De piramide van geluk ~ Voorwoord

Ills. Jean Cameron

In de afgelopen eeuwen, maar met name in de laatste vijftig jaar, zestig jaar hebben wij een economisch stelsel ontwikkeld dat het beste met ons voor heeft.
Het gemiddelde inkomen is in die periode enorm gestegen, de welvaart is navenant toegenomen.
Voor de gemiddelde inwoner van Nederland geldt dat de primaire levensbehoeften – eten, drinken en onderdak – naar tevredenheid vervuld zijn.

Wij zijn zo rijk dat we geld overhouden. Dat beleggen we in aandelen waardoor we naast ons werk ook nog mede-eigenaar zijn van tientallen bedrijven. Waardoor we nog meer verdienen.
Als u desondanks niet genoeg geld heeft voor een nieuw huis, is daar de bank die dat geld aan u leent.
Al is lenen een raar woord, want ook de bank heeft het beste met u voor. Het geleende geld wordt ook weer belegd, waardoor u van die winst uw huis kunt afbetalen.
Mocht het tijdelijk echt tegenzitten, dan hebben we nog meer mogelijkheden voor u om extra geld te krijgen. Van creditcard tot persoonlijke lening, het is er allemaal voor uw gemak. En wij varen er wel bij.

De piramide van geluk noemt de econoom Karl M. Hope dit stelsel. In zijn boek Het voordeel van gemak schetst hij de wereld waarin wij leven als zijnde dichtbij het ideaalbeeld dat utopisten vroeger hadden.
Met deze kanttekening dat Hope het nivelleringsdenken waar veel utopisten mee behept zijn, ten strengste afwijst.
Hope stelt dat het Lustprinzip de drijfveer is voor verandering en verbetering. Zonder die drang vervalt de mens tot nietsdoen. Hebzucht en graaidrang zijn essentiële eigenschappen om voortgang te boeken.
Het heeft onze samenleving gebracht waar zij is. We leven in een van de rijkste landen van de wereld.

In een crisisperiode vervalt de mens graag tot conservatieve gedachten. De roep om regulering en ingrijpen is groot. Met een beroep op de financiële crisis is de wens weer hoorbaar dat ‘we hieruit lering moeten trekken’.
Laat ik duidelijk zijn. Onze piramide van geluk is niet gebouwd op dromen. Maar op hard werken en goed verdienen. De een wat meer dan de ander. Dat houdt de prikkel levend.

IJBB heeft de econometrist Schaap gevraagd om de geschiedenis van de economie en het bankieren in vogelvlucht in kaart te brengen. Enerzijds om de leemte in uw kennis te vullen, anderzijds om de mogelijke pijn die deze crisis meebrengt te verzachten. Want er is niets nieuws onder de zon. Rare fratsen zijn van alle tijden, tegenslagen horen erbij.

Amsterdam, mei 2009

Naar de Inleiding: de-piramide-van-geluk-inleiding/

Bookmark and Share

De piramide van geluk ~ Inleiding

U bevindt zich in een economische crisis. Lees de krant er maar op na. Hoe komt dat nu allemaal, hoe zit dat? Maar vooral: wie hebben de schuld van deze crisis? Dat is wat u en ik willen weten.
Het antwoord is niet welkom, maar u en ik zijn de schuldigen.
Dat is de onaangename verrassing van dit boek. Op zoek naar verzachtende omstandigheden – wnat ook dit boek moet verkocht – stellen we daarom de volgende vraag: waarom zijn wij medeplichtig?

Op zoek naar het antwoord op deze vraag komen we bij de economen terecht.
Zij weten waar het over gaat. Zij weten waarom de een veel geld verliest, waarom de ander te veel auto’s maakt. Waarom de een wel durft te vragen om miljarden en de ander niet, weten zij niet.
Maar ze weten wel waarom de een miljarden krijgt. En de ander niet.
Daarom is economie een wetenschap.

Dit boek probeert de basisprincipes uit te leggen van hoe economie werkt. Dit wordt gedaan aan de hand van een praktisch voorbeeld: bankieren.
Een bank is namelijk het beste voorbeeld om aan u duidelijk te maken wat economie is. Omdat een bank alles doet met geld wat er met geld gedaan kan worden.
U bent namelijk maar beperkt in uw handelen: u koopt er iets mee, u leent soms, spaart zo nu en dan of verliest het.
Een bank doet veel meer met geld.

Aan de hand van de geschiedenis van het bankieren – de ontwikkeling van simpele bewaarplaats tot moderne bad banker – komen we bij de eenvoudige wetten die samen de wetenschap economie vormen.

Berlijn, 2009

Naar: de-totstandkoming-van-het-bankwezen-geld/

Bookmark and Share

De piramide van geluk ~ De totstandkoming van het bankwezen – Geld

De precieze dag is niet te achterhalen, maar op zekere dag werd het ruilen van kip tegen koe, van wortel tegen appel, verstoord.
De gangbare theorie is dat op die dag op de lokale markt de onderhandelingen agressiever waren dan wenselijk en dat een boer vijf kippen tekort kwam om een ruil tot stand te doen komen.
Het schrift was nog onbekend.
Rondkijkend pakte de boer vijf schelpen en meldde dat dit het bewijs was dat de ander nog vijf kippen van hem tegoed had.
Curieus gegeven: de ander accepteerde deze geste. Voor het eerst in de geschiedenis werd een tussenartikel geaccepteerd als ruilmiddel.
Geld was geboren.

De vraag waarom de ander dit bewijs accepteerde, wordt beantwoord in het boek Das Geld und die Ratio van de Tsjechische econoom J. Svejk.
Svejk gaat ervan uit dat de twee actoren elkaar kenden en vertrouwden. En dat de handeling dus niet gebaseerd was op de formalisering van een afspraak, maar als grap.
Wereldwijd zijn alle afspraken inzake geld hierop gebaseerd.

Svejk vat zijn theorie samen in deze formule:
Geld = afspraak (>vertrouwen{= emotie}= waarde
En verbindt daaraan de conclusie:
Waarde = emotie = afspraak

In de tweede druk van zijn standaardwerk meldt Svejk overigens dat een systeem gebaseerd op vertrouwen en afspraken kwetsbaar is voor stemmingswisselingen. Hij stelt voor dat de formule mogelijk aangepast moet worden:
Geld = afspraak (vertrouwen > wantrouwen{- emotie} = waarde

Hij belooft hierop terug te komen in een volgend boek. Door te overlijden op jonge leeftijd heeft Svejk deze nieuwe formulering niet verder uit kunnen werken.

Naar: van-geld-naar-bank/

Bookmark and Share

De piramide van geluk ~ Van geld naar bank

Als na verloop van tijd steeds meer mensen de schelp als tussenfase in de ruilhandel accepteren, ontstaat al snel de behoefte aan een bewaarzak (de voorloper van onze portemonnaie). Bovendien bleek de schelp kwetsbaar voor vervoer en kwam de vraag naar een bewaarplaats. De eerste bewaarplaats voor schelpen, en daarmee in feite de eerste bank, waar een bewijs voor is gevonden, is een dorp in het noordwesten van Senegal, nabij het hedendaagse Fas Baye.
Het bewijs hiervoor wordt geleverd in een van de plaatselijke volksverhalen waarin een uitbarsting van geweld wordt beschreven tussen veehandelaren en vissers ter plaatse. Uit deze legende kan worden opgemaakt dat een van de vissers als bewaarder was aangesteld en deze zichzelf verrijkte door op het strand schelpen te rapen en te doen alsof ze via ruilhandel verworven waren.

In de loop van de eeuwen is vanuit dit eenvoudige bewaarsysteem een complex instituut ontstaan dat geld als ruim begrip interpreteert.
Dit is op zich niet bijzonder, een algemeen menselijke wet is nu eenmaal: iedere stap wordt gevolgd door een volgende.

Bij het bankieren werd de taak van de bewaarder groter naarmate er meer schelpen kwamen.
Iemand hield een schelp over na een transactie en vroeg om langere termijn bewaring.
De spaarbank was geboren.

Interessant is wat de bankier deed met de extra schelpen die gedurende langere termijn onder zijn hoede bleven. In het boek Ahorrar en Espana van G. Gomez staat een afbeelding van een notariële akte uit 246 na Chr. waarin te lezen is dat het gebruik van schelpen bij de aanleg van tuinpaden letterlijk bedoeld is en niet als financiële transactie gezien mag worden.
Gomez wijst erop dat hiermee subtiel op de kwetsbaarheid van een algemeen vindbaar ruilmiddel wordt gewezen.

Het spreekt voor zich dat de opstapeling van tegoeden na verloop van tijd een aantal vragen opriep.
Naast vragen van praktische aard – waar laat je het geld – kwamen er al gauw opmerkingen van geheel andere orde.

Naar: van-bewaarplaats-naar-instituut/

Bookmark and Share

De piramide van geluk ~ Van bewaarplaats naar instituut

Ondernemende personen zagen al ver voor het begin van onze jaartelling de mogelijkheden om het geld te gebruiken in plaats van het maar te laten rusten. Ook de bewaarder zag al snel dat het uitlenen van het geld interessant kon zijn.
Door het invoeren van rente werd de bewaarder langzamer maar zeker handelaar in geld. Door een deel van de rente aan hen die het geld in bewaring gaven uit te keren, werd het ook voor de spaarders winstgevend om het geld af te geven. Kortom, het echte bankieren kon beginnen.

Door steeds meer diensten te ontwikkelen, zowel op administratief als dienstverlenend terrein werd bankieren een echt beroep.
Door de aard van de handelswaar verkreeg de bankier een machtspositie. Hij was het immers die het geld kon verdelen. Hij besloot over het wel of niet verlenen van een krediet.

Uit talloze beschrijvingen blijkt dat de band tussen de politieke machtshebbers – (kerk)vorsten, bestuurders, etc. – en bankiers altijd hecht is geweest.
‘Het belang dat bankier en machthebber bindt,’ schrijft J.S. Zerow in The Power of Pecunia, ‘is groot, maar logisch. Discretie is geboden, want waar de macht van wereldlijke en kerkelijke leiders op niets rationeels gebaseerd is, rust die van de bankiers op het enige dat werkelijk telt op deze wereld: geld.’

Al is deze constatering enigszins cru geformuleerd, ze laat zien dat de bank sinds lang een instituut op zich is in de haar omringende maatschappij.
In het slothoofdstuk van het standaardwerk beschrijft Zerow dat al in de vroege middeleeuwen vorsten probeerden toezicht te krijgen op het handelen van de bankiers. Hij citeert een Franse edelman die zijn zoon in 1167 waarschuwt voor de slimme sluwheid van de bankier, die niet de belangen van de gemeenschap, maar die van zijn eigen buidel als raadgever neemt. ‘Probeer het handelen van dit manschap te doorgronden. En waarschuw als u onzuiverheden ziet. Hij zal dan luisteren, of anders vallen.’
Een duidelijker mandaat dan vandaag de dag wordt gegeven aan toezichthouders.

De toevoeging van de vader dat de zoon hem dagelijks moet berichten over het toezicht op de bankier, doet Zerow af als paranoïde: ‘Als de samenleving haar toezichthouder niet vertrouwt, is zij ziek.’

Zerow-formule: Samenleving <> toezichthouder {wantrouwen} = ziek
Resulterend in: S<> t{w} = z

Naar: instituut-en-samenleving/

Bookmark and Share

De piramide van geluk ~ Instituut en samenleving

Zoals in het voorafgaande beschreven, is de relatie tussen de machthebbers en bankiers al eeuwenlang stabiel.
Omdat beide actoren belang hebben bij de status quo komt het bijna nooit tot een uitbarsting.

De relatie tussen de bankier en de overige leden van de samenleving is kwetsbaarder.
De bankier is onderhevig aan de grillen van de individuele klant: de klant eist meer rendement, eist op ongelegen moment zijn geld terug, maar verwacht bovenal dat de bank als een soort verzorgingsstaat over hem waakt.
Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat de gemiddelde consument slecht tegen zijn verlies kan. Een wankele basis voor een vertrouwensrelatie.

Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat de consument een eigenzinnige visie op de werkelijkheid heeft. Bij koerswisselingen bijvoorbeeld ervaart 97% van de clientèle het als de verantwoordelijkheid van de bankier als de koersen dalen, een even hoog percentage ziet zichzelf debet aan koersstijgingen.

Samenvattend: hoe geïnstitutionaliseerder het bankwezen werd, des te markanter werden de onderlinge verhoudingen met de verschillende actoren. Met name de verhouding tussen de bankier en de gewone cliënt is complex.
Deze vaststelling is van alle tijden en is vermoedelijk onveranderbaar.
Begrip is een zeldzaam begrip binnen de economie.

Naar: de-rol-van-de-samenleving-in-de-economie/

Bookmark and Share
image_pdfimage_print

  • About

    Rozenberg Quarterly aims to be a platform for academics, scientists, journalists, authors and artists, in order to offer background information and scholarly reflections that contribute to mutual understanding and dialogue in a seemingly divided world. By offering this platform, the Quarterly wants to be part of the public debate because we believe mutual understanding and the acceptance of diversity are vital conditions for universal progress. Read more...
  • Support

    Rozenberg Quarterly does not receive subsidies or grants of any kind, which is why your financial support in maintaining, expanding and keeping the site running is always welcome. You may donate any amount you wish and all donations go toward maintaining and expanding this website.

    10 euro donation:

    20 euro donation:

    Or donate any amount you like:

    Or:
    ABN AMRO Bank
    Rozenberg Publishers
    IBAN NL65 ABNA 0566 4783 23
    BIC ABNANL2A
    reference: Rozenberg Quarterly

    If you have any questions or would like more information, please see our About page or contact us: info@rozenbergquarterly.com
  • Follow us on Facebook & X & BlueSky

  • Archives