George, the quiet Beatle
No Comments yet‘De stille Beatle’ werd hij genoemd. De bescheiden Beatle, the quiet one. Omdat hij als jongste altijd in de schaduw stond van John Lennon (the smart Beatle) en Paul McCartney (the cute Beatle), en zelfs van de clown Ringo Starr (the sad Beatle).
Samen waren ze the Liverpool Lads of, in een grap van Ringo, the Siamese Quads (de Siamese vierling; quads is de verkorting van quadruplets, vierling of vierwieler). Maar vooral waren ze the Fab Four.
George Harrison zou daar, toen de groep uiteen gevallen was, met ironie op terugkijken in When we was fab, op zijn solo-cd Cloud Nine (1987), met I am the walrus-violen en andere muzikale Beatles-citaten. Fab is kort voor fabulous, zoals nu nog gebruikt in AbFab voor de Engelse comedy Absolutely Fabulous.
Afgunstig op het grote succes van Britse bands als the Beatles, the Stones en the Kinks in Amerika in de jaren 60 – daar wordt nu nog gesproken over the British invasion – creëerde de platenindustrie aldaar volgens een op the Beatles gebaseerde formule een vergelijkbare groep, the Monkees, inclusief speelse spelfout. Dat werd natuurlijk al gauw the Prefab Four, het geprefabriceerde viertal.
Gijs Scholten van Aschat schreef voor seizoen 2011/2012 het toneelstuk the Prefab Four, over vier voormalige nep-popsterren op leeftijd.
Naar zijn ogenschijnlijk bescheiden rol verwees ook de titel van een biografie, The Quiet One: A Life of George Harrison door Alan Clayson. De mysterieuze Beatle werd hij ook genoemd, maar de mystieke Beatle was toepasselijker geweest, gezien zijn belangstelling voor hindoeïsme, meditatie en sitar.
George Harrison zal vooral herinnerd worden vanwege While my guitar gently weeps (waarover aanstonds meer). De ironie wil, dat die treurende gitaar niet door hemzelf bespeeld werd maar, zoals kenners al lang gehoord hadden, door Eric Clapton. Die werd, om zijn onnavolgbare gitaarspel bij the Yardbirds, in 1963 al bekend als Slowhand, maar verwierf de hoogste eer tijdens zijn periode in John Mayalls Bluesbreakers. In 1966 verscheen op Londense muren de graffito Clapton is God.
Clapton speelde in menige sessie mee, maar vanwege contractuele verplichtingen elders gebeurde dat onder schuilnamen. Aan Harrisons muziek bij de film Wonderwall: the Movie (1969), bijvoorbeeld, deed hij mee als Eddie Clayton.
De hulpvaardigheid was wederzijds en ook Harrison diende zich te bedienen van een alias. Als L’Angelo Misterioso (de mysterieuze engel) droeg hij bij aan Cream, de supergroep van Clapton, Jack Bruce en Ginger Baker. Aan het nummer Badge schreef hij mee, op Never tell your mother she’s out of tune speelde hij gitaar.
(De interactie met Clapton was overigens niet uitsluitend van muzikale aard. Clapton liet zijn oog vallen op Harrisons vrouw Patti Boyd. In 1977 scheidde zij van de Beatle, in 1979 trouwde ze met Slowhand. Op hun receptie verzorgden Paul McCartney, Ringo Starr en George Harrison de muziek.)
In andere pseudoniemen was Harrison minder creatief: op Harry Nilssons Son of Schmilsson heet hij George Harrysong, op It’s like you never left van Dave Mason Son of Harry en op Shankar Family and Friends, een album van zijn sitar-leraar Ravi Shankar, Hari Georgeson. Nog Indiaser oogde zijn alter ego op The place I love van The Splinter: Jai Raj Harisein. Als Hari Georgeson speelde hij ook nog mandoline op It’s my life van Billy Preston, de Amerikaanse toetsenist die vanwege zijn vele sessie-werk op Beatles-lp’s the Fifth Beatle werd genoemd.
In 1960, toen de Liverpool Lads nog als the Silver Beatles optraden, noemde George zich Carl Harrison, als eerbetoon aan zijn grote Amerikaanse voorbeeld, Carl Perkins.
De mooiste bijnaam is echter the Dark Horse. Van oorsprong is een dark horse een outsider bij de paardenraces, later was het vooral van toepassing op een onverwachte winnaar bij politieke verkiezingen. Maar in Harrisons geval geldt de betekenis van buitenstaander. Ook dit werd de titel van een biografie, Dark Horse: the Life and Art of George Harrison door Geoffrey Giuliano. De typering was treffend; Harrison had hem toen zelf al gebruikt, als naam voor zijn platenmaatschappij en als titel voor een cd in 1974.
Daarop staat onder meer een cover van de Everly Brothers-hit Bye Bye Love, een onverhulde verwijzing naar de overstap van Patti Boyd naar Eric Clapton. Die waren trouwens allebei aanwezig bij de opname.
Rijmelarij
De hitparade is een wereld die aan elkaar hangt van de rijmelarij en clichébeelden. Want ze moeten ontelbare malen gebruikt zijn in de teksten van popsongs: so in love en the stars above. Letterlijk ontelbaar. I’m feeling blue en someone new doet het ook goed als cliché, en anders wel tomorrow en all my sorrow.
In spaarzame gevallen doet de tekstdichter een poging tot iets originelers. Een aardig voorbeeld daarvan is het rijm dat George Harrison toepaste in While my guitar gently weeps, het zevende nummer van kant 1 van het dubbelalbum The Beatles (1968).
‘While my guitar’ bestaat uit tweemaal een couplet en een refrein met aan het slot nog wat geherhaal. Het couplet wordt gevormd door twee regels, die elk gevolgd worden door de titel van het nummer. Harrison schreef het, toen hij transcendente meditatie en boeddhisme ontdekt had en je zou kunnen verwachten dat dat doorklonk in de diepte van zijn teksten.
Maar helaas. Regel drie, bijvoorbeeld, luidt: I look at the floor and I see it needs sweeping en is meer van huishoudelijk belang dan van filosofisch gewicht.
De filosofen Joseph A. en Michael H. Hoffheimer slagen er niettemin in in Harrisons tekst een metalaag te ontdekken. Dat doen ze in de essaybundel The Beatles and Philosophy. Nothing you can think that can’t be thunk (Chicago, 2006). (De speelse spelling van thunk in plaats van thought komt uit de tekst van All you need is love.) Hun bijdrage, George on Being and Somethingness, biedt een existentieel inzicht dat met het blote oog nauwelijks waarneembaar is:
George neatly expressed this existential insight in a line in “While my guitar gently weeps” (1968). When he looks at a dirty floor, the singer does not see a surface with dirt on it but rather “a floor that needs sweeping”. What he sees in other words is a floor, perhaps standing more generally for the world, which requires action.
Interessanter, althans rijmtechnisch gezien, wordt het in de refreinen. Die tellen elk vier regels en eindigen allemaal op dezelfde rijmklank. Daarvoor koos George het eindrijm -erted, toch al niet het makkelijkste rijmwoord in het Engels, maar om aan acht van die rijmwoorden te komen, creëert de dichter rijmelarij van het zuiverste water en van bedenkelijk niveau.
I don’t know how you were diverted
You were perverted too
I don’t know how you were inverted
No-one alerted you
De toegezongene wordt niet alleen afgeleid – diverted – en geperverteerd – excuse me? -, maar ook nog binnenstebuiten gekeerd – inverted – en niemand die hem of haar daarvoor gewaarschuwd had: I don’t know why no one alerted you. Alerted? Waarschuwen voor wat dan?
Het lijkt heel wat, maar het heeft de diepgang van een recept voor aambeienzalf en de zeggingskracht van een scheurkalender uit de jaren vijftig. Het is een pseudo-diepzinnig samenraapsel van woorden die niets anders met elkaar gemeen hebben dan dat ze op elkaar rijmen. Er is geen verband, geen wederzijdse beïnvloeding, laat staan enige zinnige betekenis.
Hetzelfde drama voltrekt zich aan het tweede couplet:
I don’t know why nobody told you
how to unfold your love
I don’t know how someone controlled you
They bought and sold you
Vooral die laatste regel nodigt uit tot urenlange interpretatie, als dat niet te veel eer zou zijn.
De vraag of het in het Nederlands beter zou lukken, kan onmiddellijk negatief beantwoord worden. Bindervoet en Henkes, die in Help! The Beatles in het Nederlands (Amsterdam, 2006) alle Beatlesteksten, dus ook die van Harrison, vertaald hebben, maakten van While my guitar volgens hun eigen Aantekeningen “Een plechtig nummer plechtig vertaald in het oude Nederlands van P.C. Hooft”. Een van de coupletten luidt:
Ic snap niet hoe de slang commercie
U tot desertie braght
Ic snap niet hoe u uit perversie
Om mijn inertie laght
Inderdaad: Help! Dat is, zo mogelijk, nog betekenislozer. Maar Harrison achtte zijn kunstje blijkbaar geslaagd, want hij herhaalde het in Handle with care. Ditmaal verzekerde hij zich van de steun van de lyrische poëet Roy Orbison en Bob Dylan, winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur, die, aangevuld met Jeff Lynn en Tom Petty the Travelling Wilburys vormden.
Nu beperkte hij zich tot het aaneenrijmen van drie regels, zonder dat dit merkbare invloed had op de begrijpelijkheid of de innerlijke samenhang.
Bijvoorbeeld:
Reputations changeable
Situations tolerable
Baby, you’re adorable
Handle me with care
Of, nog erger,
Been stuck in airports, terrorized
Sent to meetings, hypnotized
Overexposed, commercialized
Handle me with care
Om met Wim Kan te spreken: er gaat een wereld van onbegrip voor je open.
Het eerste deel werd eerder gepubliceerd in Bijgenaamd, Achterpagina NRC-Handelsblad, 6 december 2001. Het tweede deel verscheen op de inmiddels opgeheven website www.poezieaanhuis.nl.
Robert-Henk Zuidinga (1949) studeerde Nederlandse en Engelse Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft over literatuur, taal- en bij uitzondering – over film.
De drie delen Dit staat er bevatten de, volgens zijn eigen omschrijving, journalistieke nalatenschap van Zuidinga. De boeken zijn in eigen beheer uitgegeven. Belangstelling? Stuur een berichtje naar: info@rozenbergquarterly.com– wij sturen uw bericht door naar de auteur.
Dit staat er 1. Columns over taal en literatuur. Haarlem 2016. ISBN 9789492563040
Dit staat er II, Artikelen en interviews over literatuur. Haarlem 2017. ISBN 9789492563248
Dit staat er III. Bijnamen en Nederlied. Buitenlied en film, Haarlem 2019. ISBN 97894925636637
You May Also Like
Comments
Leave a Reply