Over de rol van ijdelheid in de wetenschap ~ Inzake Mart Bax

No Comments yet

Mart (M.M.G.) Bax was van 1991 tot 2002 hoogleraar in de antropologie aan de Vrije Universiteit, thans is hij emeritus. Over zijn wetenschappelijke handel en wandel heeft een Commissie in 2013 een rapport uitgebracht, getiteld: ‘Draaien om de Werkelijkheid’.[i] Haar conclusies zijn vernietigend voor Bax. De Commissie heeft overtuigend aangetoond dat veel dingen die Bax in zijn geschriften beweert niet of onvoldoende gebaseerd zijn op de werkelijkheid. Verder heeft hij talrijke titels opgegeven van artikelen die van hem gepubliceerd zouden zijn, maar die in feite nooit zijn verschenen. Tenslotte verwijt de Commissie hem dat hij nooit is ingegaan op serieuze kritiek van anderen op zijn werk.

Ik heb mijn studenten (waaronder Bax) altijd voorgehouden dat je om een goede antropoloog te zijn ook goed moet kunnen schrijven. Welnu, goed schrijven kan Mart Bax als weinig anderen! Ziehier de eerste alinea van een van zijn laatste artikelen:
On the early morning of 27 May 1992, Ljerka Sivric saw something horrible in the neighbouring yard of her father’s brother Djure. Three human bodies, their feet tied to a pipe and hands behind their backs, were suspended upside down, immersed up to the shoulders in the partially demolished cistern. Djuri and his two grown sons Ante and Djuri had been savagely slain. Two weeks earlier, on the night of 10 May, a similar drama had unfolded in Siro Ostojic’s yard. Some one had found Siro’s elderly parents there, hanging from the mulberry tree in front of their house, their throats slit and their hands chopped of … These are only two of the long list of atrocities that have dominated life in Medjugorje ever since the autumn of 1991.[ii]

Wat een vondst om je stuk zo te beginnen! Wie dit eenmaal gelezen heeft zal bijna zeker doorgaan met lezen. Het bezwaar is alleen dat in genoemd dorp in die meidagen van 1992 in feite niks bijzonders aan de hand is geweest.

Tussen 1980 en 1991 heeft Mart Bax voornamelijk geschreven over de katholieke kerk in Noord-Brabant. Een goede greep voor iemand die, zoals hij, religie wilde bestuderen als een vorm van politieke macht. Hij is daarbij vooral afgegaan op zijn fantasie. Hij heeft niet voor niks in zijn verweer tegen de verwijten van voornoemde Commissie, verwezen naar de aansporing van professor Matthew Schoffeleers, zijn voorganger: ‘zorg dat je boeiende stukken schrijft’. Had hij zijn proza over dit onderwerp gepresenteerd als een roman dan zou hij waardering geoogst hebben. Maar als antropoloog lag dat anders. Als zodanig had hij toch waarlijk onderzoek moeten doen onder katholieken van wat nu de vorige generatie is in Brabant. Thans is het daar eigenlijk te laat voor. Het beste wat ik nu nog kan doen is vertellen wat mij zelf dienaangaande is overkomen in mijn jonge jaren: Als gezegd (zie p. 34) ik ben geboren en getogen in het toen overweldigend katholieke Den Bosch. Ik zat op een lagere school met fraters als onderwijzers. In 1937, ik was 12 jaar, vertelde onze frater over de oud-tentamentische profeet Elisa. Deze was kaalhoofdig. Eens werd hij uitgejouwd door kwajongens, ‘kaalkop, kaalkop’ riepen ze. De profeet vervloekte ze in naam van God. Die zond terstond twee beren uit het woud, die 42 jongens verscheurden (2 Koningen 2: 23-24). Onze frater deed toen een opmerkelijke uitspraak: ‘Ja jongens, laten we maar blij zijn dat we nu leven, want toen was God nog veel strenger dan nu’. Ik dacht ‘dat kan niet’, Ik zei niks, maar het zaad van de twijfel was gezaaid. – Op zondag 26 juli 1942, tijdens de hoogmis werd een bisschoppelijke brief voorgelezen. Daarin werd principieel stelling genomen tegen het wegvoeren van de joden en werd het katholieken verboden daaraan mee te werken. Na afloop van de mis groepten gelovigen samen op het kerkplein om na te praten. Het was de eerste en laatste keer dat ik dat zag gebeuren. Er heerste een eufore stemming. ‘Goed dat het zo duidelijk gezegd wordt, dat zal zeker helpen’. Ik was opgetogen. Mijn bedenkingen en bezwaren tegen de kerk waren verdwenen als sneeuw voor de zon. – In het najaar van 1947, tijdens de hoogmis op zondag vertelde de priester vanaf de kansel het volgende: ‘een parochiaan is zwaar ziek, hij zal binnenkort sterven. Hij vraagt om het sacrament der stervenden. Maar hij is lid van het NVV (Nederlands Verbond van Vakverenigingen). Hij weet dat hij als katholiek daar geen lid van mag zijn. Maar hij weigert dat lidmaatschap op te zeggen. Dus helaas hebben we hem dat sacrament niet kunnen toedienen.’ Ik ben boos en ontsteld, ‘wat gemeen die man zo onder druk te zetten!’ Met een religie waarin zoiets gebeuren kan wil ik niets meer te maken hebben. – In mijn jonge jaren te Den Bosch was de hoogmis op zondag in de Sint Janskerk, de mooiste en grootste kerk van Nederland, een hele gebeurtenis. De kerk zat vol, het orgel speelde en er werd prachtig gezongen. Vorig jaar was ik nog eens in Den Bosch. Ik vernam dat nu op zondag de mis in die kerk slechts door ‘een zielig klein groepje gelovigen’ wordt bijgewoond, merendeels oudere dames.

In juli 2014 heb ik Mart Bax voorgesteld eens samen te praten over een en ander, bij hem thuis of bij mij thuis; ik heb eraan toegevoegd ‘niet om je te kapittelen’. Die brief heb ik hem per post toegestuurd, want deze eigenaardige man heeft geen e-mail adres en heeft zelfs, naar eigen zeggen, nog nooit een computer aangeraakt. Hij heeft mij recht hartelijk bedankt voor mijn brief, maar eraan toegevoegd dat hij zo’n gesprek liever niet voeren wil: ‘op dringend juridisch en medisch advies probeer ik de zaak nu te laten rusten en af te sluiten’. Een alleszins verstandig advies, leek mij, en volstrekt aanvaardbaar als excuus om niet met mij in gesprek te gaan.

Een beetje in strijd daarmee is dat hij me vervolgens een lange brief schreef waarin hij wel degelijk uitvoerig op ‘de zaak’ ingaat. Hij schrijft ‘verbijsterd’ te zijn door het negatieve oordeel van de Commissie. ‘Ik leefde in de veronderstelling dat we, na uitvoerig eindoverleg deze zaak konden afsluiten’. Hij bedoelde: in voor hem min of meer gunstige zin. Hij acht zich dan ook op een schandalige manier behandeld, zowel door de Commissie als door andere instanties en personen die bij de zaak betrokken waren. Sommige van zijn klachten leken mij bepaald wel het onderzoeken waard. Maar hij voorkwam zulks te doen doordat hij mij verzocht heeft zijn brief als vertrouwelijk te behandelen. Ik geloof overigens wel dat zijn verbijstering over het oordeel van de Commissie echt is en niet gespeeld.

Behalve met Bax zelf heb ik contact gezocht met enkele van zijn voormalige medewerkers, Dick Kooiman en Ed Koster. Ik besteed hier vooral aandacht aan het vertoog van Ed Koster: ‘Jarenlang heb ik ten nauwste met hem samengewerkt. Tot volle tevredenheid van mij en naar ik aanneem van hem. Wij waren trouwens ook goed bevriend met elkaar, zo ook onze families. Ik was stomverbaasd, ‘flabbergasted’, toen ik hoorde van zijn fraude. Gek genoeg heb ik daar nooit ook maar enig vermoeden van gehad. Ik had op sommige punten wel kritiek op hem en kreeg alle gelegenheid die te uiten. Hij was een getrouw volgeling van Norbert Elias en was op dat punt nogal dogmatisch, hij had, vond ik, te veel de neiging feiten in te passen in zijn theorie in plaats van dat, omgekeerd, de feiten de theorie mede bepalen. Onze leeropdracht was Politieke Antropologie. Elias schenkt in zijn werk geen aandacht aan de religie als vorm van politieke macht. Het was Marts doelstelling die leemte op te vullen. Hij had een vaste groep van mensen om zich heen die hem bewonderden. Hij was daar zeker niet ongevoelig voor. Hij probeerde ook de beste studenten aan te trekken voor zijn specialisatie en dat lukte hem aardig. Dat toch maar zes mensen bij hem gepromoveerd zijn komt om dat hij lastig was, heel hoge eisen stelde als promotor. Te hoge eisen, vond ik soms. – Tenslotte, die verzonnen titels. Dat vind ik het vreemds van alles. Immers het aantal wél verschenen artikelen is op zichzelf voor zijn status als hoogleraar voldoende. Wel heeft hij eigenlijk, behalve zijn dissertatie, slechts één boek geproduceerd. Te weten een verzameling van zijn artikelen over Medjugorge die de omvang van een boek heeft, dus geen “echt” boek eigenlijk. De VU wilde daar toch flink reclame mee maken, maar Mart heeft zich daartegen fel verzet. Toen was iedereen daar verbaasd over.’

Tot zover Ed Koster. De Commissie heeft een lijst opgesteld van Bax publicaties en komt tot een totaal van 92. Ik kan er de titels van twee heel lezenswaardige verhandelingen van Bax aan toevoegen, daterend uit 1964.[iii] Vierennegentig is nog niet echt veel, maar voor dat aantal hoeft toch niemand zich te schamen. Het punt is echter dat, naar is aangetoond, hij heel wat artikelen meermalen gepubliceerd heeft met slechts minieme onderlinge verschillen: typisch voorbeelden van zelfplagiaat.

Behalve Koster was ook zijn collega Dick Kooiman ontsteld en verbaasd over de conclusies van de Commissie. Moet het hun aangerekend worden dat zij nooit vermoed hebben dat er iets mis was met de publicaties van Bax? Enigszins wel ja. Aan de andere kant, er zijn in de wereld duizenden onderzoekers, die met elkaar jaarlijks duizenden en duizenden artikelen produceren. Ze maken fouten, natuurlijk, maar in verreweg de meeste gevallen zijn ze wel te goeder trouw. Waarom zou het in dit geval anders zijn? Bax stond kennelijk wel open voor ‘gewone’ kritiek van zijn medewerkers. Het zou toch ook weer onwenselijk zijn als binnen vakgroepen een sfeer zou ontstaan van fundamenteel wantrouwen over elkaars handelen.

Ieder geval van fraude in de wetenschap tast de geloofwaardigheid van de wetenschap aan. Dit geldt eens te meer waar het de antropologie betreft. Neem mijn geval. Ik heb een jaar lang onderzoek gedaan in een dorp van Marrons in Suriname. Als iemand zou beweren dat mijn verslag daarvan uit verzinsels bestaat heb ik eigenlijk alleen mijn eigen getuigenis van het tegendeel. Dat is zo in de meeste gevallen van etnografisch onderzoek. Het onderzoek van Bax had gedeeltelijk betrekking op gebeurtenissen in Noord-Brabant, vlakbij huis dus, zodat hier bij uitzondering, fraude gemakkelijker was vast te stellen. Peter Kloos, de collega proximus van Mart Bax aan de VU, heeft in een zorgvuldige studie laten zien hoe zeldzaam herstudies zijn in de antropologie en hoe dat komt.[iv] Het verschil is vooral groot met laboratorium onderzoek, waar replicatiestudies eenvoudiger zijn te doen en daardoor de gewoonste zaak van de wereld zijn.

Bax is in 1973 gepromoveerd op een studie getiteld: ‘Harpstrings and Confessions; an anthropological study of politics in rural Ireland’.[v] De Commissie heeft daar begrijpelijkerwijs geen aandacht aan besteed. Toch is er enige reden dat wel te doen. Ik heb in mijn loopbaan veel promoties bijgewoond. Van de meeste herinner ik me weinig of niets. De promotie van Bax staat mij echter nog helder voor ogen. Een van zijn opponenten legde hem de volgende vraag voor: U heeft een vraaggesprek gevoerd met de Ierse minister-president. U citeert wat hij heeft gezegd tussen aanhalingstekens, dus letterlijk. Had u dan toestemming het gesprek op te nemen? Bax: ‘Nee, maar ik had een ontvangertje in mijn schoen’. Dat antwoord leidde tot een vlaag van gemompel uit het publiek. Ed Koster was erbij als een van Bax’s paranimfen. Hij zegt: ‘Dat staat mij niet meer bij, maar ik had een andere probleem. Mart was uitzonderlijk zenuwachtig en stond maar te hakkelen. Ik dacht, dadelijk gaat die hele promotie niet door’. – Iemand heeft mij kortgeleden uitgelegd dat je, zeker in de jaren zeventig, met een ontvangertje in je schoen onmogelijk een gesprek kon opnemen. En verder, Ierland heeft een vrije pers waarin over de minister-president veel en velerlei geschreven wordt. Iedereen die een beetje handig is kan daaruit makkelijk een vraaggesprek samenstellen. Dat heeft hij gedaan. Om het in katholieke termen te zeggen, het gaat hier om een zonde in de wetenschap. Geen doodzonde ditmaal, maar veeleer een dagelijkse zonde.

Noten
1 Met Michel Baud als voorzitter en Suzanne Legêne en Peter Pels als leden, 47 pp.
2 ‘Violence formations and ‘ethnic cleansing’ at a Bosnion pilgrimage centre.’ In: Kooiman, D. e.a. (red.): Conflict in a globalizing world; studies in honour of Peter Kloos, pp. 69-87. Assen: Van Gorcum, 2002
3 Bax, M.M.G.: ‘Commentaar op Whiting en Pilling.’ En: ‘Despotie en integratie; een kritische evaluatie van Wittfogel’s Oriental Despotism.’ Beide geciteerd in Köbben, A.J.F.: ‘Why Exceptions? the logic of cross-cultural analysis.’ In: Current Anthropology 1967, nr 2, p. 2.
4 Kloos, Peter: Door het oog van de antropoloog; botsende visies bij heronderzoek. Coutinho 1988, 148 pp.
5 De handelseditie van zijn proefschrift is in 1976 verschenen bij Van Gorcum in Assen

Volgende hoofdstuk: over-de-rol-van-ijdelheid-in-de-wetenschap-sir-cyril-burt/

image_pdfimage_print
Bookmark and Share

Comments

Leave a Reply





What is 7 + 20 ?
Please leave these two fields as-is:
IMPORTANT! To be able to proceed, you need to solve the following simple math (so we know that you are a human) :-)

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Follow us on Facebook & X & BlueSky

  • Archives