Boris van der Ham & Rachid Benhammou ~ Nieuwe Vrijdenkers – Twaalf voormalige moslims vertellen hun verhaal
No Comments yetTwaalf Nederlandse voormalige moslims die zich hebben losgemaakt van de religie van hun ouders, de islam, worden geïnterviewd door de voorzitter van het Humanistisch Verbond Boris van der Ham en cultureel ondernemer en freelancejournalist Rachid Benhammou. De twaalf vertellen persoonlijke verhalen over hun keuzes, maar voor allen is het een moeizaam en vaak verwarrend proces geweest, met name in relatie tot de familie en de gemeenschap. Het afstand nemen van je religie betekent vooral een sociaal offer. De strijd binnen de gemeenschap, waar de groep belangrijker wordt gevonden dan het individu, is zwaar. Om de familie niet te kwetsen blijft dan ook meer dan de helft van de geportretteerden anoniem. Vaak geldt “Zolang anderen het niet weten, deert het ook niemand”, aldus Said El Haji, een van de geïnterviewden.
De invloed van internationale ontwikkelingen op hun leven in Nederland, met name de Palestijnse kwestie, is groot. Ook de invloed van social media speelt een belangrijke rol, in positieve zin doordat voormalige moslims actief kunnen zijn met gelijkgestemden bij o.a. online discussiegroepen, maar het heeft ook negatieve effecten. Vanaf de 80er jaren is vanuit Saudi-Arabië via satelliet-tv veel invloed uitgeoefend en werd een zeer conservatieve islam gepredikt. Door de komst van satelliet-tv en Arabische zenders uit het Midden-Oosten ging men de islam strikter beoefenen en ging met zeer negatief over het Westen en over Nederland denken.
‘Karim’, een anonieme Marokkaanse Nederlander, beschrijft de eerste generatie gastarbeiders, meestal ongeschoold, die Nederland als het beloofde land zag. “In de jaren negentig kwam er opeens een golf van nieuwe informatie op hen af. Met de komst van satelliet-tv en internet kwam er een ander soort islam de huiskamer in geslingerd. Die van het wahabisme en salafisme uit het Midden-Oosten.”
De eerste generatie was wel enigszins beïnvloedbaar maar bleef over het algemeen trouw aan de Marokkaanse islam. Maar een deel van de tweede generatie omarmde die nieuwe stromingen wel en vindt dat de eerste generatie zich te westers begon te gedragen of gewoon te weinig deed om ‘de juiste’ islam te verspreiden. Toen ‘Karim’ jong was werd de islam in Nederland ook gepromoot: “Breng je kinderen naar de Koranschool. Leer ze Arabisch.” Dat neemt hij de Nederlandse overheid kwalijk. Zij gingen blind mee in de lobby van Arabische landen. En de beïnvloeding vanuit het Midden-Oosten ging verder: op tv keek je naar het nieuws uit Israël, over hun vijandschap met de Palestijnen. “Dat gebruikte de propagandamachine van de radicale islam weer om daarmee ‘onze onderdrukking’ aan te tonen. De voortdurende boodschap was dat moslims anders zijn dan andere gelovigen.” In de eigen gemeenschap kwam het vaak neer op slachtoffertje spelen in een land waar je juist ultiem vrij bent te denken en zeggen wat je wilt, aldus ‘Karim’. Maar ook hij doet zich in het publieke domein anders voor dan hij in werkelijkheid is, en noemt zichzelf ‘de bewuste hypocriet’.
Farid El Mourabit en Halima Boutahar, beiden geboren in Marokko, staan met foto op de voorkant van het boek. Fatima El Mourabit is trots dat ze afstand heeft kunnen nemen van een religie waar ze zich niet mee kon identificeren. Ook Farid El Mourabit maakt er geen geheim van dat ze atheïst is en expliciet geen moslima: ”Er is niet zoiets als een moslimras”. Er zijn grote verschillen in de etnische achtergronden en culturen als het gaat om uitingen van de islam. “De mix van lokale cultuur en islam levert elke keer iets anders op”. Beiden hebben grote persoonlijke offers gebracht.
Ook Celal Altuntas, schrijver van Koerdisch-Turkse afkomst, schuwt de openbaarheid niet. Hij schrijft kritische stukken over de islam, waardoor hij regelmatig wordt bedreigd. Een verlegen dorpskind dat voorbestemd was imam te worden, een tijdelijke PKK-strijder, vervolgens vlucht hij via Turkije naar Europa en komt uiteindelijk in Nederland terecht. In zijn eerste vijf jaar in Nederland neemt hij stap voor stap afstand van Allah. Met name was Socrates’ ‘Durf te denken’ hierbij van invloed. Nu geeft filosofie houvast in zijn leven. Hij wil expliciet niet zijn zoals veel atheïsten, die vanwege de sociale druk voor de vorm meedoen met de ramadan. En om maar geen discussie te krijgen noemen ze zich toch maar moslim. “Ik wil daar niet aan meedoen en domweg meelopen met de kudde. Om precies die reden voel ik trouwens ook niets bij de term ‘ex-moslim’. Mensen die zich ex-moslim noemen, hebben zich nog niet helemaal verlost van de islam. Ze leven nog in een bepaalde angst. Angst dat Allah misschien toch wel bestaat.”
Hij is ook openlijk kritisch over de politieke situatie in Nederland. Hij schetst het gevaar dat sommige politieke partijen de hele islam in een bepaalde hoek drukken, omdat de kritiek op de islam hierdoor wordt vermengd met buitenlanderhaat. “De andere kant van Nederland trapt in het slachtofferschap en knuffelt nog steeds. Niet omdat men pro-islam is, maar als middel om de rechtse partijen te bestrijden. En daar profiteren juist de radicalen van.”
Uit veel verhalen komt naar voren dat de ouders die uit landen kwamen met een milde vorm van islam, pas in Nederland onder invloed kwamen van een meer radicale islam.
Hamid Sekalle, wiens vader uit het Rifgebergte in Noord-Marokko kwam, komt op zijn zeventiende in de Utrechtse wijk Kanaleneiland terecht, waar hij zich al snel thuis voelt. Hij leert pas op latere leeftijd bidden, op zijn school droeg geen enkele meid een hoofddoek, hij is een liberalere vorm van islam gewend, zonder haat naar de anderen of radicale denkbeelden. Maar in Nederland wordt dat anders. In Nederland komen imans aan het woord die in Marokko nooit getolereerd zouden zijn. Maar in Nederland leert hij ook kritisch denken en gaat hij zijn religie scheiden van zijn cultuur. Zijn eindconclusie is dat angst de brandstof van religie is, waardoor God voor hem ineens heel klein wordt. Inspiratie haalt hij nu uit de wetenschap en hij gelooft niet meer.
Ook ‘Shirin’, geboren in Afghanistan, opgegroeid in Pakistan, en later met het gezin in Nederland terecht gekomen, was gewend aan een milieu dat vroeger behoorlijk religievrij was. De cultuur van het Afghaan-zijn was veel prominenter aanwezig, en een van die elementen van cultuur was beleefdheid. Beleefdheid ging voor alles, ook voor religie. Maar op een bepaald moment werd ook in deze gemeenschap de islamitische identiteit voor sommigen belangrijker dan de Afghaanse. Na een intensief denkproces besloot ze geen moslim meer te willen zijn.
Auteur Said El Haji, geboren in de Rif in Marokko, groeide op vlakbij Rotterdam.
“Als ik mezelf een labeltje wil geen, dan noem ik mij agnost. Tegenover de hardheid van mijn vader die geen twijfel kende over de absolute waarheid, wil ik geen alternatieve hardheid zetten. Ik weet niet of God wel of niet bestaat. In de Koran staat veelvuldig “Allaho alaam”, oftewel: “Alleen God weet het.”
Nieuwe vrijdenkers -Uitgeverij Prometheus – Amsterdam 2018 – Paperback ISBN 9789044636840 – E-book ISBN 9789044636857
Linda Bouws – St. Metropool Internationale Kunstprojecten
You May Also Like
Comments
Leave a Reply