Rechten in Utrecht – De verborgen agenda van de rechtenstudie
Korte inhoud van het voorafgaande
Er zijn twee redenen waarom de universitaire rechtenstudie in Nederland op de helling gaat. In de eerste plaats dient zich in september 2002 een lichting eerstejaars aan, die – zo is de veronderstelling – in het ‘studiehuis’ geleerd heeft zelfstandig te werken. De motivering van deze zogenaamde tweede fase in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs is dat het zo toegaat op de universiteit. De lezer weet wel beter, maar met zo’n verwijzing naar opgewekte verwachtingen laten vernieuwers degenen die alles bij het oude willen laten, met de mond vol tanden staan. De tweede reden is de verklaring van Bologna van de Europese ministers van Onderwijs van juni 1999. De cruciale passage hieruit luidt als volgt: ‘Adoption of a system essentially based on two main cycles, undergraduate and graduate. Access to the second cycle shall require successful completion of first cycle studies, lasting a minimum of three years. The degree awarded after the first cycle shall also be relevant to the European labour market as an appropriate level of qualification. The second cycle should lead to the master and/or dectorate degree as in many European countries.’
80% Van de rechtenstudenten studeert af in de richting Nederlands recht volgens het model van één jaar propedeuse en drie jaar doctoraal. Mij ontgaat te enen male hoe de toekomstige ‘bachelor of Dutch law’ zich voorbij het drielandenpunt kan kwalificeren op de Europese arbeidsmarkt, maar bijna alle faculteiten rechtsgeleerdheid doen alsof hun neus bloedt[i].
Een interessante complicatie speciaal voor de Utrechtse rechtenfaculteit is dat sinds 1998 het University College Utrecht bestaat, een lichtend voorbeeld van wat de gezamenlijke ministers van onderwijs voor ogen staat. Read more
Rechten in Utrecht – De eenzaamheid van recht
Wie zich als buitenstaander met het vakgebied van anderen bemoeit, beweegt zich op glad ijs. Hij behoort niet tot diegenen aan wiens inzicht of oordeel waarde gehecht moet worden omdat hij een belangrijke positie inneemt. Hij heeft geen deel aan de taalgemeenschap van het vakgebied en hij kent de gedragregels niet. Hij hoort, kortom, niet tot de wereld der ‘amici’. Met betrekking tot recht en rechtsgeleerdheid wil dat echter niet zeggen dat de ‘Vrienden’ niet tot zijn wereld behoren. Hun activiteit is in alle krochten van het maatschappelijk leven waarneembaar en voelbaar. In vele sferen van de samenleving hebben zij zich een onmisbare plaats weten te verwerven. Men kan geen wet maken zonder daar juristen bij te betrekken, men kan niet uit een foutgelopen huwelijk ontsnappen zonder de bijstand van een advocaat, een ondernemer kan geen contract meer opstellen zonder dat ijverige juristen daaraan vele bijlagen hebben toegevoegd. Samen hebben de ‘Vrienden’ een groot en geheimzinnig Concern gevormd. Binnen dat Concern zijn de rollen zo doeltreffend verdeeld dat er niet eens een Raad van Bestuur nodig is. Iedere bezitter van de Meestertitel kan zich aanmelden voor een nadere ontgroening in een deel van het rechtssysteem en weet na het doorstaan ervan wat hem of haar te doen staat. Het Concern heeft zich zo goed georganiseerd dat het eigenlijk niet eens hoeft te bestaan om zijn werk te doen; de dagelijkse gedachte eraan en de herbevestiging ervan in rituelen en briefwisselingen zijn voldoende. Hoe functioneert het Concern eigelijk? Hoe is de dagelijkse gang van zaken? ‘Wie of wat maken er de dienst uit’? Dit zijn toch de vragen die een verstandig aspirant-medewerker zich moet stellen? Het beantwoorden ervan kan men moeilijk alleen overlaten aan de huidige medewerkers van het Concern, niet omdat zij niet te vertrouwen zouden zijn, maar omdat successen uit het verleden nu eenmaal geen garanties bieden voor de toekomst en het in de menselijke natuur besloten ligt om dat inzicht slechts in kleine lettertjes weer te geven, zeker als men zelf aan dat succesvolle verleden heeft bijgedragen. De buitenstaander moet dus wel aan de slag, als was het maar vanwege het belang dat hijzelf hecht aan het goed functioneren van de samenleving waarvan hij deel uitmaakt. Hij kan daarbij geen beroep doen op de Handboeken van het Concern, maar al zich op eigen ervaring moeten verlaten en spreekt dus maar liever voor zichzelf. Read more
Rechten in Utrecht – Rechten in deeltijd
‘Dit is het geel kasteel van de studenten van het Corps’ volgens de rondleidster die door de Rechtenfaculteit is ingehuurd om de deeltijdstudenten wegwijs te maken in hun nieuwe studentenstad. Het groepje bestaat niet alleen uit jongelui, maar ook uit grijzende ouderen. De leeftijd varieert tussen de 20 en boven de 50 jaar. Niemand kent elkaar, tezamen vormen ze werkgroep 40 van het collegejaar 1997-1998. De studenten van het Utrechtsch Studenten Corps hangen op de bekende wijze op het terras rond, zij besteden geen aandacht aan het groepje voorbijgangers, die zien ze zo vaak en eigenlijk hebben ze het te druk met elkaar. Op de tafeltjes staan de mij zo bekende blaadjes met glazen verschraald bier, de studenten op het terras zien er welvarend en goed gevoed uit, zoals ik er in 1972 als student medicijnen waarschijnlijk ook uitzag. Maar nu sta ik daar in mijn nieuwe rol van deeltijdstudent rechten en mij bekruipt het gevoel ‘waar ben ik eigenlijk aan begonnen’? Het is eigenlijk onvoorstelbaar om vanuit een gevestigde positie als hart-longchirurg, met het daaraan verbonden aanzien en de verdiensten, maar ook het verwachtingspatroon van de omgeving, weer de status van student aan te nemen. Het is mij al eens eerder overkomen, bij het begin van de studie geneeskunde na het ingenieursdiploma behaald te hebben aan de toenmalige Technische Hogeschool van Delft. Nog herinner ik mij hoe ik moest slikken dat een practicum-amanuensis mij aan het loket liet wachten zoals hij iedereen liet wachten, al jaren lang. Al gauw vond je aansluiting bij andere oudere studenten zoals een groep militairen die geneeskunde studeerde op kosten van het leger.
Het zal een steeds terugkerend patroon worden van contacten met gelijkgestemde medestudenten die in ongeveer dezelfde fase van de studie verkeren. Voor elke studie die ik ben begonnen blijkt dat bepalend te zijn voor het bereiken van de succesvolle eindstreep. Laat mij u meenemen naar de lotgevallen van een deeltijdstudent Rechten in Utrecht. De rondleiding bleek zelfs voor iemand die 6 studentenjaren in Utrecht achter de rug heeft, nog vele onopgemerkte en wetenswaardige details op te leveren. De afsluitende borrel vond plaats in de Winkel van Sinkel, waar in het begin van de jaren zeventig nog Bank Vlaer & Kol was gevestigd. Read more
Rechten in Utrecht – TeRecht in UtRecht
Na drie jaar leven en studeren in Utrecht en verslingerd te zijn geraakt aan Dom, Oude Gracht, Neude en zelfs het Hoogt en Janskerkhof, kan ik het me nauwelijks meer voorstellen, maar mijn keuze om in Utrecht te gaan studeren was een negatieve, ofwel, winnaar van een afvalrace. Ik had 18 jaar in Rotterdam gewoond en wilde iets nieuws, dus Rotterdam viel af. Groningen en Maastricht vond ik te afgelegen, Tilburg geen studentenstad en Nijmegen had ‘het’ ook niet echt. De enige Open Dag die ik had bezocht was in Leiden, maar dat was toen zo’n chaos dat ik erop gokte dat het in Amsterdam of Utrecht beter zou zijn. Van het VU Gebouw alleen al werd ik depressief en ik stond reeds ingeschreven voor de concurrent in de aantrekkelijke hoofdstad, toen ik van student en docent aldaar hoorde dat de kwaliteit er zienderogen achteruitging, waarop ik besloot naar Utrecht te gaan. Een student moet toch kritisch zijn?
De keuze voor rechten was daarentegen een positieve! In tegenstelling tot vele mede-rechtenstudenten, was het voor mij niet ‘dan maar rechten’, want ook al had ik exacte vakken in mijn pakket, al jaren stond de keuze voor rechten vast. Misschien is het genetisch bepaald, maar wellicht ook wel een excuus, uitstel van executie: nog niet te veel mogelijkheden voor de toekomst uitsluiten, met rechten kun je nog bijna alles! De doorslaggevende reden voor de keuze voor rechten was de inhoud van de studie: bezig zijn met en werken voor ‘rechtvaardigheid’, op wat voor een manier dan ook.
Nu, drie jaar later, ben ik dankbaar voor allebei de keuzes. Als ik weer mocht kiezen zou het wederom rechten zijn en zeker in Utrecht: nu weet ik dat ik met name voor mijn passies, mensenrechten en internationaal recht in Utrecht aan het goede adres ben! Bovendien is nergens zo’n actieve faculteitsvereniging! En dan de stad op zich: een Utrechter hoef ik niet uit te leggen hoe heerlijk het is om op een zonnige dag langs de grachten te fietsen, slingerend tussen de vele dralende mensen door, uitkijkend over terrassen, waar je een paar uur later zelf zit. Het is voor mij klein Amsterdam: het heeft alles, zonder een dorpse knusheid te verliezen (zeker als je uit Rotterdam komt ervaar je dat!). Maar als Utrecht alleen een gezellige en levendige stad was zou ik het er niet uithouden: Utrecht is daarnaast het centrum van Nederland. Tot jaloezie van vriendinnen in Groningen kan ik de ene middag even bij een vriendin in Leiden lunchen, de volgende avond naar een voorstelling in Amsterdam en voor een vergadering in een middagje op en neer naar Arnhem. Utrecht geeft vrijheid. Read more
Rechten in Utrecht – Rechten studeren en de rechtenfaculteit Utrecht: statistieken, cijfers en andere gegevens
Rechten studeren
Ter completering van deze bundel staan in deze bijdrage nog enkele statistieken, cijfers en andere gegevens, die een actueel beeld geven van rechten studeren en de Rechtenfaculteit Utrecht. Eerst volgen een aantal statistieken en cijfers die betrekking hebben op rechtenstudenten, hun studie en hun prestaties. De meeste van die gegevens zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Die gegevens zijn tamelijk algemeen. Soortgelijke gegevens die méér betrekking hebben op Utrechtse rechtenstudenten zijn helaas niet beschikbaar. Om aan te geven om hoeveel studenten weten het dan gaat; op 1-12-2000 volgden 166.948 studenten wetenschappelijk onderwijs. Hiervan studeerden er 24.949 rechten aan één van de negen Rechtenfaculteiten die Nederland rijk is. Utrecht telde toen 3.485 rechtenstudenten. Read more
Rechten in Utrecht – Ten Slotte & Personalia
Ten Slotte
Deze bundel is verschenen in 2002, het jaar waarin universitaire opleidingen in Nederland door de invoering van het Bachelor-Mastersysteem ingrijpend veranderen. In de inleiding heeft minister Hermans toegelicht waarom deze verandering naar zijn mening gewenst is en wat de voordelen zijn van het nieuwe systeem. De wens tot (verdere) uniformering en internationalisering – het een is onlosmakelijk verbonden met het ander – zijn daarbij de sleutelwoorden.
Deze ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderwijs en de indrukwekkende geschiedenis van de Utrechtse Faculteit der Rechtsgeleerdheid waren voor Wijn & Stael aanleiding om de vierde bundel in de serie ‘Recht te Utrecht’ te wijden aan de rechtenstudie in het algemeen en ‘Rechten in Utrecht’ in het bijzonder. Het was voor de redactie niet eenvoudig om een selectie te maken uit de vele mogelijke onderwerpen; er was stof te over. De redactie heeft er bij de samenstelling van deze bundel uiteindelijk naar gestreefd een aantal aspecten uit het verleden, het heden en de toekomst, die kenmerkend zijn voor de rechtenstudie, meer speciaal voor de rechtenstudie in Utrecht, te belichten. Naast een historicus, studenten en juristen uit wetenschap en praktijk zijn, voor het nodige tegenwicht, ook sociologen aan het woord gekomen met ‘De verborgen agenda van de rechtenstudie’ en ‘De eenzaamheid van het recht’.
De redactie is de auteurs bijzonder erkentelijk voor de positieve wijze waarop zij aan de totstandkoming van de bundel hebben bijgedragen, en denkt met genoegen terug aan de plezierige samenwerking met hen. Hun bijdragen zijn interessant voor (aankomend) juristen, maar zeker ook voor niet juristen. Het kan voor laatstgenoemden geen kwaad om mee te kijken in de keuken van het juristendom. Read more