God wil het! – III – Reizen in het spoor van de kruisvaarders
Hongarije: de koning der boeken
In het oosten grensde Duitsland even voorbij Wenen aan het rijk der Magyaren (Hongarije). Deze uit Rusland afkomstige steppe-nomaden hadden onder hun leiders van de Arpad dynastie tussen 899 en 955 West-Europa tot in Spanje geteisterd. Nadat ze in 955 door de Duitse keizer Otto de Grote bij Augsburg in Zwaben waren verslagen, kozen ze voor een rustig bestaan als landbouwers en stichtten onder de katholiek geworden koning Géza (970-997) het vorstendom Hongarije. Zijn opvolger, koning Stefan (997-1038) gebruikte zijn macht om van Hongarije een op het Westen georiënteerde christelijke natie te maken. Het leverde hem de naam ‘De Heilige’ op. Hij liet zich inspireren door de vele Duitse edelen aan zijn hof en de Benedictijnse monniken, die grote stukken land binnen zijn rijk bezaten. Onder Koloman (1095-1116), die de bijnaam ‘koning van de boeken’ kreeg vanwege zijn voorliefde voor het lezen van boeken, werd het land een stabiele natie. In deze tijd emigreerden veel landbouwers uit Frankrijk en Duitsland naar Hongarije en brachten samen met de kloosterlingen de akker- en wijnbouw op een hoger peil. Koloman zat nauwelijks op de troon toen de eerste kruislegers zijn land binnendrongen.
De universele pelgrim
Bijna geruisloos zoeft de stadsbus van het Regensburger Verkehrsverbund langs de Donauoever richting Altstadt. Voorafgegaan door een vrolijke pingel wringt het metalige geluid van de vrouwenstem op de plaatsten waar je dat niet zou verwachten straatnamen met een nostalgische lading uit de krappe luidsprekertjes. ‘Am Ölberg,’ op de Olijfberg, heet het in een uitgestorven straat. Het is altijd weer een verrassing om in historische steden te ervaren hoe de dode buitenwijken in de binnenstad onverwacht kunnen overgaan in zuinig bewaarde juweeltjes uit het verleden.
Plotseling is het geheel en al geschiedenis, maar de stad heeft er dan ook 1800 jaar over kunnen doen om dat doel te bereiken. Toch is er van de belangwekkende gebeurtenissen in de late zomer van 1096 nauwelijks een spoor te bekennen. Met enige fantasie kan een stenen beeld op de binnenplaats van de Sint-Emmeram Kerk worden gezien als een verwijzing naar de eerste kruistocht. Op een voetstuk staat een kleine man gekleed in een lange, tot aan de voeten reikende jurk. Daaroverheen draagt hij een mantel met een opgenaaid kruis. Is dit de universele pelgrim? Read more
God wil het! – IV – Reizen in het spoor van de kruisvaarders
De Balkan: een eeuwig strijdtoneel
In de zesde eeuw trokken de door Turkse stammen uit Oost-Azië verdreven Avaren naar het gebied dat ongeveer het huidige Hongarije beslaat. De Avaren onderwierpen de uit Centraal-Azië afkomstige Zuidslaven die langs de Kaukasus via Centraal-Europa naar Dalmatië (ongeveer het voormalige Joegoslavië) waren getrokken. De Slovenen, die evenals de Serviërs, Kroaten en Bulgaren tot de Zuidslaven behoren, stichtten als eersten een eigen staat. In de negende eeuw versloeg Karel de Grote de Avaren en vanaf die tijd tot 1918 waren de Slovenen verbonden met het Duitse Rijk en Habsburgse staten. In de negende eeuw versloeg Karel de Grote de Avaren en vanaf die tijd tot 1918 waren de Slovenen verbonden met het Duitse Rijk en de Habsburgse staten. In de negende eeuw ontstond na een vrijheidsstrijd tegen de Byzantijnen de eerste Servische Staat, die wel deel bleef uitmaken van het Byzantijnse rijk. Aan het eind van de tiende eeuw ontstond het machtige koninkrijk Macedonië, dat in 1018 werd ingelijfd bij Byzantium. In de tiende en elfde eeuw ontstond tussen de rivier de Drau en de Adriatische zee een Kroatische Staat. Kroatië werd in 1089 een deel van Hongarije onder koning Koloman. Het in 1041 onafhankelijk geworden Zeta (Montenegro) werd in 1051 een koninkrijk. De streek Bosnië stond aanvankelijk onder bestuur van Zeta, maar werd in 1136 ingelijfd bij Hongarije. Tegen het eind van de twaalfde eeuw sloten veel Bosniërs zich aan bij het geloof der Bogomielen, de Bosnische Kerk, een door de christelijke kerken bestreden ‘ketterse’ godsdienst. Het Bogomilisme gaat uit van een voortdurende strijd tussen twee principes: goed-kwaad, god-de duivel. Hun gedachtegoed verspreidde zich vanuit Bulgarije binnen het Byzantijnse Rijk, Noord-Italië en Frankrijk (Katharen). Het christendom op de Balkan werd door Beierse missionarissen in de achtste eeuw onder de Slovenen verspreid en door de Franken in de negende eeuw onder de Kroaten. Vooral binnen het Kroatische koninkrijk streden adellijke families voortdurend om de macht, terwijl door hevige conflicten tussen de Latijnse en Slavische katholieken de spanningen steeds hoger opliepen. De Serviërs namen de leer van de Oosterse Kerk aan, terwijl zich in de kuststreek van Kroatië een mengvorm van oosterse en westerse riten ontwikkelde.
God wil het! – V – Reizen in het spoor van de kruisvaarders
Bulgarije: een muur tegen het kwaad
In de zesde eeuw vestigden zich veel (Slavische) stammen op de Balkan, waaronder de van de Turken afstammende Bulgaren. Na een belangrijke overwinning op de Byzantijnse keizer vestigde de Bulgaarse aanvoerder Khan Asparouh in 681 de eerste Bulgaarse staat in het gebied dat tegenwoordig tot Noordoost-Bulgarije behoort. Vier jaar later werd het christendom de officiële godsdienst. Twee Bulgaarse apostels, Cyrillus en Methodius, ontwikkelden het Slavische alfabet (het Cyrillische schrift) dat tegenwoordig nog door de Russen, Bulgaren en Serviërs wordt gebruikt. Bulgarije beleefde in de eerste dertig jaar van de tiende eeuw een bloeiperiode. Daarna verzwakte de staat onder invloed van de machtiger wordende anti-feodale sekte der Bogomielen. Vanaf 1018 is Bulgarije een deel van het Byzantijnse rijk.
God wil het! – VI – Reizen in het spoor van de kruisvaarders
Constantinopel: in het kamp van de vijand
In 330 gaf de Oost-Romeinse keizer Constantijn de door hem ingenomen stad Byzantium de naam Constantinopel. In 413 begon de Romeinse keizer Theodosius II met de bouw van de grote muur, die tot de dag van vandaag een verbinding vormt tussen de oevers van de Bosporus en Zee van Marmara. Vele oorlogen hebben de Byzantijnen gevoerd tegen binnendringende volkeren, vele malen ook werd Constantinopel bedreigd en vele intriges en opstanden leidden tot troonswisselingen waarbij verschillende heersers de dood vonden. Van de zevende tot de tiende eeuw werd er regelmatig strijd geleverd tegen de Arabieren die het Byzantijnse rijk binnendrongen tot in Armenië, Cappadocië, Anatolië, Cyprus en Rhodos. In 1057 kwamen de Comnenen aan de macht na een opstand van de Byzantijnse militaire bevelhebber Isaak Comnenus tegen de heersende keizer Michael. In 1076 werd het rijk geteisterd door ernstige hongersnood en de pest. In 1081 betrad Alexius Comnenus de Byzantijnse troon. Zijn vijftienjarige vrouw Irene Doukas werd gekroond tot keizerin. In datzelfde jaar werd het Byzantijnse leger door de uit Zuid-Italië afkomstige Noormannen verslagen bij Dyrrachium in het huidige Albanië. In 1085 namen de Seltsjoeken Antiochië in en werd het Byzantijnse rijk teruggedrongen tot in Klein-Azië. Read more
God wil het! – VII – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Nicaea en Dorylaeum: sterf dan honden!
De geschiedenis van Nicaea, het huidige Iznik, gaat mogelijk terug tot duizend jaar v. Chr., maar het was een generaal van Alexander de Grote die Nikaia in de vierde eeuw v. Chr. op de historische kaart zette. Nicaea werd bekend omdat hier in 325 het eerste oecumenische Kerkconcilie plaats vond, waarin de afvalligen van de algemene christelijke kerk werden gemaand terug te keren naar de moederkerk (zie hoofdstuk 1). Het zevende oecumenische concilie vond ook plaats in Nicaea en heeft geschiedenis gemaakt omdat hier de iconoclasten, die een verbod op het vervaardigen van religieuze afbeeldingen voorstonden, werden veroordeeld. Hierna volgde een bloeitijd voor de vervaardiging en verspreiding van iconen. De Arabieren zijn er in de achtste eeuw tijdens hun opmars door Klein-Azië niet in geslaagd de stad in te nemen. De Turkse Seltsjoeken veroverden Nicaea in 1074 en hun sultan Kilij Arslan maakte er de hoofdstad van zijn veroverde gebied van. Read more
God wil het! – VIII – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Cappadocië: de vlakte des doods
In Centraal-Anatolië (het centrum van het huidige Turkije) bevond zich tussen de zeventiende en de twaalfde eeuw v.Chr. het machtige rijk der Hettieten. Naar deze streek wordt al in de Bijbel verwezen onder de naam Cappadocië en tijdens de vervolgingen van de eerste christenen trokken veel gelovigen naar dit gebied, waar ze door het graven van ondergrondse huizen en kerken in de zachte vulkanische bodem bescherming vonden tegen de Romeinen en later de Arabieren. Ten noordoosten van Cappadocië vestigden zich ongeveer 600 v.Chr. de Indogermaanse Armeniërs, die als een van de eerste volkeren in de vierde eeuw tot het christendom overgingen. Na de invallen van de Seltsjoeken in Klein-Azië trokken grote aantallen Armeniërs naar Cappadocië en Cilicië (de zuidoostelijke kuststrook van de Middellandse Zee), waar prins Roupert een nieuwe Armeense staat vestigde.