Please do not disturb
No Comments yet“Slaap je hier iedere dag?”
Dat kan toch niet de eerste vraag zijn die je aan iemand stelt. Maar dit is Mumbai en hier heeft niemand de tijd om een gesprek met een wijdlopige inleiding te beginnen. Daarom kan in Mumbai elke willekeurige vraag een eerste vraag zijn. En ook een laatste.
In ieder geval, Rohini – die zo’n beetje languit op de rode sofa in de hoek van de receptie van de studio lag – sloot haar ogen zonder op antwoord te wachten. Rohit wist niet wat hij moest zeggen.
Hij kon niet eens de leeftijd van Rohini, die een strakke spijkerbroek en een topje met wijde mouwen droeg, schatten. Ze kon vijfendertig zijn, maar net zo goed vijfentwintig. Tussen leeftijd en kleding bestaat geen verband. In feite bestaat er geen enkel verband tussen leeftijd en uiterlijk, karakter, gedrag.
Zulke halfbakken gedachten komen nu bij Rohit naar boven, sinds hij in Mumbai woont.
Z’n baas had Rohit aangeraden om nachtdiensten te draaien, met de belofte dat hij dan dinsdag en woensdag vrij zou zijn. De belofte van z’n baas om hem die vrije dagen te geven is net zo gevaarlijk als de belofte van een minnaar. Als ze niet wordt nagekomen, heb je een probleem, als ze wel wordt nagekomen, is het je ondergang.
Kortom, de baas zou zich niet aan z’n belofte houden en voor Rohit was dat niet rampzalig. Hij grijpt elke kans aan om in de studio te zijn. Ten eerste heeft hij daar geen last van de vochtige hitte van juli en ten tweede moet hij toch aan de nachtdienst wennen. Hij wil binnen twee jaar assistant-editor worden en binnen vijf jaar editor. Dat zou niet mogelijk zijn zonder dag en nacht in de studio te werken.
“Ben je nog altijd wakker?” Rohini had haar ogen weer geopend. “Mijn editor is gaan slapen. Ik heb niks te doen. Kom op, laten we een pakje sigaretten gaan kopen bij Lokhandwala Crossing.”
Rohit keek als vanzelf naar de vierkante klok die verderop aan de muur tikte.
“Ben je hier soms nieuw? Weet je niet dat je hier geen nacht hebt? Als je bang bent, dan ga ik alleen. Blijf maar hier, angsthaas. Als m’n editor wakker wordt, zeg hem dan dat ik er in een kwartiertje weer ben.”
“Nee mevrouw, ik ga wel met u mee. U kunt toch niet in uw eentje gaan.”
“Denk je soms dat je Salman Khan bent in Bodyguard?”
“Nee mevrouw, ik wil alleen maar …”
“Heb je iets gegeten of hang je hier maar wat rond? Het is half drie. Als je honger hebt, dan kun je beneden bada-pav halen.”
“Ik heb gegeten, mevrouw.”
“Ga dan naar boven en zeg tegen die sukkel dat we in tien minuten terug zijn. Het is nergens voor nodig dat we hier de hele nacht maar zitten. Er is absoluut niets te doen en ik kan ook niet slapen, fuck.”
“Ja mevrouw.”
“Ben jij soms regelrecht uit dat bekakte Lucknow gekomen? Als je zo spreekt, dan maken ze hier gehakt van je, stoppen je in de vrieskist en nemen af en toe een lekker hapje van je. Schiet op, ga’t ’m boven even zeggen. Dan kunnen we er even uit.” Rohini had zich weer op de sofa opgerold.
Terwijl hij de trap op liep, keek hij nog eens steels naar Rohini: gaat ze echt zo laat de deur nog uit?
Boven in de editor’s suite lag de editor innig tevreden te slapen. Hij snurkte zo hard dat je hem buiten de sound-proof room kon horen. De timeline van Final Cut Pro liep nog heel traag door, alsof hij wel een oppeppertje kon gebruiken. Of misschien eerder Autodesk Smoke.
Deze film zou nog met Smoke bewerkt worden, zoals de baas gisteren zei. Dat is wel nodig ook. Het eerste shot is zo vlak. Rohit herinnerde zich opeens dat de held in de eerste opname de kamer uit kwam gerend. Niets nieuws, niet in het shot, niet in de editing.
Rohit liet de timeline lopen. Er waren na gisteren nog vier scènes die niet gemonteerd waren.
Waarom moeten ze eigenlijk ’s nachts doorwerken? Kost het zoveel tijd om een scène te editen?
Toen hij de ongeordende shots zag, probeerde hij een tijdje ze te rangschikken maar hij herinnerde zich de instructie van de baas om zich niet met andermans werk te bemoeien. Hij hield ermee op en ging weer staan.
Ook nadat hij een tijd had gestaan, kon hij niet besluiten of hij de editor wakker zou maken of teruggaan. Een andere mogelijkheid was de sleutel van de studio te pakken en deze van buitenaf op slot doen. Als de editor toch wakker zou worden, dan zou hij vast Rohini bellen. Maar omdat hij diep in slaap was, leek het er niet op dat hij de komende twee uur iets anders zou doen dan hard snurken.
Zelfs de koning van het dodenrijk zou van schrik maken dat hij weg kwam.
Rohit sloot de studio af en volgde Rohini op enige afstand. Ten eerste had hij dan geen last van de rook van haar sigaret, en ten tweede ontliep hij zo de extra straf om onderweg met haar te moeten praten.
Ze liepen de trap af vanaf de vierde verdieping maar voordat ze de weg naar Lokhandwala Crossing waren ingeslagen, ging Rohini op het voetpad langs de straat zitten. Rohit bleef staan en volgde haar bewegingen met een onzekere blik.
Eerst rolde Rohini met haar rechterhand haar linkermouw op tot aan haar schouder, daarna bleef ze een tijd kijken naar het pakje sigaretten in haar linkerhand. Met haar rechterhand pakte ze een sigaret, tikte die drie keer tegen het pakje, haalde een aansteker tevoorschijn uit een zak van haar spijkerbroek, stak de sigaret aan, nam een diepe haal en bleef rustig zitten, diep inhalerend en diep in gedachten verzonken.
“Waar kom je vandaan?” Rohit schrok van de onverwachte vraag van Rohini en keek in verwarring naar de grond.
“Ik vraag waar je vandaan komt, zeker niet uit Mumbai.”
“U heeft gelijk, ik kom uit Ilahabad.”
“Ben je van huis weggelopen?”
“Wat zegt u? Nee hoor.”
“Zeker ruzie gemaakt?”
Rohit sloeg z’n ogen neer.
“Hé zeg, voel je je dáár schuldig over? Je bent weggelopen naar Mumbai, dan moet je hier wat van je leven maken. Wil je roken?”
Rohit schudde van nee. Je kunt al in een paar tellen verslaafd raken. Je hebt een heel leven nodig om van je slechte gewoontes af te komen.
“Ik ben ook weggelopen. Niet van heel ver. Uit Ratlam, vlakbij. Western Railway had een rechtstreekse verbinding. Ik kwam om filmster te worden, en kijk wat ik ervan gemaakt heb.”
“Wat doet u dan, didi?”
“Zusje? Binnen tien minuten heb je me tot familie gebombardeerd. Dat is razendsnel. Van je familie moet je ’t hebben.” Rohini’s opmerking maakte Rohit verlegen. Hij deed een paar stappen terug en probeerde de modellen van de auto’s bij de benzinepomp langs de weg thuis te brengen.
“Heb je een girlfriend?”
“Hoe bedoelt u?”
“Een girlfriend. Daarginds, in Ilahabad.”
“Ja, heb ik.”
“Good. Daar doe je het dus voor. Waarom vroeg je wat ik doe? Vraag liever wat ik niet doe.”
“Hoe bedoelt u?”
“Al die tuthola’s die naar Mumbai komen, kunnen toch niet het geluk hebben van Kangana Ranaut. Hoe vind je dat ik eruit zie?”
“Hoe bedoelt u?”
“Hoe bedoelt u? Hoe bedoelt u? Hoe bedoelt u? Is dat al het Engels dat je geleerd hebt?”
“Nee. Ja, ik bedoel… ik heb meer geleerd dan dat.”
“Spreek dan Engels, hoe zie ik eruit?”
“Eh … beautiful.”
“Meer niet? Doe eens wat beter je best.”
“Pretty… eh… lovely… eh…”
“Sukkel, sexy, zeg sexy. Durf je dat niet te zeggen? Zeg dat ik er sexy uit zie, een echte seksbom.”
“Ja, precies.”
“Met jou valt niets te beginnen. Hoe heb je je girlfriend versierd?”
“We zijn gewoon verliefd geworden.” Toen Rohit aan Latika dacht, begon hij vanzelf te glimlachen.
De honende reactie van Rohini zette hem weer met beide benen op het harde wegdek van Link Road.
“Wat ben je nog een jochie. Het zal nog wel een tijdje kosten voordat je een echte man bent. Anyway, ik ben hier gekomen om filmster te worden, maar nu doe ik alles wat ze me laten doen. Preproductie, postproductie, productiecontrole, en als het moet, ook de opstelling van de casting couch. Die lui van de productie hebben me zo te grazen genomen dat ik dacht, ik ga de productie zelf doen, ze kunnen allemaal doodvallen. Nu pak ik ze terug. Ik maak je toch niet bang met m’n scheldpartijen?”
“Nee. Bij ons in Ilahabad spreken ze ook allemaal zo. Maar bij mij thuis vinden ze dat niet netjes.”
“Bij mij ook niet. Toen ik uit huis wegging, heb ik m’n manieren ook achtergelaten. Met jou zal het nog wel in orde komen, verdomme. Kom op, ik trakteer je op een kop koffie bij de barrista.”
“Eh, ik drink geen koffie.”
“Maar wat voer je dan uit in je leven, behalve verliefd zijn?”
“Ik leer editing.”
“Dat moet je vooral doen. Laat het me weten als je klaar bent. Ik zal zorgen dat je een baantje krijgt. Hoef je niets voor te doen. Je lijkt me geschikt.”
“Het zal nog wel even duren. Ik oefen nog op de basics.”
“Vertrouw op jezelf, het gaat lukken. Dan ligt er werk voor je klaar. Heb je mijn editor niet gezien? Die lul monteert niet één opname met begrip. Als je het aan hem overlaat, heeft hij twee weken nodig voor het werk van twee dagen. Ik doe net of ik respect heb voor z’n werk. Het is dat die ellendeling er zo goed uit ziet, anders had het geen zin om ’s nachts m’n slaap te laten verpesten.”
“Eh?”
“Wat eh? Weet je dan niet dat hij m’n nieuwste boyfriend is? Heb je ooit die mensen van de productie zien monteren? Het zal je echt veel tijd kosten om het goed te doen. Je hebt niet eens je basics helder.”
Toen hij het woord boyfriend hoorde, had Rohit zich het harde snurken van de editor herinnerd. Die verkeerde nu in zo’n diep coma dat z’n tong waarschijnlijk tegen z’n gehemelte zat gekleefd. Voor Rohits ogen schommelde het bordje met Please do not disturb, dat gisterennacht buiten de edit room hing, heen en weer.
Rohini was net begonnen om met dezelfde nonchalance als waarmee ze gisternacht het bordje buiten de edit room moet hebben opgehangen, haar derde sigaret op te steken.
—
De blauwe sjaal en andere verhalen
De blauwe sjaal is het titelverhaal van deze bundel korte verhalen die vanuit verschillende invalshoeken inzicht geven in het hedendaagse India. India, het land van de hechte familieverbanden, maar ook van echtscheidingen, religieuze tegenstellingen, jonge mensen die uit de dorpen naar de grote stad trekken en daar het hoofd boven water moeten houden. De schrijfster, Anu Singh Choudhary, belicht daarbij vooral het leven van Indiase vrouwen.
Het India van de stedelijke middenklasse is inmiddels een land van hypermoderne communicatiemiddelen. Maar op het platteland is veel nog onveranderd, zoals we lezen in het aangrijpende verhaal van de dienstmeid Bisesar Bo, die door haar schoonfamilie aan de landheer wordt ‘verkocht’ in ruil voor een oude motorfiets.
Anu Singh Choudhary is documentairemaker, journalist en auteur. In de loop van 2020 wordt de door haar bewerkte Hindi-versie van de Nederlandse tv-serie Penoza uitgezonden. Ze heeft een aantal boeken gepubliceerd en wordt geprezen om haar fraaie, moderne Hindi.
De verhalen zijn uit het Hindi vertaald door Lodewijk Brunt en Dick Plukker. Verschenen in 2020, 176 pagina’s, ISBN 978 90 801437 7 7, prijs € 18,90, verzendkosten € 3,64. Het kan worden besteld bij de uitgever, het India Instituut, indiainstituut@yahoo.com, en is ook verkrijgbaar in de boekhandel.
Bij www.bol.com of bij www.kobo.com kan de digitale versie (epub) worden gedownload, voor € 4,99, ISBN 978 90 801437 8 4.
Zie ook: http://rozenbergquarterly.com/laghukatha-het-zkv-in-de-hindi-literatuur/
Comments
Leave a Reply