God wil het! – VI – Reizen in het spoor van de kruisvaarders
Constantinopel: in het kamp van de vijand
In 330 gaf de Oost-Romeinse keizer Constantijn de door hem ingenomen stad Byzantium de naam Constantinopel. In 413 begon de Romeinse keizer Theodosius II met de bouw van de grote muur, die tot de dag van vandaag een verbinding vormt tussen de oevers van de Bosporus en Zee van Marmara. Vele oorlogen hebben de Byzantijnen gevoerd tegen binnendringende volkeren, vele malen ook werd Constantinopel bedreigd en vele intriges en opstanden leidden tot troonswisselingen waarbij verschillende heersers de dood vonden. Van de zevende tot de tiende eeuw werd er regelmatig strijd geleverd tegen de Arabieren die het Byzantijnse rijk binnendrongen tot in Armenië, Cappadocië, Anatolië, Cyprus en Rhodos. In 1057 kwamen de Comnenen aan de macht na een opstand van de Byzantijnse militaire bevelhebber Isaak Comnenus tegen de heersende keizer Michael. In 1076 werd het rijk geteisterd door ernstige hongersnood en de pest. In 1081 betrad Alexius Comnenus de Byzantijnse troon. Zijn vijftienjarige vrouw Irene Doukas werd gekroond tot keizerin. In datzelfde jaar werd het Byzantijnse leger door de uit Zuid-Italië afkomstige Noormannen verslagen bij Dyrrachium in het huidige Albanië. In 1085 namen de Seltsjoeken Antiochië in en werd het Byzantijnse rijk teruggedrongen tot in Klein-Azië. Read more
God wil het! – VII – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Nicaea en Dorylaeum: sterf dan honden!
De geschiedenis van Nicaea, het huidige Iznik, gaat mogelijk terug tot duizend jaar v. Chr., maar het was een generaal van Alexander de Grote die Nikaia in de vierde eeuw v. Chr. op de historische kaart zette. Nicaea werd bekend omdat hier in 325 het eerste oecumenische Kerkconcilie plaats vond, waarin de afvalligen van de algemene christelijke kerk werden gemaand terug te keren naar de moederkerk (zie hoofdstuk 1). Het zevende oecumenische concilie vond ook plaats in Nicaea en heeft geschiedenis gemaakt omdat hier de iconoclasten, die een verbod op het vervaardigen van religieuze afbeeldingen voorstonden, werden veroordeeld. Hierna volgde een bloeitijd voor de vervaardiging en verspreiding van iconen. De Arabieren zijn er in de achtste eeuw tijdens hun opmars door Klein-Azië niet in geslaagd de stad in te nemen. De Turkse Seltsjoeken veroverden Nicaea in 1074 en hun sultan Kilij Arslan maakte er de hoofdstad van zijn veroverde gebied van. Read more
God wil het! – VIII – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Cappadocië: de vlakte des doods
In Centraal-Anatolië (het centrum van het huidige Turkije) bevond zich tussen de zeventiende en de twaalfde eeuw v.Chr. het machtige rijk der Hettieten. Naar deze streek wordt al in de Bijbel verwezen onder de naam Cappadocië en tijdens de vervolgingen van de eerste christenen trokken veel gelovigen naar dit gebied, waar ze door het graven van ondergrondse huizen en kerken in de zachte vulkanische bodem bescherming vonden tegen de Romeinen en later de Arabieren. Ten noordoosten van Cappadocië vestigden zich ongeveer 600 v.Chr. de Indogermaanse Armeniërs, die als een van de eerste volkeren in de vierde eeuw tot het christendom overgingen. Na de invallen van de Seltsjoeken in Klein-Azië trokken grote aantallen Armeniërs naar Cappadocië en Cilicië (de zuidoostelijke kuststrook van de Middellandse Zee), waar prins Roupert een nieuwe Armeense staat vestigde.
God wil het! – IX – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Antiochië: het verraad van een harnasmaker
Na de stichting van ‘Antigoneia (3e eeuw v.Chr.) door een generaal van Alexander de Grote groeide de stad uit tot een cultureel centrum in de Hellenistische wereld. Antigoneia was een kruispunt van belangrijke karavaanroutes en in haar bloeitijd was ze met haar vijfhonderd duizend inwoners bijna zo groot als Rome.
In 64v.Chr. werd de stad door de Romeinen ingenomen. Onder de nieuwe naam Antiochië speelde de stad een belangrijke rol in de beginperiode van het christendom. De bevolking bekeerde zich grotendeels tot het nieuwe geloof en de apostels Petrus en Paulus bezochten de stad regelmatig. Antiochië werd de zetel van een patriarch, die in rang na de patriarchen van Rome, Constantinopel en Alexandrië (Egypte) kwam. In Antiochië vonden tien kerkconcilies plaats.
In 525 werd de stad geheel verwoest door een aardbeving en verloor hierdoor haar betekenis. De herbouwde, veel kleinere, stad werd in 638 ingenomen door de Arabieren en pas in 969 terugveroverd door de Byzantijnen. In 1084 nemen de oprukkende Turkse Seltsjoeken Antiochië in. Read more
God wil het! – X – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Antiochië: een teken van God
Zoet was de smaak van de overwinning. Drie dagen en nachten lang genoten de veroveraars van uitbundige feestmalen en wilde danspartijen met de voor dit doel gespaarde vrouwen van de muzelmannen. Hierdoor kenden de bordelen, die in niet geringe mate door de clerus werden uitgebaat, rustige tijden. Er werd gedobbeld om paarden, wapens en de vrouwen, terwijl minnezangers met hun ter plaatse geschreven hekelzangen de roem of lafheid van de veroveraars bezongen en vooral de adel en de geestelijkheid in de tang namen. De christenen hadden zich uitgedost in de buitgemaakte kleren van hun vijanden en staken, paraderend met de wijde gewaden, zijden mutsen en tulbanden, de draak met de gebruiken van de moslims. Omdat ze van zichzelf alleen wat schamele kleding bezaten, bleven ze vaak langere tijd in de Turkse uitdossing rondlopen, wat menigmaal tot misverstanden leidde. Toen er zelfs kruisvaarders per ongeluk door hun eigen mensen werden omgebracht, gaf bisschop Adhémar zijn mannen opdracht om ‘hun baarden af te scheren, een metalen kruis te dragen en voortdurend het ‘kyrie eleison’ hardop uit te spreken.’ Read more
God wil het! – XI – Reizen in het spoor van de kruisvaarder
Syrië: twee grote leiders voor een geweldig volk
Het oude Syrië omvatte een groot deel van het huidige Midden-Oosten: Jordanië, Israël, Libanon en het hedendaags Syrië. De Feniciërs beheersten als zeevarenden al vanaf de elfde eeuw v. Chr. de kusten van de Middellandse zee. Met de komst van Constantijn de Grote (3060-337), die zich op zijn sterfbed tot het christendom bekeerde, begon een nieuw tijdperk voor het Midden-Oosten: de verspreiding van het christendom.
Met de komst van de Arabieren werd Damascus de hoofdstad van de door kalief Omar gestichte Omayaden dynastie (661-750). In deze bloeitijd werden veel moskeeën en kastelen gebouwd. Onder het kalifaat der Abbasiden (750-969) werd Bagdad de hoofdstad. In 969 drongen de Egyptische Faimiden door in het Midden-Oosten en veroverden de Turkse Seltsjoeken Syrië en grote delen van Palestina waaronder Jeruzalem (1071). De rest van het gebied – waaronder de kuststrook van de Middellandse zee- bleef in handen van de Fatimiden, die Jeruzalem in 1076 heroverden. Read more