdichter erkend te hebben. Hij nam prachtige teksten in zijn programma’s op, met prachtige beelden als in De kraanvogels
Soms, soms denk ik wel dat de soldaten
Die in de oorlogen gevallen zijn
Niet onder witte kruisen zijn begraven
Maar dat zij kraanvogels geworden zijn
Ze roepen ons uit lang voorbije tijden
Hun hese stemmen roepen in hun vlucht
‘t Is misschien daarom dat wij zo dikwijls kijken
Diep in gedachten naar de trieste lucht
of in Achterlangs
De meeste treinen rijden achterlangs het leven
Je ziet een schuurtje met een fiets ertegenaan
Een kleine jongen is nog op, hij mag nog even.
Je ziet een keukendeur een eindje openstaan.
Als je maar niet door deze trein werd voortgedreven,
zou je daar zonder meer naar binnen kunnen gaan
- Page 2 of 3
- previous page
- 1
- 2
- 3
- next page