Gijs van Oenen ~ Overspannen democratie. Hoge verwachtingen, paradoxale gevolgen

Gijs van Oenen – Tekening Joseph Sassoon Semah

Democratie wordt niet bedreigd door mensen die tegen democratie zijn, maar juist door degene die zeer enthousiast zijn over de democratie, aldus Gijs van Oenen. Wij lijken nooit genoeg democratie te hebben. Het succes van de democratie keert zich nu tegen zichzelf.
“Voor elk vraagstuk dat speelt wordt de democratie verder opgerekt: meer, meer democratie; meer, meer luisteren naar de burger”, aldus Van Oenen. Burgers verwachten teveel van de democratie.

In het essayistisch geschreven boek analyseert Van Oenen het falen van de democratie, waarbij hij het neoliberalisme als een van de belangrijkste oorzaken aanwijst. De democratie heeft zich uitverkocht aan marktkrachten en burgers zijn democratische processen gaan percipiëren in termen van marktgeoriënteerd handelen en consumentisme. Maar ook de tegendemocratie (Baudet en Denk) en populistisch betoog, van zowel links als rechts, dragen bij aan het klimaat van steeds ‘meer, meer’. Ook “wantrouwen, uitdagen en ‘tarten’ vormen (…) een steeds meer geaccepteerd middel of wapen in het politieke repertoire”. De burger ervaart een gebrek aan responsiviteit. De Franse politieke denker Pierre Rosanvallon spreekt in zijn boek ‘La contre-démocratie’ zelfs van een politiek tijdperk van défiance.
Hoe komt het dat dit sentiment nu zo opspeelt, om steeds ‘meer, meer’ te vragen, steeds ‘beter’, ‘beter’, ‘beter’, ‘alles uit jezelf te willen halen’?

We zijn niet opgewassen “tegen processen die een onverbiddelijke economische, technologische of financiële logica volgen” die overheersend zijn in onze democratie; dan kom je met burgerparticipatie niet ver. De openbaarheid staat zwaar onder druk van “vermarkting en financialisering, en daarnaast ook van ontwikkelingen rondom nieuwe media, tegenpublieken, globalisering en interculturalisering”, aldus Oenen. De participatie paradox heeft tot een scheve democratie geleid. Read more

Bookmark and Share

An Evening With Chinua Achebe

Through his fiction and non-fiction works, Nigerian author Chinua Achebe has sought to repair the damage done to the continent of Africa and its people as a result of European colonization. This is best exemplified in his most famous novel “Things Fall Apart,” one of the first African novels written in English to achieve national acclaim. Set in the 1890s, the novel deals with the impact of British colonialism on the traditional Igbo society in Nigeria. Published in 1958 — just two years before the end of a century of British rule in Nigeria — the novel celebrated its 50th anniversary of publication in 2008. “An Evening with Chinua Achebe” featured the author reading from his celebrated work.

Bookmark and Share

Thorstein Veblen ~ The Theory Of The Leisure Class

Thorstein Veblen Photo: en.wikipedia.org

The institution of a leisure class is found in its best development at the higher stages of the barbarian culture; as, for instance, in feudal Europe or feudal Japan. In such communities the distinction between classes is very rigorously observed; and the feature of most striking economic significance in these class differences is the distinction maintained between the employments proper to the several classes.

The upper classes are by custom exempt or excluded from industrial occupations, and are reserved for certain employments to which a degree of honour attaches. Chief among the honourable employments in any feudal community is warfare; and priestly service is commonly second to warfare. If the barbarian community is not notably warlike, the priestly office may take the precedence, with that of the warrior second. But the rule holds with but slight exceptions that, whether warriors or priests, the upper classes are exempt from industrial employments, and this exemption is the economic expression of their superior rank.

Brahmin India affords a fair illustration of the industrial exemption of both these classes. In the communities belonging to the higher barbarian culture there is a considerable differentiation of sub-classes within what may be comprehensively called the leisure class; and there is a corresponding differentiation of employments between these sub-classes. The leisure class as a whole comprises the noble and the priestly classes, together with much of their retinue. The occupations of the class are correspondingly diversified; but they have the common economic characteristic of being non-industrial. These non-industrial upper-class occupations may be roughly comprised under government, warfare, religious observances, and sports.

PDF online: http://moglen.law.columbia.edu/LCS/theoryleisureclass.pdf

 

Bookmark and Share

Boris van der Ham & Rachid Benhammou ~ Nieuwe Vrijdenkers – Twaalf voormalige moslims vertellen hun verhaal

Boris van der Ham – Tekening Joseph Sassoon Semah

Twaalf Nederlandse voormalige moslims die zich hebben losgemaakt van de religie van hun ouders, de islam, worden geïnterviewd door de voorzitter van het Humanistisch Verbond Boris van der Ham en cultureel ondernemer en freelancejournalist Rachid Benhammou. De twaalf vertellen persoonlijke verhalen over hun keuzes, maar voor allen is het een moeizaam en vaak verwarrend proces geweest, met name in relatie tot de familie en de gemeenschap. Het afstand nemen van je religie betekent vooral een sociaal offer. De strijd binnen de gemeenschap, waar de groep belangrijker wordt gevonden dan het individu, is zwaar. Om de familie niet te kwetsen blijft dan ook meer dan de helft van de geportretteerden anoniem. Vaak geldt “Zolang anderen het niet weten, deert het ook niemand”, aldus Said El Haji, een van de geïnterviewden.

De invloed van internationale ontwikkelingen op hun leven in Nederland, met name de Palestijnse kwestie, is groot. Ook de invloed van social media speelt een belangrijke rol, in positieve zin doordat voormalige moslims actief kunnen zijn met gelijkgestemden bij o.a. online discussiegroepen, maar het heeft ook negatieve effecten. Vanaf de 80er jaren is vanuit Saudi-Arabië via satelliet-tv veel invloed uitgeoefend en werd een zeer conservatieve islam gepredikt. Door de komst van satelliet-tv en Arabische zenders uit het Midden-Oosten ging men de islam strikter beoefenen en ging met zeer negatief over het Westen en over Nederland denken.

‘Karim’, een anonieme Marokkaanse Nederlander, beschrijft de eerste generatie gastarbeiders, meestal ongeschoold, die Nederland als het beloofde land zag. “In de jaren negentig kwam er opeens een golf van nieuwe informatie op hen af. Met de komst van satelliet-tv en internet kwam er een ander soort islam de huiskamer in geslingerd. Die van het wahabisme en salafisme uit het Midden-Oosten.”

Rachid Benhammou Tekening Joseph Sassoon Semah

De eerste generatie was wel enigszins beïnvloedbaar maar bleef over het algemeen trouw aan de Marokkaanse islam. Maar een deel van de tweede generatie omarmde die nieuwe stromingen wel en vindt dat de eerste generatie zich te westers begon te gedragen of gewoon te weinig deed om ‘de juiste’ islam te verspreiden. Toen ‘Karim’ jong was werd de islam in Nederland ook gepromoot: “Breng je kinderen naar de Koranschool. Leer ze Arabisch.” Dat neemt hij de Nederlandse overheid kwalijk. Zij gingen blind mee in de lobby van Arabische landen. En de beïnvloeding vanuit het Midden-Oosten ging verder: op tv keek je naar het nieuws uit Israël, over hun vijandschap met de Palestijnen. “Dat gebruikte de propagandamachine van de radicale islam weer om daarmee ‘onze onderdrukking’ aan te tonen. De voortdurende boodschap was dat moslims anders zijn dan andere gelovigen.” In de eigen gemeenschap kwam het vaak neer op slachtoffertje spelen in een land waar je juist ultiem vrij bent te denken en zeggen wat je wilt, aldus ‘Karim’. Maar ook hij doet zich in het publieke domein anders voor dan hij in werkelijkheid is, en noemt zichzelf ‘de bewuste hypocriet’.

Farid El Mourabit en Halima Boutahar, beiden geboren in Marokko, staan met foto op de voorkant van het boek. Fatima El Mourabit is trots dat ze afstand heeft kunnen nemen van een religie waar ze zich niet mee kon identificeren. Ook Farid El Mourabit maakt er geen geheim van dat ze atheïst is en expliciet geen moslima: ”Er is niet zoiets als een moslimras”.  Er zijn grote verschillen in de etnische achtergronden en culturen als het gaat om uitingen van de islam. “De mix van lokale cultuur en islam levert elke keer iets anders op”. Beiden hebben grote persoonlijke offers gebracht. Read more

Bookmark and Share

The Coming Storm: Italy Under An All-Populist Government And EU’s Impasse

C.J. Polychroniou

A clear pattern has emerged in European societies since the outbreak of the euro crisis in 2010. Voters across the socioeconomic spectrum are casting their votes in support of populist, anti-establishment movements and parties whose leaders offer an inward vision of the future combined with a strong dislike for the political culture of liberal democracy and the values professed by the European Union, including overt skepticism over the single currency, the euro.

However, as yet, it is only in Italy that the political pendulum moved so far to the right that an all-populist government was eventually allowed, after Italian president Mattarella blocked the nomination of Eurosceptic economist Savano for the position of the Ministry of Finance, to be formed under the leadership of a nonelected prime minister, an unknown law professor, Giuseppe Conte, whose academic credentials, as stated in his professional CV, appear to lack truthfulness.

But this is a hardly a consolation to Brussels for there is probably no more problematic country in all of western Europe today, save Greece, for undergoing such epigenetic political changes.
Sure enough, the fact that the anti-establishment Five Star Movement, founded in 2009 by the comedian Beppe Grillo and the ingenious blogger Gianroberto Casaleggio, and the reactionary Northern League (il Carroccio), founded in 1991 with the principal aim of advancing a system of fiscal federalism in order to halt the flow of resources from the northern to the southern regions of Italy, managed to pull jointly a majority of the votes in the March elections and thereby sweep away the mainstream but otherwise dysfunctional political establishment of the postwar era bodes well neither for Italy nor for the EU.

Given Italy’s fiscal and overall economic state of affairs, it is actually through sheer luck that a full-blown financial crisis has not actually erupted in the eurozone’s third largest economy, and eighth largest in the world by nominal GDP. The country’s public debt to GDP ratio stands currently at 131.80%, which is the highest level since unification in 1861, and the fifth largest worldwide. Such high levels of public debt to GDP ratio are simply prohibited under the Frankstein-like creation of the European Monetary Union, where a single currency zone exists among scores of highly diverse economies and political cultures but without a fiscal union or fiscal transfer mechanisms to address competitiveness imbalances, which are quite severe between North and South.

Lest we forget, the Greek debt crisis exploded in early 2010, with the private international credit markets sending borrowing costs to stratospheric levels, when the country’s public debt to GDP ratio was believed to have been around 128%. The fact that about 60% of Italian debt is held by residents has provided indeed something of a safety cushion against a yield market backlash, but this is unlikely to continue indefinitely given the shaky standing of the country’s banks, which hold more than 75% of the debt owned by residents — a concern which will be magnified now that a quacky populist government will be in charge of Italy’s public finances.

Indeed, markers have already shown increased nervousness to the formation of an all-populist government cabinet. The gap between Italian and German government 10-year bond yields has grown significantly lately (by more than 75 basis points between April to May), and the gap will surely grow if the economic policies advocated by the leaders of the Five Star Movement and the Northern League, respectively, are adopted by prime minister Giuseppe Conte.
Both the Five Star Movement and the Northern League advocate a potpourri economic agenda which appears attractive to rich and poor alike, such as sharp tax cuts (both parties favor a flat 25% tax rate) and welfare handouts while promising at the same time to get rid of illegal immigrants and curb further immigration. Read more

Bookmark and Share

Ton Dietz ~ Working Paper: Destination Africa. The Dynamics 1990-2015

In September 2017 the African Studies Centre Leiden published a Thematic Map about Africa’s international migration in 2015. At the backside the 2015 data published by UN-DESA were used to show the total international immigration data per country, linked to the position of these countries on the Human Development Index for the same year. Also the data for intercontinental immigration per country were given.

These were clearly showing that immigration was much higher for the African countries with a relatively high HDI score than for the African countries with a low HDI score. Intercontinental immigration was much lower than international immigration, because most international migrants stay within Africa. The thematic map showed that out of 20.4 million people who were stated to be ‘immigrants’ (= born in another country) only 2.5 million came from outside Africa. A map was shown with all major intra-African migration flows as measured in 2015. And two maps were included showing how many people had immigrated to the 54 African countries, and what the numbers and relative importance was of inter-continental (non-African) immigrants per country, linked to the 2015 HDI scores. So far so good. But there is much more to show.

For this preparatory note for the ‘Destination Africa’ conference we added a dynamic picture: looking at the changes between 1990 and 2015. And we also looked at the dynamics of the patterns of migration: where did the people come from who have been counted as ‘immigrants in Africa’ in 1990, 2000, and 2015. An interesting question can also be answered: what is the colonial hangover? And is it true that Europe is losing ground?

This is volume 141 of the series ASCL Working Papers.

Read the Working Paper.

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Follow us on Facebook & X & BlueSky

  • Archives