De ideologie van de PVV ~ Hoofdstuk 1: De ideologie van de PVV
No Comments yetIn het najaar van 2010 verscheen het boek De schijn-élite van de valse munters. Drees, extreem rechts, de sixties, nuttige idioten, Groep Wilders en ik van de hand van het Partij voor de Vrijheid (PVV) Kamerlid Martin Bosma. De PVV heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt vanaf haar oprichting in 2005 (toen nog als Vereniging Groep Wilders) en bevindt zich op het moment van het verschijnen van dit boek in de boezem van de macht als gedoogpartner van het VVD-CDA kabinet Rutte, dat in oktober 2010 van start ging.
De partij roept een mengelmoes aan reacties op en het is dan ook goed te begrijpen dat alles wat de partij aan uitspraken en teksten afscheidt onder het fileermes wordt gelegd. Maar veel schriftelijks is er niet. Er bestaan teksten van toespraken van Geert Wilders en er is het partijprogramma [2], maar tot voor kort was er geen samenhangende tekst waarin het gedachtegoed van de PVV gepresenteerd werd [3].
Tot bovengenoemd boek van Martin Bosma verscheen. Het is een kloek werk van meer dan 300 pagina’s. Toen het verscheen, kocht ik, geïntrigeerd als ik was en ben door alles waar de PVV voor staat, meteen een exemplaar. Nadat ik het gelezen en terzijde had gelegd, bleef de inhoud ervan me bezighouden.
Het boek bestaat uit 28 hoofdstukken en een epiloog, maar het is niet zo dat elk hoofdstuk één enkel onderwerp behandelt.
Telkens weer komen vaste punten in Bosma’s beschouwingen naar boven. Het gaat dan om thema’s als de linkse partijen, het christendom, de joden en Israël. Nadat ik eerst een recensie van het boek had geschreven voor de interreligieuze website www. bruggenbouwers.com [4], besloot ik het aan een nadere analyse te onderwerpen waarbij ik genoemde en andere thema’s centraal stelde.
De serie, bestaande uit tien delen, verscheen onder de titel De ideologie van de PVV op de interculturele en -religieuze website www.nieuwwij.nl en werd intensief gelezen. In samenspraak met de redactie van de site, werd besloten de serie ook uit te geven als ouderwetse papieren publicatie. Daar waren meerdere redenen voor. Een papieren boek is voor een deel van het publiek toch nog steeds prettiger dan een internettekst waarbij steeds gescrolled moet worden. Ook speelden inhoudelijke argumenten een rol. In een boek kan dieper ingegaan worden op aspecten van de materie. Het herschrijven van de internettekst gaf mij dan ook de gelegenheid mijn gedachten over bepaalde onderwerpen aan te scherpen of te nuanceren.
De teneur van het boek wijkt echter niet af van die van de internetserie.
De basis van de tekst zoals deze nu voor u ligt, is die van de internetserie, maar elk hoofdstuk heeft redactionele wijzigingen ondergaan. Eén internethoofdstuk is geschrapt, namelijk het zevende dat handelt over de vraag hoe NSB-leider Anton Mussert nu de Kieswijzer zou invullen, een vraag die Martin Bosma in zijn boek opwerpt (p.261) [5]. Deze oefening was puur hypothetisch van karakter en draagt niet echt bij aan een beter begrip van de PVV. Het verhaal Nieuwe gezelligheid dat als hoofdstuk acht op internet verscheen, wordt in dit boek wel gehandhaafd, maar bevindt zich nu als overdenking aan het eind van de publicatie.
Het internethoofdstuk Cijfers en feiten werd gereduceerd tot Cijfers. De door Bosma aangehaalde feiten die aanleiding tot discussie geven, worden in de relevante hoofdstukken onder de loep gelegd.
Het voor u liggende boek draagt dezelfde titel als de internetserie: De ideologie van de PVV. Martin Bosma zal zich ongetwijfeld niet kunnen vinden in deze titel. Immers, volgens hem zullen ideologieën in de toekomst steeds minder belangrijk worden.
Hij baseert zich in deze overweging op de opvatting van de Amerikaanse socioloog Edward Shills bij wie hij in Italië heeft gestudeerd. Hij verwoordt een en ander in zijn boek op bladzijde 132. Tegelijkertijd stelt Bosma in een opmerking die op dezelfde bladzijde tussen haakjes staat dat ‘het verdwijnen van de oude ideologieën de voetnoot kent dat twee nieuwe ideologieën juist belangrijker zullen worden: het multiculturalisme en de islam’. Opmerkelijk aan de tussen-haakjes-opmerking is dat hij onderscheid maakt tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ ideologieën. De oude ideologieën zouden dan, aldus een voorafgaande alinea op wederom dezelfde pagina, het liberalisme en het socialisme zijn. Nu kan ik me wel voorstellen dat je het multiculturalisme als nieuwe ideologie beschouwt, maar de islam, ideologie of niet, is natuurlijk veel ouder dan de ‘oude’ ideologieën liberalisme en socialisme, die pas echt tot wasdom kwamen in de eeuw(en) na de Franse revolutie van 1789. Je kunt je ook afvragen wat een ideologie is. De term is in 1796 gemunt door de Franse filosoof Destutt de Tracy (1754-1836) en had oorspronkelijk de betekenis van ‘de wetenschap die alle andere wetenschappen uitlegt’ (Hawkes, 2003; pp. 59-61). Later heeft de term de betekenis gekregen die hij nu heeft: een geheel aan tamelijk bindende ideeën over wereld, samenleving, bestuur en cultuur. Kenmerkende eigenschap van ideologie is, aldus schrijver Guy Hawkes (2003) in zijn Ideology, dat zij per definitie het zicht op de realiteit of waarheid verblindt. Hij heeft het in het Engels over een systematically false consciousness. Ideologie is bindend en dwingend en kan daarom ook leiden tot heel vervelende, ja gewelddadige situaties. En dat leert ons de geschiedenis ook. Van mij mag je een religie in deze context ook een ideologie noemen, omdat religies doorgaans eveneens strak omlijnde ideeën hebben over de waarheid en realiteit, waarover bij voorkeur niet getwijfeld mag worden. Dat hebben ze dan gemeen met niet-religieuze ideologieën die even star kunnen zijn.
Een ideologie doet uitspraken over zaken als samenleving, bestuur en cultuur en verwacht van haar aanhangers dat ze de opvatting van de ideologie steunen en uitdragen. Als je het boek van Bosma leest, dan komt er een aantal onderwerpen naar voren waar hij in positieve of negatieve zin groot belang aan hecht. Als een rode draad loopt een tekst uit de Bijbel door zijn boek en wel Jesaja 5, vers 206. Het vers staat in het Hebreeuws als motto vooraan in zijn boek en wordt in de tekst herhaald op de pagina’s 219 en 325:
‘Wee hen die het kwade goed noemen en het goede
kwaad, die van het duister licht maken en van het licht
duisternis, van bitter zoet en van zoet bitter’.
Hiermee geeft Bosma aan dat er wat hem betreft maar op twee manieren naar zaken gekeken kan worden: je beoordeelt ze als goed of je beoordeelt ze als fout. Het lot van diegenen die het kwade goed noemen en het goede kwaad, valt daarom vanzelfsprekend niet te benijden. Hiermee schaart Bosma zich wat mij betreft onder de definitie van de ideologie. Hij heeft strakke en strikte opvattingen over een aantal onderwerpen en discussie daarover lijkt mogelijk, maar veranderen van standpunt uitgesloten. Het is jammer dat Bosma niet doorgelezen heeft, want het op Jesaja 5:20 volgende vers 21 vermaant ons:
‘Wee hun die wijs zijn in hun eigen ogen,
en verstandig naar hun eigen mening’.
En het is dit vers dat ik als motto van dit boek gekozen heb.
Een woord van relativering over de eigen mening en eigen interpretatie van de werkelijkheid, het luisteren naar het oordeel van een ander, het kan allemaal geen kwaad voor degenen die het allemaal zo zeker weten. Bosma is zeer stellig van zijn zaak en slechts heel zelden relativeert hij zijn uitspraken. Ik pretendeer niet beter dan hij te zijn, maar hoop toch dat de lezers mijn analyse van Bosma’s denken en daarmee het PVV-denken met Jesaja 5:21 in het achterhoofd beoordelen en niet met Jesaja 5:20.
Dit boek analyseert de thema’s die uit De schijn-élite van de valse munters naar voren komen. Het gaat om de volgende: het christendom, de joden en Israël, de islam, de linkse partijen en multiculturaliteit. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de wording van de PVV, zoals beleefd door Martin Bosma en de manier waarop hij in zijn boek omgaat met cijfers, zoals deze voortgekomen zijn uit tal van sociologische studies en statistieken. Het boek eindigt met een beschrijving van de PVV-heilstaat en een verhaal. Suzanne Aussems en Henk Bovekerk zijn me van dienst geweest in het speur- en redactiewerk voor dit boek. Greco Idema van Bureau Intermonde was gedurende het proces van schrijven en redigeren een constante bron van steun en inspiratie.
De hoofdstukken putten uit citaten uit De schijn-élite van de valse munters. Verder wordt regelmatig verwezen naar andere bronnen en internetsites. Dat gebeurt middels eindnoten, zodat de bladspiegel rustig blijft. De geïnteresseerde lezer kan aan het eind van het boek de bronnen raadplegen en controleren.
Leidraad in het schrijven van de serie en dit boek is mijn wens geweest het werk van Bosma te laten spreken. Het oordeel over mijn analyse en mijn conclusies is aan de lezers. Ik hoop dat velen, voor- en tegenstanders van de PVV, in elk geval met mij vaststellen waar het gedachtegoed van de PVV toe kan leiden en wat de consequenties van dat gedachtegoed kunnen zijn.
Daarbij realiseer ik me als geen ander, dat sommigen er razend enthousiast over zijn en anderen ervan gruwen. Ik word slechts geïnspireerd door één gedachte en deze houdt in dat als er in een religie of partij sprake is van een uitsluitingmechanisme, of dat nu de islam is of de PVV, ik in opstand kom en de rechten zal verdedigen van ieder lid van onze Nederlandse samenleving.
Elke religie kent uitsluitingmechanismes en die dienen bestreden te worden. Het christendom weet dat en de islam behoort dat te weten. Het conservatieve discours van de islam als zouden joden en christenen inferieur zijn, is laakbaar en moet aan de kaak gesteld worden. Maar de islam en de moslims vormen in Nederland geen echte bedreiging, ondanks de krachtig door de PVV ondersteunde beeldvorming dat dat wel zo is. De moslims zijn politiek gesproken geen partij en immer in de minderheid.
Als echter een politieke partij, die zich in het centrum van de macht bevindt, uit is op uitsluiting van bepaalde burgers uit de samenleving, gaan alle seinen op rood. Het is volstrekt legitiem je tegen de islam en de moslims te verzetten, hun gedachtegoed of zo je wilt hun ideologie te bekritiseren, de aanhangers ervan te wijzen op de fundamentele gelijkheid van burgers in dit land, maar als je begint met uitsluiting begeef je je op glad ijs. Primo Levi (1958; 2009, p. 7) schreef:
‘Veel mensen, en volken, zijn min of meer bewust de mening toegedaan dat “elke vreemdeling een vijand is”.
Meestal ligt die overtuiging ergens diep weggestopt, als een sluimerend virus; ze komt alleen in losse, toevallige reacties tot uiting en leidt niet tot een samenhangend gedachtesysteem. Maar als dat wel gebeurt, als het onuitgesproken dogma het uitgangspunt van een sluitende redenering wordt, dan staat aan het eind van de keten het Lager (concentratie- of vernietigingskamp).
Het Lager is het product van een met uiterste consequentie in praktijk gebrachte wereldbeschouwing: zolang die wereldbeschouwing bestaat, dreigen ons de consequenties’.
Aan deze woorden heb ik niets toe te voegen.
You May Also Like
Comments
Leave a Reply