David Pinto & Paul Cliteur (red.) ~ Moord op Spinoza – De opstand tegen de Verlichting en moderniteit
2 CommentsDavid Pinto en Paul Cliteur nodigden gelijkgestemde auteurs uit een persoonlijke bijdrage te leveren aan de bundel ‘Moord op Spinoza’. Het modernistisch wereldbeeld staat onder druk, bijna wekelijks vindt er wel een aanslag plaats die wordt opgeëist door ISIL of een ander islamitisch-terroristische groepering. Die aanslagen worden gemotiveerd door de terroristen zelf onder verwijzing naar een premodern, maar specifiek ‘theoterroristich’ wereldbeeld. Zij spreken in negatieve termen over democratie en willen die vervangen door een theocratie.
Zij bekritiseren individuele rechten van de mens en komen op voor de rechten van Allah. Europese politici weten niet wat te doen terwijl “multiculturalisten, policoristen en postmodernisten” partij kiezen tegen westerse waarden die als ’koloniaal’, ‘kapitalistisch’, ‘arrogant’ of ‘eurocentrisch’ worden ‘gedeconstrueerd, aldus Cliteur en Pinto. Kan de moord op de Verlichting nog worden gestopt?
Het eerste essay Dubbel Clash: religieus en cultureel – De botsing tussen moderne en premoderne waarden is geschreven door hoogleraar interculturele communicatie David Pinto, geboren en getogen in een klein berberstadje aan de Hoge Atlas in Marokko, kind van joods orthodoxe analfabetische ouders. Hij onderzoekt hoe het kan dat mensen zo verschillen wat betreft waarden, normen, communicatie, gedrag, perceptie en beleving. Hij heeft daartoe een fijnmazig structuurtheorie ontwikkeld. Pinto concludeert dat de botsing tussen het waardenstelsel van hedendaagse vluchtelingen en migranten van het Westen niet
slechts ligt bij religie maar ook bij cultuur. Men erkent het probleem niet en de migranten worden te weinig uitgedaagd zich aan te passen. De grote fout van de linkse denkers is dat zij vanuit de westerse notie van gelijkwaardigheid denken. De bedreiging is slechts te stoppen door het probleem zonder angst te onderkennen, voor de volle 100 procent voor de verworven Verlichting en moderniteit te gaan – dus bijvoorbeeld geen gescheiden zwemmen voor vrouwen en mannen toestaan en ophouden met paternalisme. Hierbij passende maatregelen moeten worden getroffen.
Voor jurist en filosoof Paul Cliteur is de inpassing, de accommodatie van religie binnen het politieke kader van de moderniteit problematisch, waarbij het moderne politieke wereldbeeld zich laat leiden door democratie, rechtsstaat en mensenrechten. Hij schetst in zijn bijdrage Moderniteit en premoderniteit in de staatstheorie & de moord op Spinoza vijf modellen voor de verhouding staat en religie. De premoderne modellen van Politiek atheïsme (staat verbiedt godsdiensten) en Theocratie (staat steunt één specifieke godsdienst) en de moderne modellen van Staatsgodsdienst (staat kiest één religie als leidend voor de staat, maar wel met keuzevrijheid aan het individu), Multiculturalisme (staat ondersteunt alle godsdiensten), en als vijfde model Laïcité (secularisme, staat beschermt slechts de individuele keuze voor godsdienst). Voor Cliteur is secularisme het enige model dat rechtdoet aan de democratie en dat moeten we verdedigen. Het Westen is in de ban van de religie van ontkenning: elke relatie tussen radicalisering en het radicaal gedachtegoed wordt ontkend, aldus Cliteur. Meebuigen is echter geen oplossing: multiculturalisme is suïcidaal.
Oud-politicus Mat Herben vergelijkt in zijn artikel Onder Den Uyl ontstond machtig partijkartel Baruch Spinoza met Pim Fortuyn, die beiden zijn gedemoniseerd door hun denkbeelden. Hij stelt dat alleen een democratische rechtsstaat garant kan staan voor de waardigheid van de mens. Nu worden de waarden van de Verlichting door intellectuelen verraden. Als je nu wijst op het inherent gewelddadig karakter van de islam, word je van ‘islamfobie’ beticht, aldus Herben, terwijl in de ogen van veel moslims de democratische rechtsstaat een verdorven systeem is. Kernwaarden van de moderniteit kunnen ons
behoeden voor de politieke islam, zoals scheiding van kerk en staat en vrijheid van meningsuiting.
Coen de Jong beschrijft De teloorgang van de religiekritiek en het meebuigen van de bestuurlijke klasse tegenover het moslimfundamentalisme. Kritiek op de islam wordt steeds moeilijker. Op spotten met Mohammed volgt een buitengerechtelijk doodvonnis van moslimfundamentalisten. ‘Submission’ en de moord op Theo van Gogh waren een breekpunt. Van Gogh had het ernaar gemaakt, Hirsi Ali moest het land verlaten. ”De radicale Verlichting ligt onder vuur. Links heeft veel van zijn principes verkocht op de islamitische markt, rechts breekt sociale en burgerrechten af zonder de oorzaken van het terrorisme aan
te pakken.” Als we niet onze eigen vrijheden verdedigen dan hebben we geen toekomst, zo waarschuwt De Jong. Theo van Gogh verdient dan ook een bijzondere plek in onze herinnering.
Historicus Sid Lukkassen heeft het Over de noodzaak van een Leitkultur die een einde kan maken aan de existentiële crisis van het Westen, als antwoord op het vacuüm. De grote westerse waarden zijn uitgehold en er is een links-liberale monocultuur. Om deze decadente cultuur van het Westen te genezen, is een Leitkultur nodig, een nationale cultuur voor iedereen met specifieke voorwaarden. Tegen linkse bolwerken en ‘whiteshaming’ in de instituten en de academische wereld, en dat kan alleen middels een sterke Leitkultur. Want zonder leidend cultuurgoed valt men terug op natuur, en dus op biologie en uiteindelijk etniciteit en ras, aldus Lukkassen. Als we het nu hebben over Europese eigenwaarde, wordt dat gelijk bestreden met nazi-vergelijkingen. Leitkultur moet worden bevestigd, en het cultuurbeleid moet daaraan worden aangepast. “Niet grenzen houden ons bij elkaar, maar onze verankering in de nationale cultuur, in de Leitkultur”, aldus Lukkassen.
In De kracht van de empirie wil Mr.Ir. Jan Storm laten zien hoe het heersende staatsrecht onmondigheid van de gerepresenteerde burger met zich meebrengt. Om dat te veranderen moeten de ontplooiingsinitiatieven van de Verlichting en het daaraan verbonden moderniseringsproces alsnog worden waargemaakt. Hij introduceert het begrip ‘burgerzeggenschap’, samen beslissen over zaken die allen aangaan. Door het systeem van ‘vertegenwoordigende’ democratie is modernisering in het staatsrecht uitgebleven. Stappen om tot burgerzeggenstap te komen zijn onder andere een democratische agenda, gebaseerd op wat de kiezers willen, echt democratische politieke partijen, zelfredzame gemeenten, het referendum en volksinitiatief.
Jurist en docent onderzoeker Dirk van der Blom beschrijft in Theo van Gogh, martelaar van het vrije woord hoe de moord op Van Gogh de samenleving angstig heeft gemaakt en sindsdien geen kritiek meer op de islam heeft durven geven. De moord op hem betekende de vestiging van de politieke islam; met de aanslag op Charlie Hebdo op 7 januari 2015 kwam de politieke islam definitief aan de macht in Europa.
Bedrijfskundig ingenieur Ton Nijhof gaat in Verhinderde moderniteit. Moderniteit vindt plaats in de kunsten in op de relatie wetenschap en moderniteit. De politieke islam is definitief aan de macht in Europa. Het Westen heeft hun ontwikkeling vooral laten sturen door wetenschappelijke ontwikkelingen, die nu als minder waardenvol worden gezien, hetgeen samenhangt met de komst van immigranten vanuit premoderne maatschappijen. Zo wordt de moderniteit verhinderd.
De filosoof Floris van Berg houdt een pleidooi voor een liberaal feministisch reveil in Over doorgedraaid postmodern feminisme. Het postmoderne feminisme is ten prooi gevallen aan het multiculturalisme, het cultuurrelativisme en aan identiteitspolitiek. Als voorbeeld van een afvallige van de Verlichtingsidealen noemt hij Anja Meulenbelt, die zich niet meer oriënteert op universele normen en waarden, maar om cultuur gerelateerde waarden. Zo
wordt het universeel feminisme uitgehold, aldus Van Berg.
De uitgever en historicus Perry Pierik sluit af en stelt in Zwarte zon – Spinoza in de schaduw van mei ’68 en de opkomende islam dat de gehele westerse wereld de gevolgen van het islamitisch religieus islamisme ervaart. Inmiddels is in de westerse wereld wel een tegenbeweging ontstaan als gevolg van de terugkeer van god en het islamitisch religieus extremisme, hetgeen zich uit tegen excessieve migratie en de islamisering van de westerse cultuur. Maar het baart Pierik zorgen dat het ‘policor’ gedachtegoed wordt aangehangen en dat mede daardoor de westerse waarden van Spinoza kwetsbaar zijn geworden.
Er staat een olifant in de kamer, en die heet islam, aldus Pierik. “De preoccupatie op ras en huidskleur, discriminatie als faalexcuus en dergelijk, leidt alleen maar af van waar het om zou moeten gaan. (…) Wij staan voor een uitdaging van formaat.”
Het verbaast dat ofschoon ‘het feminisme behoort tot de kern van moderniteit’ en het feminisme ‘binnen de islam geen bestaansrecht heeft’, in de bundel ‘Moord op Spinoza’ geen enkele bijdrage van een vrouwelijke auteur is opgenomen. Misschien volgt de redactie ook hier Spinoza, die vrouwen ongeschikt vond voor publieke functies.
De auteurs zijn in hun denken beïnvloed door de moord op Pim Fortuyn en Theo van Gogh; het doodvonnis dat Khomeini uitsprak over Salman Rushdie, Ayaan Hirsi Ali die het land is uitgezet, de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in 2015 en de reactie hierop door het Westen. Ze zijn zeer verontrust over de aanslag op vrijheid van meningsuiting door de politieke islam en zijn fel tegen het ‘postmoderne relativisme-virus’ dat heerst op universiteiten en in instituten. Ze zijn tegen de immigratiepolitiek van Barack Obama en Angela Merkel en voor een sterke nationalistische cultuur. Ze zijn verontrust over een
islamisering van de westerse cultuur en roepen politici op niet mee te buigen, maar actief te zijn en de westerse waarden te verdedigen. Pinto roept zelfs min of meer op een mars of manifestatie te organiseren tegen de zelfverklaarde salafist Ahmed Aboutaleb.
David Pinto & Paul Cliteur (red.)~ Moord op Spinoza – de opstand tegen de verlichting en moderniteit
ISBN 9789463383592. Uitgeverij Aspekt, Amsterdam, 2018.
In april 2019 is bij Uitgeverij Aspekt verschenen Diversiteit, identiteit en de ‘culture wars’ onder redactie van Paul Cliteur & Pierre Pierik.
Jonathan Israel and Philipp Blom discuss ‘Radical Enlightenment’ in Felix Meritis (2011)
Linda Bouws – St. Metropool Internationale Kunstprojecten
You May Also Like
Comments
2 Responses to “David Pinto & Paul Cliteur (red.) ~ Moord op Spinoza – De opstand tegen de Verlichting en moderniteit”
Leave a Reply
September 1st, 2018 @ 7:22 pm
Dit spreekt me aan:
“In De kracht van de empirie wil Mr.Ir. Jan Storm laten zien hoe het heersende staatsrecht onmondigheid van de gerepresenteerde burger met zich meebrengt. Om dat te veranderen moeten de ontplooiingsinitiatieven van de Verlichting en het daaraan verbonden moderniseringsproces alsnog worden waargemaakt. Hij introduceert het begrip ‘burgerzeggenschap’, samen beslissen over zaken die allen aangaan. Door het systeem van ‘vertegenwoordigende’ democratie is modernisering in het staatsrecht uitgebleven. Stappen om tot burgerzeggenstap te komen zijn onder andere een democratische agenda, gebaseerd op wat de kiezers willen, echt democratische politieke partijen, zelfredzame gemeenten, het referendum en volksinitiatief.”. Ulrike Guerot wil zo iets voor Europa, Republiek Europa.
September 1st, 2018 @ 7:57 pm
De rationalistische filosofie van René Descartes legde de basis voor het verlichtingsdenken. Zijn poging om de wetenschappen op een veilige metafysische basis te stichten, was niet zo succesvol als zijn methode van twijfel toegepast in filosofische gebieden die leidden tot een dualistische doctrine van geest en materie. Zijn scepticisme werd verfijnd met John Locke’s essay ‘Concerning Human Understanding’ uit 1690 en de geschriften van David Hume in de jaren 1740. Zijn dualisme werd aangevochten door Spinoza’s compromisloze bewering van de eenheid van materie in zijn ‘Tractatus’ (1670) en ‘Ethiek’ (1677).
Twee duidelijke richtingen binnen de Verlichtingsgedachte zijn te onderscheiden: gematigde verscheidenheid, volgend op Descartes, Locke en Christian Wolff, die op zoek waren naar aanpassing tussen hervormingen en de traditionele systemen van macht en geloof, en de radicale verlichting, geïnspireerd door de filosofie van Spinoza, die democratie, individuele vrijheid, vrijheid van meningsuiting en uitroeiing van religieuze autoriteit bepleitte. De gematigde verscheidenheid neigde deïstisch te zijn, terwijl de radicale tendens de basis van moraliteit volledig van de theologie scheidde. Beide denkrichtingen werden uiteindelijk tegengewerkt door een conservatieve contra-verlichting, die een terugkeer naar geloof zocht.
In het midden van de 18e eeuw werd Parijs het centrum van een explosie van filosofische en wetenschappelijke activiteiten, die traditionele doctrines en dogma’s uitdaagden. De filosofische beweging werd geleid door Voltaire en Jean-Jacques Rousseau, die pleitten voor een samenleving gebaseerd op de rede in plaats van het geloof en de katholieke doctrine, voor een nieuwe civiele orde op basis van de natuurwetten, en voor de wetenschap gebaseerd op experimenten en observatie. De politieke filosoof Montesquieu introduceerde het idee van een scheiding der machten in een regering, een concept dat enthousiast werd overgenomen door de opstellers van de Amerikaanse grondwet. Hoewel de filosofen van de Franse Verlichting geen revolutionairen waren en veel leden van de adel waren, speelden hun ideeën een belangrijke rol bij het ondermijnen van de legitimiteit van het oude regime en het vormgeven van de Franse revolutie.
Uiteindelijk zijn hoekstenen van huidige samenlevingen geworden de Magna Carta (concept van de rechtsstaat), de Trias Politica (concept van de machtsverhoudingen) en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (gebaseerd op Roosevelt’s ‘Four Freedoms’ als het concept van het individu; integriteit, autonomie en verantwoordelijkheid). De hoekstenen werden geconsolideerd in de Kopenhagen-criteria inzake EU-lidmaatschap.
Het Handvest van de grondrechten van de EU, een document dat de grondrechten van de burgers van de Europese Unie opsomt, verklaart dat “de volkeren van Europa vastbesloten zijn om een vreedzame toekomst te delen op basis van rechten en gemeenschappelijke waarden: democratie, waardigheid, vrijheden, gelijkheid, solidariteit, verdraagzaamheid, de rechtsstaat, burgerrechten, rechtvaardigheid .”
De ontstaansgeschiedenis, hoekstenen en het Handvest van de grondrechten zijn inspirerend voor de burgers en moet overal worden bevorderd. Maar de nieuwe tijd vraagt wel om aanpassingen van financieel- economische en sociale systemen, regeringsvormen, architecturen.
Aanwezigheid van een pan-Europese partij voor ‘Vrijheid, groei en harmonie’ (‘EP-FGH’) moet streven naar een nieuwe definitie van de verdeling van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht en naar het evenwicht tussen die bevoegdheden op een democratische manier.
Zo koesteren, onderhouden en verdedigen wij de hoekstenen, het Handvest en nieuwe definities, die dienen als toekomstbestendige basis voor samenlevingen van het komende tijdperk van veranderingen.